Stuk
70 I Delft,
10 juni 2003.
03/004768
Onderwerp:
Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010 en Plan van Aanpak
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
1. Inleiding
Voor de uitvoering
van het meerjarenprogramma Wijkeconomie
- eind oktober 2001 vastgesteld door de gemeenteraad bestaat - zijn er
drie uitvoeringstrajecten vastgesteld:
·
de
buurtwinkelcentra;
·
het
stimuleren van werken-aan-huis/nieuwe economie;
·
het
bevorderen van kleinschalige bedrijvigheid in de wijken.
Het uitvoeringstraject
buurtwinkelcentra is nu als eerste gereed. De overige twee uitvoeringstrajecten
- nieuwe economie/werken-aan-huis
en kleinschalige bedrijvigheid in de wijken
- presenteren we eind 2003 aan
de gemeenteraad. Het nieuwe beleidsterrein Wijkeconomie kan dan vervolgens met
de overige relevante beleidsprogramma’s van de gemeente worden opgenomen in het
Delfts Ontwikkelingsprogramma 2005-2015 en de meerjarenraming MR - ISV 2005 -
2010.
Buurtwinkelcentra kunnen een
belangrijke rol spelen bij het creëren van een duidelijk ‘hart’ voor de buurt.
Uitvoering van de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010 heeft een
toegevoegde waarde voor de Wijkaanpak en de te ontwikkelen Wijkprogramma’s.
De Ontwikkelingsvisie geeft voor elk winkelcentrum een sterkte zwakte analyse
en concrete aanbevelingen voor verbetering.
Voorop staat dat er een commercieel draagvlak moet zijn. Is dit het geval en de
betrokken ondernemers willen actief meewerken dan is er een basis om te werken
aan de voorgestelde maatregelen. Deze maatregelen variëren van heel licht
(meewerken aan uitbreidingsplannen) tot vrij ingrijpend (vernieuwing van een
buurtwinkelcentrum; aanpassing van verkeer – of parkeersituatie). De opzet is
om sober te werken en de investeringen vooral te richten op het wegnemen van
knelpunten.
Kenmerkend voor de
Wijkaanpak en de Wijkeconomie zijn de vele hierbij betrokken partijen en
disciplines. Op de startbijeenkomst Wijkeconomie in mei 2001 met ruim 100
deelnemers (waaronder vele raadsleden) werd het belang om te investeren in
draagvlak met nadruk aan de orde gesteld.
Ook het Kennisatelier
Wijkeconomie op 26 september 2002 - georganiseerd in Delft met Prof. Pieter
Tops van het Kenniscentrum Grote Steden - met 70 deelnemers uit heel Nederland
leverde waardevolle informatie en contacten op voor het verder uit te werken
Wijkeconomie beleid.
Dit raadsvoorstel
betreft uitsluitend de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010, het
Plan van Aanpak en een globale raming van de benodigde middelen.
In gesprekken met de
ondernemers is steeds benadrukt dat de gemeente voornamelijk een
voorwaardenscheppende rol vervult. Het initiatief ligt veelal bij de
ondernemers en de
winkeliersverenigingen. De gemeente behoudt een eigen verantwoordelijkheid
voor het openbaar gebied, verkeerszaken, veiligheid en de stedelijke
infrastructuur.
De gemeente (o.a. via
het Service Centrum Bedrijven en CKE) en de Kamer van Koophandel ondersteunen
waar mogelijk de winkeliersverenigingen bij hun activiteiten en nemen indien
gewenst deel aan de vergaderingen. Een paar praktische zaken zijn inmiddels in
gang gezet.
· De ondernemers van de buurtwinkelcentra
Vrijheidslaan, Verdiplein en Ternatestraat hebben hun buurtwinkelvereniging
(weer) opgericht.
· Er zijn gesprekken geweest met TPG Post
over de dreigende verdwijning van postkantoren/agentschappen in Delft. Hierbij
bleek dat het huidige aantal vestigingen gehandhaafd blijft, maar dat het type
agentschappen wel zal veranderen. Afgesproken is dat TPG en gemeente elkaar op
de hoogte houden en betrekken bij dit veranderingsproces.
