Ieder
jaar komen er meldingen binnen van defecte voertuigen en wrakken die mensen in
hun wijk aantreffen. Vaak zijn het defecte voertuigen en wrakken die al maanden
in de wijk staan, voordat er melding van wordt gemaakt. Naast deze voertuigen
en wrakken worden regelmatig aanhangers en recreatievoertuigen aangetroffen die
langer dan de toegestane tijd op de openbare weg worden geparkeerd. Deze voertuigen ontsieren het uiterlijk van
de omgeving en zorgen voor een extra druk op de toch al schaarse parkeerruimte
Het
verwijderen van wrakken van de openbare weg is in 1995 ondergebracht bij het
toenmalige Parkeerbedrijf, nu sector Toezicht openbare ruimte (TOR) en wordt
naar tevredenheid uitgevoerd. Deze nota heeft vooral betrekking op aanhangers
en recreatievoertuigen. Dit is nog niet goed geregeld.
Indien
het een voertuig met kentekenplaat betreft, kan relatief gemakkelijk de
eigenaar worden opgespoord en worden gevraagd dit voertuig te verwijderen. De
problemen zullen vooral veroorzaakt worden door de aanhangers en recreatievoertuigen die zonder kenteken op de
openbare weg staan geparkeerd. Hiervan zijn de eigenaren niet te traceren zodat
deze vaak langere tijd op de openbare weg staan geparkeerd. In principe moet de
eigenaar zelf voor opslag zorgen.
Een
aantal factoren heeft een goede handhaving in de weg gestaan.
·
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
die op details moet worden aangepast om betere handvatten te geven met
betrekking tot de handhaving.
·
Geen enkel vakteam binnen de gemeente
heeft in zijn takenpakket het verwijderen van aanhangers en
recreatievoertuigen.
·
Geen budgetbedrag op de begroting van
een vakteam binnen de gemeente waaruit de niet te verhalen kosten worden
gedekt.
·
Het ontbreken van een medewerker welke
belast zal worden met de handhaving op
aanhangers en recreatie voertuigen in geheel Delft.
·
Het ontbreken van de benodigde
bevoegdheden.
·
Een opslagterrein waar de
weggesleepte aanhangers en recreatievoertuigen kunnen worden gestald of een
afdoende regeling met een
wegsleepbedrijf waar tevens kan worden opgeslagen.
1.
Aanpassen APV
De
hieronder voorgestelde aanpassingen zijn met Juridische Zaken besproken en goed
bevonden.Tevens zijn de nieuwe artikelen APV zoveel mogelijk conform de
VNG-norm. Daarnaast is er veldonderzoek in een aantal gemeenten geweest.
In
twee afzonderlijke artikelen van de APV, 122 en 124, wordt gesproken over
aanhangers en recreatievoertuigen.
Recreatievoertuigen
mogen drie achtereenvolgende dagen op de weg om bewoners de gelegenheid te
bieden het voertuig voor gebruik in te richten en/of schoon te maken.
Voorstel
nieuw artikel 122: Caravans e.d.
De ene geval wordt een aanhanger als recreatievoertuig gebruikt en mag
het daarom 3 dagen op de openbare weg staan (artikel 122 APV). In het andere
geval mag een aanhanger alleen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van
07.00 uur tot 19.00 uur gedurende de tijd die benodigd is voor de uit te voeren
werkzaamheden op de openbare weg staan (artikel 124 APV). Het merendeel van de
aanhangers wordt niet voor recreatiedoeleinden gebruikt.
1. Het is
verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van
meer dan 6.00 meter en/of een breedte van meer dan 2,05 meter en/of een hoogte
van meer dan 2,00 meter, een oplegger, dan wel een aanhangwagen ongeacht hun
lengte, op wegen binnen de bebouwde kom
van de gemeente te parkeren.
Dit
artikel kan vervangen worden door:
Voorstel
nieuw artikel 124: Parkeren van grote voertuigen en aanhangers.
1.
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte
heeft van
a.
6.00 meter of meer
b.
en/of een breedte van 2.05 meter of meer
c.
en/of een hoogte van 2.40 meter of meer
op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente
te parkeren.
2.
Het in lid 1 omschreven verbod geldt niet voor het parkeren van door burgemeester
en wethouders aangewezen voertuigen op de daarbij aangewezen wegen
3.
Het is verboden een voertuig, dat kennelijk is bestemd om te worden
voortbewogen door een motorrijtuig, met een lengte van minder dan 6.00 meter
en/of een breedte van minder dan 2.05 meter en/of lager dan 2.40 meter, op
wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente te parkeren.
4.
Het in lid 1 en lid 3 gestelde verbod geldt niet van maandag tot en met
vrijdag, dagelijks van 07.00 uur tot 19.00 uur gedurende de tijd die benodigd
is voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor het gebruik van het voertuig
redelijkerwijs noodzakelijk is.
5.
Het college kan ontheffing verlenen voor wat betreft maandag tot en met
vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende
feestdagen indien de aanwezigheid van het voertuig ter plekke noodzakelijk is:
Huidige
vierde uitvoeringsbesluit
Burgemeester en wethouders van Delft;
gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening van Delft
b e s l u i t e n :
1.
aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124,
eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van grote
voertuigen, opleggers en aanhangwagens niet geldt:
a. het laaggeleden deel van de Oostsingel, tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b. de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de
Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c. de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg
en de Hermesstraat;
d. de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de Industriestraat;
e. de westzijde van het noord-zuid
lopend deel van de Hoflaan, langs
Rijksweg 13;
f. het oost-west lopend deel van
het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g. de laad- en loswal aan de
Schieoever van de Schieweg, vanaf
lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h. het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg
en het Edisonplein;
i. de Voltaweg;
j. het parkeerterrein dat ligt aan
de oostzijde van de Tanthofdreef en
de daarbij gelegen parkeerhaven;
k. de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de
Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l. de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m. het noord-zuid lopend gedeelte
van de Industriestraat tot de
Mercuriusweg;
2. aan te wijzen als wegen en
weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening
vervatte verbod tot het parkeren van grote voertuigen, opleggers en
aanhangwagens niet geldt voor wat betreft maandag tot en met vrijdag tussen
19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen:
a. de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het
Rijn-Schiekanaal;
b. de parkeerstrook aan de zuidzijde
van de Curaηaostraat;
c. het
zuidelijk deel van het parkeerterrein van de Technische Universiteit aan het Zuidplantsoen;
d. de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct
en de Anthony Fokkerweg;
e. de parkeervakken aan de
noordzijde van de Motorenweg, tussen
de Forensenweg en lichtmast nr. 14;
3.
te bepalen dat het in artikel 124, eerste lid van genoemde
verordening vervatte verbod niet geldt voor het parkeren van voertuigen die
hoger zijn dan 2.00 meter doch niet langer dan 6.00 meter en niet breder dan
2.05 :
a.
op alle wegen en weggedeelten gelegen binnen de bebouwde kom
van de gemeente, een en ander onverminderd het bepaalde in de
wegenverkeerswetgeving.
Voorstel nieuw uitvoeringsbesluit
Burgemeester en wethouders van Delft;
gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening van Delft
besluiten:aan te wijzen als wegen en weggedeelten
waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod
tot het parkeren van grote voertuigen niet geldt:
a. het
laaggeleden deel van de Oostsingel,
tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b. de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de
Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c. de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg
en de Hermesstraat;
d. de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de
Industriestraat;
e. de westzijde van het noord-zuid
lopend deel van de Hoflaan, langs
Rijksweg 13;
f. het oost-west lopend deel van
het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g. de laad- en loswal aan de
Schieoever van de Schieweg, vanaf lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h. het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg
en het Edisonplein;
i. de Voltaweg;
j. het parkeerterrein dat ligt aan
de oostzijde van de Tanthofdreef en
de daarbij gelegen parkeerhaven;
k. de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de
Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l. de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m. het noord-zuid lopend gedeelte
van de Industriestraat tot de
Mercuriusweg;
a. de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het
Rijn-Schiekanaal;
b. de parkeerstrook aan de zuidzijde
van de Curaηaostraat;
c. het zuidelijk deel van het
parkeerterrein van de Technische Universiteit
aan het Zuidplantsoen;
d. de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct
en de Anthony Fokkerweg;
e. de parkeervakken aan de
noordzijde van de Motorenweg, tussen
de Forensenweg en lichtmast nr. 14;
In
het kort komt het erop neer dat het verboden is om kleine aanhangers op de
openbare weg te parkeren, tenzij je van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00
uur en 19.00 uur de aanhanger nodig hebt voor de uit te voeren werkzaamheden.
