Memo

 

Datum

11062003

Opsteller

T. Cornax,

P. van der Valk.

Bijlagen

4        

Onderwerp

Aanhangers en recreatievoertuigen

 


 

 

·        Inleiding

 

Ieder jaar komen er meldingen binnen van defecte voertuigen en wrakken die mensen in hun wijk aantreffen. Vaak zijn het defecte voertuigen en wrakken die al maanden in de wijk staan, voordat er melding van wordt gemaakt. Naast deze voertuigen en wrakken worden regelmatig aanhangers en recreatievoertuigen aangetroffen die langer dan de toegestane tijd op de openbare weg worden geparkeerd.  Deze voertuigen ontsieren het uiterlijk van de omgeving en zorgen voor een extra druk op de toch al schaarse parkeerruimte

 

Het verwijderen van wrakken van de openbare weg is in 1995 ondergebracht bij het toenmalige Parkeerbedrijf, nu sector Toezicht openbare ruimte (TOR) en wordt naar tevredenheid uitgevoerd. Deze nota heeft vooral betrekking op aanhangers en recreatievoertuigen. Dit is nog niet goed geregeld.

 

 

Indien het een voertuig met kentekenplaat betreft, kan relatief gemakkelijk de eigenaar worden opgespoord en worden gevraagd dit voertuig te verwijderen. De problemen zullen vooral veroorzaakt worden door de aanhangers en recreatievoertuigen die zonder kenteken op de openbare weg staan geparkeerd. Hiervan zijn de eigenaren niet te traceren zodat deze vaak langere tijd op de openbare weg staan geparkeerd. In principe moet de eigenaar zelf voor opslag zorgen.

 

Een aantal factoren heeft een goede handhaving in de weg gestaan.

·        De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) die op details moet worden aangepast om betere handvatten te geven met betrekking tot de handhaving.

·        Geen enkel vakteam binnen de gemeente heeft in zijn takenpakket het verwijderen van aanhangers en recreatievoertuigen.

·        Geen budgetbedrag op de begroting van een vakteam binnen de gemeente waaruit de niet te verhalen kosten worden gedekt.

·        Het ontbreken van een medewerker welke belast zal worden met de  handhaving op aanhangers en recreatie voertuigen in geheel Delft.

·        Het ontbreken van de benodigde bevoegdheden.

·        Een opslagterrein waar de weggesleepte aanhangers en recreatievoertuigen kunnen worden gestald of een afdoende regeling met een wegsleepbedrijf waar tevens kan worden opgeslagen.


1.               Aanpassen APV

 

De hieronder voorgestelde aanpassingen zijn met Juridische Zaken besproken en goed bevonden.Tevens zijn de nieuwe artikelen APV zoveel mogelijk conform de VNG-norm. Daarnaast is er veldonderzoek in een aantal gemeenten geweest.

 

In twee afzonderlijke artikelen van de APV, 122 en 124, wordt gesproken over aanhangers en recreatievoertuigen.

 

Het huidige artikel 122: Caravans e.d.

 

  1. Het is verboden een kampeerwagen, caravan of een ander voertuig bestemt voor recreatie – waaronder ook zogenaamde boottrailers – langer dan 3 (drie) achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
  2. Het in lid1 omschreven verbod geldt niet voor het parkeren op door burgemeester en wethouders aangewezen wegen en parkeergelegenheden.
  3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid genoemde verbod ontheffing verlenen.

 

Recreatievoertuigen mogen drie achtereenvolgende dagen op de weg om bewoners de gelegenheid te bieden het voertuig voor gebruik in te richten en/of schoon te maken.

 

Voorstel nieuw artikel 122:  Caravans e.d.

 

  1. Het is verboden een kampeerwagen, caravan, woonwagen,  boottrailer of enig ander voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd, langer dan drie achtereenvolgende dagen, zonder wezenlijke tijdsonderbreking, op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente te plaatsen of te hebben.