· Vestia betrekt de ondernemers tijdig bij
de planontwikkeling voor het gebied de Lindelaan.
In deze nota zijn
voorstellen uitgewerkt m.b.t. de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 –
2010, de aanpak, de organisatie en de raming/financiering van de
benodigde middelen.
2. Wijkeconomie en
Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra op de website
De nota’s Ontwikkelingsvisie
en Inventarisatie Beoordeling Buurtwinkelcentra staan op de website van
de gemeente (www.gemeentedelft.info) onder Actuele dossiers/ Wijkeconomie. Hier
vindt u gedetailleerde informatie over de buurtwinkelcentra en de
detailhandelsstructuur van Delft. Op deze manier is alle informatie
toegankelijk en beschikbaar voor o.a. de 160 buurtwinkeliers,
buurtwinkelcentra, bewoners, marktpartijen, woningbouwcorporaties, de
ouderenbonden, de OFD, de Kamer van Koophandel, de gemeenteraad en het
gemeentelijk apparaat.
3.Ontwikkelingsvisie
Buurtwinkelcentra 2002 – 2010: gevolgde aanpak
De
Ontwikkelingsvisie is in opdracht van de gemeente door WPM Consultants uit Den
Bosch uitgewerkt. Het merendeel van de aanbevelingen van WPM zijn door ons
overgenomen. Dat is gebeurd op basis van gesprekken met buurtwinkeliers, de
Kamer van Koophandel, de OFD, de Ouderenbond en de informatie uit verschillende
bijeenkomsten.
Vanaf
het begin zijn Kamer van Koophandel, OFD, Ouderenbond, buurtwinkeliers en
vakteams van de gemeente betrokken bij de opzet en uitvoering van de
Ontwikkelingsvisie.
· Mei 2002 geeft gemeente WPM
Consultants opdracht voor de Ontwikkelingsvisie
· Op 23 mei j.l. organiseert
de Kamer met de gemeente een startbijeenkomst voor de buurtwinkelcentra.
· September 2002 verschijnt het rapport Buurtwinkelcentra
2002 – 2010; Ontwikkelingsvisie en Plan van Aanpak. .
· Oktober bespreekt wethouder Baljé het
rapport met alle individuele buurtwinkelcentra.
· De Ontwikkelingsvisie en het voorlopig
standpunt van het college wordt op 27 november 2002 op een bijeenkomst bij de
Kamer van Koophandel gepresenteerd en besproken. Voor deze bijeenkomst zijn
alle Delftse buurtwinkelondernemers,
woningbouw- corporaties en belangenorganisaties zoals OFD, Kamer van Kophandel
en Ouderenbonden uitgenodigd.
· Op de bijeenkomst van 27
november blijkt dat de Ontwikkelingsvisie met de kanttekeningen van het college
op een breed draagvlak kunnen rekenen.
De
eerste stap: een Ontwikkelingsvisie met een breed draagvlak is hiermee
gerealiseerd.
4.
De Ontwikkelingsvisie van WPM
4.1.
Integratiemogelijkheden van buurtwinkels en overige voorzieningen in de wijken
Naast
winkels bestaan er op buurtniveau nog tal van voorzieningen van
niet-commerciële en semi-commerciële aard, die een bijdrage leveren aan het
voorzieningenniveau, het functioneren en de leefbaarheid van de diverse
buurten. Belangrijk onderdeel van de
stedelijke vernieuwing in de Nederlandse wijken is het creëren van een
duidelijk ‘hart’ voor de buurt, door alle wijkvoorzieningen te concentreren.
In
Delft zijn reeds enkele belangrijke plannen in een uitvoerend stadium; in
Tanthof wordt aan de Sandinoweg een buurtcentrum, uitbreiding
gezondheidscentrum en fitness-centrum gerealiseerd, in Poptahof komt een groot
buurthuis met tal van functies.
