Nota task-force voor B&Wept

 

 

Interventie in groepen

 

Het beeld

 

Elke stad kent het fenomeen van rondhangende groepen jongeren. Dat zal in veel gevallen voor de jongeren plezierig zijn, soms ook voor de wijkbewoners, maar in een aantal gevallen zal er sprake zijn van overlast.

Delft vormt hierop geen uitzondering.

In de wijkveiligheidsscan Jeugd Delft, april 2002, onderscheidt de politie drie categorieën jongerengroepen, te weten:

·         Hinderlijk: de groep hangt wat rond in de buurt, is af en toe luidruchtig aanwezig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving. Soms loopt het wel eens uit de hand en zijn er kleine schermutselingen maar dat is snel in de kiem gesmoord en vaak ook meer toeval dan gepland. Ook maken ze zich wel eens incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig is’ en aangesproken kan worden op hun gedrag.

·         Overlastgevend: de groep is wat nadrukkelijker aanwezig. Ze kunnen af en toe provocerend optreden., vallen omstanders wel eens lastig (uitschelden of zelfs intimideren), vernielen regelmatig allerlei zaken en laten zich veel minder gelegen liggen aan andere mensen. Ze zijn ook minder goed te corrigeren. Ook de lichtere vormen van criminaliteit waaraan ze zich aan schuldig maken wordt doelbewuster gepleegd en ze zijn ook meer bezig om te zorgen dat ze niet gepakt worden.

·         Crimineel: de groep bestaat (in ieder geval gedeeltelijk) uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad geraken. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen voor het financiële gewin (ze verdienen er geld mee). De feiten zijn ook ernstiger. Ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld.

 

Volgens dezelfde scan kent Delft 38 groepen, waarvan 30 in de categorie hinderlijk, 6 in de categorie overlast en 2 in de categorie crimineel (in de leeftijdsgroep 12 – 24 jaar).

 

Verslavingszorg

 

In alle groepen kan verslaving een bijkomende problematiek zijn. We moeten dan denken aan het brede scala van de verslavingsproblematiek van roken, alcoholconsumptie, gokken, mobilebellen tot soft- en harddruggebruik.

Vanuit het uitgangspunt dat regelhandhaving (inclusief interventies gericht op groepen jongeren) en preventie onlosmakelijk met elkaar verbonden dienen te zijn, ontbreekt het element verslavingspreventie veelal. Te denken valt aan de volgende terreinen, waarop preventieve aandacht nodig is:

-  Het horecabeleid

-  Het organiseren van evenementen

-  Het organiseren van scholierenfeesten binnen en buiten de school

-  Het opstellen en handhaven van huisregels m.b.t. genotmiddelen gebruik  (o.a. horeca, scholen, jongerencentra, sportkantines)

-  Preventiebeleid in coffeeshops

Het gaat hierbij o.a. om huisregelbeleid, signalering van problematiek en daadwerkelijke interventie of verwijzing. Voor verdere achtergronden, zie nota verslavingszorg 2003 – 2007.

 

 

De aanpak

 

Delft kent inmiddels een zorgloket voor jongeren, RMC sluitende aanpak, aan de opzet van de jeugdgezondheidscentra per wijk wordt gewerkt en een preventiebeleid met een accent op allochtone jongeren. Alle gericht op de aanpak van de problematiek van individuele jongeren. Op het gebied van de verslavingszorg wordt gewerkt aan een integrale en preventieve aanpak, waarin o.a. Parnassia een belangrijke speler is, zie nota verslavingszorg 2003 – 2007. Daarnaast wordt hard gewerkt aan de opbouw van een verantwoord pakket activiteiten voor tieners en jongeren in buurthuizen en jongerencentra samen met de BWD.

 

 

Formeren van een task-force

 

Om ook daadwerkelijk iets te kunnen doen met de problematische groepen lijkt het zinvol te komen tot het formeren van een task-force. Deze task-force zal moeten bestaan uit een politiefunctionaris, een ambulant jongerenwerker en een uitvoerend specialist op het gebied van de verslavingszorg (Parnassia).

Het team krijgt als taak:

·         Actualisering van de huidige problematische groepen in Delft (aard van de groep, verslavingsproblematiek, omvang, etc.)

·         Adviseren op het gebied van het ontwikkelen van een preventiebeleid m.b.t. de verslavingsproblematiek

·         Prioritering, met welke groep(en) starten we

·         Daadwerkelijke interventie in groepen

·         Doorverwijzing naar de individuele hulpverlening (Jeugdgezondheidscentra, zorgloket VO, RMC, instellingen voor verslavingszorg, etc.)

·         Doorverwijzing naar groepsactiviteiten in buurthuizen, jongerencentra, etc.

Het optreden van de task-force wordt afgestemd met de professionals in de wijken, zoals de wijkagent,de jongerenwerker, e.a..

 

Sturing

 

De aansturing van de task-force zal gebeuren door een opdrachtgever namens de expertgroep. In de expertgroep zijn vertegenwoordigd:

 

De taken van de expertgroep zijn:

De expertgroep komt 3 tot 4 keer per jaar bijeen.

 

 

Start van het project

 

De partners bij de start van het project zijn de politie, de BWD, Parnassia en de vakteams welzijn en beleid en projecten van de gemeente. Zij zullen op korte termijn moeten starten met het daadwerkelijke formeren van de task-force en het informeren van de organisaties in het opvang circuit.

 

Financiën

 

De task-force wordt gefinancierd binnen de formatie van de betrokken organisaties. De politie stelt (parttime) 3 jeugdrechercheurs voor de project ter beschikking. De BWD heeft vanuit de intensiveringsbijdrage “Veiligheid en jongeren” project overlastmelding € 100.020 beschikbaar voor het aanstellen van een ambulant jongerenwerker voor de periode heden tot 1 januari 2005. Het overleg met Parnassia over de beschikbaar te stellen capaciteit moet nog worden gevoerd.

 

 

Voorstel

 

Wij stellen voor: