Woonruimteverdeling
Delft 2001
Gemeente Delft
November
2002
1. Inleiding.
Deze evaluatie heeft tot doel inzicht te verschaffen in de
koppelingen van vraag en aanbod in de markt voor huurwoningen in het jaar 2001.
Deze gegevens over koppelingen brengen een deel van de woningmarkt nauwkeurig
in beeld, namelijk de vrijkomende woningen in combinatie met de geslaagde
woningzoekenden. Met behulp van hierbij verzamelde gegevens is het mogelijk
enige uitspraken over de woningmarkt als geheel te doen, uitdrukkelijk niet om
deze volledig in beeld te brengen.
Met name is gebruik gemaakt van rapportages op het
niveau van de regio Haaglanden . Deze
bevatten zowel cijfers over de regio als geheel als per gemeente. Het gaat met
name om de aanbodrapportage sociale huursector Haaglanden 2001, de tabellen verhuurbeleid
Haaglanden 2001 en de voorraadgegevens SVH leden Haaglanden.
Deze rapportages zijn in opdracht van stadsregio Haaglanden en de gezamenlijke
corporaties in Haaglanden samengesteld door de Dienst Stedelijke ontwikkeling
te Den Haag.
Deze eenduidige presentatie op het gebied van
woningmarktinformatie is nieuw. Veel cijfermateriaal wordt echter op
vergelijkbare wijze gepresenteerd als vorig jaar.
Enkele wijzigingen zijn ten opzichte van vorig jaar te
constateren.
Zo is in de rapportage over het jaar 2000 aandacht besteed
aan de marktscore, dit is het gemiddeld aantal woningzoekenden per aangeboden
woning. Met deze score werd een indicatie gegeven over de “populariteit” van
een woning in de markt.
In de rapportage 2001 is deze aanduiding vervallen, vooral
omdat niet duidelijk is wat de score precies meet. De uitvoering van de
woonruimteverdeling bepaalt immers wie er op een bepaalde woning kan reageren
en daarmee het aantal te verwachten reacties.
Verder is de indeling van enkele tabellen enigszins
gewijzigd.
In dit stuk wordt eerst een kort overzicht gegeven van de
vrijkomende woningen, vervolgens van de woningzoekenden, die een woning kregen
toegewezen. Tenslotte volgen enkele concluderende opmerkingen.
2. Woningvoorraad
In het jaar 2001 hebben in Delft 2054 verhuringen
plaatsgevonden. Daarmee is het niveau van het aantal verhuringen iets lager dan
in het voorgaande jaar toen 2080 woningen beschikbaar kwamen.
Huurprijzen:
De huurprijzen zijn ingedeeld volgens de normen van de
regelgeving inzake huursubsidie.
huurprijs |
aantal woningen % |
tot kwaliteitsgrens (€298,59 , goedkoop) |
983 48% |
tot aftoppingsgrens (€412/€441,5, betaalbaar) |
928 45% |
boven aftoppingsgrens (duur) |
136
7% |
onbekend |
7 |
(€441,5 geldt voor huishouden van 3 en meer personen)
Hiermee is de categorie goedkoop (evenals vorig jaar)net
iets groter dan de categorie betaalbaar. In de regio is de categorie betaalbaar
de grootste categorie (53%). Het percentage dure woningen in Delft scoort
binnen de regio gemiddeld.
2001 aantal % 2000
1-3 kamers |
1330 65% 69% |
4-5 kamers |
716 35% 27% |
grote woning |
3
0%
4% |
Ongeveer 2/3 van de vrijkomende woningen zijn kleine
woningen. Het aantal vrijgekomen 4-5 kamerwoningen is gestegen ten opzichte van
het jaar 2000, het aantal grote woningen is tot bijna 0 gedaald.
Van de woningzoekenden bestaat een belangrijk percentage uit 1 en twee persoons
huishoudens (75%). Maar ook bijna 1200 grote gezinnen (5 of meer personen)
zoeken een woning. 400 van deze huishoudens bestaan uit 6 of meer personen
In hoeverre de verschillende typen huishoudens uit Delft
afkomstig zijn is aan de hand van de geraadpleegde gegevens niet te bepalen.
Gemiddeld is 30% van de huishoudens, die in Delft een woning
zoeken, uit Delft afkomstig. Onder degenen die uiteindelijk een woning
accepteren is dit percentage veel hoger.