Buiten deze tijden om kan de aanwezigheid van een aanhanger alleen maar
mogelijk zijn indien men in het bezit is van een ontheffing. Dit maakt de
handhaving een stuk makkelijker en ιιnduidiger. Tevens voorkom je, door het
splitsen van aanhangers naar grootte, lengte en breedte in lid 1 en 3, dat de
parkeerplaatsen speciaal bestemd voor vrachtwagens en hun aanhangers en
opleggers, in gebruik worden genomen door langdurig geparkeerde kleine
aanhangers.
1. De opsporing van de in artikel 139 van deze
verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het
Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan
hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van
deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de
aanwijzing zijn vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid zijn, naast de
in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren,
belast met de opsporing van overtreding van de artikelen 77 en 78 voor zover
het betreft het bezigen van vuurwerk, als bedoeld in de lijst van vuurwerken
tot een hoeveelheid van ten hoogste twee kilogram, en van artikel 79:
de ambtenaren, krachtens
artikel 11, tweede lid, van de Wet gevaarlijke stoffen, belast met de
opsporing van overtredingen van voorschriften gegeven krachtens de artikelen
34, vierde lid, 37, tweede lid, en 44 van het Reglement gevaarlijke stoffen.
3. Krachtens het eerste lid aangewezen personen
leggen in handen van de burgemeester of met machtiging van deze in handen van
de chef van het gemeentelijk politiekorps, indien deze hoofdcommissaris of
commissaris van politie is, de volgende eed of belofte af:
"Ik zweer (beloof) dat ik mijn functie
als opsporingsambtenaar met alle ijver en zonder aanzien des persoons zal
vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig. (Dat beloof ik.)"
Dit
artikel kan vervangen worden door:
Voorstel
nieuw artikel 140: Opsporingsambtenaren
en toezichthouders.
1. Met
handhaving zijn belast de ambtenaren zoals bedoeld in artikel 141 Wetboek van
Strafvordering, zijnde de ambtenaren van politie, en met toezicht en handhaving
zijn belast ambtenaren zoals bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering,
zijnde de buitengewone opsporingsambtenaren (BOA) middels aanwijzingsbesluit
van Burgemeester en Wethouders.
2. Voorts
zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening belast de door Burgemeester en Wethouders dan wel de Burgemeester
aangewezen personen.
2. Onderbrengen
nieuwe taak bij een sector/vakteam
Sector TOR heeft nu al te maken met voertuigen in
de openbare ruimte. Het is logisch om deze nieuwe taak, het laten verwijderen
van aanhangers en recreatievoertuigen, ook door TOR te laten uitvoeren.
3. Aanstellen
van een medewerker belast met handhaving van aanhangwagens en
recreatievoertuigen.
Gezien
het toch wel grote aantal aanhangers en recreatievoertuigen op straat is het
noodzakelijk de formatie bij de sector TOR uit te breiden met 20 uur voor het 1e
jaar en het 2e en 3e jaar met 16 uur. Deze medewerker zal
tevens het verwijderen van wrakken en het fiscaal en Mulder-wegslepen
coordineert. Deze taken zijn nu ondergebracht bij een medewerker van TOR die nu
bovenformatief is
De
medewerker is de specialist, vraagbaak en gesprekspartner voor de bovengenoemde
werkvelden, zowel intern als extern. Deze medewerker zal met de politie gaan afstemmen hoe de bevoegdheden uitgevoerd
worden. Door hem worden acties gepland voor een projectmatige aanpak van
deze problematiek.Hij heeft ook de verantwoording met betrekking tot de
administratieve en financiλle afhandeling.