Indien
sprake is van moeilijk verhuurbare ruimten of ongewenste ontwikkelingen in de
branchering (te sterke toename horeca), biedt een invulling met op de
buurtgerichte functies (kinderopvang, medische functies, gemeente info punten,
etc.) een goed alternatief. Als sprake is van een integrale herontwikkeling zal
in het vaststellen van het programma eveneens een inventarisatieronde plaats
moeten vinden onder op de buurtgerichte functies. De ervaring leert dat een
dergelijke clustering een positief effect heeft op de kwaliteit en het functioneren
van een centrumgebied. Vanwege de lagere draagkracht huren (betaalbaar
huurniveau) fungeren deze functies zelden als kostendrager in een mogelijke
herontwikkeling. Voorbeelden van reeds in gang gezette ontwikkelingen die een
toegevoegde waarde kunnen leveren voor de diverse buurtwinkelcentra zijn:
3.2.
Aanbevelingen van WPM
Op
basis van de functie voor de buurt, economisch perspectief, haalbaarheid/effect
en noodzaak - maar ook op basis van getoonde initiatieven van marktpartijen - zijn
volgens WPM de volgende activiteiten gewenst.
Tabel
5.4: acties met hoge prioriteit volgens WPM
Gebied |
Doelstelling |
Eerste deelresultaat/activiteit |
Verdiplein |
|
|
Nassaulaan |
|
|
Hof
van Delft |
|
|
Bikoplein |
|
|
V.
Lodensteijnstr. Vrijenban |
|
|
Multatuliweg |
|
|
Laan
van Altena |
|
|
Voor
een aantal winkelgebieden spelen ontwikkelingen die voor de wat langere termijn
actueel zijn, maar waar nu reeds – vaak in de sfeer van onderzoek – aandacht
voor wordt gevraagd.
Tabel
4.5: Acties met lagere prioriteit volgens WPM
Gebied |
Aandachtspunten |
Dasstraat |
|
Wippolder |
|
Lindelaan |
|
Ternatestraat, |
|
v.
Lodensteynstr, Vrijenban |
|
Van
Foreestweg |
|
H.
de Grootstraat |
|
Krakeelpolderweg |
|
Vrijheidslaan |
|
Multatuliweg |
|
Van
de centra waar een actief beleid wordt voorgestaan is in een enkel geval een
ingrijpende ontwikkeling wenselijk, zoals het Verdiplein. Bij anderen volstaat
het verlenen van medewerking aan lopende initiatieven. Afhankelijk van de
gemeentelijke capaciteit is het uiteraard wenselijk om binnen afzienbare tijd
ook de aangegeven ontwikkelingsrichtingen van alle winkelcentra nader uit te
werken.
Tabel
5.1 Positionering buurtwinkelcentra
Delft volgens WPM
Positionering |
Centra: |
Buurtwinkelcentra |
|
Buurtsteunpunten
of solitaire supermarkt |
|
Voorzieningenstrip |
|
Afbouw
winkelfunctie |
|
3.3.
Ontwikkelingsrichtingen per buurtwinkelcentra
Binnen
de geïsoleerd gelegen buurt Tanthof Oost vervult de Dasstraat een belangrijke
buurtfunctie. Het draagvlak is groot genoeg voor het functioneren van een
buurtwinkelcentrum. Het grootste probleem vormt het bereikbaarheidsprofiel;
hoewel de situatie recentelijk is verbeterd, is het centrum slecht te bereiken.
Indien de situatie onveranderd blijft, zal de supermarkt z’n functie wel kunnen
vervullen; het risico zit in de overige dagelijkse branches, zoals de
versspeciaalzaken.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
|
Standpunt
college: akkoord met advies, nagaan wat de mogelijkheden zijn om
het bereikbaarheidsprofiel te verbeteren. Met de recent opgericht
winkeliersvereniging een verbeterplan uitwerken
Bikoplein
Heeft
een gezond economisch perspectief en vervult eveneens een belangrijke functie
voor de buurt. De problematiek betreft de stedebouwkundige infrastructuur, die
zich moeilijk laat wijzigen. Met een adequaat plan voor de openbare omgeving
(parkeren, zichtbaarheid winkelcentrum)
kan dit centrum evenwel zijn functie als buurtwinkelcentrum behouden.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting
|
|
|
Standpunt
college:
akkoord met advies; na overleg met winkeliersvereniging uitbreiding van m²
winkelvloeroppervlak food indien nodig
ondersteunen bijvoorbeeld met een functiewijziging in het bestemmingsplan.