2.      Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Provinciale Caravan en Tentenverordening, het Provinciaal Wegenreglement, de Provinciale Landschapsverordening of de Huisvestingswet van toepassing is.

3.      Het college kan ontheffing verlenen van het in lid 1 gestelde verbod.

 

De ene geval wordt een aanhanger als recreatievoertuig gebruikt en mag het daarom 3 dagen op de openbare weg staan (artikel 122 APV). In het andere geval mag een aanhanger alleen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 07.00 uur tot 19.00 uur gedurende de tijd die benodigd is voor de uit te voeren werkzaamheden op de openbare weg staan (artikel 124 APV). Het merendeel van de aanhangers wordt niet voor recreatiedoeleinden gebruikt.

 

 

 

 

Het huidige artikel 124: Parkeren van grote voertuigen

 

1.      Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6.00 meter en/of een breedte van meer dan 2,05 meter en/of een hoogte van meer dan 2,00 meter, een oplegger, dan wel een aanhangwagen ongeacht hun lengte,  op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente te parkeren.

  1. Het in lid 1 omschreven verbod geldt niet voor het parkeren:
    1. van door Burgemeester en Wethouders aangewezen voertuigen op de daarbij aangewezen wegen;
    2. van maandag t/m vrijdag, dagelijks van 07.00 uur tot 19.00 uur gedurende ten hoogste een uur:
  2. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 1 omschreven verbod.

 

Dit artikel kan vervangen worden door:

 

 

Voorstel nieuw artikel 124: Parkeren van grote voertuigen en aanhangers.

 

1.               Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van

a.              6.00 meter of meer

b.              en/of een breedte van 2.05 meter of meer

c.              en/of een hoogte van 2.40 meter of meer

op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente te    parkeren.

2.               Het in lid 1 omschreven verbod geldt niet voor het parkeren van door burgemeester en wethouders aangewezen voertuigen op de daarbij aangewezen wegen

3.               Het is verboden een voertuig, dat kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een motorrijtuig, met een lengte van minder dan 6.00 meter en/of een breedte van minder dan 2.05 meter en/of lager dan 2.40 meter, op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente te parkeren.

4.               Het in lid 1 en lid 3 gestelde verbod geldt niet van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 07.00 uur tot 19.00 uur gedurende de tijd die benodigd is voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor het gebruik van het voertuig redelijkerwijs noodzakelijk is.

5.               Het college kan ontheffing verlenen voor wat betreft maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen indien de aanwezigheid van het voertuig ter plekke noodzakelijk is:

 

 

 

 

 

 

 

Huidige vierde uitvoeringsbesluit

 

Burgemeester en wethouders van Delft;

gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening van Delft

 

b e s l u i t e n :

1.     aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van grote voertuigen, opleggers en aanhangwagens niet geldt:

a.       het laaggeleden deel van de Oostsingel, tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b.       de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c.       de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg en de Hermesstraat;
d.       de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de Industriestraat;
e.       de westzijde van het noord-zuid lopend deel van de Hoflaan, langs Rijksweg 13;
f.        het oost-west lopend deel van het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g.       de laad- en loswal aan de Schieoever van de Schieweg, vanaf lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h.       het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg en het Edisonplein;
i.        de Voltaweg;
j.        het parkeerterrein dat ligt aan de oostzijde van de Tanthofdreef en de daarbij gelegen parkeerhaven;
k.        de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l.        de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m.       het noord-zuid lopend gedeelte van de Industriestraat tot de Mercuriusweg;

 

2.     aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van grote voertuigen, opleggers en aanhangwagens niet geldt voor wat betreft maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen:

a.       de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het Rijn-Schiekanaal;
b.       de parkeerstrook aan de zuidzijde van de Curaηaostraat;
c.       het zuidelijk deel van het parkeerterrein van de Technische Universiteit aan het Zuidplantsoen;
d.       de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct en de Anthony Fokkerweg;
e.       de parkeervakken aan de noordzijde van de Motorenweg, tussen de Forensenweg en lichtmast nr. 14;

3.     te bepalen dat het in artikel 124, eerste lid van genoemde verordening vervatte verbod niet geldt voor het parkeren van voertuigen die hoger zijn dan 2.00 meter doch niet langer dan 6.00 meter en niet breder dan 2.05 :

a.     op alle wegen en weggedeelten gelegen binnen de bebouwde kom van de gemeente, een en ander onverminderd het bepaalde in de wegenverkeerswetgeving.

 


Voorstel nieuw uitvoeringsbesluit

 

Burgemeester en wethouders van Delft;

gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening van Delft

besluiten:aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van grote voertuigen niet geldt:

a.       het laaggeleden deel van de Oostsingel, tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b.       de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c.       de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg en de Hermesstraat;
d.       de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de Industriestraat;
e.       de westzijde van het noord-zuid lopend deel van de Hoflaan, langs Rijksweg 13;
f.        het oost-west lopend deel van het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g.       de laad- en loswal aan de Schieoever van de Schieweg, vanaf lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h.       het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg en het Edisonplein;
i.        de Voltaweg;
j.        het parkeerterrein dat ligt aan de oostzijde van de Tanthofdreef en de daarbij gelegen parkeerhaven;
k.        de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l.        de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m.       het noord-zuid lopend gedeelte van de Industriestraat tot de Mercuriusweg;

  1. aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van voertuigen niet geldt voor wat betreft maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen:

 

a.       de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het Rijn-Schiekanaal;
b.       de parkeerstrook aan de zuidzijde van de Curaηaostraat;
c.       het zuidelijk deel van het parkeerterrein van de Technische Universiteit aan het Zuidplantsoen;
d.       de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct en de Anthony Fokkerweg;
e.       de parkeervakken aan de noordzijde van de Motorenweg, tussen de Forensenweg en lichtmast nr. 14;

 

  1. te bepalen dat het in artikel 124, eerste lid van genoemde verordening vervatte verbod niet geldt voor het parkeren van voertuigen die hoger zijn dan 2.40 meter doch niet langer dan 6.00 meter en niet breder dan 2.05
    1. op alle wegen en weggedeelten gelegen binnen de bebouwde kom van de gemeente, een en ander onverminderd het bepaalde in de wegenverkeerswetgeving.

 

In het kort komt het erop neer dat het verboden is om kleine aanhangers op de openbare weg te parkeren, tenzij je van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur de aanhanger nodig hebt voor de uit te voeren werkzaamheden. Buiten deze tijden om kan de aanwezigheid van een aanhanger alleen maar mogelijk zijn indien men in het bezit is van een ontheffing. Dit maakt de handhaving een stuk makkelijker en ιιnduidiger. Tevens voorkom je, door het splitsen van aanhangers naar grootte, lengte en breedte in lid 1 en 3, dat de parkeerplaatsen speciaal bestemd voor vrachtwagens en hun aanhangers en opleggers, in gebruik worden genomen door langdurig geparkeerde kleine aanhangers.

 

 

In de huidige APV artikel 140 staan de ambtenaren genoemd die belast zijn met de handhaving en toezicht.

 

Het huidige artikel 140: Opsporingsambtenaren.

 

 

1.  De opsporing van de in artikel 139 van deze verorde­ning straf­baar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvor­dering genoem­de opspo­rings­ambtenaren, opge­dragen aan hen die door bur­ge­meester en wet­houders met de zorg voor de naleving van deze veror­dening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

2.  In afwijking van het eerste lid zijn, naast de in ar­tikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambte­naren, belast met de opspo­ring van over­treding van de artike­len 77 en 78 voor zover het be­treft het bezigen van vuur­werk, als bedoeld in de lijst van vuurwerken tot een hoe­veel­heid van ten hoog­ste twee kilogram, en van ar­tikel 79:

    de ambte­nar­en, krachtens artikel 11, twe­ede lid, van de Wet gev­aar­lijke stof­fen, belast met de opspor­ing van over­tredin­gen van voorsc­hrif­ten gege­ven krachtens de ar­tikelen 34, vierde lid, 37, tweede lid, en 44 van het Re­gle­ment ge­vaar­lijke stof­fen.

