Aan

College van Burgemeester en wethouders

Van

John van der Bie

Afschrift aan

Vul de namen voor afschrift aan in


Memo

 

Datum

18-02-2003

Opsteller

J.G. van der Bie

Bijlagen

0        

Onderwerp

Verkoop woningen door corporaties, discussienotitie.

 


Aanleiding voor notitie.

In de prestatieafspraken die met de corporaties zijn gemaakt voor de periode tot 2004 is over de verkoop van woningen de volgende afspraak opgenomen:

 

Corporaties en gemeente spreken af dat corporaties woningen mogen verkopen. Verkoop van betaalbare eengezinswoningen*) is mogelijk als dit een volkshuisvestelijk doel dient.

 

*) woningen met een streefhuur tot aan aftoppingsgrens voor huursubsidie voor een 3 of

    meerpersoonshuishouden

 

In de bijlage die deel uitmaakt van de prestatieafspraken zijn op voorstel van de corporaties  de volgende drie volkshuisvestelijke doelen aangegeven:

 

In het bestuurlijk overleg in oktober werd de formulering van de volkshuisvestelijke doelen door het college te mager bevonden. Kort voor de ondertekening begin november is er op aandrang van het college aan de afspraak een laatste zin toegevoegd. Namelijk:

 

Over de definitie van volkshuisvestelijke doelen wordt nog nadere overeenstemming bereikt vóór 1 januari 2004.

 

De definitie van volkshuisvestelijke doelen zou in het eerstvolgende bestuurlijk overleg in 2003 met de corporaties worden geagendeerd.

Doel notitie

Doel van deze notitie te komen tot een standpuntbepaling van het college over de definitie van volkshuisvestelijke doelen in relatie tot de verkoop van woningen voor het bestuurlijk overleg met de corporaties van 2 april as. .

Deze notitie bestaat uit drie onderdelen gevolgd door een conclusie:

  1. Verplichtingen corporaties op grond van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH).
  2. Verkopen periode 2001 t/m 2003.
  3. Volkshuisvestelijke doelstellingen die corporaties willen realiseren, gebaseerd op activiteitenplannen voor 2003.
  4. Conclusie.

 

1. Verplichtingen corporaties op grond van het BBSH.

In dit onderdeel volgt een korte schets van het juridisch kader waarbinnen corporaties werkzaam zijn.

 

Corporaties zijn verzelfstandigde instellingen. Dit wil zeggen vergelijkbaar met private ondernemingen. Kenmerken van het private ondernemerschap zijn: zelf bepalen van de prijs van het product, vrije toegang tot de kapitaalmarkt, zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. De corporatie verschilt hierin dat:

  1. deze een toelating moet hebben verkregen en daarmee is gebonden aan de missie die in het (BBSH) is omschreven
  2. de prijs van het product (huurverhogingen) zich beweegt binnen het maximum dat door de minister jaarlijks wordt vastgesteld
  3. vrije toegang tot de kapitaalmarkt door borging van het WSW (Waarborgfonds voor de corporatiesector)

 

Enkele punten uit het BBSH:

 

Ten aanzien van financieel beleid en beheer:

 

Corporaties zenden jaarlijks voor 1 december een overzicht van de voorgenomen activiteiten in het daarop volgende jaar naar de colleges van B&W waar zij hun woonplaats hebben alsmede aan de colleges van gemeenten waar zij toelating hebben verkregen.

 

 

 

 

2. Verkopen periode 2001 t/m 2003

 

corporatie

Verkopen 2001

Verkopen 2002*)

 

Verkopen 2003*)

DUWO

0

129 **

?

Vidomes

0

1

2

Delftwonen

?

14

12

Vestia

8

18

18

 

 

 

 

Totaal

8

162

32

 

*)  2002 en 2003 zijn geprognostiseerde aantallen gebaseerd op de activiteitenplannen voor

     2002 en 2003.

**) DUWO heeft deze woningen verkocht aan andere corporatie (Bergopwaarts) tegen 100%

     van marktwaarde. Woningen blijven in de huursector in Delft. Opbrengst dient ter  

     financiering van plannen DUWO in TU-wijk.