Het verwijderen van het voertuig moet geschieden
door een gerenommeerd sleepbedrijf. Dit om schade aan het voertuig zoveel
mogelijk te voorkomen. Omdat de gemeente Delft niet beschikt over een groot, 24
uur per dag bewaakt, opslagterrein, moet het sleepbedrijf tevens aan deze
voorwaarde voldoen.
5. Totale kosten
a) Regelmatig zullen er
wijkgerichte acties zijn. Voorlichting, onder andere in kranten en wijkbladen,
is dan noodzakelijk om de eigenaren op de hoogte te brengen en de gelegenheid
te geven de voertuigen zelf te verwijderen. Tevens zal er veel met stickers
gewerkt worden. Deze uitgaven zullen voor het 1e jaar ongeveer
4000,-- bedragen. De twee daaropvolgende jaren zal dit ongeveer 200,00 zijn.
b) De kosten van het inhuren van een sleepbedrijf
bedragen per geval:
Voorrijden
zonder wegslepen |
|
54,00 |
Voorrijden
en slepen |
|
114.68 |
Opslag
1e dag |
|
5,27 |
Opslag
elke daaropvolgende dag |
|
5,27 |
Transport
naar verwerker |
|
56,04 |
Concreet betekent het, dat een voertuig net zolang
wordt opgeslagen tot de kosten van wegslepen, opslag en transport naar de
verwerker gelijk zijn aan de dagwaarde van het voertuig. De gemiddelde kosten
die het wegsleepbedrijf per voertuig maakt is 188,40. Als van elk voertuig de
eigenaar reageert en het voertuig, na betaling van de onkosten ophaalt, is de
regeling kostendekkend. Al worden de kosten op de overtreder verhaald, dan nog
is het aan te bevelen om een specifiek budget hiervoor vast te stellen. Dit
komt doordat de mogelijkheid bestaat dat de overtreder niet wordt getraceerd
blijft bestaan zodat de kosten niet op hem/haar kunnen worden verhaald. Het
gaat naar verwachting, over 200 voertuigen
(200 x 188,40 = 37.680,00 ) het eerste jaar
waarvan ongeveer 75 % niet meer opgehaald wordt en de eigenaar niet te traceren
is.
c)
De kosten voor de formatie uitbreiding
bij TOR met 20 uur bedragen op jaarbasis: 22.575,00 (20/36e deel van een schaal 6 functie = 20.163,00
+ werknemersgebonden kosten 2.412,00) en bij 16 uur 18.549,00.
d)
De genoemde verwijdering van aanhangers en recreatievoertuigen is het toepassen
van bestuursdwang op grond van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5:29 ,
lid 1. Het is mogelijk om een bezwaarschrift in te dienen tegen het genomen
besluit. Het is op dit moment nog onmogelijk om te overzien hoeveel
bezwaarschriften er bij de sector TOR zullen binnenkomen en welke kosten dit
met zich meebrengt. Dit is wel bekend op het moment dat er geevalueerd wordt.
3. Voor
het overbrengen of bewaren van voertuigen zoals, personenauto's, bestelauto's,
waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen niet meer bedraagt
dan 3500 kilogram, caravans en kleine aanhangwagens, is de bestuurder de
volgende vergoeding verschuldigd:
a. indien
het voertuig wordt opgehaald binnen12 uur na het wegslepen:: 155,--
b. indien
het voertuig wordt opgehaald na 12 uur na het wegslepen: 180,00
c. met
dien verstande dat voor elk volgend etmaal of gedeelte daarvan de kosten van
het bewaren van het gesleepte voertuig worden bepaald op: 17,--
d. voorrijkosten
(i.v.m. eventueel niet wegslepen): 29,50
De
opzet van artikel 16 kan ook toegepast worden voor de bestuursdwang bij
aanhangers en recreatievoertuigen. Dan zijn bij 200 door de gemeente
weggesleepte voertuigen per jaar de kosten voor de gemeente afgerond
64.255,00 (voorlichting/loonkosten/wegsleepkosten) en bij 56 door de eigenaar
opgehaalde voertuigen de opbrengsten, als het voertuig gemiddeld 2 dagen in
opslag staat, 11.032,00 bij een verschuldige vergoeding van 197,00. Dit
betekent een ongedekt bedrag van 53.223,00 voor het eerste jaar. Naar
verwachting zal het 1e jaar preventief werken voor het 2e
en de daaropvolgende jaren, zodat het aantal te verwijderen voertuigen en
zodoende de kosten zullen dalen. Hoeveel deze kosten zullen dalen is vooraf
niet in te schatten.
