I’m a stranger in
paradise
All lost in a
wonderland
A stranger in
paradise
(By Robert Wright
and George Forrest)
Jongprog9, het beeld
Datum: 15 maart 2003
Van: Arie Pieter Hoogendam
Een aangename leefomgeving: Delft moet niet alleen
schoon, heel en veilig zijn. De wijken bieden ruimte en groen om te wonen,
spelen, leren, te ontspannen en met elkaar samen te leven.
De klant centraal houdt in dat trajecten van
activering of educatie of zorgvoorzieningen zoveel mogelijk worden ingericht
naar de wens van de klant.
De komende periode moet binnen de eigen organisatie
de omslag plaatsvinden naar wijkgericht werken. Wijkgericht werken moet een
gewone manier van werken worden: vraaggericht en dicht bij de wijken.
Jongerenbeleid is facetbeleid. Het richt zich op
alle beleidsterreinen die jongeren raken en op alle jongeren in Delft. We
willen een verdere integratieslag maken op dit beleidsterrein. We versterken de
banden van het jongerenwerk met de jeugdhulpverlening en de jeugdzorg enerzijds
en met maatschappelijke sectoren als onderwijs, cultuur, sport en wonen
anderzijds.
De hierna volgende notitie bouwt voort op de nota:
Ruimte voor jongeren II: actieprogramma jeugd en jongeren 2002. De notitie is
bedoeld als vehikel om te komen tot een gedeelde visie op ontwikkeling en
uitvoering van integraal jeugd- en jongerenbeleid. Daarnaast om enerzijds de actuele stand van zaken duidelijk te
krijgen en indien nodig wijzigingen in de opzet aan te brengen en om anderzijds
de personele bemensing van het programmateam te completeren.
Het eindresultaat is een notitie, waarin de
achtergronden worden geschetst voor een integraal jeugd- en jongerenbeleid, een
geactualiseerd programmadocument, de evaluatie van het actieplan 2002, de
actieplannen 2003 per wijk en het stedelijk actieplan 2003.
Bespiegeling.
Rolverdeling.
Om een helder kader te schetsen is het van belang
te onderscheiden, welke domeinen in welke fase per project aan de orde zijn. We
kiezen ervoor, de zelfde domeinen te hanteren,
die ten grondslag lagen aan de recente organisatieverandering: de NEON
operatie. Daarbij onderscheiden we de volgende domeinen:
·
Het politieke: gemeenteraad, B&W, jongerenraad
·
Het ambtelijke: het ambtelijk apparaat van
gemeente, provincie en rijk
·
Het publieke: hier kunnen we onderscheiden:
1.
de maatschappelijke organisaties
2.
de burger als: klant, lid van een organisatie,
kiezer
We kiezen er voor de jongerenraad in het politieke
domein te definiëren en niet in het publieke domein. De jongerenraad zal immers
met initiatieven komen, de uitvoerring van het beleid toetsen, contacten met
jongeren (groepen) onderhouden, etc.. Hiermede stijgt zij uit boven het niveau
van een willekeurige groep jongeren met voorstellen en verlangens.
Helder moet zijn, wanneer de jongere (burger) in
welke hoedanigheid aan de beurt is:
De kaderstelling, keuzes maken, besluitvorming en
opdrachtgeving zal in vrijwel alle gevallen geschieden in het politieke domein
– let op bijzondere rol jongerenraad-.
De voorbereiding zal in veel gevallen geschieden
door een samenwerkingsverband ambtelijk apparaat – maatschappelijke
organisatie(s).
De uitvoering zal in vrijwel alle gevallen
geschieden door maatschappelijke organisaties.
In elk van deze drie terreinen is de vormgeving van
de participatie van jongeren van groot belang. Echter steeds toegespitst op het
specifieke terrein.
Het is noodzakelijk heldere doelen en producten per
project af te spreken, zodat afgerekend kan worden op resultaat en goede
monitoring kan worden opgezet.
Op een aantal deelterreinen zijn reeds aanzetten
tot monitoring ontwikkeld. Het ligt in het voornemen om in de loop van dit
traject te komen tot afstemming en de ontwikkeling van één jeugdmonitor.
Een open vraag is hoe de markt (ondernemers) meer
in het plaatje gehaald kunnen worden. Jongeren zijn immers een grote
consumentengroep, dus is de vraag gerechtvaardigd wat daar tegenover staat.
Om te komen tot een verdere integratieslag op het
beleidsterrein jongeren, zoals aangegeven in het College Programma, moet de
komende jaren worden gewerkt aan integratie op twee niveaus, te weten:
We kunnen dan aansluiten bij activiteiten –vaak nog
in ontwikkeling – welke nu reeds op de twee genoemde niveaus zijn/ worden
ontwikkeld. Het is dan wel noodzakelijk, dat we de relatie tussen het werken op
wijkniveau en het werken op stedelijk niveau, zowel voor de gemeente als voor
onze maatschappelijke partners helder definiëren (de scharnierpunten tussen de
wijk- en de stedelijke netwerken, hierover later meer).
Het netwerk op wijkniveau.
Delft werkt wijkgericht, dat betekent dat de
behoefte/vraag vanuit de bewoners, in dit geval jongeren en belanghebbende
volwassenen, vertrekpunt is bij het formuleren van het aanbod (door gemeenten
en haar partners). In het verduidelijken van die vraag ligt een cruciale rol
voor de wijkcoördinatoren, met op de achtergrond het wijkcoördinatieteam.
Op wijkniveau vinden op dit moment een drietal
belangrijke ontwikkelingen plaats op het gebied van jeugd- en jongerenbeleid,
te weten:
·
Realisatie buurthuizen en jongerencentra en het
zorgen voor een professionele bemensing op het gebied van tiener- en
jongerenwerk
·
De ontwikkeling van de Jeugd Gezonheids Centra in
de wijken
·
De uitrol van de Brede School in de wijken
Het aansluiten van betrokkenen bij deze
activiteiten aan de bestaande wijknetwerken levert een basis op voor integraal
jeugd- en jongerenbeleid op wijkniveau. Betrokkenen bij andere zaken
(structureel of incidenteel), zoals opgrading speelplekken, TOS,
sportactiviteiten, cultuuractiviteiten, etc. kunnen aan dit netwerk worden
opgehangen.
Bestaande planning genoemde activiteiten:
Wijk |
Locatie |
Buurthuis/jongerenacc. |
Jeugdgez.zorg |
Brede School |
Hof van Delft |
Westerkwartier |
2002 |
2005? |
2004 |
|
Kuyperwijk |
2005? |
? |
2004 |
Voorhof |
Poptahof |
2003 |
? |
Reeds bestaand |
|
Overig |
Reeds bestaand |
? |
Reeds bestaand |
Tanthof |
Buurthuis |
2004 |
? |
2003 |
|
Overig |
Reeds bestaand |
? |
2003 |
Vrijenban |
Bieslander |
2003 |
? |
2003 |
|
Overig |
Reeds bestaand |
? |
2003 |
Buitenhof |
|
Reeds bestaand |
2004 |
Reeds bestaand |
Wippolder |
Muyskenlaan |
2002 |
2003 |
2004 |
|
Overig |
Reeds bestaand |
2003 |
2004 |
Het netwerk op stedelijk niveau.
Vergelijkbaar met wijkniveau zal gewerkt moet
worden aan een netwerk op stedelijk niveau. Hier ligt als een eerste een
verantwoordelijkheid voor de regiegroep Delft sociaal beleid. Zij zal samen met
de maatschappelijke partners vorm moeten geven aan het stedelijk netwerk.
Onderdeel van het stedelijk netwerk zijn in ieder geval de volgende zaken:
Het programmateam als
schakelpunt.
In Ruimte voor jongeren II worden 4 gebieden
vastgesteld, te weten Vrijetijdsbesteding, Preventie en preventieve
hulpverlening, Wonen en inkomen, Bestuur en participatie. Wij stellen voor dit
terug te brengen tot drie gebieden, te weten Vrijetijdsbesteding in de breedste
zin (waarin onder andere de Brede School) , Preventie, Inkomen en Wonen en als
derde Bestuur en Participatie.
Het voorstel is voor de eerste twee gebieden een
regisseur aan te wijzen. De regisseurs vormen samen met de programmamanager, de
projectleider Brede School en de projectleider RMC het programmateam. Het gebied Bestuur en Participatie is
gezamenlijke verantwoordelijkheid van het programmateam.
De lijnorganisatie levert haar ‘producten’
rechtstreeks aan de netwerken of onderdelen daarvan. Het programmateam maakt
afspraken met de vakteamhoofden over de inzet van medewerkers/sters in het
kader van het programma.
Het programmateam zorgt voor de coördinatie,
afstemming, bewaking tijdigheid, monitoring, etc..
Op deze wijze ontstaat er de komende jaren een
logisch samenhangend geheel van wijkgericht werken, programma’s en
lijnorganisatie.
Overzicht programmateam, projectorganisatie en
activiteiten in de lijn.
Uit de stukken kon worden gehaald, welke
activiteiten zowel in projecten als in de lijnorganisatie vallen binnen het
programma (of kennisnetwerk). Daarnaast
is getracht een overzicht te geven van de externe partners. Nodig is echter –
wanneer dat nog niet gebeurd is – per project te omschrijven: doel, interne en
externe participanten, middelen, etc.. Onderstaande opsomming is niet
limitatief, maar kan steeds worden uitgebreid en aangevuld.
Vrijetijdsbesteding.
Regie: Arie Pieter Hoogendam, tevens
programmamanager.
Activiteiten in lijn en projecten:
|
Externe partners:
Interne partners:
|
Preventie, inkomen en wonen.
Regie: Rien Griep.
Activiteiten in lijn en projecten:
|
Externe partners:
Interne partners:
|
Bestuur en participatie.
Regie: de hierboven genoemde regisseurs
Activiteiten in lijn en projecten: ·
Monitoring ·
Voorlichting ·
Participatie |
Externe partners:
Interne partners:
|
Relatie tot andere programma’s.
De relatie tot de andere grote programma’s, te
weten:
zal in de komende periode verder
moeten worden uitgewerkt. D.w.z. dat de raakvlakken zullen worden gedefinieerd
en afspraken moeten worden gemaakt over de uitwerking van projecten of
activiteiten op deze raakvlakken (bv. Activiteiten voor AMA’s, relatie
preventie- en veiligheidsbeleid).
In de startnotitie Delft Sociaal
Beleid staat als doelstelling /missie: “mensen in de gelegenheid te stellen
voluit aan het maatschappelijk en (in brede zin) cultureel verkeer deel te
nemen en zich daar verder in te ontwikkelen.” In mijn visie zal de regiegroep
DSB zich verder moeten ontwikkelen als “brenger van samenhang tussen de ‘grote’
programma’s, te weten: integratie en activering, integraal veiligheidsbeleid en
integraal jongerenbeleid.
Intern.
Het programmateam vervult een wegwijzerfunctie
binnen de gemeentelijke organisatie. Alle documenten worden voor de medewerkers
beschikbaar gesteld via het intranet. Daarnaast wordt bezien of samen met het
programma “Integratie en activering” tot een informatiebulletin gekomen kan
worden.
Extern.
De eerste stap zal zijn dat deze notitie met onze
maatschappelijke partners besproken zal worden. Daarnaast zal participatie van
jongeren worden georganiseerd op het niveau van de wijk, de stad en zonodig per
project. De jongerensite op het internet zal daartoe worden benut.