Vrijheidslaan
De Vrijheidslaan presteert buiten verwachting
goed door de combinatie van een goede bereikbaarheid en redelijke
parkeermogelijkheden heeft de supermarkt een buurtoverstijgende functie.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
|
Standpunt
college: akkoord met advies. Er is een actieve winkeliersvereniging
met ambities Indelen bij acties met hoge prioriteit.
Het
Verdiplein beschikt, ondanks de ligging nabij In de Hoven, over een redelijk
gezond marktgebied, mede door de
geplande nieuwbouw. In deze wijk (sterke vertegenwoordiging lagere
inkomensklassen) heeft het buurtwinkelcentrum een sterk sociale functie. Voor
behoud van deze functie is een integrale versterking van het winkelcentrum zeer
op z’n plaats. Ook hier geldt dat het achterwege blijven van ingrepen kan
leiden tot een terugval van de functie tot buurtsteunpunt.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
Standpunt
college: akkoord met behouden winkelfunctie, tzt bezien of en hoe
nieuwbouw van het winkelcentrum geïntegreerd kan worden in de aanleg van de
woon/zorg boulevard en de nieuwbouw van de Reinier de Graaf Groep.
Deze
winkelcluster wordt sterk doelgericht bezocht en biedt geen volledig aanbod in
de dagelijkse sfeer. De functie voor de buurt is derhalve beperkt. De perspectieven
van deze cluster hangen nauw samen met de aanwezigheid van de Lidl. Zonder deze
vestiging zal dit centrum z’n detailhandelsfunctie op termijn verliezen.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
Standpunt
college: alleen acties wanneer Lidl structureel een bijdrage levert om de
overlast te beperken.
Voor
de vergeten boodschap vervult deze strip een functie voor de direct omliggende
buurt, het verzorgingsbereik is echter gering (onder de rook van In de Hoven).
De ligging aan de verkeersader zal dit centrum blijvend perspectieven bieden
aan commerciële voorzieningen. Hiervoor zijn geen sterk fysieke ingrepen
noodzakelijk.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
Standpunt college: akkoord met advies, acties met lage prioriteit.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
Standpunt college: akkoord met advies, acties met lage
prioriteit
Hof van Delftlaan
De
omgeving versterkt zich en zal de mogelijkheden van dit centrum verder
verkleinen. Binnen het specifieke stedelijke milieu zijn winkels echter in
staat een redelijke binding te realiseren, getuige het functioneren van de
Volumemarkt. Als voorzieningenlocatie blijft Hof van Delft perspectieven bieden,
voor verswinkels zijn de perspectieven niet gunstig. Meewerken aan initiatieven
van de supermarktorganisatie en doorvoering van de verbeteringsplannen met
betrekking tot het parkeren verzekert de buurt van behoud van dagelijks aanbod
op korte afstand.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
Standpunt college:
akkoord met advies.
Van Foreestweg
Door de ligging en de toekomstige omvang van de wijk vervult dit centrum
een sterke buurtfunctie met gunstige perspectieven. De mogelijkheden om de
fysieke structuur te verbeteren zijn echter gering. Zonder ingrepen zal dit
centrum vanwege het draagvlak overigens op een redelijk niveau kunnen blijven
functioneren.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
|
Standpunt
college: akkoord met advies.
Deze
supermarkt heeft na uitvoering van de plannen een goed vooruitzicht en zal
klanten blijven trekken vanuit de buurt maar ook van ver daarbuiten.
Door
verplaatsing en vergroting van de vestiging zal Albert Heijn prima blijven
functioneren door de situering. Aan de
andere kant vormt de vergroting van de Albert Heijn een bedreiging van de
nabijgelegen buurtwinkelcentra van Foreestweg en Hof van Delftlaan. De
trekkracht van deze (supermarkt)formules zijn kleiner en dit beperkt zeer sterk
de distributieve mogelijkheden van deze centra,.
