Geacht college,

 

De gemeente heeft in de beschikking 2003 en de daar aan gekoppelde uitvoeringsovereenkomst met Octopus afspraken gemaakt over het aantal en soort in te kopen kindplaatsen. Voor 2003 zijn dit aanzienlijk minder kindplaatsen dan in 2002. De veronderstelling was dat dit haalbaar zou zijn, omdat de toelatingscriteria om in aanmerking te komen voor een subsidieplaats al in 1999 zijn aangescherpt, in het licht van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang, en de effecten daarvan nu merkbaar zouden moeten zijn. Immers de gemeente zou onder de invoering van de WBK alleen verantwoordelijk zijn voor de doelgroepkinderen.[1]

 

De redenen waarom de instroom van mensen die in aanmerking komen voor een subsidieplaats niet afneemt zijn:

·         dat werkgevers nog niet altijd een regeling kinderopvang voor hun personeel hebben (landelijk ligt het percentage op 70 %),

·         het uitstel tot twee keer van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang

·         de speciale doelgroepen door een actief activerings- en inburgeringsbeleid meer en meer een beroep doen en moeten doen op kinderopvang.

 

Om aan de behoefte/vraag te voldoen wordt voorgesteld om 30 kindplaatsen hele dagopvang en 5 kindplaatsen halve dagopvang bij te kopen. In ieder geval om de huidige ouders te verzekeren van continuering van hun plek en daarnaast ook de wachtlijstouders op basis van een activerings- en inburgeringstraject een kans te bieden op een plek. De kosten voor 2003 verhogen hiermee incidenteel, die gedekt zullen worden uit het Kinderfonds.

Tegelijkertijd wordt voorgesteld om per 15 september a.s. de instroom voor de subsidieplaatsen te beperken tot de speciale doelgroepen in het kader van het activerings- en inburgeringsbeleid en met een sociaal-medische indicatie. Op deze manier wordt voorkomen dat de gemeente plaatsen van niet-doelgroepouders financiert en bij de inwerkingtreding van de WBK (het nieuwe kabinet heeft in haar regeringsverklaring uitgesproken per 1-1-2005 de WBK in te voeren) invoeringsproblemen ontstaan.

 

De gemaakte afspraken met Octopus, geschetst in het perspectief van de voorgaande jaren, moeten dan als volgt aangepast worden:

 

 

2001

2002

2003

 

 

Oorspronkelijk

Bijstelling

Oorspronkelijk

Voorstel bijstelling

Hele dagopvang

145

156

102.5

80

110

Halve dagopvang

15

11

13

9

14

Buitenschoolse opvang

80

80

75

72

72

 

 

Vakteam Welzijn

Theresia Kanij

03.06.2003



[1] In 1999 is vastgesteld dat er 5 categorieën mensen in aanmerking zouden komen voor een subsidieplaats, t.w.: 1. Delftenaren, 2. Mensen die een inburgerings- of activeringstraject volgen, 3. Mensen met een baan zonder kinderopvangregeling in de CAO, 4. Mensen die vrijwilligerswerk doen op basis van een contract en 5. Mensen met een sociaal-medische indicatie