3.  Krachtens het eerste lid aangewezen personen leggen in handen van de burge­meester of met machtiging van deze in handen van de chef van het gemeente­lijk politie­korps, indien deze hoofd­commis­saris of commissaris van politie is, de volgende eed of belofte af:

    "Ik zweer (beloof) dat ik mijn functie als opsporings­amb­tenaar met alle ijver en zonder aanzien des per­soons zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almach­tig. (Dat beloof ik.)"

 

 

Dit artikel kan vervangen worden door:

 

Voorstel nieuw artikel 140:  Opsporingsambtenaren en toezichthouders.

 

1.      Met handhaving zijn belast de ambtenaren zoals bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering, zijnde de ambtenaren van politie, en met toezicht en handhaving zijn belast ambtenaren zoals bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering, zijnde de buitengewone opsporingsambtenaren (BOA) middels aanwijzingsbesluit van Burgemeester en Wethouders.

2.      Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door Burgemeester en Wethouders dan wel de Burgemeester aangewezen personen.

 

De opsporing is nu goed afgeregeld voor zowel de politie als de Bijzondere Opsporings Ambtenaar (BOA)  van de gemeente. Wil men de BOA’s de APV strafrechtelijk laten handhaven, dan is het onderstreepte gedeelte van artikel 140 lid 1 noodzakelijk. Voorts moet middels een aanwijzingsbesluit duidelijk worden aangegeven welk artikel van de APV door de BOA’s worden gehandhaafd. Dit aanwijzingsbesluit dient ter kennisgeving gestuurd te worden aan de Procureur Generaal van het ressort Haaglanden.

De gemeente Delft heeft opsporingsambtenaren in dienst zoals bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering.  Deze ambtenaren kunnen voor andere/meerdere feiten aangewezen worden voor de strafrechtelijke handhaving, dan nu het geval is. Dit kan worden gerealiseerd door zoals eerder aangegeven een aanwijzingsbesluit. Dit betreft dan de strafrechtelijke handhaving. Voorts kan men middels een aanwijzingsbesluit deze medewerkers aanwijzen als toezichthouder voor de bestuursrechtelijke handhaving zoals bedoeld in artikel 5:11 e.v. van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hierdoor kan een breed inzetbare handhavingsambtenaar van de gemeente gerealiseerd worden die gezamenlijk met de politie, bijvoorbeeld de wijkagenten, zorg kunnen dragen voor een goede handhaving van onderdelen van de APV. Het maken van goede procedures en werkafspraken met de politie is noodzakelijk.

 

De voorkeur van een gemeente zal in veel gevallen bestuurlijke handhaving zijn, echter het is wenselijk om ook de mogelijkheid te hebben voor strafrechtelijke handhaving. Met name de kleine overtredingen waar juist de politie aangeeft geen prioriteit te hebben, maar de burger zich heel vaak aan ergert, zoals bijvoorbeeld hondenpoepoverlast, kleine milieu overlast, straatmuzikanten, venten, auto’s te koop aan bieden op de openbare weg, kan dan worden gehandhaafd met gemeentelijke handhavingsambtenaren.

 

 2.       Onderbrengen nieuwe taak bij een sector/vakteam

 

Sector TOR heeft nu al te maken met voertuigen in de openbare ruimte. Het is logisch om deze nieuwe taak, het laten verwijderen van aanhangers en recreatievoertuigen, ook door TOR te laten uitvoeren.

