Gemeente Delft

 

 

 

Uitwerking rampenplan/crisisplan

 

 

Deelplan
Schaderegistratie en -aanmelding
(proces 23)
 
 
 
 

 

 

 

 

datum vaststelling door B&W :

 

procesverantwoordelijke:

Vakteam Treasury- en Riskmanagement

actualisatie:

jaarlijks in de maand januari en bij tussentijdse mutaties direct

datum laatste actualisatie:

1  april 2003

beheerder/coördinator deelplan:

Coördinator rampenbestrijding R.A. van Woudenberg / M.E.G. de Ruyter (vakteam TRM)

 

Hoofdstuk 1      Algemeen........................................................................................................... 4

1.1. Inleiding................................................................................................................................ 4

1.2. Overzicht processen en procesverantwoordelijken............................................................... 4

1.3. processen in dit specifieke deelplan..................................................................................... 5

1.4. Relatie overige processen..................................................................................................... 5

1.4.1. Intern betrokken vakteams................................................................................................. 5

1.4.2. Mogelijk externe betrokkenen............................................................................................ 5

1.5. Doel en positionering deelplan............................................................................................. 5

1.6. Beleidsuitgangspunten.......................................................................................................... 6

1.7. Prestatienormen Leidraad Operationele Prestaties.............................................................. 6

1.9. Beheer en actualisatie deelplan........................................................................................... 7

1.9.1. Actualiseren van CRAS-medewerkers en alarmeringslijsten.............................................. 8

1.9.2. Actualiseren deelplan CRAS aan externe en interne ontwikkelingen................................ 8

1.9.3. Jaarlijkse bijeenkomst CRAS-medewerkers om kennis bij te houden................................ 8

1.10. Erkenning van aansprakelijkheid en het doen van toezeggingen:...................................... 8

Hoofdstuk 2      Alarmering.......................................................................................................... 9

2.1. Inleiding................................................................................................................................ 9

2.2. Waarschuwing en alarmering tijdens diensttijd.................................................................. 10

2.3. Waarschuwing en alarmering buiten diensttijd................................................................... 10

2.4. Waarschuwing en alarmering bij uitvallen van telefonische verbindingen........................ 10

Hoofdstuk 3      Organisatie....................................................................................................... 11

3.1. Inleiding.............................................................................................................................. 11

3.2. Ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente.......................................................... 11

3.2.1. Gemeentelijke Crisisstaf................................................................................................... 11

3.2.2. Gezamenlijk Actiecentrum............................................................................................... 12

3.2.3. Actiecentra....................................................................................................................... 12

3.2.4. Regionaal Coördinatiecentrum......................................................................................... 12

3.2.5. Overige eenheden (operationele diensten, externen)...................................................... 13

3.2.6. Schematische weergave gemeentelijke organisatiestructuur :........................................ 14

3.3. Grensoverschrijdende ramp of crisis................................................................................... 15

3.3.1. Gemeentelijke organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis................................. 15

3.3.2. Regionale organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis........................................ 15

3.3.3. Schematische weergave regionale organisatiestructuur.................................................. 16

Hoofdstuk 4      Verbindingen/communicatie............................................................................. 17

4.1. Inleiding.............................................................................................................................. 17

4.2. Bereikbaarheid van het Actiecentrum CRAS....................................................................... 17

4.3. Bereikbaarheid van overige organen en instellingen......................................................... 17

4.4. Communicatiemiddelen...................................................................................................... 17

4.5. Communicatieschema......................................................................................................... 17

4.6. Gemeentelijke afspraken met betrekking tot externe en interne communicatie................. 18

4.6.1. Het verstrekken van informatie aan de Gemeentelijke Crisisstaf over het schadebeeld.. 18

4.6.2. Het verstrekken van informatie aan overige belanghebbenden....................................... 18

Hoofdstuk 5      Taken, functies en verantwoordelijkheden....................................................... 19

5.1. Inleiding.............................................................................................................................. 19

5.2. processpecifieke aspecten van het Actiecentrum CRAS...................................................... 19

5.2.1. De doelgroepen van de uitvoering van het proces........................................................... 19

5.2.2. De verantwoordelijkheid van het Actiecentrum CRAS...................................................... 19

5.2.3. De taken van het Actiecentrum......................................................................................... 19

5.2.4. Beheer en bezetting Actiecentrum................................................................................... 19

5.2.4.1. Het opvangen van personeel......................................................................................... 19

5.2.4.2. Het instrueren van personeel......................................................................................... 19

5.2.5. Het inrichten van het Actiecentrum CRAS........................................................................ 20

5.2.6. Uitvoering geven aan de schaderegistratie...................................................................... 20

5.2.6.1. Het bepalen wat moet worden geregistreerd................................................................ 20

5.2.6.2. Het maken van schaderegistratieformulieren en schadeaangifteformulieren............... 20

5.2.6.3. De schaderegistratie door of namens de gemeente...................................................... 20

5.2.6.4. De schadeaangifte door of namens getroffenen van de ramp of een zwaar ongeval.... 21

5.2.6.5. Het verwerken van de schaderegistratieformulieren en schadeaangifteformulieren.... 21

5.3. Informeren van de Gemeentelijke Crisisstaf en andere belanghebbenden........................ 22

5.3.1. Het intern en extern bekend maken van het bestaan en de locatie van het Actiecentrum 22

5.3.2. Het verstrekken van informatie aan de Gemeentelijke Crisisstaf over het schadebeeld.. 22

5.3.3. Het verstrekken van informatie aan overige belanghebbenden....................................... 23

5.4. Vormen van schade............................................................................................................. 23

5.5. Soorten schaden................................................................................................................. 24

5.6. Het uitvoering geven aan de financiële hulpverlening na besluit GCS............................... 24

5.7. Het verlenen van nazorg..................................................................................................... 25

5.8. Het beëindigen van de werkzaamheden van het Actiecentrum.......................................... 25

Hoofdstuk 6          Beschikbare middelen................................................................................... 26

6.1. Inleiding.............................................................................................................................. 26

6.2. Overzicht beschikbaarheid personeel................................................................................. 26

6.2.1. Intern................................................................................................................................ 26

6.2.2. Externe partijen : Schadeafwikkeling bij rampen/zware ongevallen............................... 26

6.2.2.1. Wet Tegemoetkoming Schades (WTS)........................................................................... 26

6.2.2.2. Verbond van Verzekeraars............................................................................................ 27

6.2.2.3. Stichting Salvage........................................................................................................... 27

6.2.2.4. Bureau Coördinatie Expertise-organisaties (BCE).......................................................... 28

6.3. Overzicht beschikbaarheid materiaal en materieel............................................................ 28

6.3.1. Intern................................................................................................................................ 28

6.3.2. Waakvlamovereenkomsten.............................................................................................. 29

6.3.3. Logistieke voorzieningen................................................................................................. 29

6.4. Locatie................................................................................................................................ 29

Bijlagen..................................................................................................................................... 30


Hoofdstuk 1                 Algemeen

 

1.1. Inleiding

Het rampenplan van de gemeente Delft bevat de hoofdlijnen van de gemeentelijke rampenbestrijdings-organisatie. Alle mogelijk uit te voeren activiteiten zijn gegroepeerd in processen. Er is vastgesteld welke sector, vakteam of hulpverleningsorganisatie verantwoordelijk is voor de voorbereiding en uitvoering van een proces ( procesverantwoordelijke).

 

Centraal Registratie- en Aanmeldpunt voor Schade (CRAS) is de uitwerking van het proces (23) binnen het gemeentelijk rampenplan van de gemeente Delft. Het vakteam Treasury- en Riskmanagement van de gemeente Delft is aangewezen als procesverantwoordelijke voor het proces CRAS. Dit deelplan bevat alle voorbereidingen ten aanzien van de registratie van schade en indien nodig de afhandeling hiervan in geval van een ramp of een calamiteit. Het Actiecentrum CRAS is een zelfstandige eenheid dat operationeel wordt in geval van een ramp of een zwaar ongeval.

 

Het plan is onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:

1.   Algemeen

2.   Alarmering

3.   Organisatie

4.   Verbindingen/Communicatie

5.   Taken, functies en verantwoordelijkheden

6.   Beschikbare middelen

 

1.2. Overzicht processen en procesverantwoordelijken

Hieronder is een overzicht opgenomen betreffende processen die aan de orde zijn in het kader van het bestrijden van rampen en zware ongevallen. Landelijk worden, onder meer in instrumenten als de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele Prestaties, vijfentwintig processen onderscheiden. Voor deze processen is een beperkt aantal disciplines (gemeentelijk en operationeel) proces-verantwoordelijk. De procesverantwoordelijke discipline draagt ervoor zorg dat het proces, al dan niet met inschakeling van andere organisaties, externen en/of de resterende disciplines, adequaat wordt uitgevoerd. De procesindeling suggereert derhalve geen exclusiviteit in de zin van proceseigenaar, zonder enige inmenging van elders, maar bedoelt de ‘eerst-aanspreekbare’ in beeld te brengen. De in de regio Haaglanden gevolgde procesindeling spoort voor het overgrote deel met de landelijke systematiek. Op onderdelen heeft een kleine herschikking plaatsgevonden. De in deze regio vastgestelde rampenplannen en rampenbestrijdingsplannen zijn de op onderstaande procesindeling gebaseerd.

 

 

 


Nr.

proces conform systematiek Leidraad Operationele Prestaties

procesverantwoordelijk

1

Alarmering bestuur en uitvoerenden

Ambtenaar rampenbestrijding

CLUSTER BRON- EN EFFECTBESTRIJDING

2

Bestrijden brand en emissie gevaarlijke stof

Brandweer

3

Redden en technische hulpverlening

 

4

Waarnemen en meten

 

5

Waarschuwen bevolking

 

6

Toegankelijk en begaanbaar maken

 

7

Besmettingscontrole en organisatie ontsmetten van voertuigen

 

CLUSTER GENEESKUNDIGE HULPVERLENING

8

Spoedeisende medische hulpverlening (SMH)

GHOR

9

Openbare gezondheidsbescherming (OGB)

 

10

Psychosociale hulpverlening (PSH)

 

CLUSTER RECHTSORDE EN VERKEER

11

Handhaven openbare orde

Politie

12

Afzetten en afschermen

 

13

Verkeer regelen

 

14

Gidsen

 

15

Ontruimen en evacueren

 

16

Identificeren van overledenen

 

17

Strafrechtelijk onderzoek

 

CLUSTER BEVOLKINGSZORG

18

Voorlichting

Communicatie

19

Opvang en verzorging

Werk Inkomen & Zorg (WIZ)

20

Primaire levensbehoeften

WIZ

21

Registratie van slachtoffers

Burgerzaken

22

Milieuzorg

Milieu / Milieuzorg

23

Schaderegistratie- en aanmelding

Centrale Staf/TRM

24

Uitvaartverzorging

WIZ

25

Nazorg (IAC)

Gemeente

 

 

 

1.3. processen in dit specifieke deelplan

Dit deelplan werkt het algemene proces ‘Centraal Registratie- en aanmeldpunt voor Schade’ uit (deelplannummer 23 van het overzicht processen en procesverantwoordelijken, vallend onder het Cluster ‘Bevolkingszorg’).

 

1.4. Relatie overige processen

 

1.4.1. Intern betrokken vakteams

Aan het ten uitvoer brengen van dit procesplan werken de volgende cluster/vakteams mee:

1. Gemeentelijke Crisisstaf

2. vakteam Treasury- en Riskmanagement (Actiecentrum CRAS)

3. Bureau Management Ondersteuning

4. Bouw- en woningtoezicht

5. Burgerzaken: proces 21 (Registratie van Slachtoffers)

      proces 21 : registratie slachtoffers

      procesverantwoordelijke :     Burgerzaken

      Taak CRAS : voorzien van schade-aangifteformulieren

6. WIZ: proces 23 (primaire levensbehoeften)

      proces 20 : primaire levensbehoeften

      procesverantwoordelijke :     WIZ

      Taak CRAS : aantrekken van contant geld ten behoeve van slachtoffers

7. Communicatie: proces 18 (Voorlichting)

      proces 18 : voorlichting

      procesverantwoordelijke :     Communicatie

      Taak CRAS :  informatie verstrekken aangaande de hoeveelheid gemelde schades

 

1.4.2. Mogelijk externe betrokkenen

Daarnaast kan een beroep worden gedaan op bijvoorbeeld:

1. Bureau Coördinatie Expertise-organisaties (BCE)

2. Verbond van Verzekeraars (VvV)

3. Stichting Salvage

 

1.5. Doel en positionering deelplan

Indien het Actiecentrum CRAS wordt opgericht is er sprake van een ramp of een zwaar ongeval waarbij vele mensen gedupeerd zijn en/of zaken beschadigd zijn. Om een doelmatige registratie en informatie tijdens de rampbestrijding mogelijk te maken moet al in een zeer vroeg stadium begonnen worden met het vastleggen van schadegegevens in geschrift en beeld. De materiele schade die een ramp kan veroorzaken moet in een zo vroeg mogelijk stadium worden geregistreerd in verband met mogelijk misbruik van de situatie om (onrechtmatig) schadevergoeding te eisen. De Wet rampen en zware ongevallen (WRZO) verlangt daarom dat een gemeentelijk rampenplan “regels over de vastlegging van gegevens met betrekking tot veroorzaakte schade” moet bevatten.

 

Het deelplan CRAS heeft de volgende doelstellingen/functies:

·         inventariseren van (aard en omvang van de) schade welke direct of indirect door de calamiteit is veroorzaakt;

·         verkrijgen van betrouwbare registratie en afhandeling;

·         vaststellen van eventuele aansprakelijkheid;

·         bieden van financiële hulpverlening indien nodig.

 

1.6. Beleidsuitgangspunten

De burgemeester neemt in overleg met de Gemeentelijke Crisisstaf het besluit tot het instellen van het Actiecentrum CRAS. Voorts wordt verwezen naar de in paragraaf 4.6. opgenomen uitgangspunten.

Het Actiecentrum CRAS dient binnen 2 uur na het instellingsbesluit bemenst en operationeel te zijn.

Bij een dreigende crisis die nog niet leidt tot een besluit tot instelling van het Actiecentrum CRAS, zal de ambtenaar rampenbestrijding een voorwaarschuwing doen uitgaan naar het hoofd CRAS. Hierbij hoeft nog geen Actiecentrum CRAS te worden ingericht. De medewerkers dienen zich wel beschikbaar te houden.

 

1.7. Prestatienormen Leidraad Operationele Prestaties

Het landelijk instrumentarium, de Leidraad Operationele Prestaties (LOP) geeft globale indicaties van de hoeveelheid hulpverleners en eenheden die nodig zou zijn om bij rampen hulp aan de regio’s te kunnen verlenen op een niveau dat overeenkomt met de huidige standaard van zorg bij individuele ongevallen. De LOP is bedoeld voor de in regionaal verband optredende hulpdiensten en de daarin samenwerkende gemeenten.

De behandeling van het CRAS binnen de LOP is toegespitst op de aantallen gedupeerden die in de Leidraad Maatramp zijn aangegeven.

De Leidraad Maatramp geeft als grootste regionale preparatietaak voor de regio Haaglanden:15.000 gedupeerde personen ( bij het maximale maatscenario van Overstromingen). Ook de ramptypen Extreem weer en Uitval nutsvoorzieningen kunnen leiden tot een grote hulpvraag in het kader van het proces schaderegistratie.

 

Operationele prestaties

In dit kader zijn potentieel de volgende activiteiten aan de orde:

Actie 1:  Besluit tot instellen van een Actiecentrum CRAS;

Actie 2:  Openen van een meldpunt voor registratie van gedupeerden en het informeren van

              gedupeerden die zich melden;

Actie 3:  Waar relevant: Provisorisch vastleggen van het materiële schadebeeld;

Actie 4:  Coördineren van activiteiten (van derden) ter zake van schadeopname;

Actie 5:  Coördineren van provisorisch herstel waardoor meer schade en ongemak te voorkomen is

(bijvoorbeeld ruiten en daken te dichten). Het ligt voor de hand de daartoe benodigde informatie (vraag en aanbod) in een CRAS af te stemmen.

 

De voorgestelde operationele prestaties zijn vermeld in tabel 1 en 2

 

Actie

Doelstelling qua tijd (in het algemeen: z.s.m.)

1. Instellingsbesluit CRAS

Bij instelling van een Gemeentelijke Crisisstaf

2. meld-/ infopunt operationeel

Start registratie: z.s.m

3. Provisorisch schadebeeld vastleggen

Waar mogelijk / toepasselijk (geen tijdsindicatie)

4. Coördinatie van schadeopname

Start binnen circa 2 uur na instelling CRAS

5. Coördinatie van provisorisch herstel

Start binnen circa 2 uur na instelling CRAS

Tabel 1 : Aanbevolen indicatieve responstijden voor onderdelen van het operationele proces CRAS (overgenomen uit de LOP)

 

 

Hulpvraag

Prestatiekental

Aantal functionarissen op het aantal gedupeerden

1:300 tot 3000 plus daarna 1:1000

(echter minimaal 4)

Tabel 2 : Operationele kentallen (overgenomen uit de LOP)

 

 

Wat betekent dit voor het Actiecentrum CRAS?

 

Het Actiecentrum CRAS dient binnen 2 uur na het instellingsbesluit bemenst en operationeel te zijn.

Voor het benodigde aantal medewerkers ten behoeve van de schaderegistratie en opname gelden de volgende normen (Leidraad Operationele Prestaties):

1 medewerker               per 300 – 3000 schadegevallen

1 medewerker               voor alle 1000 schadegevallen hierboven.

Vanwege aflossing zijn twee maal zoveel medewerkers benodigd om te kunnen voldoen aan  deze norm. Er geldt in alle gevallen een minimum van 4 CRAS-medewerkers.

 

1.8. Relatie met reguliere werkzaamheden

Indien zich een ramp heeft voltrokken, heeft het de hoogste prioriteit het Actiecentrum CRAS operationeel te maken. Dit betekent dat alle reguliere werkzaamheden op dat moment komen te vervallen en dat volledig geconcentreerd wordt op de werkzaamheden voortkomend uit CRAS. De omvang van een ramp of crisis kan variëren, evenals de duur van een incident.

 

Nadat het Actiecentrum CRAS operationeel is en zonder problemen opereert, stelt het Hoofd Actiecentrum een advies op aan de GCS betreffende de uitoefening van de reguliere werkzaamheden. Het onderbouwde advies kent drie varianten:

a. volledig stopzetten reguliere dienstverlening;

b. volledig continueren van de reguliere dienstverlening;

c. gedeeltelijk continueren van de dienstverlening

Indien het advies luidt het gedeeltelijk continueren van de dienstverlening wordt hierbij aangegeven welke producten wel en welke producten niet geleverd worden. Hierbij wordt eveneens aangegeven per wanneer de dienstverlening (gedeeltelijk) weer aanvangt. Prioriteit wordt gegeven aan de taken waartoe de gemeente wettelijk verplicht is. Terugkeer naar normale situatie vindt zo spoedig mogelijk plaats.

 

1.9. Beheer en actualisatie deelplan

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de verspreiding van dit deelplan, dan wel gedeelten daarvan aan functionarissen, andere overheden en instanties die bij de rampenbestrijding betrokken worden. Eveneens draagt het college van burgemeester en wethouders zorg voor de verspreiding van de wijzigingen en aanvullingen van dit deelplan.

Het voorliggende deelplan CRAS met bijbehorende bijlagen wordt jaarlijks in de maand januari, gecontroleerd en aangepast aan de meest actuele stand van zaken.

Indien daartoe aanleiding is wordt het deelplan tussentijds aangepast. Alvorens hiertoe over te gaan wordt overleg gepleegd met de ambtenaar rampenbestrijding. In de bijlage documentbeheer is naast de datum van vaststelling een verzendlijst opgenomen.Tevens staat vermeld welke versie actueel is. Eveneens dient op het voorblad van het voorliggende deelplan CRAS te worden opgenomen op welke datum dit deelplan voor het laatst is geactualiseerd.De geactualiseerde versie dient vervolgens zo spoedig mogelijk te worden vermenigvuldigd en beschikbaar te worden gesteld aan alle bij de rampenbestrijdingsorganisatie betrokken partijen.

 

Onder het beheer van het deelplan wordt mede begrepen het regelmatig deelnemen aan oefeningen, themagebonden seminars en dergelijke en het ter kennis brengen van de inhoud van dit deelplan aan nieuwe medewerkers. Voor zover dit noodzakelijk wordt geacht, worden medewerkers in de gelegenheid gesteld om cursussen te volgen op het gebied van het taakveld van het onderhavige deelplan.

 

1.9.1. Actualiseren van CRAS-medewerkers en alarmeringslijsten

Jaarlijks zal het hoofd van het Actiecentrum CRAS de CRAS-medewerkers alsmede de alarmeringslijsten actualiseren. Zowel de CRAS-medewerkers als de ambtenaar rampenbestrijding zullen hiervan een overzicht ontvangen.

 

1.9.2. Actualiseren deelplan CRAS aan externe en interne ontwikkelingen

Jaarlijks zal het deelplan CRAS worden bijgewerkt naar aanleiding van interne (o.a. reorganisatie e.d.) en externe (landelijke) ontwikkelingen.

 

1.9.3. Jaarlijkse bijeenkomst CRAS-medewerkers om kennis bij te houden

Tijdens een jaarlijks terugkerende bijeenkomst worden alle CRAS-medewerkers geďnformeerd over de inhoud van het deelplan CRAS, de bijbehorende taken alsmede actuele ontwikkelingen. Door deze bijeenkomsten worden de medewerkers betrokken bij het deelplan CRAS en blijven zij op de hoogte van de inhoud.

 

1.10. Erkenning van aansprakelijkheid en het doen van toezeggingen:

         het zich onthouden van uitspraken is ieders verantwoordelijkheid!

De gemeente erkent geen enkele aansprakelijkheid of gehoudenheid tot het betalen van schadevergoeding door de verlening van haar medewerking bij de registratie ingevolge de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO). Dit wordt expliciet vermeld op alle schadeaangifteformulieren en de toelichting hierop.

 

Het Actiecentrum CRAS treedt niet op als schadetaxateur. Burgers kunnen evenmin rechten ontlenen aan de registratie door het Actiecentrum CRAS met betrekking tot eventuele vergoeding en/of van de hoogte van een uit te keren vergoeding.

 

De burgemeester en de andere leden van de Gemeentelijke Crisisstaf zullen zich onthouden van het doen van mondelinge of schriftelijke toezeggingen inzake de vergoeding van de schade of aansprakelijkheid van de gemeente Delft voor de aangerichte schade. Ook de CRAS-medewerkers en de overige medewerkers van de gemeente Delft dienen zich te onthouden van dergelijke uitspraken. Het is van groot belang dat een ieder beseft dat elke toezegging, hoe gering of  hoe onschuldig of hoe goed bedoeld ook, kan leiden tot verplichtingen waarop de gemeente tot nakoming kan worden aangesproken. Ingeval van niet verzekerde en niet vergoedbare schade bestaat immers de kans dat benadeelden zich tot de overheid wenden en alles aangrijpen om schadevergoeding te verkrijgen.

 


Hoofdstuk 2                 Alarmering

 

2.1. Inleiding

De burgemeester neemt in overleg met de Gemeentelijke Crisisstaf het besluit tot het instellen van het Actiecentrum CRAS. Hiertoe laat de burgemeester de centrale meldkamer (Regionale Alarm Centrale) van de brandweer de ambtenaar rampenbestrijding (ARB) alarmeren.

 

Alarmeringsschema

Commandant

 

 

Brandweer

 

 

 

 

 

Bureauchef

Politie

 

1)

burgemeester

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regionaal Genees-

kundig Commandant

 

 

2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ambtenaar rampenbestrijding

 

 

 

 

 

 

 

3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeente

Secretaris

na overleg bgm :

hoofden Actiecentra

na overleg bgm :

derden,

des-kundigen

voorlichter

 

hoofd verbindings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum

hoofd ondersteunings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum

 

 

  

3)

   

 

 3)

 

 

3)

 

3)

 

 

3)

cluster-

directeur

&

wet-houders

 

hoofden vakteams die niet in Gemeentelijke Crisisstaf zitting hebben

 

voorlichters

 

leden verbindingsgroep

 

leden onder-steuningsgroep

BHV en bodes

beveiliging

 

 

 

3)

 

 

 

medewerkers gemeentelijk actiecentra o.a. CRAS

 

 

 

3)

 

 

 

medewerkers CRAS en overige gemeentelijke eenheden

 

 

1) Advies over de uitgifte voorwaarschuwing of alarmering

2) Opdracht geven van voorwaarschuwing of alarmering 

3) Alarmering of voorwaarschuwing

2.2. Waarschuwing en alarmering tijdens diensttijd

In bijlage III is een alarmeringslijst opgenomen. Afhankelijk van de omvang van de ramp zal het gehele team dan wel een gedeelte daarvan worden opgeroepen. Het hoofd van het vakteam Treasury- en Riskmanagement roept de benodigde personeelsleden op.