 

Los van de verkoop van DUWO (is bijzonder geval) is het aantal huurwoningen dat normaal gesproken wordt verkocht zeer beperkt. Bovendien zijn de jaren 2002 en 2003 gebaseerd op prognoses. De genoemde aantallen in de prognoses liggen over het algemeen hoger dan de feitelijke verkopen. De verkoop betreft merendeels eengezinswoningen.

 

3. Volkshuisvestelijke doelstellingen corporaties op basis activiteitenplannen 2003

In de activiteitenplannen geven corporaties hun volkshuisvestelijke doelstellingen weer die zij in 2003 voornemens zijn te doen. In de opsomming die ik hierna doe heb ik mij beperkt tot de activiteiten waaraan een duidelijke investeringsopgave zit. Investeringen in onderhoud en beheer zijn niet meegenomen. Dit behoort tot normale bedrijfsvoering van iedere corporatie.

 

Vestia:

Ceram/Boeroestraat / Genestetstraat / Corn. Trompstraat / Wippolder 2e fase / Borneostraat- Vrijenban (initiatieffase) / Bomenwijk (initiatieffase) / Mattheuskerk (initiatieffase) / Burney Bosschool (initiatieffase).

Vidomes

 

 

 

 

DUWO

Missie: dè studentenhuisvester in de Haagse en Leidse regio.

Delft:

Beheer panden Van Leeuwenhoeksingel en Poptahof

Den Haag:

Leiden:

 

Delftwonen.

 

4. Conclusie.

In het bestuurlijk overleg met de corporaties, november jl., was de inzet van het college om de verkoopopbrengsten rechtstreeks te koppelen aan volkshuisvestelijke doelen om te voorkomen dat deze ‘Delftse’ opbrengsten worden aangewend voor investeringen elders in de regio.

 

De Delftse corporaties (behalve DUWO) hebben in het formuleren van de volkshuisvestelijke doelen impliciet aangegeven dat ook zij die koppeling leggen. Alleen DUWO heeft zich anders opgesteld. Zij wil ruimte om haar missie (studentenhuisvesting), ook te realiseren in Den Haag en in Leiden. Daarnaast heeft DUWO onlangs met de verkoop van 129 woningen aan de corporatie Bergopwaarts in Deurne (opbrengst € 20,4 miljoen) en eerder Delftwonen met een corporatie in Groenlo (€ 6,4 miljoen) bewezen dat het ook andersom kan. Dat corporaties in andere gemeenten investeren in Delft.

 

Als corporaties door “de Minister” een toelating hebben verkregen voor een groter werkgebied, dan geldt hun taakstelling (BBSH) ook voor het gehele gebied. Het Rijk stimuleert corporaties actief om te gaan met hun vermogen om de investeringsopgaven die zij hebben te kunnen financieren. Om die reden is verkoop van woningen als prestatieveld opgenomen. Daarbij wordt geen relatie gelegd dat opbrengsten in gemeente A ook in gemeente A worden geinvesteerd.

 

 

Die relatie zou wel kunnen worden gelegd als corporaties aantoonbaar achterblijven in hun volkshuisvestelijke prestaties binnen een gemeente. Objectief gesproken kan dit niet worden gezegd van de Delftse corporaties. De corporaties (zie activiteitenplannen) presteren in Delft zeer redelijk.

 

Afspraken worden gemaakt door gelijkwaardige partijen. Mijn advies op dit punt is uit te gaan van de afspraak dat in principe Delftse verkoopopbrengsten worden aangewend voor investeringen in Delft. Ik schat in dat Delftwonen, Vestia en Vidomes hiermee akkoord gaan. Uitzondering is DUWO. DUWO wil toekomstige verkoopopbrengsten wel elders investeren. Hiervoor zou kunnen gelden dat zij al een tegenprestatie hebben geleverd omdat zij € 20,4 miljoen van elders heeft binnengehaald die in Delft wordt geinvesteerd.

 

Delft, 18.02.2003

 

J.G. van der Bie

Hoofd vakteam Wonen