Standpunt
college: doorgaan met uitvoering van de plannen.
Ondanks het belang van behoud van een dagelijks aanbod in deze geïsoleerd gelegen buurt, biedt de ruimtelijke setting hiervoor te geringe perspectieven. Op termijn zouden de mogelijkheden kunnen worden onderzocht voor vestiging van een solitaire buurtsuper op een meer strategische locatie.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting volgens WPM
|
|
|
Standpunt
college: eerst met ondernemers onderzoeken of er andere haalbare
ontwikkelingsmogelijkheden zijn, de verbetering van de ontsluiting met
aangrenzend Rijswijks grondgebied hierbij betrekken; actie met hoge prioriteit.
Het
bieden van buurtvoorzieningen in deze buurten is zeer lastig; het draagvlak is
gering, de concurrentie nabij en sterk.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting Lindelaan volgens WPM
|
Standpunt
college: uit de gesprekken blijkt dat de winkeliers als het even kan toch door
willen gaan. Met Vestia zijn inmiddels afspraken gemaakt dat Vestia de
ondernemers zal informeren en betrekken bij de plannen voor de herontwikkeling
van het gebied.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting Van Lodensteynstraat volgens WPM
|
|
Standpunt
college: plannen van Delftwonen voor een buurtsupermarkt binnen de ruimtelijke
mogelijkheden ondersteunen.
Nassaulaan
De
perspectieven in de sterk groeiende wijk Wippolder voor een buurtwinkelcentrum
zijn gunstig. Vanuit de buurt (Internetpanel, Wijkmarkt Wippolder 2002) bestaat
behoefte aan een dagelijkse winkelvoorziening in de vorm van een buurtsuper.
Hoofdpunten ontwikkelingsrichting
|
|
|
|
Standpunt
college: supermarkt Nassaulaan
uitbreiden tot 700 – 800 m² vvo. De nieuwe winkelvoorzieningen in het
Zuidpoort gebied bieden voldoende soelaas voor het gewenste
voorzieningenniveau.
4.
Uitvoeringsplan
Over
het uitvoeringsplan en de benodigde capaciteit is er met de betrokken vakteams
overlegd. In de werkplannen van de vakteams RO en Mobiliteit is capaciteit
ingepland voor het begeleiden van externe adviseurs.
Gezien
het grote aantal onzekere factoren volstaan we met een indicatieve planning tot
en met 2006. De voortgang en tempo van uitvoering is afhankelijk van de
ondernemers, bereidheid van eigenaren van winkelpanden om mee te werken, de
werkcapaciteit bij de gemeente en de beschikbare middelen.
Eind
2004 rapporteren wij over de voortgang en een nieuwe meerjarenplanning.
4.1. De
subsidieregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing (SBS)
De subsidieregeling SBS
dateert van 1981. De laatste bijstelling van de subsidieregeling vond plaats in
1992. De regeling is momenteel alleen van toepassing op de oude binnenstad.
Daarvoor in aanmerking komende bedrijven kunnen een aanvraag indienen voor een
geldelijke bijdrage van de gemeente van 30% in de subsidiabele kosten voor
verbouwingen of verplaatsingen met een maximum per aanvraag van € 35.000.
De subsidieregeling SBS is
een belangrijk instrument om de Ontwikkelingsvisie en de aanbevolen
ontwikkelingsrichtingen voor de buurtwinkelcentra te realiseren.
Voor de toepassing van de
subsidieregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing voor de buurtwinkelcentra en het aanpassen van de
regeling wordt door de vakteams CKE,
BTM en Projecten een apart raadsvoorstel uitgewerkt voor de onderstaande zaken.
a.
De
subsidieregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing in 2003 aanscherpen, zodat
o.a. landelijke filiaalbedrijven geen beroep op de regeling kunnen doen.
b.