De leden van het Actiecentrum CRAS melden zich op de Torenhove aan de Martinus Nijhofflaan 2, kamer 5.02. Indien deze locatie onbereikbaar is, zal men zich melden aan de Staalweg. De leden van het Actiecentrum zorgen direct voor inrichting van het Actiecentrum en wachten de opdrachten af van het vakteamhoofd.

 

2.3. Waarschuwing en alarmering buiten diensttijd

In bijlage III is een alarmeringslijst opgenomen. Afhankelijk van de omvang van de ramp zal het gehele team dan wel een gedeelte daarvan worden opgeroepen. Het hoofd van het vakteam Treasury- en Riskmanagement roept de benodigde personeelsleden op.

 

2.4. Waarschuwing en alarmering bij uitvallen van telefonische verbindingen

In bijlage III is een alarmeringslijst opgenomen. Afhankelijk van de omvang van de ramp zal het gehele team dan wel een gedeelte daarvan worden opgeroepen. Het hoofd van het vakteam Treasury- en Riskmanagement roept de benodigde personeelsleden op.

 

Bij het zich voordoen van een calamiteit waarbij telefoonverbindingen gedeeltelijk of geheel uitvallen, vindt alarmering plaats door middel van :

 

·         oproepen via Radio West

·         oproepen via lokale radio (Gemeente Delft)

·         teletekst

·         door de inzet van bodes/ordonnansen

 

 



Hoofdstuk 3                 Organisatie

 

3.1. Inleiding

Tijdens een ramp of crisis wordt een alternatieve organisatie opgezet waarmee zo effectief mogelijk de ramp of crisis bestreden kan worden. Er wordt hierbij zoveel mogelijk aangesloten bij reguliere structuren, maar de bijzondere omstandigheden tijdens een ramp maken dat de organisatie speciaal moet worden ingericht om optimaal in te kunnen spelen op de omstandigheden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de organisatie bij een ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente en de organisatie bij een grensoverstijgende ramp of crisis.

 

3.2. Ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente

De burgemeester is verantwoordelijk voor de bestrijding van de ramp of crisis, hij heeft het opperbevel. Bij hem ligt dan ook de verantwoordelijkheid voor de CRAS-taken tijdens een ramp. De rampenorganisatie is erop gericht om het opperbevel van de burgemeester gestalte te geven.

 

3.2.1. Gemeentelijke Crisisstaf

Op het moment dat zich binnen de gemeente Delft een incident voordoet dat in omvang of complexiteit uitstijgt boven de “normale” dagelijkse incidenten, kan de burgemeester, na overleg met of op advies van de commandant van de brandweer, de Regionaal Geneeskundig Commandant, de bureauchef van politie, of de ambtenaar rampenbestrijding, besluiten de Gemeentelijke Crisisstaf (GCS) geheel of gedeeltelijk bijeen te roepen.

 

De Gemeentelijke Crisisstaf (GCS) heeft tot taak de burgemeester bij het door hem te voeren strategisch beleid bij te staan en is multidisciplinair samengesteld. Indien de burgemeester gebruik maakt van de bevoegdheden van de Wet rampen en zware ongevallen, dan is de crisisstaf de gemeentelijke rampenstaf in de zin van artikel 11, eerste lid van die wet.

 

Samenstelling

 

·         Burgemeester (voorzitter)

·         Gemeentesecretaris (namens de gemeentelijke directies)

·         Brandweercommandant

·         Regionaal Geneeskundig Commandant

·         Bureauchef Gemeente Delft Politie Haaglanden

·         Hoofd vakteam Communicatie gemeente Delft

·         Ambtenaar rampenbestrijding

 

De samenstelling kan wisselen naar aard van het incident. Zo kan het noodzakelijk blijken dat vertegenwoordigers van nutsbedrijven of Hoogheemraadschap van Delfland zitting nemen in de crisisstaf. Daarnaast kan het zijn dat een incident het noodzakelijk maakt de crisisstaf uit te breiden met een officier van justitie, maar ook de directie of een medewerker van een getroffen bedrijf. Dit alles ter beoordeling van de burgemeester.

Voorts kan besloten worden de omvang van de crisisstaf te beperken indien geen noodzaak tot deelname is van enkele functionarissen. De crisisstaf wordt indien noodzakelijk ondersteund door een telefoniste, een plotter en een verslaglegger.

 

De operationele vertegenwoordigers zorgen zelf voor hun vervanging. In de crisisstaf worden afspraken gemaakt over vergaderritmiek, verslaglegging, vergaderdiscipline en aflossing.

 

Locatie

 

De Gemeentelijke Crisisstaf is ondergebracht in de ruimte aan de Westvest 41 in de gemeente Delft. Een alternatieve locatie voor de Gemeentelijke Crisisstaf is het Stadhuis aan de Markt 87 te Delft.

 

 

 

3.2.2. Gezamenlijk Actiecentrum

Het Gezamenlijk Actiecentrum vormt de verbindingsschakel tussen de Gemeentelijke Crisisstaf en de uitvoerende onderdelen van de rampenbestrijdingsorganisatie (operationele diensten en de verschillende actiecentra). De opdrachten van de crisisstaf worden via de vertegenwoordigers in het Gezamenlijk Actiecentrum doorgegeven naar de verantwoordelijke uitvoerders. Tevens lopen berichten omtrent realisatie van de opdrachten via het Gezamenlijk Actiecentrum naar de crisisstaf. Indien noodzakelijk vind in het Gezamenlijk Actiecentrum de afstemming van de opdrachten tussen de verschillende actiecentra plaats.

 

Het Gezamenlijk Actiecentrum wordt niet bij elke ramp of crisis ingericht. De crisisstaf besluit – afhankelijk van de noodzaak van afstemming en de omvang van de ramp – tot het al dan niet inrichten van het Gezamenlijk Actiecentrum.

 

Samenstelling

·         WIZ :Theo den Hertog (met het oog op de processen opvang, verzorging primaire levensbehoeften en uitvaartverzorging)

·         Burgerzaken: Niels Vloemans  ( met het oog op het proces registreren van slachtoffers)

·         Communicatie: Carola de Vree (met het oog op het proces Voorlichting)

·         Centrale Staf/vakteam TRM: Bert den Uijl (met het oog op de processen schaderegistratie en afhandeling schades)

·         Stadsbeheer : Kees Kruijff (met het oog op het deelplan Beheer Openbare ruimten bij rampen en zware ongevallen)

·         Vertegenwoordiger politie

·         Vertegenwoordiger brandweer

·         Vertegenwoordiger GHOR

 

3.2.3. Actiecentra

De gemeente is zoals gesteld verantwoordelijk voor een aantal processen in het kader van de rampenbestrijding. De uitvoering bij een ramp of ongeval in het kader van deze processen vindt plaats in actiecentra. In de actiecentra Voorlichting, Opvangen, CRIB en CRAS vindt de uitvoering plaats van de opdrachten die (eventueel via het Gezamenlijk Actiecentrum) worden gegeven. In het kader van het onderhavige deelplan is dus sprake van het Actiecentrum CRAS.

 

Het Actiecentrum CRAS coördineert alle inspanningen gericht op het goede verloop van de

inventarisatie en registratie van de schade tijdens een ramp of crisis. De besluiten van de crisisstaf worden uitgevoerd en er wordt tijdig teruggerapporteerd aan de crisisstaf over het adequate verloop van de inventarisatie en registratie van de schade. Indien zich knelpunten voordoen bij genoemde taken wordt dit – via het Gezamenlijk Actiecentrum – begeleid van advies gemeld bij de Gemeentelijke Crisisstaf.

 

Samenstelling

Het Actiecentrum CRAS bestaat uit de volgende functionarissen:

-          het vakteamhoofd gezeten in het Gezamenlijk Actiecentrum : Bert den Uijl

-          het hoofd Actiecentrum CRAS : Mariëlle de Ruyter

-          het plaatsvervangend hoofd : José Bentvelzen

-          algemene medewerkers Actiecentrum CRAS : Daphne Aukema, Tineke Bal, Marie Jose Boeters, Marga Sierkstra, Maarten Ram

 

Locatie

Het Actiecentrum CRAS bevindt zich in de Torenhove aan de Martinus Nijhofflaan 2 te Delft, kamer 5.01/5.02.

 

3.2.4. Regionaal Coördinatiecentrum

Indien er sprake is van gecoördineerde inzet van hulpdiensten, zal binnen de operationele kolom op tactisch niveau een Regionaal Coördinatiecentrum (RCC) worden ingericht. Hier vindt de coördinatie plaats van de inzet van de brandweer, de politie en de GHOR. Feitelijk is dit een gemeenschappelijk actiecentrum van de hulpdiensten. De burgemeester heeft het opperbevel over het regionaal coördinatiecentrum.

 

3.2.5. Overige eenheden (operationele diensten, externen)

Het Gezamenlijk Actiecentrum en de Gemeentelijke Crisisstaf worden ondersteund door een verbindingscentrum. Hier kunnen alle berichten voor de crisisstaf of het Gezamenlijk Actiecentrum direct naar toe worden gemaild, gefaxt of doorgebeld.

 

De coördinatie van de hulpverlening door de politie, brandweer en GHOR op de plaats van het incident gebeurt in het CTPI (Coördinatie Team Plaats Incident), dit hangt hiërarchisch onder het RCC. 

 

Indien de omvang van een ramp of incident de capaciteit van de gemeente overstijgt, bestaan diverse mogelijkheden om bijstand aan te vragen. Dit kan bijvoorbeeld regionaal plaatsvinden op basis van de op 30 maart 1999 tussen de regiogemeenten bekrachtigde bijstandsregeling “Besluit inzake Intergemeentelijke Samenwerking Rampenbestrijding in de Regio Haaglanden” (zie bijlage 3 van het rampenplan) of op basis van bijstandsverzoeken van de burgemeester aan de Commissaris van de Koningin. Het is echter zaak dat vanuit het Actiecentrum CRAS het tekort aan capaciteit tijdig wordt gesignaleerd naar de crisisstaf, zodat direct maatregelen getroffen kunnen worden.

 


3.2.6. Schematische weergave gemeentelijke organisatiestructuur :

bij ramp of zwaar ongeval in één gemeente

 

Formele bestuurlijke relaties

 

Feitelijke relaties tussen staven en teams

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



3.3. Grensoverschrijdende ramp of crisis

Een ramp of crisis kan zich beperken tot het grondgebied van een gemeente, maar kan zich ook gemakkelijk uitspreiden over een aantal gemeenten. Als er sprake is van een grensoverstijgende ramp of crisis, bestaat de behoefte om de hulpverlening en de bestrijding van de ramp of crisis tussen de gemeenten af te stemmen. Het Algemeen Bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden heeft de “Regeling bestuurlijke coördinatie bij gemeenteoverschrijdende crisisomstandigheden binnen de regio Haaglanden” vastgesteld. Deze regeling regelt de coördinatie van de rampenbestrijding bij grensoverstijgende rampen en voorziet onder andere in een coördinerend burgemeester. (zie bijlage X bij het gemeentelijk rampenplan). De coördinerend burgemeester wordt ondersteund door een Regionaal Beleidsteam.

 

3.3.1. Gemeentelijke organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis

De gemeentelijke organisatie bij een grensoverstijgende ramp of crisis is in grote lijnen hetzelfde als bij een lokale ramp. Zeker met het oog op de verantwoordelijkheid voor CRAS, zal in de gemeentelijke organisatie weinig veranderen. De burgemeester blijft het opperbevel houden over de rampenbestrijding. Zie voor een schematisch overzicht paragraaf 3.3.3.

 

3.3.2. Regionale organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis

Bij een ramp of crisis die de grenzen van meerdere gemeenten overstijgt is het belangrijk dat de rampenbestrijding gecoördineerd plaatsvindt. De behoefte bestaat de rampenbestrijding door de betrokken gemeenten en de hulpverleningsdiensten op elkaar af te stemmen. Hiertoe is een regionale organisatie opgezet die erop gericht is deze coördinatie in de hand te werken.