Woningtype:
aantal % % 2000
eengezinswoning |
207
10% 8% |
benedenwoning |
83
4% 4% |
portiekwoning |
275
13% 13% |
flat zonder lift |
83
4% 2% |
flat met lift |
454
22% 25% |
maisonnete |
97
5% 6% |
hat-woning |
489
24% 26% |
miva-woning |
4
0% 0% |
zorg/aanleunwoning |
19
1% 1% |
bovenwoning |
133
6% 5% |
onzelfstandige hat-woning |
1
0% 0% |
seniorenwoning |
17
1% 1% |
complex-woning |
32
2% 1% |
onbekend |
160
9% 8% |
|
|
|
|
Hoewel het aantal aangeboden eengezinswoningen iets is
toegenomen blijft het aantal opvallend laag. Eengezinswoningen maken ongeveer
1/3 deel van de voorraad uit, in heel Nederland is dat twee maal zoveel. Een
belangrijk deel van deze woningen bevindt zich in de koopsector. Een eengezins
huurwoning blijft daardoor een schaars artikel.
Samenstelling van de woningvoorraad binnen de
regio-gemeenten verschilt onderling zeer.
Zo kent het aanbod (vrijkomende woningen)van de gemeente Den
Haag slechts 4% eengezinswoningen, Rijswijk 17% en Wassenaar 32%.
3. Woningzoekenden
Starters laten bij verhuizing geen zelfstandige woonruimte
achter, doorstromers doen dat wel. Als toewijzingscriterium geldt volgens de
regionale huisvestingsverordening ( in het jaar 2001) bij starters de leeftijd,
bij doorstromers de bewoningsduur . Vrijkomende woningen werden als volgt onder
woningzoekenden verdeeld:
woning voor doorstromer |
841 (41%) |
woning voor starter |
1177 (57%) |
onbekend |
36 (2%) |
|
|
totaal |
2054 (100%) |
Het percentage starters is ten opzichte van vorig jaar nog
licht gestegen. Dit cijfer wijkt niet veel af van het regionaal gemiddelde, dat
54% bedraagt.
Overigens werd in 1999 slechts 40% van de woningen aan
starters toegewezen.
Van de kandidaten, die een woning in Delft accepteren, komt
60% uit Delft, 15% uit Den Haag, 8%
elders uit de regio en 17% van buiten de regio. Dit beeld wijkt niet sterk af
van de herkomstcijfers van afgelopen jaar.
Van de Delftse woningzoekenden, die een woning accepteerden,
slaagde 82% in Delft, 18% vertrok naar
elders. Deze percentages bedroegen vorig jaar 80 en 20. Dit betekent dat
inwoners van Delft zeer trouw zijn aan hun stad. Van de inwoners van Rijswijk,
Voorburg en Pijnacker vertrekken
respectievelijk 61, 54 en 50% van de geslaagde woningzoekenden.
Het blijkt dat inwoners van Delft minder reageren op
vrijkomende woningen in andere regio-gemeenten.
Voor zover woningzoekenden uit Delft vertrekken kiezen ze
vooral voor Pijnacker, Schipluiden en Den Haag (volgens onderzoek door RIGO)
Inkomensgroepen:
In het volgende schema is te zien aan welke inkomensgroepen
de vrijgekomen huurwoningen zijn toegewezen.
Huur: tot kwaliteitsgrens aftoppingsgrens boven aftoppingsgr
totaal
Inkomensgroepen |
|
|
|
|
doelgroep |
35% |
27% |
1% |
63% |
niet-doelgroep |
8% |
15% |
5% |
28% |
onbekend |
4% |
3% |
1% |
9% |
|
48% |
45% |
7% |
100%=2054 |
Van de huurwoningen tot de kwaliteitsgrens wordt 73% aan de
doelgroep toegewezen, van de categorie tot de aftoppingsgrens 60%. Deze
percentages liggen iets lager dan in het jaar 2000.
Boven de aftoppingsgrens wordt nog zeer weinig aan de
doelgroep toegewezen.
Bijzondere groepen:
Van de grote gezinnen (5 personen en meer) kregen er 55 een
huurwoning toegewezen, 3% van het totale aanbod. 5% van de Delftse
woningzoekenden bestaat uit grote
gezinnen.
Bijzondere aandacht vragen gezinnen met 8 personen en meer .
Voor deze groep is weinig geschikte woonruimte beschikbaar. Binnen het bestand
van woningzoekenden betreft dit enkele tientallen gezinnen.
Jongeren t/m 29 jaar (starters en doorstromers) kregen 44%
van de woningen (vorig jaar 38%).
52% van de woningzoekende huishoudens in Delft behoren tot
deze categorie. Ze zijn daarmee iets ondervertegenwoordigd.