Besloten
is om voor het 1e jaar het tekort te dekken met een bijdrage van
53.223,00 uit het budget ISV-urilift. Voor het 2e en 3e
jaar komt er een bijdrage van 28.169,00 uit ISV-veiligheid (2e
jaar) en EZH-wijkveiligheid (3e jaar).
Overzicht
kosten en opbrengsten 1e jaar
Kosten |
|
Opbrengsten |
|
|
|
|
|
Wegslepen
(200x) |
37.680,00 |
Afhalen
voertuig (100x) |
11.032,00 |
Formatie
TOR/20 uur |
22.575,00 |
ISV-Urilift |
53.223,00 |
Voorlichting |
4.000,00 |
|
|
|
|
|
|
Totaal
kosten |
64.255,00 |
Totaal
opbrengsten |
64.255,00 |
Overzicht
kosten en opbrengsten 2e jaar
Kosten |
|
Opbrengsten |
|
|
|
|
|
Wegslepen
(50x) |
9.420,00 |
Afhalen
voertuig |
????? |
Formatie
TOR/16 uur |
18.549,00 |
ISV-Veiligheid |
28.169,00 |
Voorlichting |
200,00 |
|
|
|
|
|
|
Totaal
kosten |
28.169,00 |
Totaal
opbrengsten |
28.169,00 |
Overzicht
kosten en opbrengsten 3e jaar
Kosten |
|
Opbrengsten |
|
|
|
|
|
Wegslepen
(50x) |
9.420,00 |
Afhalen
voertuig |
????? |
Formatie
TOR/16 uur |
18.549,00 |
EZH-Wijkveiligheid |
28.169,00 |
Voorlichting |
200,00 |
|
|
|
|
|
|
Totaal
kosten |
28.169,00 |
Totaal
opbrengsten |
28.169,00 |
03/018591
17 juni 2003
Uitvoeringsbesluit
Burgemeester en wethouders van Delft;
gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening van Delft
besluiten:
- aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop
het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot
het parkeren van grote voertuigen niet geldt:
a. het
laaggeleden deel van de Oostsingel,
tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b. de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de
Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c. de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg
en de Hermesstraat;
d. de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de
Industriestraat;
e. de westzijde van het
noord-zuid lopend deel van de Hoflaan,
langs Rijksweg 13;
f. het oost-west lopend deel
van het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g. de laad- en loswal aan de
Schieoever van de Schieweg, vanaf lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h. het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg
en het Edisonplein;
i. de Voltaweg;
j. het parkeerterrein dat
ligt aan de oostzijde van de Tanthofdreef
en de daarbij gelegen parkeerhaven;
k. de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de
Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l. de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m. het noord-zuid lopend
gedeelte van de Industriestraat tot
de Mercuriusweg;
- aan te wijzen als wegen
en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening
vervatte verbod tot het parkeren van voertuigen niet geldt voor wat betreft
maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag
en algemeen erkende feestdagen:
a. de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het Rijn-Schiekanaal;
b. de parkeerstrook aan de
zuidzijde van de Curaηaostraat;
c. het zuidelijk deel van het
parkeerterrein van de Technische Universiteit
aan het Zuidplantsoen;
d. de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct
en de Anthony Fokkerweg;
e. de parkeervakken aan de
noordzijde van de Motorenweg, tussen
de Forensenweg en lichtmast nr. 14;
- te bepalen
dat het in artikel 124, eerste lid van genoemde verordening vervatte verbod
niet geldt voor het parkeren van voertuigen die hoger zijn dan 2.40 meter doch
niet langer dan 6.00 meter en niet breder dan 2.05
a. op alle wegen en weggedeelten gelegen
binnen de bebouwde kom van de gemeente, een en ander onverminderd het bepaalde
in de wegenverkeerswetgeving.
H.M.C.M.
van Oorschot , burgemeester
N.
Roos, secretaris.
Aldus
bekend gemaakt op: