Op
basis van de Beleidsvisie Wonen in Delft hebben gemeente, corporaties en
Woonkoepel in 1999 afspraken gemaakt in het kader van het Besluit Beheer
Sociale Huursector (BBSH). Er zijn toen 41 afspraken gemaakt die begin 2001
geëvalueerd zijn door gemeente en corporaties. Deze evaluatie heeft u februari
2001 ter kennisneming gezonden aan de leden van de raadscommissie Leefbaarheid.
In
grote lijnen waren beide partijen tevreden met de wederzijdse inzet, de wijze
waarop afspraken zijn geconcretiseerd en de bereikte resultaten. Dit is dan ook
aanleiding om voor de periode tot eind 2003 weer gezamenlijk opgaven te
formuleren. Bovendien zijn partijen van mening dat nieuwe lokale afspraken
gewenst zijn in het licht van de regionale afspraken, die per 1 juli 2002 zijn
afgesloten. De Woonkoepel is bij het maken van de nieuwe afspraken niet
betrokken geweest omdat de woonconsumentenorganisatie inmiddels is opgeheven.
Voor
de periode tot eind 2003 zijn 30 afspraken geformuleerd. Er is geen nieuwe
Beleidsvisie Wonen gemaakt als onderlegger voor deze afspraken. Wel is op
relevante terreinen een analyse gemaakt van de gewijzigde omstandigheden. Deze
zijn in de bijlagen opgenomen.
Enkele
reeds bestaande afspraken worden verlengd en er zijn nieuwe afspraken gemaakt.
Er zijn procedurele afspraken gemaakt waarin gemeente en corporaties afspreken
naar een bepaald doel te streven. Daarnaast zijn er productafspraken waarin
aantallen zijn afgesproken. Net zoals in 1999 is gestreefd naar het maken van
prestatieafspraken die zoveel mogelijk SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,
Realistisch en Tijdgebonden) zijn.
Eind
2001 waren de meeste procesafspraken gereed. Toen is besloten om afspraken waar
we het over eens in de eerste helft van 2002 al zoveel mogelijk uit te voeren
zodat er meer resultaten waren en op basis hiervan verdere afspraken gemaakt
konden worden.
De
afspraken zijn geordend aan de hand van een aantal thema’s:
1.
Wet Voorziening gehandicapten (WVG)
2.
Opplussen en toegankelijkheid
3.
Woonruimteverdeling
4.
Verkoop van woningen
5.
Herstructurering en sociaal plan
6.
Duurzaam beheer
7.
Meerjarenvisie ouderen en zorgbeleid
8.
Politiekeurmerk Veilig Wonen
9.
Leefbaarheid
10.
Positionering corporaties
De
afspraken zijn per thema uitgeschreven en bij de afspraken wordt verwezen naar
eventuele bijbehorende bijlagen.
Korte toelichting op de
afspraken.
Afspraken
2 t/m 6, Opplussen en toegankelijkheid. De op te plussen complexen zijn:
Van
Foreestweg (Vestia), 80 woningen;
Mahlerstraat
(Vidomes), 52 woningen;
Mozartlaan
(Delftwonen), 196 woningen;
Artemisstraat
(Delftwonen), 152 woningen.
Delftwonen
en Vidomes zijn inmiddels gestart met het opplussen. Mozartlaan, Artemisstraat
en Mahlerstraat worden februari/maart 2003 opgeleverd. Vestia start met
opplussen complex Van Foreestweg in 2003, oplevering begin 2004.
In
afspraak 5 is afgesproken dat de corporaties de maximale oppluscapaciteit in
hun woningbezit inventariseren. Dit is enerzijds van belang om een fasering in
het opplussen te kunnen afspreken vanaf 2004, anderzijds om inzichtelijk te
maken wat de gemeente qua totaal bijdrage de komende jaren moet reserveren.
Verder zal in 2003 een evaluatie plaatsvinden over het opplussen waarbij in
ieder geval aan de orde zal komen het verhogen van de gemeentelijke bijdrage
per woning. Nu wordt nog in de bijdragetoekenning uitgegaan van een een
maximaal kostenniveau per woning van € 4.085.-. Op basis van de nu in
uitvoering genomen plannen blijken de gemiddelde kosten per woning ca. 20%
hoger uit te vallen.
Afspraak
14 betreft een afspraak om een onderzoek te doen naar de woningbehoefte van
grote huishoudens (gezinnen). In de woningbehoefteonderzoeken die er zijn
(zoals het Woningbehoefte Onderzoek, WBO, dat eens in de vier jaar door het
rijk wordt gehouden) komt de woningbehoefte van grote huishoudens niet tot
uitdrukking, omdat deze huishoudens in dergelijke onderzoeken een marginale
groep vormen. Daarom is in 1999 met de corporaties afgesproken dat zij per jaar
6 grote woningen aanbieden aan grote huishoudens. De verwachting was dat reacties
op dit aanbod een indicatie zou geven over de vraag die er onder grote
huishoudens (gezinnen) is. Op de grote woningen die tot dusver zijn aangeboden
zijn er tot dusver vooral reacties gekomen van woningzoekenden uit de gemeente
Den Haag. Sinds juli jl. is in Haaglanden de afspraak gemaakt dat als een
gemeente aantoont dat er voor bepaalde doelgroepen lokale knelpunten zijn, er
voor die doelgroepen woningaanbod specifiek lokaal kan worden gelabeld. In
verband hiermee is afgesproken in Delft specifiek onderzoek te doen naar deze
doelgroep om daarmee woningbehoefte en woonwensen in kaart te brengen. Indien
dit noodzakelijk blijkt, kan op basis van de resultaten specifiek beleid worden
geformuleerd en kunnen afspraken met de corporaties worden gemaakt.
Afspraak
21. Het laatse deel van de tekst in deze afspraak komt enigszins merkwaardig
over. Het gaat daarbij om de koppeling die in de vorm van een voorwaarde wordt
gelegd bij regionale afspraken over de verhuiskostenvergoeding. Het opnemen van
deze tekst is voor corporaties voorwaarde. Corporaties gaan er hierbij van uit
dat wellicht op regionaal niveau een afspraak is te maken dat gemeenten binnen
Haaglanden bindt aan beschikbaar stellen van een verhuiskostenbijdrage aan
bewoners bij gedwongen verhuizing in herstructureringsgebieden. Eerder is
evenwel in gesprekken met de Sociale Verhuurders Haaglanden op bestuurlijk
niveau door de portefeuillehouders aangegeven dat zo een afspraak niet kan
worden gemaakt omdat dit het budgetrecht betreft van de afzonderlijke raden.
Bovendien lijkt een dergelijke financiele afspraak over verhuiskosten in de
prestatieafspraken minder relevant. Landelijk heeft over dit onderwerp onlangs
overleg plaats gehad tussen Aedes, de Woonbond en VROM. Uit dit overleg is
gekomen dat dat verhuiskosten in verband met herstructurering voor rekening
komen van de corporaties. De verplichting wordt in het voorjaar van 2003 in het
BBSH opgenomen.
In
het bestuurlijk overleg tussen college en de Delftse corporaties is afgesproken
dat de gereserveerde bedragen in de MRSV als bijdrage in de verhuiskosten
beschikbaar blijven. Met het opheffen van de MRSV stopt vanaf 2005 de
gemeentelijke bijdrage in de verhuiskosten.
Delft, 23 oktober 2002