Voor doorstromers was de gemiddelde woonduur bij toewijzing
13 jaar (was 11 jaar). Voor starters was de gemiddelde leeftijd bij toewijzing
31 jaar (was 33 jaar)
Het cijfer voor doorstromers wijst op een toenemende krapte
op de woningmarkt. Afnemende leeftijd bij starters is vooral te danken aan
veranderde toewijzingsregels (experiment slaagkans) en is daardoor niet goed
vergelijkbaar met het cijfer van vorig jaar.
In de regio als geheel is de gemiddelde woonduur bij
toewijzing niet verder gestegen.
In het jaar 2001 hebben in totaal 26988 personen gereageerd
op het aanbod van huurwoningen in Delft, 10191 doorstromers en 16794 starters.
Bij een aanbod van 2054 woningen betekent dit een slaagkans
van 8% (doorstromers 9%, starters 7%)
Door een sterke stijging van het aantal reacties en een
vrijwel gelijkblijvend aanbod is de gemiddelde kans dat iemand in het jaar 2001
een woning kon bemachtigen sterk gedaald. In 1999 bedroeg deze nog 13%, in 2000
zelfs 18%.
Verder blijkt dat bij het verkrijgen van een huurwoning
huishoudens die behoren tot de
doelgroep iets beter wordt bediend dan anderen, dat kleinere huishoudens iets
beter bediend worden dan grotere en dat ouderen (65+) aanzienlijk beter worden bediend dan jongeren.
Een slaagkans geeft een gemiddelde weer. Een individueel
huishouden kan zijn kans van slagen slechts inschatten aan de hand van
toewijzingscriteria.
Binnen de regio is in Den Haag de slaagkans hoger dan in
Delft (13%), Zoetermeer is met Delft vergelijkbaar. In de andere gemeenten die
het aanbodmodel hanteren is de slaagkans nog lager.
Weigeringen.
In 2001 werd in Delft ongeveer 2500 maal een woning
geweigerd, vooral om redenen die met de woning verband houden en om
persoonlijke redenen. Ruim 10% van de weigeringen heeft te maken met de buurt
waarin de woning ligt.
Verder vindt ruim 6000 maal een afwijzing door de verhuurder
plaats, in de helft van de gevallen wegens verstrekken van foute gegevens, in
de andere helft van de gevallen wegens niet reageren.
Dit betekent dat iedere woning gemiddeld ruim 4 maal wordt
aangeboden voordat deze wordt verhuurd.
4. Conclusie.
Het meest opvallend in het cijfermateriaal rond de
woonruimteverdeling is de enorme toename van het aantal huishoudens dat een
huurwoning in Delft zoekt en daarmee de afname van de slaagkans voor
woningzoekenden.
Bekend was inmiddels dat ontspanning van de woningmarkt zich
niet in het tempo afspeelt als tot voor kort werd voorspeld. Het tempo van de
woningbouw is lager dan verwacht en daardoor treden ook de
doorstromingseffecten in veel mindere mate op. Ook de prijzen van koopwoningen
zorgen ervoor dat velen aangewezen blijven op een huurwoning: De doorstroming
van huur naar koop stagneert.
Verder is Delft een populaire stad om te wonen en trekt veel
woningzoekenden van buitenaf.
In deze krappe woningmarkt neemt het belang van het beheer
van de woningvoorraad en van de woonruimteverdeling toe. Toenemende schaarste
vraagt eveneens aandacht voor de doorzichtigheid en klantvriendelijkheid van
het systeem.Zowel binnen Delft als regionaal is er alle aanleiding het
verdelingssysteem kritisch te bezien.
Schaarste op de woningmarkt zal verder het vrijmaken van
woningen voor herstructurering bemoeilijken. Herplaatsing van herstructuringskandidaten
binnen de huidige voorraad huurwoningen levert ongewenste effecten op voor de
reguliere woningzoekenden.
Dit alles spreekt niet tegen dat sommige woningtypen
verouderd zijn en op termijn vervangen of aangepast moeten worden. Wat dit
betreft zijn voor de langere termijn de nodige lijnen uitgezet.
Het uitwerken van maatregelen om op korte termijn de
slaagkansen van woningzoekenden te verhogen zal aanvullend wel eens een
belangrijke opgave voor de komende jaren kunnen blijken. De toekomstvisie
sociale woningbouw, die in 2003 zal verschijnen, zal hiervoor een aanzet moeten
leveren.
Theo
Rottier
Vakteam
Wonen.