 

Een Regionaal Beleidsteam (RBT) wordt operationeel wanneer er behoefte bestaat aan afstemming en coördinatie tussen gemeenten. Dit RBT staat onder leiding van een coördinerend burgemeester (1e de burgemeester van de gemeente Den Haag, 2e de burgemeester van de gemeente Zoetermeer en als 3e de burgemeester van de gemeente Delft, of één van de overige leden van het Dagelijks Bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden).

 

De lokale rampenbestrijdingsorganisatie blijft dus in stand, maar waar het gaat om de regionale afstemming en coördinatie heeft het RBT een rol.

 

 


 

3.3.3. Schematische weergave regionale organisatiestructuur

bij ramp of zwaar ongeval in meer dan één gemeente

 

Formele bestuurlijke relaties

 

Feitelijke relaties tussen staven en teams

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 


Hoofdstuk 4                 Verbindingen/communicatie

 

4.1. Inleiding

Helderheid in communicatie is van essentieel belang in de rampenbestrijding. De communicatie in de rampenbestrijding volgt sterk de organisatorische hiërarchie van de gemeentelijke organisatie.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de communicatiediscipline en bereikbaarheid.

 

4.2. Bereikbaarheid van het Actiecentrum CRAS

Via de schadeaangifteformulieren en het vakteam Communicatie zal een informatienummer vrijgegeven worden voor mensen die direct in (im)materiele zin getroffen zijn. Deze personen kunnen informatie opvragen over hun schade of telefonisch hulp vragen bij het invullen van de formulieren. Het informatienummer wordt opengesteld op het moment dat de noodzaak onderkend wordt. Het kan zijn dat volstaan wordt met het openstellen van een van de reguliere telefoonnummers van de medewerkers van vakteam Treasury- en Riskmanagement. Algemene informatie over de (algehele) schade zal worden verzorgd door het vakteam communicatie van de gemeente Delft. Het algemene informatienummer is: 0800-publiek.

Het vakteam Communicatie zal deze personen indien gewenst kunnen doorverbinden naar de CRAS-medewerkers.

 

4.3. Bereikbaarheid van overige organen en instellingen

In bijlage IV is een overzicht opgenomen van externe instanties die ingeschakeld kunnen worden door Actiecentrum CRAS.

 

4.4. Communicatiemiddelen

Het Actiecentrum CRAS beschikt standaard over :

3 inkomende telefoonlijnen, 3 uitgaande telefoonlijnen

1 noodnetverbinding

1 inkomende faxlijn, 1 uitgaande faxlijn

1 e-mail adres

De hoeveelheid beschikbare middelen hangt samen met de grootte van de gemeente.

 

In de gemeente zijn meerdere mobiele telefoons in omloop. Bij het zich voordoen van een ramp of crisis, wordt geďnventariseerd welke mobiele telefoons ingezet kunnen worden voor de rampenbestrijding. Dit kan inhouden dat elke opvanglocatie in ieder geval de beschikking krijgt over een mobiele telefoon.

 

4.5. Communicatieschema

 

Opdracht:

 

 

 

 

 

 

 


Terugkoppeling berichten:

 

 

 

 

 

 

 


4.6. Gemeentelijke afspraken met betrekking tot externe en interne communicatie

Een ieder onthoudt zich van het doen van toezeggingen dan wel het erkennen van aansprakelijkheid.

 

4.6.1. Het verstrekken van informatie aan de Gemeentelijke Crisisstaf over het schadebeeld

Indien niet anders is bepaald, rapporteert Actiecentrum CRAS ten minste één keer per dag aan de crisisstaf. Aanvankelijk zal dit mondelinge informatie betreffen omtrent de aard en omvang van de schade. Na ontvangst van schadeaangifteformulieren van benadeelden en schaderegistratieformulieren van de gemeente, zullen alle schaden worden vastgelegd in een schadesysteem waarmee snel en eenvoudig totaaloverzichten voor de Gemeentelijke Crisisstaf te produceren zijn. Deze overzichten zullen alleen bestemd zijn voor intern gebruik!

 

4.6.2. Het verstrekken van informatie aan overige belanghebbenden

Na goedkeuring van de Gemeentelijke Crisisstaf kunnen andere belanghebbenden worden geďnformeerd. Deze informatie wordt door het Actiecentrum CRAS te allen tijde via het Actiecentrum Voorlichting naar buiten gebracht.

 

a. Verzekeraars

Na goedkeuring van de Gemeentelijke Crisisstaf worden in overleg met het Verbond van Verzekeraars (o.a. afhankelijk van de soort schade) schadeoverzichten ter beschikking gesteld aan verzekeraars.

 

b. Pers en publiek

In verband met de privacy van de slachtoffers (en de wet op de privacy) zullen géén schadeoverzichten worden verstrekt aan de pers en het publiek anders dan totaalcijfers omtrent aantallen en bedragen. Alle overige informatie wordt in principe alleen verstrekt door of vanwege de Gemeentelijke Crisisstaf.

           

c. Slachtoffers

De slachtoffers kunnen via het informatienummer van het Actiecentrum CRAS informatie krijgen over de registratie van de schade aan hun eigendommen. Benadeelden moeten duidelijk worden geďnformeerd dat zij geen rechten kunnen ontlenen aan de registratie door het Actiecentrum CRAS met betrekking tot de eventuele vergoeding en/of van de hoogte van een uit te keren vergoeding. Een en ander wordt eveneens vermeld op de achterzijde van het schadeaangifteformulier.

 


Hoofdstuk 5                 Taken, functies en verantwoordelijkheden

 

5.1. Inleiding

In dit hoofdstuk zal worden stilgestaan bij de taken en verantwoordelijkheden van het Actiecentrum CRAS. Daarnaast wordt uiteengezet hoe de daadwerkelijke schaderegistratie en afhandeling door het Actiecentrum zal worden opgepakt. Een algemene uiteenzetting van soorten schade als ook de externe betrokkenen ingeval van een ramp/crisis worden ter sprake gebracht.

 

5.2. processpecifieke aspecten van het Actiecentrum CRAS

 

5.2.1. De doelgroepen van de uitvoering van het proces

Het plan is bedoeld voor:

-          Degenen die in de gemeente schade hebben ondervonden;

-          De bij de rampenbestrijding betrokken organisaties;

-          De medewerkers van het Actiecentrum CRAS.

 

5.2.2. De verantwoordelijkheid van het Actiecentrum CRAS

De verantwoordelijke discipline voor het proces “schaderegistratie en aanmelding” is het gemeentelijke vakteam Treasury- en Riskmanagement. De gemeente Delft heeft op voorhand het vakteam Treasury- en Riskmanagement aangewezen als procesverantwoordelijke.

Een deel van het vakteam Treasury- en Riskmanagement houdt zich in de normale organisatie bezig met risicomanagement, het sluiten en beheren van verzekeringen alsmede het behandelen van schadeclaims. Vanwege de ervaring met schadebehandeling is ervoor gekozen het deelplan CRAS bij het vakteam Treasury- en Riskmanagement onder te brengen en zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de dagelijkse werkzaamheden. Eindverantwoordelijke voor het proces is het hoofd van het vakteam TRM.

 

5.2.3. De taken van het Actiecentrum

Het Actiecentrum CRAS heeft de volgende taken:

-          Informeren van de Gemeentelijke Crisisstaf en andere belanghebbenden;

-          Registreren van schaden;

-          Afhandelen van schaden indien nodig;

-          Doen van nooduitkeringen indien nodig (WIZ).

 

5.2.4. Beheer en bezetting Actiecentrum.

 

5.2.4.1. Het opvangen van personeel.

Het opgeroepen personeel verzamelt zich in eerste instantie op de hoofdlocatie van het Actiecentrum CRAS om vandaar uit verder geďnstrueerd en voorzien te worden van de benodigde middelen.

Het Actiecentrum CRAS dient binnen twee uur na het instellingsbesluit operationeel te zijn.

 

5.2.4.2. Het instrueren van personeel.

Het hoofd van het Actiecentrum CRAS instrueert het personeel over de situatie, de aard en de omvang van de ramp of het zware ongeval. Vervolgens zal het personeel opdrachten ontvangen om uit te voeren.

 

Tijdens de instructie dienen afspraken gemaakt te worden over de uitvoering en terugkoppeling van de activiteiten. In de beginfase van het Actiecentrum CRAS zullen de CRAS-medewerkers regelmatig op vooraf afgesproken tijdstippen bijeenkomen voor een briefing over de rampsituatie en een terugkoppeling over de activiteiten waarna een eventuele nieuwe taakverdeling wordt gekozen en opgepakt. Chaos wordt hiermee voorkomen en iedereen blijft volledig geďnformeerd. Afhankelijk van situatie/aard van de ramp of het zware ongeval zal dit overleg al dan niet frequent plaatsvinden.

 

Het personeel moet expliciet duidelijk worden gemaakt dat geen toezeggingen aan derden mogen worden gedaan. Het Actiecentrum CRAS voert een wettelijke taak uit en betekent in geen geval erkenning van aansprakelijkheid of gehoudenheid tot schadevergoeding in.

 

Indien er opvangcentra zijn ingericht dienen de schadeaangifteformulieren daar neergelegd te worden. Het Actiecentrum CRAS is eveneens bereid , naast de eigen formulieren, deze CRAS-formulieren uit te delen in de opvangcentra. Eventuele vragen over de schade zullen zij niet beantwoorden maar doorverwijzen naar het informatienummer dat achter op het schadeaangifteformulier vermeld is. 

 

5.2.5. Het inrichten van het Actiecentrum CRAS.

Ten tijde van een ramp of zwaar ongeval zullen de kantoren van het vakteam Treasury- en Riskmanagement fungeren als Actiecentrum CRAS. Mocht  de Torenhove door de ramp of een zwaar ongeval niet bereikbaar of  “bewoonbaar”  zijn dan zullen de werkplekken van het vakteam BMO voor de CRAS-medewerkers beschikbaar worden gesteld. Indien Actiecentrum CRAS voor langere termijn (meer dan 4 weken)  dient te worden gehandhaafd zullen (indien de Torenhove onbegaanbaar is) in overleg met vakteam HSM alternatieve ruimten (vergaderzalen) worden gezocht.

Het Actiecentrum CRAS dient over minimaal twee ruimten te beschikken. De eerste ruimte is bestemd voor telefoonverkeer met de crisisstaf, intern overleg en briefing van de CRAS-medewerkers. De tweede ruimte is bestemd voor de uitvoering van de CRAS-werkzaamheden (registreren van schaden en telefonisch informeren van slachtoffers).

 

5.2.6. Uitvoering geven aan de schaderegistratie.

 

5.2.6.1. Het bepalen wat moet worden geregistreerd

a. materiele schade / immateriële schade

b. schade bij particulieren / bedrijven / gemeente / overige instellingen

 

Afhankelijk van de aard en omvang van de ramp of een zwaar ongeval moet bepaald worden wat dient te worden geregistreerd en in hoeverre de schadeaangifte- en registratieformulieren moeten worden aangepast. Gestandaardiseerde concept schadeaangifteformulieren en schaderegistratie- formulieren zijn inmiddels aangemaakt. Zie bijlage.

 

5.2.6.2. Het maken van schaderegistratieformulieren en schadeaangifteformulieren.

Afhankelijk van de aard en omvang van de ramp of een zwaar ongeval wordt bepaald wat dient te worden geregistreerd. Er zijn reeds gestandaardiseerde schade-aangifte- en registratieformulieren gemaakt (zie bijlage) welke kunnen worden aangepast aan de situatie.

 

Er zijn twee soorten formulieren, te weten:

1.  Schade aangifte formulieren

De schadeaangifteformulieren zijn bestemd voor de getroffenen van de ramp of een zwaar ongeval. Zij kunnen middels dit formulier hun schade melden bij de gemeente. Op de voorzijde van het formulier dient de getroffene of de belangenbehartiger in te vullen: de gegevens van de aangever, informatie over de plaats, oorzaak en aard van de schade alsmede de verzekeringsgegevens van de benadeelde. De achterzijde van het formulier bevat een toelichting op het formulier alsmede een toelichting op de taken van het Actiecentrum CRAS.

