Sinds geruime tijd wordt gewerkt aan de herziening
van het delftse peuterspeelzaal/voorschoolbeleid. In 2002 is in dit kader de
contourennota vastgesteld na overleg met de belanghebbenden. Medio september
jl. was de concept-koersnota gereed voor verdere bespreking in het college en
raad. In deze concept-nota wordt een aantal scenario’s geschetst over de te
varen koers.
Door
de aangekondigde bezuinigingen tijdens Prinsjesdag op het
onderwijsachterstandenbeleid (w.o. de voorscholen) en een op handen zijnde
systeemwijziging ten aanzien van de onderwijsachterstandenfinanciering, kan op
dit moment geen uitsluitsel gegeven worden over het perspectief van de voor- en
vroegschoolse educatie. Daardoor heeft het College de nota zoals die nu in ontwerp
was, niet kunnen vaststellen. Wij zien ons genoodzaakt nader overleg te voeren
met het onderwijsveld en het Rijk en zaken verder uit te zoeken. Dit kost extra
tijd en de verwachting is dat hierdoor pas voorjaar 2004 besluitvorming kan
plaatsvinden.
Zodra
het college zich over de concept- peuterspeelzaal/voorschoolbeleidsnota heeft
kunnen beraden, wordt deze zo spoedig mogelijk naar u verzonden.
De essentie van het toekomstig
beleid is dat er prioriteit wordt gegeven aan voorschoolpeuterspeelzalen. Dit
zal een ingrijpende operatie zijn, waar een aantal jaren voor moet worden
uitgetrokken. Vermindering van het aantal reguliere peuterspeelzaalplaatsen zal
daarbij aan de orde zijn, omdat:
·
Veel kinderopvangplekken reeds zijn gerealiseerd, waardoor
minder peuterspeelzaalplaatsen nodig zijn. Zo zijn er sinds 1999 circa 1000
kindplaatsen reguliere kinderopvang en circa 600 plaatsen BSO bijgekomen.
·
Door de inwerkingtreding van de Wet Basisvoorziening
Kinderopvang er een uitstroom zal plaatsvinden uit de peuterspeelzalen van
werkende ouders naar kinderopvang; deze verwachting zal zich versneld
doorzetten na invoering uitgestelde WBK in 2005.
·
De eerste resultaten van het behoefte-onderzoek dat onlangs
in Delft heeft plaatsgevonden, de vermindering van het aantal peuterspeelzaalplaatsen
ondersteund.
Een eerste
analyse van de gegevens laat zien dat bij
peuterspeelzalen er in alle wijken een overschot te zien is. Het aandeel
plaatsen dat beschikbaar is voor peuters is groter dan de potentiële vraag. Dit
geldt voor alle wijken. In totaal is er een overschot van 335 plaatsen. Dit
betekent dat er in Delft voor kinderen in de leeftijdsgroep 2 en 3 jaar 1.675
dagdelen over zijn bij peuterspeelzalen na aftrek van de behoefte.
·
Inhoudelijk de prioriteit komt te liggen bij de voorschoolpeuterspeelzalen.
·
Budgettair, de vermindering van het aantal reguliere
peuterspeelzaalplaatsen bij gelijkblijvende financiering nodig is.
Definitieve
besluitvorming over het peuterspeelzaalbeleid wordt niet eerder dan begin
volgend jaar verwacht. Er moeten echter wel afspraken worden gemaakt voor 2004
met de huidige gesubsidieerde instellingen, ter overbrugging. Wij willen dit
doen in de lijn van de koers, dat wil zeggen handhaving van het aantal
voorschoolpeuterspeelzalen en vermindering van de reguliere
peuterspeelzaalplaatsen. Het College stelt een uitwerking van de afspraken voor
2004 eind oktober vast.
Hoogachtend,
College van Burgemeester en
Wethouders
,
burgemeester
,
secretaris