Aanwijzen
van de winkelgebieden Verdiplein, Ternatestraat en Vrijheidslaan voor toepassing van de subsidieregeling
Steun Bedrijven Stadsvernieuwing per 1 januari 2004 voor een periode van 5
jaar.
c.
Aanwijzen
van de winkelgebieden Multatuliweg en Hof van Delft voor toepassing van de subsidieregeling Steun Bedrijven
Stadsvernieuwing per 1 januari 2005
voor een periode van 5 jaar.
d.
Aanwijzen
van de winkelgebieden Dashof en Bikoplein voor toepassing van de
subsidieregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing per 1 januari 2006 voor een
periode van 5 jaar.
Aanvangsjaar |
SBS
gebieden |
|
|
2004 |
Verdiplein |
Vrijheidslaan |
Ternatestraat |
2005 |
Multatuliweg |
Hof
van Delft |
|
2006 |
Dashof |
Bikoplein |
|
Om
de benodigde menskracht en middelen enigszins te spreiden is de aanwijzing van
winkelgebieden voor toepassing van de subsidieregeling Steun Bedrijven
Stadsvernieuwing (SBS) verdeeld over de jaren 2004, 2005 en 2006. In 2005
worden de overige winkel -gebieden aangewezen.
Door het aanwijzen van
nieuwe SBS - gebieden kunnen meer ondernemingen een beroep doen op de
subsidieregeling. Vanaf 2004 is ca. gemiddeld € 100.000 per jaar extra nodig voor de
subsidieregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing. Het jaarbudget gaat dan van
€ 204.000 naar € 304.000 per jaar.
In 2003 met de
winkeliersverenigingen en winkels van de Krakeelpolderweg, Van Foreestweg, Hof
van Delftlaan, Lindelaan, Multatuliweg en Hugo de Grootstraat nagaan welke
knelpunten op korte termijn kunnen worden aangepakt.
4.3. Verkeer- en
parkeerplannen
In 2003/2004 voor
Verdiplein, Nassaulaan, Hof van Delft, Bikoplein, Multatuliweg, Dasstraat en
Ternatestraat.
4.4. Stedebouwkundige schetsen en bestemmingsplannen.
Stedebouwkundige schetsen in
2003 voor Van Foreestweg, Vrijheidslaan, Verdiplein, Bikoplein en Dasstraat en
in 2004 bestemmingsplannen aanpassen i.v.m. gewenste functiewijzigingen of het
maken van ontwikkelingsplannen voor deelgebieden.
4.5. Acties en maatregelen
om buurtwinkelcentra Schoon, Heel en Veilig te maken.
Streven om per
buurtwinkelcentrum een overeenkomst te sluiten conform de wensen van winkeliers
en buurtwinkelcentra naar het voorbeeld van bijvoorbeeld de Beestenmarkt.
De nieuwe aanpak met
wijkteams en wijkagenten die in april a.s. van start gaat biedt de mogelijkheid
op basis van ervaringen en direct overleg met betrokkenen gerichte
(preventieve) maatregelen te treffen. De politie wordt direct betrokken bij de
concrete planvorming, zodat ten volle geprofiteerd kan worden van de praktijk
kennis en ervaring.
Een continu aandachtspunt.
Actuele overzichten over de ontwikkelingen in de wijk op de korte en de lange
termijn op het gebied van huisvesting, leegstand, vertrek en komst van
bedrijven/instellingen en initiatieven zijn nodig om tijdig (combinatie) kansen
te kunnen onderkennen. In het kader van de Wijkaanpak en de Wijkeconomie wordt
dit punt opgepakt.
5.