2.  Schade registratie formulieren

De schaderegistratieformulieren zijn bestemd voor de schaderegistrators (interne medewerkers van de gemeente van het vakteam Bouw Toezicht en Monumenten (BTM) dan wel de externe experts die toegevoegd worden aan het team van bouwkundigen van BTM. Met behulp van deze formulieren wordt de situatie in het rampgebied vastgelegd.

 

5.2.6.3. De schaderegistratie door of namens de gemeente

Schaderegistratie door de gemeente vindt alléén plaats indien er sprake is van een ramp of een zwaar ongeval waarbij de roerende en/of onroerende zaken in de omgeving zijn getroffen (materiele schade aan zaken van derden). Een ramp of een zwaar ongeval die sterk is geconcentreerd op één locatie en waarbij de omgeving nauwelijks (zichtbaar) is aangetast (bijv. ernstig verkeersongeval, vrijkomen chemische stoffen, ontspoorde trein) zal geen schaderegistratie door de gemeente plaatsvinden. In dat geval zullen slechts foto’s van de situatie ter plaatse worden genomen voor zover mogelijk en toegestaan. Bij een dergelijke ramp of een zwaar ongeval kan het wel voorkomen dat er veel slachtoffers zijn. Het Actiecentrum CRAS zal zich dan met name bezighouden met de schadeaangifte (middels de schadeaangifteformulieren) door de slachtoffers of hun vertegenwoordigers.


a. Distributie van de schaderegistratieformulieren

De schaderegistratieformulieren zullen vooraf ter beschikking worden gesteld aan de schaderegistrators (voornamelijk ondersteunende medewerkers) van het vakteam Bouw Toezicht en Monumenten.

 

b. Registreren van de schade door de schaderegistrators

Afhankelijk van de omvang van de ramp of een zwaar ongeval kunnen, na bestuurlijke besluitvorming daartoe, externe experts van BCE ( zie paragraaf 1.4.2 en 6.2.2.4) mede belast worden met het registreren van de schade. De schaderegistrators en deze eventuele externe experts zullen worden toegevoegd aan het team van bouwkundigen (inspecteurs buitendienst) van het vakteam Bouw Toezicht en Monumenten.  Deze bouwkundigen zijn ten tijde van een ramp of een zwaar ongeval o.a. belast met de beoordeling van de veiligheidssituatie van de opstallen (instortingsgevaar van gebouwen). De schaderegistrators kunnen gelijktijdig met de beoordeling van deze bouwkundigen de schaderegistratieformulieren invullen en de situatie op een digitale camera vastleggen. De schaderegistrators leggen alleen hun waarnemingen vast op papier en beeld en zullen expliciet niet optreden als schadetaxateurs. Afhankelijk van de aard van de ramp of een zwaar ongeval zal deze taak in een later stadium door derden namens het verbond van verzekeraars worden verricht.

 

c. Verzenden ingevulde formulieren en vastgelegde schade aan Bureau CRAS

De ingevulde formulieren en vastgelegde schades (de digitale foto’s) zullen ter verwerking door de schaderegistrators aan het Actiecentrum CRAS worden gezonden. De CRAS-medewerkers zullen een kopie van het originele schaderegistratieformulier aan het vakteam BTM retourneren.

 

5.2.6.4. De schadeaangifte door of namens getroffenen van de ramp of een zwaar ongeval

a. Distributie van de schaderegistratieformulieren

De schadeaangifteformulieren zullen in het bestuurskantoor aan de balie van de Phoenixstraat en in de opvangcentra (o.a. verspreiding door Actiecentrum CRAS) worden neergelegd. De benadeelden of hun vertegenwoordigers kunnen daar de formulieren ophalen.

           

b. Invullen van de schadeaangifteformulieren door de benadeelden

De benadeelden van de ramp of een zwaar ongeval of hun vertegenwoordigers zullen de schade voor zover mogelijk schriftelijk moeten aanmelden bij de gemeente. Benadeelden kunnen zijn particulieren, bedrijven, niet-gemeentelijke instellingen alsmede de gemeente zelf.

Het formulier bevat op de achterzijde een toelichting. Indien benadeelden hulp willen bij de invulling van het formulier of vragen hebben over de schade kunnen zij het algemene informatienummer bellen.

 

c. In ontvangst nemen van ingevulde formulieren door Bureau CRAS

Benadeelden kunnen de ingevulde formulieren afgeven bij het bestuurskantoor aan de Phoenixstraat, de opvangcentra of via de post verzenden. Afgegeven formulieren worden via de interne post aan het Actiecentrum CRAS gestuurd. 

 

5.2.6.5. Het verwerken van de schaderegistratieformulieren en schadeaangifteformulieren.

a. Verzamelen van de formulieren

De medewerkers van het Actiecentrum CRAS zullen de ontvangen schaderegistratieformulieren inclusief beeldmateriaal van de schaderegistrators en schadeaangifteformulieren van de getroffenen verzamelen.

De schadeaangifteformulieren dienen na ontvangst 1x te worden gekopieerd.

De schaderegistratieformulieren dienen na ontvangst 2x te worden gekopieerd. Eén kopie van de schaderegistratieformulieren dient te worden gezonden aan het vakteam BTM.

 

b. Administreren formulieren

Schadedossiers

Het origineel van het schadeaangifteformulier (SAF) alsmede het origineel van het schaderegistratieformulier (SRF) zullen worden samengevoegd en vastgelegd in een dossier.

Indien een schadeaangifteformulier is ontvangen maar nog geen schaderegistratieformulier is ontvangen, wordt met behulp van het originele SAF reeds een dossier aangelegd in afwachting van het SRF. Dit geldt ook indien een SRF is ontvangen maar nog geen SAF.

De schaden zullen door de CRAS-medewerkers worden ingevoerd in het schadesysteem van de Assurantie Administratie voor Gemeenten (AAG). Het schadesysteem kent aan de schade een nummer toe. Het schadedossier dient eveneens van dit schadenummer te worden voorzien.

In het systeem dient bij oorzaak “ramp” te worden vermeld, bij schadedatum “de datum van de ramp”. Deze vermeldingen zijn van belang om snel overzichten te kunnen genereren die betrekking hebben op de ramp of een zwaar ongeval. Bij toelichting/omschrijving/diversen dient aangegeven te worden SAF, SRF of SAF/SRF. Vermelding van SAF betekent dat een schadeaangifteformulier is ontvangen. Vermelding van SRF betekent dat een schaderegistratieformulier is ontvangen. Vermelding van SAF/SRF betekent dat zowel een schadeaangifte- als een schaderegistratieformulier is ontvangen en het derhalve een samengevoegd dossier betreft. 

 

Map schadeaangifteformulieren

De gemaakte kopieën van de schadeaangifteformulieren zullen op naam op alfabetische volgorde in de map schadeaangifteformulieren worden bewaard. Deze map dient niet als actieve behandelingsmap maar als controlemap alsmede waarborg dat kopieën aanwezig zijn mochten er formulieren zoekraken.

 

Map schaderegistratieformulieren

De kopieën van de schaderegistratieformulieren zullen worden bewaard op alfabetische volgorde van schadeadres (straatnaam invullen). Ook deze map dient ter verificatie en waarborg tegen eventueel zoekraken van formulieren.

 

c. Behandelen van de schade

De gemeente is uit hoofde van haar wettelijke taak alleen verplicht tot registratie van de schade. Eventuele behandeling c.q. schadeafhandeling dient alleen door de gemeente te geschieden indien zij op een of andere wijze bij de ramp of een zwaar ongeval betrokken is.

Indien er sprake is van een verzekerbare ramp of een zwaar ongeval zal het Verbond van Verzekeraars de behandeling van de schade overnemen. Indien er sprake is van een niet-verzekerbare schade waarvoor de minister de WTS op van toepassing heeft verklaard zal de schade worden behandeld door bureau LASER. In beide gevallen zullen na overleg met een van beide instanties kopiedossiers worden overgedragen aan deze instantie.

In geval van niet-verzekerde en overige niet-verzekerbare schade zal behandeling in principe achterwege blijven. Mocht toch een taak aanwezig zijn voor de gemeente bij de schadeafhandeling (bijv. bij mogelijke aansprakelijkheid van de gemeente of op verzoek van burgemeester) zullen de volgende acties worden ondernomen:

-            Vergelijken schadeaangifte- en schaderegistratieformulieren ten einde een indicatie van de omvang van de schade te kunnen maken en onterechte claims te kunnen achterhalen.

-            Afstemmen over de te volgen schadebehandelingsprocedure met het gemeentelijke crisisteam en mogelijke andere externe betrokkenen (o.a. Laser, VvV, BCE)

-            Bevestigen van de ontvangst van de schadeaangifteformulieren aan de benadeelden met informatie omtrent de verdere procedure.

-            Behandelen van de schade conform overeengekomen procedure. (voeren van correspondentie met getroffenen, verzekeraars, experts e.a., evt. uitbetalen van schade)

 

 

5.3. Informeren van de Gemeentelijke Crisisstaf en andere belanghebbenden.

 

5.3.1. Het intern en extern bekend maken van het bestaan en de locatie van het Actiecentrum

Via Communicatie wordt het bestaan van Actiecentrum CRAS bekend gemaakt. Hiertoe dient op het moment van een ramp of een zwaar ongeval contact gemaakt te worden met Communicatie. Het Actiecentrum CRAS zal de volgende gegevens aan Communicatie kenbaar maken:

-          CRAS-informatienummer : 0800-publiek / email-adres : cras@delft.nl

-          Doelgroep informatienummer (direct getroffenen in (im)materiele zin)

-          Verkrijgbaarheid schaderegistratieformulieren (Publieksbalie Phoenixstraat, Balie Torenhove, Opvangcentra)

 

5.3.2. Het verstrekken van informatie aan de Gemeentelijke Crisisstaf over het schadebeeld

Indien niet anders is bepaald, rapporteert het Actiecentrum CRAS ten minste één keer per dag aan de crisisstaf. Aanvankelijk zal dit mondelinge informatie betreffen omtrent de aard en omvang van de schade. Na ontvangst van schadeaangifteformulieren van benadeelden en schaderegistratieformulieren van de gemeente, zullen alle schaden worden vastgelegd in een schadesysteem waarmee snel en eenvoudig totaaloverzichten voor de Gemeentelijke Crisisstaf te produceren zijn.  Deze overzichten zullen alleen bestemd zijn voor intern gebruik!

 

5.3.3. Het verstrekken van informatie aan overige belanghebbenden

Zie paragraaf 4.6.2.

 

5.4. Vormen van schade

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vormen van Schade

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekerbare schade

 

 

 

Niet verzekerbare schade

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verzekerde schade

 

Niet verzekerde

 

Vergoedbare schade

 

Niet vergoedbare

 

 

 

schade

 

 

 

 

 

schade

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verbond van

 

Noodhulp door

 

Tegemoetkoming door

 

 

 

Verzekeraars

 

overheden en fondsen

 

(rampen)fonds

 

(In principe zelf dragen)

 

 

 

(In principe zelf dragen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitleg schema:

a. Onderscheid verzekerbare/niet verzekerbare schade

In Nederland kunnen nagenoeg alle risico’s worden verzekerd. Dit noemen we de verzekerbare risico’s ongeacht of men de kans op schade al dan niet daadwerkelijk wil verzekeren.

Enkele risico’s zoals aardbevingen en overstromingen zijn in Nederland niet of nauwelijks te verzekeren. Dit betreffen de niet verzekerbare schaden.

 

b. Onderscheid verzekerde/niet verzekerde schade

De verzekerbare risico’s kunnen allemaal worden overgedragen aan een verzekeraar. Hiervoor is men premie verschuldigd. Op de WAM-verzekering na is men niet verplicht zich voor alle risico’s te verzekeren tegen de schadegevolgen. Indien men bewust of onbewust de keuze maakt zich niet te verzekeren (en zo eveneens geen premie verschuldigd is) is er sprake van niet verzekerde schade. Bij een schadegeval kan men dan ook geen beroep doen op een verzekering. In ernstige gevallen worden soms fondsen ter beschikking gesteld of biedt de overheid noodhulp. Het uitgangspunt is echter dat de benadeelde de schade zelf moet dragen en deze dus niet door derden wordt vergoed.

Bij een verzekerde schade heeft men wel het risico overgedragen aan een verzekeraar. Deze verzekeraar zal de schade conform de verzekeringsovereenkomst met de benadeelde verzekeringnemer vergoeden. In geval van rampen of andere calamiteiten zal het Verbond van Verzekeraars deze schadebehandeling en afwikkeling verzorgen.

