Op het BWAD van 16 september jl. is besloten dat een
verdiepingsslag nodig is ten aanzien de Toekomstvisie omvang woningvoorraad.
Deze notitie is afgestemd met de woningcorporaties en betreft een voorstel voor
gezamenlijke nadere uitwerking/verdieping van de nota op onderdelen, wijze van
afstemming, het beoogde resultaat en de uitvoering nadien.
Op
16 september jl. is aangegeven dat er behoefte is aan:
1)
de
doelgroep; deze neemt af, maar hoe is deze in de toekomst samengesteld?
2)
de
sociale voorraad kan in omvang afnemen, maar welke sociale huurwoningen moeten
erbij en welke moeten eraf?
3)
in
welke wijken zal de sociale voorraad toe- dan wel afnemen? Hier wordt een koppeling aan de te
realiseren woonmilieus gewenst.
4)
Voor
goede huisvesting van de doelgroep is het wenselijk als de goedkope scheefheid
afneemt. Hoe ziet deze groep eruit en willen zij verhuizen?
De
benoemde punten kunnen in een viertal projecten worden opgepakt.
Het
resultaat van punt 1 t/m 4 wordt in een aparte nota verwoord. Deze nota vormt
op onderdelen een kwantitatieve en kwalitatieve uitwerking van de toekomstvisie
omvang sociale woningvoorraad waarbij een nadere verkenning plaatsvindt naar
doelgroepen, woningen, wijken en fasering.
Een
nadere uitwerking van bekend zijnde plannen (korte termijn, ca 5 jaar) worden
getoetst aan de gewenste ontwikkelingsrichting op langere termijn: confrontatie
van vraag en aanbod. Fricties laten zich vertalen in het formuleren van een
opgave. Voor de totstandkoming van de nota zal enkele malen overleg
plaatsvinden met corporaties ten behoeve van het uitzoeken en uitwisselen van
gegevens, afstemming en dergelijke. Terugkoppeling van de resultaten vindt
plaats in het BWAD en besluitvorming in het college. Na vaststelling van de
uitwerkingsnota biedt deze voldoende basis voor het maken van
prestatie-afspraken. De nota moet begin volgend jaar gereed zijn.
Voorafgaand
aan het maken van prestatie-afspraken moet
de discussie over rollen, taken en verantwoordelijkheden gemeente/corporaties
gevoerd worden. Op deze manier wordt voorkomen dat de discussie bij ieder
project opnieuw wordt gevoerd. Het inschakelen van een externe procesdeskundige
verdient daarbij de voorkeur. Discussie dient bij voorkeur dit najaar gevoerd
te worden zodat resultaat begin volgend jaar gereed is.
Fricties
tussen vraag en aanbod laten zich vertalen in een opgave. De in de
uitwerkingsnota beschreven opgave vormt de basis voor het maken van prestatie
afspraken met de woningcorporaties over o.a nieuwbouw en herstructurering. Na
gereedkomen van de uitwerkingsnota en na resultaat van de discussie over rollen
en taken gemeente en corporaties, kan volgend voorjaar een pakket
vernieuwende/nieuwe prestatie-afspraken voor 2004 en verder worden gemaakt.
In
de bijeenkomst van 16 september zijn enkele ideeën geopperd voor afstemming van
werkzaamheden van corporatie en gemeente met betrekking tot planning en
coördinatie van de uitvoering van concrete projecten. Er is toen gesproken over
een regie-team waar gemeente en corporaties in vertegenwoordigd zijn. Een
dergelijk team kan stadsbreed bijhouden in welk stadium de verschillende
projecten plaatsvinden op het gebied van nieuwbouw en herstructurering en halfjaarlijks de stand van zaken
monitoren.
Voorstel:
Wij stellen u voor om:
-
in
te stemmen met beschreven werkwijze, resultaat en tijdspad van de
uitwerkingsnota;
-
in
te stemmen met een onderzoek naar goedkope scheefheid;
-
in
te stemmen met een onderzoek naar inkomensafhankelijke huur;
-
in
te stemmen met het opstarten en afronden van de discussie over rollen, taken en
verantwoordelijkheden gemeente/corporaties dit najaar.