Subsidieregeling

omtrent het project

 

 

Kinderopvang in de Sport

24 oktober 2002

 

 

In het kader van het project ‘Kinderopvang in de Sport’ zijn op basis van de subsidieverordening maatschappelijke activiteiten, een drietal budgetsubsidies beschikbaar gesteld.

A.      Voor professionele ontwikkeling van de voorbereidende plannen is een bedrag van
€ 2.723,- beschikbaar

B.      Voor verbouwingen en/of aanpassingen aan de accommodatie in verband met veiligheid en hygiëne is een bedrag van € 4.538,- beschikbaar

C.      Als tegemoetkoming in de aanloopverliezen van de kinderopvangondernemer is een bedrag van € 6.807,- beschikbaar.

 

In de loop van het project heeft het verbindingsteam, in de geest van het project, de criteria en procedure rondom de aanvraag en verstrekking van deze subsidies verfijnd. Op basis van de ervaringen die de betrokken partijen aangeven en de problemen waarmee zij in aanraking kwamen is het verbindingsteam tot de volgende procedure gekomen.

 

Partijen worden uitgedaagd tot een samenwerking te komen ter realisatie van een sport buitenschoolse opvang voor kinderen van 8 tot 12 jaar. De benoemde subsidies A en B moeten worden besteed aan de ontwikkeling van de plannen, de aanpassingen aan gebouw, inrichting en buitenruimte.

Dit moet in gezamenlijke overeenstemming en in het kader van gezamenlijk nut gebeuren. Eventuele restanten mogen ook in dit kader (in overeenstemming en gezamenlijk nut) worden besteed aan andere kosten ten bate van het project.

Dit om participanten (vereniging en kinderopvangondernemer) te stimuleren tot een samenwerking in creativiteit, waarbij bijvoorbeeld de inzet van vrijwilligers binnen een sportvereniging ruimte kan bieden tot besparingen op bepaalde activiteiten die in de ontwikkeling en aanpassing verricht moeten worden.

Deze subsidieregeling wil ruimte bieden voor creatieve oplossingen die tot besparingen en beter samenwerking leiden en deze waarderen met een relatieve vrijheid tot het besteden van eventuele restanten.

Een relatieve vrijheid omdat bij  beëindiging  in de ontwikkelingsfase en bij de aanvraag van de aanloopkostensubsidie (C) moet worden aangetoond dat de subsidies A en B volledig ten bate van het project en beide partijen zijn besteed.

 

A.      Als voldaan wordt aan de voorwaarden, zoals omschreven in de subsidieregeling ‘Kinderopvang in de Sport’ zullen participanten aan het project, op basis van een compleet ingevuld aanvraagformulier ‘ontwikkelsubsidie’ (inclusief gevraagde stukken) het volledige bedrag van € 2723,- uitgekeerd krijgen. De subsidie is bestemd voor de ontwikkeling van de plannen, d.w.z. het inhuren van externe deskundigen, onkostenvergoeding enz. De gelden zijn op basis van 50/50% door beide partijen (sportvereniging en kinderopvangondernemer), in overeenstemming, te benutten.
Als het project op basis van deze onderzoekende fase wordt afgelast, zal door beide partijen in een duidelijke, gedetailleerde verklaring worden aangegeven wat de onmogelijkheden tot samenwerking waren, waardoor het project geen doorgang kon vinden en welke aantoonbare kosten er zijn gemaakt.
De steekhoudendheid van deze verklaring ligt ter beoordeling van het verbindingsteam. Zij adviseert het college van burgemeester en wethouders in het te nemen besluit met betrekking tot eventuele terugvordering van de uitgekeerde ontwikkelsubsidie.
Een door beide partijen aangewezen beheerder (de vereniging of de kinderopvang­ondernemer) zal zorgdragen voor de besteding in het kader van het project en voor een eventuele terugbetaling. Eventueel niet bestede subsidie kan bij een succesvol verloop van het traject (dat wil zeggen de opening van een buitenschoolse opvang bij de sportvereniging) besteed worden aan andere kostenposten ten dienste van het project, te denken valt bijvoorbeeld aan sport- en spelmateriaal waar beide partijen van profiteren of kosten zoals beschreven bij B.

B.      Als participanten aan het project voldoen aan de voorwaarden zoals omschreven in de subsidieregeling ‘Kinderopvang in de Sport’ kunnen zij op basis van een volledig ingevuld aanvraagformulier ‘aanpassingssubsidie’ een beroep doen op de subsidie. Deze subsidie is bedoeld voor eventuele aanpassingen of verbouwingen aan het gebouw ten bate van hygiëne en/of veiligheid in het kader van het project Kinderopvang in de Sport.
Een door beide partijen aangewezen beheerder (de vereniging of de kinderopvang­ondernemer) zal zorgdragen voor de besteding in het kader van het project en voor een eventuele terugbetaling.
Op het formulier wordt een (gestreefde) startdatum voor de buitenschoolse opvang vermeld en wordt duidelijk aangegeven wat de geplande aanpassingen zijn.

