Hierbij bied ik u de managementrapportage over het jaar 2002 aan. Overeenkomstig de afspraken in het werkplan 2002 wordt gerapporteerd op de geprioriteerde onderwerpen. Op overige onderwerpen zijn geen grote afwijkingen geconstateerd, zodat deze niet in deze rapportage zijn opgenomen. De bureaudoelstellingen zijn vastgesteld naar aanleiding van een inventarisatie van de problematiek in Delft. In combinatie met de regionale doelstellingen heeft dit geleid tot het werkplan. Vaststelling van het werkplan heeft plaatsgevonden in de lokale driehoek waarbij ook de prioriteiten van gemeente en openbaar ministerie in de besluitvorming zijn betrokken. De ontwikkeling per criminaliteitsgebied wordt hieronder kort uiteengezet.
Een daling van het aantal geregistreerde zaken deed zich voor bij de vermogensdelicten. Hier is een daling te zien van 19%. In het aantal vermogensdelicten zonder geweld is -in 2002 ten opzichte van 2001- met name een daling te zien in het aantal woninginbraken (daling van 14%) en het aantal diefstallen van auto (daling van 33%). Daarentegen is het aantal diefstallen uit auto gestegen met 21% en krijgt momenteel extra aandacht en inzet door de veelplegersaanpak. Het aantal vermogensdelicten met geweld is gehalveerd. Dit effect is met name bereikt door de succesvolle aanpak van straatroven. In het aantal straatroven is sprake van een daling van 54% ten opzichte van 2001. Deze daling is gedeeltelijk te danken aan de inzet van motorrijders en het bikerteam op de jeugdige daders op scooters die grotendeels verantwoordelijk waren voor de straatroven.
In 2002 is gestart met een dadergerichte aanpak van
veelplegers die nu de eerste successen laat zien. Van de 132 in Delft
woonachtige veelplegers (10 antecedenten of meer), is een TOP 10 samengesteld
waarop de politie intensief inzet pleegt. Deze TOP10 is in samenwerking met het
Openbaar Ministerie tot stand gekomen waarbij per veelpleger concrete afspraken
zijn gemaakt. In 2003 zal intensiever
worden samengewerkt met partners zoals reclassering en verslavingszorg. De
inzet van deze partners is cruciaal in een duurzame aanpak van veelplegers. Van alle aan harddrugs verslaafde verdachten
staat 90 % geregistreerd als veelpleger. De veelplegers maken zich voornamelijk
schuldig aan autocriminaliteit, woninginbraken, fietsdiefstal en
winkeldiefstal. Het aantal diefstallen uit auto daalt aantoonbaar wanneer één
of enkele veelplegers vast zitten. Door goed zicht op de veelplegers en hun
werkwijze kan de inzet vanuit de politie tot een snelle aanhouding leiden. Het
aantal auto-inbraken steeg desondanks en ligt in 2002 22% boven het aantal van
2001 (2002: 1217). Deze prioriteit blijft dan ook de nadrukkelijke aandacht
houden.
Het aantal
woninginbraken ligt in 2002 14% onder het niveau van 2001 (2002: 735). In het
begin van het jaar werd, na een sterke stijging van de woninginbraken, een
veelpleger aangehouden, waarna het aantal daalde. Vanuit de politie wordt
daarnaast ook veel geïnvesteerd in de preventieve aanpak van woninginbraken. De
samenwerking met woningcorporaties en de gemeente in het Keurmerk Veilig Wonen
is geïntensiveerd.
Het aantal aangehouden minderjarige verdachten is in 2002 beduidend hoger
dan in 2001. (80%) Door de politie is in 2002 een onderzoek uitgevoerd naar jeugdproblematiek en -ciminaliteit in Delft. Daarbij zijn de groepen, locaties en individuele verdachten in kaart gebracht.
Op basis van dit onderzoek is een expertgroep Jeugd geformeerd waarin de belangrijkste partners zijn vertegenwoordigd,
teneinde de gewenste groepsgewijze aanpak van jeugdproblematiek vorm te geven.
Momenteel wordt in samenwerking met de gemeente en het OM gewerkt aan het concretiseren van het integraal jongerenbeleid op individueel- en op groepsniveau.
Het aantal meldingen van bedreiging is, met name tijdens de
zomermaanden in 2002 fors gestegen, waarbij het totaal aantal mishandelingen
een lichte stijging te zien gaf. Geweldsdelicten blijken voor een deel samen
te hangen met het uitgaansleven. De inzet vanuit de politie wordt daarop
afgestemd, waardoor er meer politietoezicht is tijdens de weekendnachten en de
donderdagnacht.
Het aantal
meldingen van huiselijk geweld betrof ongeveer 30% van het totaal aantal
mishandelingen. Hierop wordt geïnvesteerd door een snellere herkenbaarheid van
deze problemen bij de surveillanten (training), de aanpak van verdachten óók
zonder dat er aangifte is gedaan èn een betere afhandeling i.s.m. partners
(zoals ‘de Waag’).
De aanpak van horecagerelateerde overlast, die nadrukkelijk samen met partners wordt uitgevoerd, werpt zijn vruchten af. In het wekelijkse overleg wordt afgesproken welke maatregelen (bestuurlijk en/of strafrechtelijk) worden genomen op basis van de meldingen en constateringen. De preventieve controles op het gebied van horecabepalingen hadden een merkbaar effect. Het aantal meldingen van overlast is gestabiliseerd. Ook kreeg de handhaving meer samenhang door het ‘Handhavingscenario Horeca Delft’, waarin is vastgelegd welke bestuurlijke sanctie volgt bij overtredingen van verordeningen en voorschriften en bij crimineel of overlastgevend gedrag van personeel of publiek. Op basis hiervan zijn 2 horecagelegenheden bestuurlijk gesloten. Een discotheek aan de Krakeelpolderweg werd (naar aanleiding van een schietparti) eveneens bestuurlijk gesloten.
Vanaf 1999 loopt een intensief rechercheonderzoek dat gestart werd naar aanleiding van het geweld binnen de Delftse horeca, veroorzaakt door een herkenbaar aantal Delftse criminelen. Gedurende het onderzoek bleek dat er sprake was van meerdere criminele netwerken, die onderling zaken met elkaar deden, met name op het gebied van XTC en illegale medicijnen. In de gehele onderzoeksperiode werden 115 verdachten aangehouden (waarvan 53 in 2002). Deze zijn inmiddels (voor het overgrote deel) veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen. Er werden 8 productieplaatsen voor synthetische drugs opgerold en 9 hennepkwekerijen. Ook werden 2 horeca-instellingen gesloten i.v.m. handel in verdovende middelen. Daarnaast zijn grote hoeveelheden XTC-tabletten, illegale geneesmiddelen, grondstoffen, vuurwapens en grote hoeveelheden geld en voertuigen in beslag genomen. De negatieve beïnvloeding van deze criminelen binnen de Delftse horeca behoort inmiddels grotendeels tot het verleden.
Ook op overlast door
verslaafden is extra geïnvesteerd. Zo is er
door intensiever toezicht op de hot-spots, zoals het station en de
gebruikerspanden in de stad, een afname waarneembaar van de drugsgerelateerde
overlast. Daarnaast werd in het laatste kwartaal van 2002 een rechercheteam
geformeerd dat zich richtte op een doelgroep die zich bezighield met de
straathandel in harddrugs. Inmiddels zijn 5 verdachten aangehouden en
voorgeleid aan de Officier van Justitie. Gelet op het grote aantal personen dat
verslaafd is aan drugs en daartoe criminaliteit bedrijft, vraagt dit meer en
gerichte inspanning op het gebied van de hulpverlening.
In bijna 80% van de gevallen waarbij de politie in het kader van noodhulp binnen 10 minuten aanwezig moest zijn (de zogenaamde 1-1-2 meldingen), is deze doelstelling ook daadwerkelijk gehaald in 2002.
Ik hoop u hiermee van de hoofdlijnen van de managementrapportage op de hoogte te hebben gesteld. In het afgelopen jaar is een aantal vorderingen op het gebied van criminaliteitsbestrijding gemaakt. Bijzondere aandacht blijft noodzakelijk voor met name de veelplegers, geweldsdelicten, jeugdproblematiek en diefstal uit auto’s. In het jaarplan voor 2003 heeft dit momenteel dan ook prioriteit gekregen.
De commissaris van politie
Bureauchef Politie Delft
Drs. T.G. van der Plas