 

 

 

3.       Aanstellen van een medewerker belast met handhaving van aanhangwagens en recreatievoertuigen.

 

Gezien het toch wel grote aantal aanhangers en recreatievoertuigen op straat is het noodzakelijk de formatie bij de sector TOR uit te breiden met 20 uur voor het 1e jaar en het 2e en 3e jaar met 16 uur. Deze medewerker zal tevens het verwijderen van wrakken en het fiscaal en Mulder-wegslepen coordineert. Deze taken zijn nu ondergebracht bij een medewerker van TOR die nu bovenformatief is

 

De medewerker is de specialist, vraagbaak en gesprekspartner voor de bovengenoemde werkvelden, zowel intern als extern. Deze medewerker zal met de politie gaan afstemmen hoe de bevoegdheden uitgevoerd worden. Door hem worden acties gepland voor een projectmatige aanpak van deze problematiek.Hij heeft ook de verantwoording met betrekking tot de administratieve en financiλle afhandeling.

 

4.       Verwijderen en opslaan

 

Het verwijderen van het voertuig moet geschieden door een gerenommeerd sleepbedrijf. Dit om schade aan het voertuig zoveel mogelijk te voorkomen. Omdat de gemeente Delft niet beschikt over een groot, 24 uur per dag bewaakt, opslagterrein, moet het sleepbedrijf tevens aan deze voorwaarde voldoen.

 

5.       Totale kosten

 

a) Regelmatig zullen er wijkgerichte acties zijn. Voorlichting, onder andere in kranten en wijkbladen, is dan noodzakelijk om de eigenaren op de hoogte te brengen en de gelegenheid te geven de voertuigen zelf te verwijderen. Tevens zal er veel met stickers gewerkt worden. Deze uitgaven zullen voor het 1e jaar ongeveer € 4000,-- bedragen. De twee daaropvolgende jaren zal dit ongeveer € 200,00 zijn.

 

b) De kosten van het inhuren van een sleepbedrijf bedragen per geval:

 

Voorrijden zonder wegslepen

€

54,00

Voorrijden en slepen

€

114.68

Opslag 1e dag

€

5,27

Opslag elke daaropvolgende dag

€

5,27

Transport naar verwerker

€

56,04

 

Concreet betekent het, dat een voertuig net zolang wordt opgeslagen tot de kosten van wegslepen, opslag en transport naar de verwerker gelijk zijn aan de dagwaarde van het voertuig. De gemiddelde kosten die het wegsleepbedrijf per voertuig maakt is € 188,40. Als van elk voertuig de eigenaar reageert en het voertuig, na betaling van de onkosten ophaalt, is de regeling kostendekkend. Al worden de kosten op de overtreder verhaald, dan nog is het aan te bevelen om een specifiek budget hiervoor vast te stellen. Dit komt doordat de mogelijkheid bestaat dat de overtreder niet wordt getraceerd blijft bestaan zodat de kosten niet op hem/haar kunnen worden verhaald. Het gaat naar verwachting, over 200 voertuigen

(200 x€ 188,40 = € 37.680,00 ) het eerste jaar waarvan ongeveer 75 % niet meer opgehaald wordt en de eigenaar niet te traceren is.

 

c) De kosten voor de formatie uitbreiding  bij TOR met 20 uur bedragen op jaarbasis: € 22.575,00 (20/36e  deel van een schaal 6 functie = € 20.163,00 + werknemersgebonden kosten € 2.412,00) en bij 16 uur € 18.549,00.

 

d) De genoemde verwijdering van aanhangers en recreatievoertuigen is het toepassen van bestuursdwang op grond van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5:29 , lid 1. Het is mogelijk om een bezwaarschrift in te dienen tegen het genomen besluit. Het is op dit moment nog onmogelijk om te overzien hoeveel bezwaarschriften er bij de sector TOR zullen binnenkomen en welke kosten dit met zich meebrengt. Dit is wel bekend op het moment dat er geevalueerd wordt.

 

6.               Totale opbrengsten

 

In de bijlage behorend bij de nota wijziging parkeerverordenig stuknummer 02/035187 (gewijzigd november 2002) staat in artikel 16, lid 3, wat de eigenaar van het voertuig moet betalen als hij of zij een voertuig weer ophaalt nadat het verwijderd is.

 

Artikel 16 Kosten 

3.      Voor het overbrengen of bewaren van voertuigen zoals, personenauto's, bestelau­to's, waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen niet meer bedraagt dan 3500 kilogram, caravans en kleine aanhangwagens, is de bestuurder de volgende vergoeding verschuldigd:

a.     indien het voertuig wordt opgehaald binnen12 uur na het wegslepen:: € 155,--

b.     indien het voertuig wordt opgehaald na 12 uur na het wegslepen: €180,00

c.     met dien verstande dat voor elk volgend etmaal of gedeelte daarvan de kosten van het bewaren van het gesleepte voertuig worden bepaald op: € 17,--

d.     voorrijkosten (i.v.m. eventueel niet wegslepen): € 29,50

 

De opzet van artikel 16 kan ook toegepast worden voor de bestuursdwang bij aanhangers en recreatievoertuigen. Dan zijn bij 200 door de gemeente weggesleepte voertuigen per jaar de kosten voor de gemeente afgerond

€ 64.255,00 (voorlichting/loonkosten/wegsleepkosten) en bij 56 door de eigenaar opgehaalde voertuigen de opbrengsten, als het voertuig gemiddeld 2 dagen in opslag staat, € 11.032,00 bij een verschuldige vergoeding van €197,00. Dit betekent een ongedekt bedrag van € 53.223,00 voor het eerste jaar. Naar verwachting zal het 1e jaar preventief werken voor het 2e en de daaropvolgende jaren, zodat het aantal te verwijderen voertuigen en zodoende de kosten zullen dalen. Hoeveel deze kosten zullen dalen is vooraf niet in te schatten. 

 

Besloten is om voor het 1e jaar het tekort te dekken met een bijdrage van

€ 53.223,00 uit het budget ISV-urilift. Voor het 2e en 3e jaar komt er een bijdrage van € 28.169,00 uit ISV-veiligheid (2e jaar) en EZH-wijkveiligheid (3e jaar).

 

 

 

 

·        Voorgesteld wordt om akkoord te gaan met:

 

  1. Het aanpassen van de artikelen 122, 124 en 140 van de APV
  2. Het verwijderen van aanhangers en recreatievoertuigen als taak onderbrengen bij de sector Toezicht Openbare Ruimte
  3. Uitbreiding van de formatie bij de sector TOR voor 20 uur het 1e jaar en de daaropvolgende jaren voor 16 uur. De kosten voor deze uitbreiding bedragen op jaarbasis: € 22.575,00 (20/36e deel van een schaal 6 functie = € 20.163,00  + werknemersgebonden kosten € 2.412,00) en bij 16 uur € 18.549,00.
  4. Het 1e jaar beschikbaar stellen van een budget aan voorlichtingskosten van € 4000,00 en 2e jaar en 3e jaar € 200,00.
  5. De kosten van € 197,00 per verwijderd voertuig te verhalen op de overtreder, voor zover dit in de praktijk mogelijk is.
  6. Het financieren van het ongedekte bedrag
  7. Het vooraf maken van goede afspraken met de politie om af te stemmen hoe de procedures zijn en bevoegdheden uitgevoerd gaan worden.
  8. Het treffen van een regeling met een sleepbedrijf.
  9. Een evaluatie begin 2005.

 

 

 


 

Bijlage financieel overzicht

 

 

Overzicht kosten en opbrengsten 1e jaar

 

Kosten

 

Opbrengsten

 

 

 

 

 

Wegslepen (200x)

€ 37.680,00

Afhalen voertuig (100x)

€ 11.032,00

Formatie TOR/20 uur

€ 22.575,00

ISV-Urilift

€ 53.223,00

Voorlichting

€   4.000,00

 

 

 

 

 

 

Totaal kosten

€ 64.255,00

Totaal opbrengsten

€ 64.255,00

 

 

 

Overzicht kosten en opbrengsten 2e jaar

 

Kosten

 

Opbrengsten

 

 

 

 

 

Wegslepen (50x)

€   9.420,00

Afhalen voertuig

€   ?????