Eventueel niet bestede subsidie kan in gezamenlijk overleg tussen kinderopvang­ondernemer en sportvereniging op andere manieren worden ingezet ten bate van het project ‘Kinderopvang in de Sport’.
Bij de aanvraag van de derde en laatste subsidie moet door middel van facturen en aankoopnota’s worden aangetoond dat de gelden ook daadwerkelijk ten gunste van het project zijn ingezet door middel van facturen en aankoopnota’s. 
Beoordeling van het rechtmatig gebruik van deze subsidie is aan het verbindingsteam. Deze adviseert het college van burgemeester en wethouders adviseert inzake eventuele terugvordering.

C.      De kinderopvangondernemer kan, door het volledig invullen van het aanvraagformulier, een beroep doen op de ‘aanloopverliezensubsidie’ die bedoeld is om de opstartperiode van de buitenschoolse opvang te ondersteunen.
Echter alleen voor de directe kosten van de exploitatie als het salaris van de leiding, verzorgingskosten, huisvestingskosten en kosten die gemaakt worden ten bate van de activiteiten waar geen inkomsten tegenover staan.

Voorwaarden voor het verlenen van deze subsidie zijn:

1.       er moet een vergunning zijn ter exploitatie van een buitenschoolse opvang op de betreffende locatie;

2.       de ruimte moet geschikt gemaakt zijn en arbeidscontracten met personeel moeten zijn afgesloten;

3.       er moet een specificatie zijn van de bestede subsidies (A&B) t.b.v. de professionele ontwikkeling van de plannen, het geschikt maken van accommodatie en de besteding van eventuele restgelden. In het geval van onrechtmatig gebruik van de aanpassingssubsidie zal het bedrag van de onrechtmatig gebruikte subsidie op de aanloopsubsidie in mindering worden gebracht.

 

Bij stopzetting van het project binnen 12 maanden na de opening van de buitenschoolse opvang, te wijten aan onvoldoende samenwerking tussen sportvereniging(en) en kinderopvangondernemer, dient de verkregen aanloopsubsidie (gedeeltelijk) te worden terugbetaald. Bij stopzetting binnen 12 maanden na opening van de buitenschoolse opvang door andere oorzaken dan hierboven beschreven, zal per geval worden beoordeeld of er van terugvordering sprake zal zijn. De beoordeling van deze terugvordering ligt bij het verbindingsteam die het college van burgemeester en wethouders in deze adviseert.

 

 

"De te betalen BTW over de gesubsidieerde kosten komt alleen voor vergoeding in aanmerking als die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering gebracht kan worden. Deze BTW moet zichtbaar door u in de financiële verantwoording worden opgenomen en voorzover een accountantsverklaring moet worden afgegeven, moet dit expliciet uit de accountantsverklaring blijken."

 

 

 

d.d. 24 oktober 2002

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 1 : voorwaarden vergunning  t.b.v de buitenschoolse opvang in een sportaccommodatie

 


Bijlage 1

 

Voorwaarden voor de vergunning

t.b.v. een buitenschoolse opvang in een sportaccommodatie

 

·         De houder van het kindercentrum c.q. de sportvereniging moet voor de accommodatie van waaruit de activiteiten in dit kader plaatsvinden beschikken over een geldige gebruiksvergunning van de brandweer.

·         De houder van het kindercentrum moet een ontruimingsplan opgesteld hebben en er moet aantoonbaar geoefend zijn met het vluchtplan.

·         Een omheinde buitenruimte is niet noodzakelijk tenzij de GGD anders oordeelt.

·         Een groep bestaat ten hoogste uit 20 kinderen van 8 – 12 jaar.

·         Per groep zijn twee personen aanwezig, ook als deze uit minder dan 20 kinderen bestaat:

o        één functionaris zoals omschreven in artikel 17 lid 1 van de verordening en

o        een begeleider met een sportieve achtergrond.
Deze sportieve begeleider moet een opleiding hebben op MBO-niveau dan wel zich bereid verklaren een aanvullende opleiding tot SPW3 te doen op basis van een EVC-procedure. De begeleider heeft in principe 1 jaar de tijd om zijn/haar aanvullende opleiding te halen; hij/zij kan ingezet worden vanaf het moment van inschrijving van de te volgen opleiding.

Scenario’s in het geval het bovenstaande niet voor de startdatum lukt:

o        Scenario 1. Twee reguliere leidsters: starten mag, de kinderopvangorganisatie krijgt een half jaar de tijd om het alsnog te realiseren volgens de verordening, om dus in ieder geval één leidster te vinden met de vereiste kwalificaties.

o        Scenario 2. Twee reguliere leidsters: gespecialiseerde sportieve ondersteuning wordt dagelijks ‘ingehuurd’ boven op de leiding van de BSO.

o        Scenario 3. Eén reguliere leidster: een tweede persoon wordt in de vorm van een sportinstructeur (met vereiste diploma’s) ingehuurd van bijv. de vereniging. (Trainers in verschillende sporten zouden elkaar kunnen afwisselen.)

 

Voor de overige eisen uit artikel 4 van de Verordening Kinderopvang gemeente Delft (1992) verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling. Deze vrijstelling geldt tot en met

31 december 2003. Afhankelijk van landelijke regelgeving kan de vrijstelling – al dan niet gewijzigd – verlengd worden.

 

De vergunning dient te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure en met het gebruikelijke formulier.

 

 

 

d.d. 15 juli 2002