 

c. Onderscheid vergoedbare/niet vergoedbare schade

Niet verzekerbare risico’s kunnen niet worden overgedragen aan een ander en derhalve niet verzekerd worden. Op basis van de Wet Tegemoetkoming Schades (WTS) wordt per calamiteit door het kabinet bekeken of er sprake is van onverzekerbare schade en of de WTS van toepassing is. Indien er sprake is van toepassing van de WTS (en derhalve een vergoedbare schade) zal bij ministeriele regeling de hoogte van de tegemoetkoming, het eventuele drempelbedrag, eigen risico en maximale schadevergoeding bepaald worden. Bij niet vergoedbare schade zal de benadeelde de schade in principe zelf moeten dragen. Er zijn dan geen regelingen waarop een beroep kan worden gedaan.

Overleg met het Verbond van Verzekeraars is direct na de ramp of een zwaar ongeval noodzakelijk omdat niet altijd meteen duidelijk is of er sprake is van verzekerbare of niet verzekerbare schade.

 

5.5. Soorten schaden

Men onderscheidt schade naar de volgende drie groepen:

1. Schade aan zaken

2. Schade aan personen

3. Zuivere vermogensschade

 

Hoewel definiëring van bovenstaande begrippen voor het rampenplan zelf niet noodzakelijk is, is onderstaand kort een overzicht weergegeven. Men moet immers bij het maken en invullen van de schadeaangifte-, en schaderegistratieformulieren alsmede bij de schaderegistratie en afhandeling een eenduidig beeld hebben van de gehanteerde begrippen. Zo zal bij schade aan personen verder gekeken moeten worden dan de ziekenhuisnota en rekening gehouden moeten worden met onder andere een aanvullende smartengeldclaim. Benadrukt wordt dat het deelplan CRAS “slechts” de schaderegistratie verzorgt hetgeen niet betekent dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade en tevens niet gehouden is de schade te vergoeden.

 

Ad 1. Schade aan zaken

Schade aan zaken kan als volgt worden onderverdeeld:

a.   Zaakbeschadiging

      Dit betreft schade die ontstaat als gevolg van de beschadiging van een bepaalde zaak.

      (reparatiekosten en/of waardevermindering)

b.   Zaakschade

Dit is de schade die ontstaat als gevolg van zaakbeschadiging. (bijv. kosten van huurauto)

 

Ad 2. Schade aan personen

Het gaat hier om schade die samenhangt met dood of verwonding van een persoon.

De volgende drie categorieën kunnen worden onderscheiden:

a.   Letselschade

Hierbij gaat het om schade bestaande uit gemaakte ziektekosten en het door het letsel lijden van inkomstenverlies

b.   Ideële schade/smartegeld

Hierbij is sprake van geleden smart of pijn, van geschokte gevoelens of van derving van levensvreugde.

c.   Overlijdensschade

Indien sprake is van dood ten gevolge van onrechtmatige daad bestaat voor een beperkte kring van personen de mogelijkheid tot schadevergoeding van gederfd levensonderhoud.

 

Ad 3. Zuivere vermogensschade

Zuivere vermogensschade is de directe schade in het vermogen zonder dat er sprake is van schade aan zaken of schade aan personen. (o.a. contractuele aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid)

 

5.6. Het uitvoering geven aan de financiële hulpverlening na besluit GCS

Werk Inkomen & Zorg is ingevolge proces 20 “Primaire levensbehoeften” belast met de voorziening in eerste levensonderhoud  van getroffenen. In paragraaf 6.3.3. van het proces “Opvang en Verzorging” is het verstrekken van financiële hulp aan slachtoffers vastgelegd. De paragraaf  ziet er als volgt uit:

 

6.3.3. Het verstrekken van financiële hulp aan slachtoffers.

In eerste instantie zal onderzocht moeten worden in hoeverre burgers uit eigen middelen spullen kunnen aanschaffen. Mocht dit niet mogelijk zijn kan een toelage worden verstrekt.

 

In overleg met de GCS wordt de hoogte van het bedrag vastgesteld en of het een gift of een lening betreft. Zonodig moet contant geld gegeven kunnen worden.

Met het verstrekken van geld wordt beoogd het opvangcentrum zo snel mogelijk te kunnen verlaten. Een vereiste is dat de betalingen zo goed mogelijk worden geadministreerd.

De uitbetaling vindt plaats in het opvangcentrum. De coördinator uitkeringen Frank van Meggelen zorgt in overleg met het AC voor de betaling en registratie van de verstrekkingen..

 

Het is overigens niet te verwachten dat de eerste financiële hulp buiten kantooruren plaatsvindt. Dit houdt redelijkerwijs in dat voldoende tijd beschikbaar is om tijdig over kasgelden te kunnen beschikken.

 

Gedupeerden kunnen veelal de schade verhalen bij de verzekeringsmaatschappij. Eventuele financiële hulp moet dan ook beschouwd worden als een voorschot op de (eventuele) uitke­ring van de verzekeringsmaatschappij. Derhalve moet een schuldbekentenis voor het uitbe­taalde bedrag worden ondertekend.

 

Overigens moet ten tijde van een ramp of een zwaar ongeval bekeken worden of er inmiddels een wettelijk kader is gevormd naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van de ramp in Enschede.

 

5.7. Het verlenen van nazorg

Indien de wettelijke taak van de gemeente volbracht is (na besluit van de GCS) ten aanzien van schaderegistratie en eventuele afhandeling van schade of de schadeafhandeling aan derden (verzekeraars, LASER) is overgedragen, dient een en ander intern en extern bekend te worden gemaakt. Het Actiecentrum CRAS zal het vakteam Communicatie hieromtrent informeren.

Benadeelden zullen eveneens schriftelijk op de hoogte worden gebracht door het Actiecentrum CRAS of verzekeraars. Het Actiecentrum CRAS dient tevens een informatiebericht op de voicemail van het informatienummer voor benadeelden te vermelden met een verwijzing waar benadeelden met vragen terechtkunnen.

Mogelijk wordt in het kader van het proces “Nazorg” voor de afwikkeling een Informatie- en Adviescentrum ingericht. In dat geval zal dit IAC de verdere verwerking van de schaderegistratie etc. regelen.

 

5.8. Het beëindigen van de werkzaamheden van het Actiecentrum

Zodra intern en extern bekend is gemaakt dat de taak van het Actiecentrum CRAS is voltooid zal het Actiecentrum CRAS worden opgeheven. De CRAS-medewerkers zullen in dat geval weer in hun eigen functie en vakteam deel gaan nemen aan de gemeentelijke organisatie. In een eindsessie zal het Actiecentrum CRAS hun taken en gevoelens ten aanzien van de crisissituatie evalueren. Afhankelijk van de omvang van de ramp of een zwaar ongeval zullen de medewerkers bijstand dienen te krijgen van de reguliere leidinggevenden en de leidinggevenden aan het Actiecentrum CRAS in het terugvinden van de dagelijkse routine in een normale situatie. Hiervoor is de gehele organisatie verantwoordelijk.


 

Hoofdstuk 6     Beschikbare middelen

 

6.1. Inleiding

De activiteiten van het Actiecentrum CRAS dienen binnen twee uur na het instellingsbesluit van de Gemeentelijke Crisisstaf operationeel te zijn. Daarna dient een plan voor de activiteiten van het CRAS te worden opgesteld. De locaties, middelen en het personeel dienen vooraf beschikbaar te zijn en geďnformeerd te zijn over het doel van het deelplan CRAS.

 

6.2. Overzicht beschikbaarheid personeel

Voor het benodigde aantal medewerkers ten behoeve van de schaderegistratie en opname gelden de volgende normen (Leidraad Operationele Prestaties):

1 medewerker               per 300 – 3.000 schadegevallen

1 medewerker               voor alle 1.000 schadegevallen hierboven.

 

6.2.1. Intern

Vanwege aflossing zijn twee maal zoveel medewerkers benodigd om te kunnen voldoen aan  deze norm. Er geldt in alle gevallen een minimum van 4 CRAS-medewerkers.          

 

Afhankelijk van de situatie zal worden bepaald hoeveel personeel nodig is. Tevens zal overleg plaatsvinden met externe partijen omtrent de aard van de schade en eventuele inschakeling van experts in het kader van de Wet rampen en zware ongevallen.

 

 

 

Checklist in te schakelen partijen          

A.

-          Besluit Gemeentelijke Crisisstaf tot instellen Actiecentrum CRAS

-          Installeren Actiecentrum CRAS

-          Alarmeren gemeentelijke CRAS-medewerkers

B.

-          Overleg met Gemeentelijke Crisisstaf omtrent aard en omvang van de schade

-          In samenspraak met Gemeentelijke Crisisstaf vaststellen of externe deskundigheid gewenst is

C.

-          Overleg met Verbond van Verzekeraars over situatie                                             (verzekerbare/niet verzekerbare schade, mogelijke taak VHD-alarmcentrale en CIC)

-          Na besluit Gemeentelijke Crisisstaf evt. inschakelen Bureau Coördinatie Expertise-organisaties. Dan BCE-experts koppelen aan bouwkundigen van BTO van de gemeente.

 

6.2.2. Externe partijen : Schadeafwikkeling bij rampen/zware ongevallen

Indien in de situatie bij een ramp of crisis daartoe aanleiding bestaat, zal het Actiecentrum CRAS kunnen worden uitgebreid met externen, namelijk werknemers van Bureau Coördinatie Experts en/of Verbond van Verzekeraars en Stichting Salvage.

 

6.2.2.1. Wet Tegemoetkoming Schades (WTS)

Achtergrond wetgeving

Deze wet is in juni 1998 vastgesteld en vormt het kader waarbinnen een regeling kan worden getroffen voor gedupeerden die schade hebben ondervonden in geval van overstromingen door zoet water, aardbevingen of andere rampen en zware ongevallen. Per incident worden bij ministeriële regeling regels gesteld over de hoogte van de tegemoetkoming, waarbij eventueel een drempelbedrag, een eigen risico en een maximumvergoeding kunnen worden bepaald. Tevens worden in de regeling de aanwijzing van het schadegebied en de procedure voor de aanvraag van een tegemoetkoming geregeld.

 

Toepassing

Toepassing van deze wet vindt plaats op basis van een expliciet besluit van het kabinet. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan als coördinerend bewindsman worden aangesteld. Dit kan eigener beweging geschieden of op verzoek van provinciale en/of lokale bestuurders (bijv. in regionaal verband). Belangrijk criterium bij de toepassing van deze wet is dat het moet gaan om onverzekerbare schade.

 

Nadere regels inzake de uitvoering zijn opgenomen in een aparte Algemene Maatregel van Bestuur. De uitvoering kan neergelegd worden bij Bureau LASER (Landelijke Service bij Regelingen). Bureau LASER is ondergebracht bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). LASER schakelt overigens bij zijn werkzaamheden vervolgens weer Bureau Coördinatie Expertise-organisaties (BCE) in.

 

6.2.2.2. Verbond van Verzekeraars

Achtergrond organisatie

Het Verbond van Verzekeraars (VvV) is in het verleden ontstaan uit een fusie tussen een tweetal toenmalige koepelorganisaties in het verzekeringswezen. Het VvV kan worden gezien als de grootste koepelorganisatie op dit moment van de verzekeringsbranche en heeft tot doel “de behartiging van de algemene en specifieke belangen van het verzekeringsbedrijf in Nederland en van de leden”. Daarnaast houdt het VvV zich bezig met “het bevorderen en instandhouden van de goede naam van

’t verzekeringsbedrijf in Nederland”. Het VvV is gevestigd in Den Haag. Zo’n 275 in Nederland werkzame maatschappijen zijn aangesloten bij het Verbond. PR- en voorlichtingsfunctie behoren tot  de belangrijkste taken die het VvV uitvoert.

 

Inschakeling Verbond van Verzekeraars

Dit geschiedt normaliter ten tijde van rampen en zware ongevallen middels alarmering door de Verzekeraarshulpdienst (VHD-alarmcentrale). De VHD zal in deze gevallen veelal zijn gealarmeerd door de lokale en/of de centrale overheid (NCC). Naast het zenden van een Salvage-coördinator (zie hierna) zal de VHD het kernteam van het VvV informeren. Dit heeft tot gevolg dat het Calamiteiten Informatie Centrum (CIC) bijeen wordt geroepen. Het CIC beoordeelt voorlopig de vraag of in het specifieke geval sprake is van betrokkenheid van verzekeraars. Belangrijke criteria daarbij zijn onder meer: oorzaak, omvang, aantal betrokken verzekeraars, aantal slachtoffers, regionale spreiding, noodzaak versnelde schaderegistratie etc.; het CIC kan tevens besluiten tot het ter plekke inzetten van expertisebrigades en zal zich verder bezighouden met het verstrekken van collectieve voorlichting aan het publiek en de overheid. Het CIC onderhoudt gedurende de gehele periode van het bestrijden van de effecten en de gevolgen van een ramp of zwaar ongeval voortdurend contact met de overheid (veelal via het NCC).

 

Zie bijlage IV voor telefoonnummers

 

6.2.2.3. Stichting Salvage

Achtergrond organisatie

De Stichting Salvage werd in 1986 opgericht en stelt zich ten doel een snelle deskundige hulpverlening na brand te bevorderen. De landelijke Stichting Salvage is een samenwerkingsverband van het Verbond van Verzekeraars, expertisebureaus en gespecialiseerde schoonmaak- en reconditioneringsbedrijven.

 

Met deze salvagestructuur wil de Stichting bewerkstelligen dat aan gedupeerden snel de noodzakelijke eerste hulp wordt verleend als een brand zijn verwoestende werk heeft gedaan. In de daarvoor in aanmerking komende gevallen zal namelijk direct een salvagecoördinator naar de plaats van de brand worden gezonden. Deze coördinator, in de praktijk een ervaren brandschade-expert, verleent namens de gezamenlijke brandverzekeraars hulp en initieert tevens al die maatregelen die schade kunnen beperken. Daarmee kan worden gestart direct nadat het sein “brand meester”is gegeven. De salvage-coördinator kan opdracht geven om het bluswater af te voeren, goederen af te voeren, de inventaris af te dekken, te ventileren om rookgassen te verwijderen, het gebouw af te dichten of om bewaking te organiseren etc. Ook draagt de salvagecoördinator zorg voor een stuk rapportage over schadeomvang, getroffen maatregelen en hun effecten.

 

Inschakeling Salvage

Inschakeling van een salvagecoördinator gebeurt op verzoek van de lokale brandweer (in persoon van bevelvoerder). Deze meldt dit aan de eigen regionale alarmcentrale. De RAC waarschuwt vervolgens de salvage-alarmcentrale die organisatorisch is ondergebracht bij de Verzekeraarshulpdienst (VHD). De salvagecentrale zorgt er dan voor dat onmiddellijk één van de op dat moment dienstdoende coördinatoren naar de plaats van de brand toegaat. Ter plaatse stemt deze zijn/haar werkzaamheden verder af met de daar aanwezige hulpdiensten. Aan enkele tientallen bedrijven is de “Salvage erkend dienstverlener na brand” gegeven. Het gaat daarbij om gespecialiseerde bedrijven die sterk specialistische acties ontplooien, variërend van reconditioneren van fijnmechanica en elektronica tot het weer in oorspronkelijke staat terugbrengen van meubels, antiek, machines etc.

 

Zie bijlage IV voor telefoonnummers

 

6.2.2.4. Bureau Coördinatie Expertise-organisaties (BCE)

Achtergrond organisatie

Het BCE is een onafhankelijk samenwerkingsverband van 59 onafhankelijke expertisebureaus en coördineert al naar gelang de situatie van een zich voordoende ramp of zwaar ongeval, in opdracht van verzekeraars dan wel betrokken overheden (centraal/lokaal), de inzet van de daartoe benodigde schade-experts. Het BCE bedient zich daarbij van het potentieel van de hierbij aangesloten onafhankelijke expertisebureaus. Deze kunnen gespecialiseerd zijn in registratie/taxatie van schade aan opstallen, inboedels, wegen en infrastructuur, gewassen, natuur, cultuur etc. Het BCE werkt alleen in opdracht van een opdrachtgever zodat na opdrachtverstrekking, het gebruikelijk uurtarief in rekening wordt gebracht. Alle deskundigen die van de zijde van BCE worden ingeschakeld, declareren de door hen gemaakte kosten direct bij BCE. De opdrachtgever wordt vervolgens slechts geconfronteerd met de totale declaratie van BCE.

 

Samenwerking met gemeenten

Ten behoeve van het goed kunnen functioneren van een professioneel onafhankelijk bureau als BCE in het kader van schaderegistratie na een ramp of zwaar ongeval is van de zijde van de opdrachtgever (veelal de gemeente) ondersteuning nodig in de sfeer van faciliteiten (kantoorruimte, telefoons, faxen, computers, formulieren, catering etc.) Verder is het, ten behoeve van het opereren in het veld, handig wanneer het BCE kan beschikken over deskundige vertegenwoordigers van de lokale overheid (bijv. daartoe in het deelplan CRAS opgenomen functionarissen). Het BCE zal doorgaans een eigen BCE-Helpdesk inrichten, naast het Actiecentrum CRAS.

 

Verder is zeer belangrijk dat de gemeente in staat is snel een telefonische hulplijn open te stellen voor de vele vragen die bij de getroffen bevolking kunnen leven over schadeafwikkeling. Het verdient aanbeveling dit op lokaal niveau deugdelijk voor te bereiden.

 

Inschakeling BCE

Melding of contact door overheden en/of verzekeraars richten aan secretariaat van het BCE (tevens mobiel bereikbaar). Het BCE kan, nadat hiertoe met de betreffende opdrachtgever specifieke afspraken zijn gemaakt, vervolgens zeer snel de vereiste specifieke expertise op en rond het rampterrein organiseren.

 

Zie bijlage IV voor telefoonnummers

 

6.3. Overzicht beschikbaarheid materiaal en materieel

 

6.3.1. Intern

Het beschikbaar krijgen van de benodigde materiële voorzieningen en licenties

Zowel bij het vakteam Treasury- en Riskmanagement als bij het vakteam BMO (Marga Siekstra) dienen de benodigde materiele voorzieningen separaat te worden opgeslagen in daartoe aangewezen kasten.

De computersystemen zijn in principe ook buiten kantooruren operationeel. Via een noodnummer kan met ICT contact opgenomen worden indien hiertoe aanleiding is. Daarnaast kan de leverancier van het registratiesysteem worden gebeld. Zie hiervoor de alarmeringslijst.

 

Het beschikbaar krijgen van een telefonische informatielijn

Via de schadeaangifteformulieren en het vakteam Communicatie zal een informatienummer vrijgegeven worden voor mensen die direct in (im)materiele zin getroffen zijn. Deze personen kunnen informatie opvragen over hun schade of telefonisch hulp vragen bij het invullen van de formulieren. Algemene informatie over de (algehele) schade zal worden verzorgd door het vakteam Communicatie van de gemeente Delft. Het informatienummer is: 0800 – publiek

 

Overige materiele middelen

Informatievoorziening:

1. verbindingen naar rampenterrein en overige organisatiedelen

2. vaste telefoons (4), mobiele telefoons en fax (1)

3. rampenplan en deelplan(nen)

4. evt. radio, televisie of internetverbinding (met teletekst)

5. kaarten/plattegronden

6. foto- en/of filmapparatuur

7. informatie over gebouwen

8. uitbreiding licenties AAG-schadesysteem (afhankelijk van omvang van de ramp of een zwaar ongeval)

 

Kantoorbenodigdheden:

1. computers/tekstverwerkingsmogelijkheden

2. onbeperkte toegang tot AAG4 voor registratie schaden en geautomatiseerde overzichten

3. kopieermachine

4. schademeldingsformulieren, informatiefolder en schaderegistratieformulieren,    

    formulierhouders

5. pennen, notitieblokken

6. print- en kopieerpapier

 

Overige benodigdheden:

1. voedsel en drank

2. evt. voertuigen ten behoeve van de schaderegistrators

 

6.3.2. Waakvlamovereenkomsten

Er zijn geen waakvlamovereenkomsten van toepassing voor het deelplan CRAS.

 

6.3.3. Logistieke voorzieningen

Voor eventuele mobiliteitsvoorzieningen zijn meerdere fietsen en een 2-tal auto’s beschikbaar. De schaderegistrator zal óf met de auto óf met de fiets de verschillende schadegevallen gaan registreren.

 

6.4. Locatie

De hoofdlocatie van het Actiecentrum CRAS bevindt zich op de locatie waar het vakteam Treasury- en Riskmanagement is gevestigd. Indien deze locatie niet beschikbaar/bereikbaar of anderszins toegankelijk is zal het Actiecentrum CRAS op de uitwijklocatie van vakteam BMO van Reiniging zijn. Na een oproep dienen alle CRAS-medewerkers zich te melden op de hoofdlocatie voor nadere instructie.

 

            Postadres

            Postbus 78

            2600 ME Delft

 

            Bezoekadres

            Martinus Nijhofflaan 2

            2624 ES Delft

 

            Uitwijklokatie Actiecentrum CRAS

            Bezoekadres

            Staalweg 1

            2612 KK Delft


 

Bijlagen

 

Schadeaangifteformulier                                                                                                      I

Schaderegistratieformulier                                                                                                   II

CRAS alarmeringslijst                                                                                                           III

Telefoonnummers externe partijen                                                                                      IV

Overzicht van gebruikte afkortingen                                                                                    V


 


Bijlage I  Schade aangifte formulier CRAS

 

Afgeven bij:

Infobalie bestuurskantoor Gemeente Delft

Phoenixstraat 16

Delft

Sturen naar:

Gemeente Delft, Actiecentrum CRAS

Postbus 78

2600 ME  DELFT

Lees voor invullen eerst de uitleg op de achterzijde van dit formulier!

1. Gegevens aangever

 

Naam

 

Adres

 

Postcode

 

Woonplaats

 

Telefoonnummer

 

Tijdelijke adresgegevens

 

 

 

Hoedanigheid aangever

 particulier    onderneming    vereniging/stichting    anders

2. Gegevens schade

 

 

Schadeoorzaak

 

 

Schadedatum

 

 

Schadeadres

 

 

 

 

 

Schade aan

 opstal

Eigendom / Huur

 

 inventaris

Eigendom / Huur / Lease

 

 overige

Eigendom / Huur / Lease

 

 persoon/personen

 

3. Aard van de schade

 

Indicatie omvang

Opstal

 

 

 

 

 

Inventaris

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

Persoon

 

 

 

 

 

4. Verzekeringsgegevens

 

Naam tussenpersoon/verzekeraar

 

Adres

 

Postcode en plaats

 

Telefoonnummer

 

Polisnummers (indien bekend)

 

 

 

Plaats

 

 

 

Datum

 

Handtekening

 

 

De gemeente (invullen naam gemeente) erkent geen aansprakelijkheid of gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding door verlening van haar medewerking ingevolge de Wet rampen en zware ongevallen.


Toelichting Schade aangifte formulier CRAS

 

Actiecentrum CRAS

Elke gemeente in Nederland dient volgens de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO) een rampenplan te hebben waarin regels zijn opgenomen inzake de vastlegging van de veroorzaakte schade. Het doel hiervan is onder andere het inventariseren van de schade welke door een calamiteit is veroorzaakt. Hierdoor kan een betrouwbare registratie en afhandeling plaatsvinden.

De gemeente Delft heeft hiertoe het Actiecentrum CRAS (Centraal Registratie- en Aanmeldpunt voor Schade) opgericht. Ten overvloede vermelden wij dat de wettelijke taak van de gemeente geen enkele erkenning van aansprakelijkheid inhoudt of enige gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding. U dient de schade eveneens bij uw assurantietussenpersoon of verzekeraar aan te melden. Bij een verzekerbare schade zal de schade-afhandeling door het Verbond van Verzekeraars worden verzorgd. Indien er sprake is van een niet verzekerbare schade kan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten een regeling te treffen op grond van de Wet Tegemoetkoming Schades.