Formatie TOR/16 uur

€ 18.549,00

ISV-Veiligheid

€ 28.169,00

Voorlichting

€      200,00

 

 

 

 

 

 

Totaal kosten

€ 28.169,00

Totaal opbrengsten

€ 28.169,00

 

 

Overzicht kosten en opbrengsten 3e jaar

 

Kosten

 

Opbrengsten

 

 

 

 

 

Wegslepen (50x)

€   9.420,00

Afhalen voertuig

€   ?????

Formatie TOR/16 uur

€ 18.549,00

EZH-Wijkveiligheid

€ 28.169,00

Voorlichting

€      200,00

 

 

 

 

 

 

Totaal kosten

€ 28.169,00

Totaal opbrengsten

€ 28.169,00

 

 

03/018591

17 juni 2003

 

……………  Uitvoeringsbesluit

 

Burgemeester en wethouders van Delft;

gelet op artikel 124, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening van Delft

besluiten:

- aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van grote voertuigen niet geldt:

a.       het laaggeleden deel van de Oostsingel, tussen de Surinamestraat en de Curaηaostraat;
b.       de oostzijde van de Fabriekstraat, tussen de Nijverheidsstraat en de Ambachtstraat;
c.       de westzijde van de Rφntgenstraat, tussen de Mercuriusweg en de Hermesstraat;
d.       de noordzijde van de Mercuriusweg, tussen de Icarusweg en de Industriestraat;
e.       de westzijde van het noord-zuid lopend deel van de Hoflaan, langs Rijksweg 13;
f.        het oost-west lopend deel van het Zuidplantsoen (Muyskenlaan);
g.       de laad- en loswal aan de Schieoever van de Schieweg, vanaf lichtmast nr. 8 in de richting van de Kruithuisweg;
h.       het gedeelte van de Energieweg dat ligt tussen de Schieweg en het Edisonplein;
i.        de Voltaweg;
j.        het parkeerterrein dat ligt aan de oostzijde van de Tanthofdreef en de daarbij gelegen parkeerhaven;
k.        de zuidzijde van de Nijverheidsstraat, tussen de Ambachstraat en het spoorwegemplacement;
l.        de Ambachtstraat aan de zuidzijde van het oost-west lopend deel;
m.       het noord-zuid lopend gedeelte van de Industriestraat tot de Mercuriusweg;

- aan te wijzen als wegen en weggedeelten waarop het in artikel 124, eerste lid, van genoemde verordening vervatte verbod tot het parkeren van voertuigen niet geldt voor wat betreft maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen:

 

a.       de parkeerstrook aan de westzijde van de Haagweg, langs de oever van het Rijn-Schiekanaal;
b.       de parkeerstrook aan de zuidzijde van de Curaηaostraat;
c.       het zuidelijk deel van het parkeerterrein van de Technische Universiteit aan het Zuidplantsoen;
d.       de westzijde van de Mekelweg, tussen het Kruithuisviaduct en de Anthony Fokkerweg;
e.       de parkeervakken aan de noordzijde van de Motorenweg, tussen de Forensenweg en lichtmast nr. 14;

- te bepalen dat het in artikel 124, eerste lid van genoemde verordening vervatte verbod niet geldt voor het parkeren van voertuigen die hoger zijn dan 2.40 meter doch niet langer dan 6.00 meter en niet breder dan 2.05

a.       op alle wegen en weggedeelten gelegen binnen de bebouwde kom van de gemeente, een en ander onverminderd het bepaalde in de wegenverkeerswetgeving.

 

 

Burgemeester en wethouders van Delft

 

 

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot , burgemeester

 

 

 

 

N. Roos, secretaris.

 

 

 

 

 

 

Aldus bekend gemaakt op: