De
gemeenteraad van Delft heeft in september 2002 een motie aangenomen om een
Stadsetiquette te ontwikkelen. Deze Stadsetiquette heeft als voorlopige
werktitel “Delftse Regels” en omvat
elementaire (gedrags)regels die alle inwoners kunnen begrijpen en
onderschrijven en waarop mensen elkaar ook kunnen aanspreken.
Het
initiatief om te komen tot “Delftse Regels” sluit aan bij het streven om de
leefbaarheid in de stad te vergroten en onveiligheidsgevoelens weg te nemen.
Het past naadloos in de uitwerking van het onderdeel veiligheid van het
EZH-project ‘Investeren in de wijken’. Dit ‘veiligheidsplan’ stelt onder meer
voor om waarden en normen uit te dragen die een positieve inslag hebben op de
woonomgeving. Het hiervoor gereserveerde budget (€ 45.378,01) kan daarom
(deels) worden gebruikt om de uitwerking van de “Delftse Regels” mogelijk te
maken. Dit projectvoorstel beschrijft
in hoofdlijnen hoe een Delftse Stadsetiquette vorm kan krijgen.
Het
doel van de “Delftse Regels” is aandacht te vestigen op de manier van omgaan
met elkaar. Concreet resultaat wordt een compacte lijst van gedragsregels of
omgangsnormen die bewoners zouden moeten (willen) hanteren bij hun dagelijkse
leven in de stad. Deze lijst komt tot stand met behulp van verschillende
onderzoeksmethoden.
Het
idee een Stadsetiquette te maken komt vooral voort uit het streven
onverschilligheid tegen te gaan. Normen en waarden zijn deels ‘vergeten’ en het
is ook al niet vanzelfsprekend dat bewoners elkaar corrigeren en aanspreken op
ongewenst gedrag.
Wanneer
men dat wel doet bestaat de kans op een agressieve reactie, waarbij zelfs
fysiek geweld wordt gebruikt. Het doel is om met “Delftse Regels” bewoners
ervan te doordringen dat bepaald gedrag onwenselijk is en dat het normaal is
dat je een ander erop aanspreekt als hij zich niet aan die normen houdt. Zó
wordt men bewust en verandert de houding. Kortom: een cultuurverandering van
onverschilligheid naar betrokkenheid.
De
opdracht is om een compacte lijst met gedragsregels te formuleren. De onderzoeksopzet is erop gericht om aan
deze opdracht te voldoen middels het starten van een brede maatschappelijke discussie en het destilleren van
regels die de Delftenaar belangrijk vindt. Nadat de “Delftse Regels” zijn
opgesteld, zal een voorstel worden geschreven waarin wordt aangegeven hoe de
gedragsregels structureel kunnen worden ingebed. De daadwerkelijke structurele
inbedding van de tien gedragregels in de Delftse samenleving valt buiten de scope
van dít project.
Daar
het begrip Stadsetiquette multi-interpretabel is, zal eerst duidelijk moeten
worden over welke onderwerpen we het hier hebben en wat de gedachten hierover
in Delft zijn. Het is de bedoeling dat Delftenaren met de gemeente bepalen uit
welke (gedrags)regels de Stadsetiquette komt te bestaan. Bewoners zullen op
basis van een brede discussie (enigszins) gestructureerd hun ideeën/wensen
duidelijk moeten kunnen maken. Uit de lijst waarop alle aangedragen ideeën/wensen/regels
staan zal door middel van prioritering een kortere lijst moeten worden
opgesteld. Dit houdt een aantal zaken in voor de keuze van een
onderzoeksmethode.
De methode van onderzoek
dient:
a) een
brede discussie mogelijk te maken,
b) interactief
van karakter te zijn (samen met de burgers) en
c) te
leiden tot een prioritering in de aangedragen gedragsregels.
Om te komen tot een
Stadsetiquette kunnen er 3 stappen worden onderscheiden:
Het project doorloopt een
aantal fasen waaraan de communicatie gekoppeld is. Er wordt in drie stappen
onderzoek gedaan en gecommuniceerd:
Parallel
aan de inventarisatie via het Delft Internet Panel zal met deskundigen een
visie over de “Delftse Regels” worden ontwikkeld, welke mede wordt gebaseerd op
ervaringen in andere steden. In het panel van deskundigen zitten
vertegenwoordigers van de politie, buurt- en jongerenwerk, wetenschappers en
ervaringsdeskundigen van o.a. SIRE en andere gemeenten.
Aan
het Delft Internet Panel (DIP) zal een longlist van circa 10 thema’s worden
voorgelegd, met daarbinnen enkele voorbeelden van gedragsregels. Gevraagd zal
worden welke van deze gedragsregels in het dagelijkse leven van de Delftenaar
een rol spelen. Daarnaast kunnen de deelnemers aan de inventarisatie zelf
regels aandragen binnen de thema’s. Via de portal en de gemeentesite zal
dezelfde (inventariserende) vragenlijst toegankelijk zijn voor alle
Delftenaren.
Om
de inventarisatie enigszins gestructureerd in te richten dienen er vooraf
relevante thema’s te worden benoemd. Dit kan op verschillende manieren.
Aangezien andere steden (onder meer Gouda en Rotterdam) ook al een
Stadsetiquette hebben, ligt het voor de hand de daar gehanteerde thema’s onder
de loep te nemen.
Als
start wordt een persbericht geschreven, waarin wordt aangekondigd dat via DIP
naar de mening wordt gevraagd over de belangrijkste thema’s rond
Stadsetiquette. Ook worden Delftenaren opgeroepen mee te doen aan de enquête
via de site en/of portal. Daarnaast zal een achtergrondartikel/interview worden
aangeboden aan de lokale pers (inclusief wijk- en buurtbladen), waarin de
verantwoordelijk wethouder zijn visie geeft over Stadsetiquette.
In het DIP hebben bewoners gereageerd op de
voorgelegde gedragsregels en zijn daarnaast nog zelf aangedragen gedragsregels
ingediend. Vervolgens wordt er een commissie extern belegd waarin de uitkomsten
worden bediscussieerd. Jongeren, migranten, gehandicapten, ouderen,
kerkgenootschappen, welzijnsorganisaties, wijk- en buurtcomité’s en andere
belangenorganisaties, maar ook raadsleden worden uitgenodigd voor de commissie
extern. De commissie extern adviseert welke gedragsregels in de uiteindelijke
lijst komen. De gemeenteraad stelt vervolgens de lijst vast.
5.2.1
Communicatie Prioritering
In
deze commissie extern worden de gedragsregels geprioriteerd, de uitkomsten
worden meegenomen naar fase drie (DIP) en middels een persbericht aangeboden
aan de lokale pers. Aan de
belangenorganisaties wordt de oproep gedaan met hun achterban in gesprek te
gaan over de Stadsetiquette. In de lokale media zullen interviews met
vertegenwoordigers van de belangenorganisaties verschijnen om zo de standpunten
van de betreffende organisaties te verduidelijken.
Aan
de hand van de lijst met regels die door de gemeenteraad is bepaald, zal een
brede meningspeiling worden uitgevoerd om tot gedragsregels voor de
Stadsetiquette te komen.
·
Door middel van een bijlage in de Stadskrant,
waarin de ‘lijst van de gemeenteraad’ wordt toegelicht en waarin lezers hun
voorkeur aan kunnen geven.
·
Door middel van een oproep op internet
(Delft-portal en de gemeentesite) waarin wordt doorgelinkt naar een
internetvragenlijst waarin de voorkeur kan worden aangegeven.
·
Het DIP zal ook worden benaderd voor het invullen
van deze vragenlijst.
5.3.1 Communicatie Fase Meningspeiling
In een persbericht wordt de ‘lijst van de
gemeenteraad’ bekend gemaakt. Aangekondigd wordt dat men weer via DIP en de
site/portal kan reageren. Daarnaast wordt in de Stadskrant een special gemaakt.
De media participeren in deze fase. In lokale media
(met de DC, DP, DopZ en Stadsradio zijn al principeafspraken hierover gemaakt)
start een brede discussie over Stadsetiquette. De lokale media zullen inhaken
op de discussies die in de stad worden gevoerd en ook zelf acties ondernemen om
discussie binnen hun doelgroep te starten. Daarnaast maken bekende en
onbekende Delftenaren hun visie over Stadsetiquette bekend via interviews.
5.4
Communicatie gedragsregels
(valt buiten de scope van dit project)
Wanneer de uiteindelijke keuze is bepaald, en de
gedragsregels zijn opgesteld wordt dit project afgerond met een rapportage.
Hierin worden aanbevelingen gedaan hoe de Stadsetiquette kan worden ingebed in Delft.
In een vervolgproject, waarvoor nog geen financiële
middelen beschikbaar zijn gesteld,
worden uitvoeringsplannen gemaakt om de gedragsregels voor een langere
periode (ten minste 1 jaar) onder de aandacht te houden. Bovendien gaat het
plan in op activiteiten die nodig zijn om Delftenaren aan te moedigen om zelf
een vervolg te geven aan de Stadsetiquette in de eigen buurt of straat.
In deze fase wordt
aangehaakt aan de eerder gevoerde discussies, maar de focus komt te liggen op
de concrete uitvoering van de regels, zodat het bewustzijn en houding van de
Delftse bevolking ook inderdaad veranderen en onverschilligheid wordt
tegengegaan.
Fase start gereed
Fase 1 : mei juni
Fase 2 : juli juli
Fase 3 : augustus / september oktober
7. Organisatie
Projectleiding : Sandor Noordam (communicatie)
Onderzoek : Liesbeth Veenstra (onderzoek &
statistiek)
Voor
het onderzoek om te komen tot de gedragsregels geldt dat het uitbestede werk
volledig wordt doorberekend.
Onderzoek
(budget Waarden en Normen in de Wijk)
Inventarisatie € 8.870,- € 8.870,-
Communicatie (budget Stadspromotie)
Bijlage
Stadskrant € 3.000,- € 3.000,- +
Totaal € 11.870,-