 

De medewerkers van het Actiecentrum CRAS zullen u zo goed mogelijk op de hoogte proberen te houden van de schade. Algemene informatie over de (algehele) schade zal worden verzorgd door het vakteam Communicatie van de gemeente Delft. U kunt hen bereiken op telefoonnummer : 0800-publiek

 

Schade aangifte formulier

Afhankelijk van de aard van de ramp c.q. het ongeval zal het Actiecentrum CRAS de schade registreren op naam of op schadeadres. Deze gegevens zijn heel belangrijk om eventuele informatie over uw schade te kunnen verstrekken. Inspecteurs van de gemeente Delft zullen (eventueel tezamen met externe experts) de bewoonbaarheid en mogelijk instortingsgevaar van de opstallen onderzoeken. Hierbij zullen zij tevens de schade aan de opstallen registreren door middel van een schaderegistratieformulier en een camera. Deze gegevens worden door het Actiecentrum CRAS verwerkt en samengevoegd met uw schade aangifte formulier.

 

1. Gegevens aangever

Hier kunt u uw naam- en adresgegevens invullen alsmede uw hoedanigheid waaronder u uw schade aanmeldt. Indien u voor langere tijd (meer dan 6 weken) elders verblijft, verzoeken wij u uw tijdelijke verblijfsadres indien bekend in te vullen. Wij verzoeken u uw naam duidelijk leesbaar en in blokletters te noteren.

 

2. Gegevens schade

Aan de hand van deze informatie krijgt het Actiecentrum CRAS een globaal beeld van de schade. Wilt u het schadeadres duidelijk leesbaar en in blokletters invullen? Wij verzoeken u tevens aan te geven of er sprake is van schade aan uw eigendom of dat er zaken van derden zijn.  

 

3. Aard van de schade

Wilt u voor zover u bekend is de aard van de schade aangeven? Indien een indicatie van de schadeomvang niet mogelijk is kunt wellicht u aangeven of er sprake is van zeer ernstige schade of lichte schade. 

 

4. Verzekeringsgegevens

Deze gegevens zullen door het Verbond van Verzekeraars gebruikt worden voor de schadeafhandeling indien er sprake is van een verzekerbare schade. U dient de schade eveneens te melden bij uw verzekeraar of assurantietussenpersoon.

 

Tot slot

Mocht u nog vragen hebben of hulp wensen bij de invulling van het schadeaangifteformulier, dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van het Actiecentrum CRAS onder bovengenoemd nummer. De medewerkers zullen u hierbij van dienst zijn. 

 

Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.


 

Bijlage II  Schade registratie formulier CRAS

 

Via interne post sturen naar:

Actiecentrum CRAS / Centrale Staf

Vakteam TRM/kamer 5.02

Torenhove Delft

Indien Torenhove ‘onbewoonbaar’ is :

Actiecentrum CRAS / Reiniging

Vakteam BMO/kamer 132/133

Staalweg 1 Delft

Lees voor invullen eerst de toelichting van dit formulier!

1. Gegevens registratie

 

 

Naam registrator

 

 

Datum registratie

 

 

Tijd registratie

 

 

Hoedanigheid

 inspecteur gemeente (invullen naam gemeente); 

 

registrator

 bouwkundige expertisebureau   ; 

 

 

 anders                                        ;

 

2. Gegevens schade

 

 

Schadeoorzaak

 

 

 

 

 

Schadedatum

 

 

 

 

 

 

 

 

Schade aan

 opstal

Eigendom / Huur

 

 tuin

Eigendom / Huur

 

 inventaris

 

 

 milieu(verontreiniging)

 

 

 overige

 

3. Aard van de schade

 

Indicatie omvang

Opstal

 

 

 

 

 

 

 

 

Tuin

 

 

 

 

 

 

 

 

Inventaris

 

 

 

 

 

 

 

 

Milieu

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaats

 

 

 

Datum

 

Paraaf

 

De gemeente Delft erkent geen aansprakelijkheid of gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding door verlening van haar medewerking ingevolge de Wet rampen en zware ongevallen.


Toelichting Schade registratie formulier CRAS

 

CRAS, Een wettelijke taak

Elke gemeente in Nederland dient volgens de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO) een rampenplan te hebben waarin regels zijn opgenomen inzake de vastlegging van de veroorzaakte schade. Het doel hiervan is onder andere het inventariseren van de schade welke door een calamiteit is veroorzaakt. Hierdoor kan een betrouwbare registratie en afhandeling plaatsvinden.

De gemeente Delft heeft hiertoe Actiecentrum CRAS (Centraal Registratie- en Aanmeldpunt voor Schade) opgericht. Ten overvloede vermelden wij dat de wettelijke taak van de gemeente geen enkele erkenning van aansprakelijkheid inhoudt of enige gehoudenheid tot betaling van schadevergoeding.

U dient de schade eveneens bij uw assurantietussenpersoon of verzekeraar aan te melden. Bij een verzekerbare schade zal de schade-afhandeling door het Verbond van Verzekeraars worden verzorgd. Indien er sprake is van een niet verzekerbare schade kan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten een regeling te treffen op grond van de Wet Tegemoetkoming Schades.

 

Wie is verantwoordelijk voor het Actiecentrum CRAS?

Vakteam Treasury- en Riskmanagement van de Centrale Staf van de Gemeente Delft is procesverantwoordelijke voor de CRAS-werkzaamheden. Een deel van het vakteam Treasury- en Riskmanagement houdt zich in de normale organisatie bezig met risicomanagement, het sluiten en beheren van verzekeringen en het behandelen van schadeclaims.

Het Actiecentrum CRAS is gevestigd op de werkplek van het vakteam Treasury- en Riskmanagement, kamer 5.02 in de Torenhove, Martinus Nijhofflaan 2 te Delft is bereikbaar onder toestelnummers 015-2602004/015-2602545/015-2602451.

Indien de Torenhove onbereikbaar of onbegaanbaar is, zal het Bureau CRAS uitwijken naar de CRAS-noodlocatie op de Staalweg 1 te Delft.

 

Hoe vindt de registratie plaats?

De schade wordt op twee manieren aangemeld;

-          Ten eerste dienen benadeelden een schade aangifte formulier in te vullen.

-          Ten tweede wordt de schade door u als schaderegistrator vastgelegd op een schade registratie formulier.

Beide soorten formulieren (dus de schade aangifte- als de schaderegistratieformulieren) worden verzameld, samengevoegd en vastgelegd door het Actiecentrum CRAS.

 

Waarom vindt de registratie plaats?

Aan de hand van alle formulieren kan inzicht worden verkregen in de totale omvang van de schade. Daarnaast kan de informatie van nut zijn voor een onderzoek naar aansprakelijkheid. Ook kan een eventueel onrechtmatig beroep op schadevergoeding voorkomen worden door een vergelijking van de door benadeelde ingevulde formulieren met de door de gemeente geregistreerde schade.

Door een goede registratie kunnen ook de benadeelden rechtstreeks geďnformeerd worden door de CRAS-medewerkers over hun eigen schade.

Algemene informatie over de algehele schade zal worden verzorgd door het vakteam Communicatie van de Gemeente Delft.

Doe in geen geval toezeggingen over aansprakelijkheid van de gemeente of eventuele schadevergoedingen!

 

Nog vragen?

Mocht u als schaderegistrator vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van het vakteam Treasury- en Riskmanagement/Actiecentrum CRAS onder toestelnummers 015-2602004/015-2602522/015-2602451. Indien de Torenhove niet begaanbaar is, zal het Actiecentrum gevestigd zijn op de Staalweg 1.

 

Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.


Schade registratie formulier

 

Afhankelijk van de aard van de ramp c.q. het ongeval zal het Actiecentrum CRAS de schade registreren op naam of op schadeadres. Deze gegevens zijn heel belangrijk om eventuele informatie over de schade aan benadeelden te kunnen verstrekken.

 

De schaderegistrator registreert alleen op schadeadres en niet op naam omdat deze hem/haar niet bekend is. De medewerkers van het Actiecentrum CRAS zullen de registratieformulieren samenvoegen bij de door benadeelde ingevulde aangifteformulieren.

 

1. Gegevens registratie

Hier dient de registrator zijn/haar naam in te vullen. Initialen kunnen ook worden ingevuld mits deze initialen zijn of worden gemaakt bij het Actiecentrum CRAS voor eventuele vragen.

De datum en de tijd van de registratie zijn van belang om eventuele wijzigingen in de schadetoestand te kunnen volgen.

 

2. Gegevens schade

Aan de hand van deze informatie krijgt het Actiecentrum CRAS een globaal beeld van de schade. Wilt u het schadeadres duidelijk leesbaar en in blokletters invullen? Indien niet bekend is of opstallen gehuurd zijn kan invulling achterwege blijven.  

 

3. Aard van de schade

Wilt u voor zover u bekend is de aard van de schade aangeven? Indien een indicatie van de schadeomvang niet mogelijk is kunt wellicht u aangeven of er sprake is van totaal verlies, ernstige schade, lichte schade, geen zichtbare schade, instortingsgevaar etc. 

Er is een onderscheid gemaakt naar opstal, tuin, inventaris, milieu en overige. De rubriek overige kan onder andere gebruikt worden voor schuurtjes, wegen e.d.

Wij verzoeken u een foto/foto’s van de schadesituatie bij te voegen en indien de omstandigheden hiertoe aanleiding geven een situatieschets van de omgeving.

 

Tot slot

Mocht u nog vragen hebben over de invulling van het schade registratie formulier, dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van het Actiecentrum CRAS. De interne nummers staan op de voorzijde vermeld. De CRAS-medewerkers danken u voor uw medewerking! 

 

 

 

Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.

 

BIJLAGE III      Telefoonlijst CRAS medewerkers

 

 

Naam

Werkplek

Telefoon werk

Telefoon privé

Telefoon mobiel

Directeur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CRAS-team

BINNEN

 

 

 

Bert den Uijl

Torenhove

015-2602539

015-2571600

06-53574235

Mariëlle de Ruyter

Torenhove

015-2602004

015-2622763

06-22573966

Daphne Aukema

Torenhove

015-2602522

015-2135401

06-28804669

José Bentvelzen

Torenhove

015-2602451

015-2571129

06-27178772

Tineke Bal

Torenhove

015-2602521

070-3995087

 

Marie Jose Boeters

Staalweg

015-2607248

015-2610728

06-25274718

Marga Sierkstra

Staalweg

015-2602137

 

 

Maarten Ram

Torenhove

015-2602545

020-4412858

06-14639525

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CRAS-team

Binnen/Buiten

 

 

 

Peter Salters

Staalweg

015-2602918

 

06-53986011

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Bijlage IV        Telefoonnummers externe partijen.

 

Verbond van Verzekeraars (VvV)

Secretariaat:     070 – 333 85 00

Infocentrum:      070 – 333 87 77 (van 9.00 tot 12.00 uur)

Noodnet:           17208

e-mail:             

 

Stichting Salvage

Secretariaat Stichting Salvage:              055 – 581 31 30

Verzekeraarshulpdienst alarmcentrale:   055 – 577 50 77

VHD-noodnet telefoon:                          52142

VHD noodnet telefax:                            52144

e-mail:                                                

Bureau Coordinatie Expertise-organisaties (BCE)

Telefoon secretariaat:                            010 – 242 68 88

Privé secretaris dhr. P. Hamerslag:        010 – 458 82 63

Mobiel dhr. P. Hamerslag:                     06 – 542 70 608

e-mail:                                                

e-mail:                                                 peter.hamerslag@wxs.nl


Bijlage V         Overzicht van gebruikte afkortingen

 

AAG                 Assurantie Administratie voor Gemeenten

BCE                 Bureau Coördinatie Expertise-organisatie

BMO                                          Bureau Management Ondersteuning

BTM                                                Bouwtoezicht & Monumenten

CIC                  Calamiteiten Informatie Centrum

CRAS               Centraal Registratie- en Aanmeldpunt voor Schade

CRIB                Centrale Registratie en Inlichtingen Bureau

CTPI                 Coördinatie Team Plaats Incident

GCS                 Gemeentelijke Crisisstaf

GHOR              Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

LASER             Landelijke Service bij Regelingen

LOP                 Leidraad Operationele Prestaties

NCC                 Nationaal Coördinatiecentrum

PCC                 Provinciaal Coördinatiecentrum

PLOU               Primaire Levensbehoeften Opvangen en Uitvaartverzorging

RBT                 Regionaal Beleidsteam

SAF                 Schade Aangifte Formulier

SRF                 Schade Registratie Formulier

TRM                 Treasury & Riskmanagement

VHD                 Verzekeraars Hulp Dienst

VvV                  Verbond van Verzekeraars

WAM               Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen

WIZ                  Werk Inkomen & Zorg

WRZO              Wet rampen en zware ongevallen

WTS                Wet Tegemoetkoming Schades