Organisatie
De
rode draad bij alle maatregelen is het in stand houden van de vitaliteit van de
Delftse buurtwinkelcentra. Soms zijn deze redelijk eenvoudig van aard, maar in
een aantal gevallen gaat het om meer ingrijpende zaken. De volgende zaken zijn
o.a. van belang:
·
heldere en gedragen visie - begrijpbaar en
overdraagbaar;
·
honoreren marktinitiatieven – erop inspelen en
contact houden met ondernemers;
·
prioriteiten stellen en fasering - inzet van
middelen waar dit effectief is;
·
communicatie en voorlichting – duidelijkheid
scheppen over de aanpak naar burgers en ondernemers;
·
samenwerking en draagvlak – intern binnen gemeente
en bij marktpartijen;
·
organisatie - heldere organisatie - en
projectstructuur en projectleiding;
·
middelen – in de vorm van subsidiegelden, ruimte
voor overleg met belanghebbenden, procesmanagement, mogelijkheden uitvoering
deelonderzoeken.
Het meerjarenprogramma
Wijkeconomie en de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010
hebben te maken met vele partijen, disciplines en verschillende belangen. De
vele uitvoeringstrajecten, de informatievoorziening daarover en de informatie
over de plannen van de gemeente en marktpartijen naar alle betrokken interne -
en externe partijen tijdig communiceren is een hele klus. Hieronder staat in
kort bestek de uitvoeringsorganisatie voor de Wijkeconomie in kort bestek
beschreven die deze klus moet klaren. Samenwerking en de bereidheid op een open
manier informatie uit te wisselen zijn hierbij essentieel. Omdat de belangen
niet altijd parallel lopen zal dit niet vanzelf spreken.
Korte beschrijving van de organisatie
·
De buurtwinkelcentra, de buurtwinkelverenigingen en de
ondernemers zijn belangrijke spelers. Zij zijn bepalend voor wat er kan en
haalbaar is.
·
De Ontwikkelingsvisie fungeert als beleidskader: een
samenhangende visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van alle
buurtwinkelcentra.
·
De vakteams Wijkzaken, het Service Centrum Bedrijven en CKE
in de regierol, ondersteunen de
initiatieven van de ondernemers en de buurtwinkelcentra.
·
De coördinatie, afstemming en aansturing vindt plaats
tijdens het overleg van de interne - en externe werkgroep Wijkeconomie.
In
het kader van de wijkaanpak zijn er reeds tal van interne en externe
overlegsituaties. Gezien de complexiteit achten we het toch zinvol een interne gemeentelijke werkgroep hieraan
toe te voegen met deelnemers van
Wijkzaken & Projecten, Publiekszaken/Service Centrum Bedrijven,
vakteam Grond en vakteam CKE (voorzitter en secretariaat).
Het
is de opzet het meerjarenprogramma voor de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra
te integreren met de lopende en nieuwe wijkprogramma’s en overige
beleidsterreinen van de gemeente.
De
externe werkgroep Wijkeconomie bestaat uit vertegenwoordigers van de Kamer van
Koophandel, de Ondernemers Federatie Delft, de Ouderenbonden, de
woningcorporaties en de gemeente.
Ondernemers
georganiseerd in buurtwinkelverenigingen kunnen een beroep doen op de gemeente
en de Kamer van Koophandel om te helpen hun plannen en initiatieven
daadwerkelijk te realiseren. De subsidieregeling Steun Bedrijven
Stadsvernieuwing is in de aangewezen gebieden beschikbaar. Daarnaast werkt -
indien gewenst - de gemeente plannen uit op het gebied van parkeren en de
herinrichting van openbaar gebied van de winkelcentra.
De
winkeliersvereniging is opdrachtgever
en - indien gewenst - kan de gemeente en/of de Kamer van Koophandel - een
projectleider ter beschikking stellen of het secretariaat vervullen. Wanneer de
uitvoering van de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra en de overige trajecten
van de Wijkeconomie op gang komen, is het denkbaar dat er tegelijkertijd 10 tot
20 projecten lopen.
6.
Recapitulatie van benodigde middelen.
Bij de uitvoering zijn veel
partijen betrokken (o.a. detaillisten, eigenaren van winkelpanden, bewoners en
de verschillende disciplines bij de gemeente). Eind 2004 is er meer bekend over
het te verwachten uitvoeringstempo en de hoogte van de investeringen.
Gezien de vele onzekerheden knippen wij het uitvoeringsplan in twee stukken: de
startfase van 2003 t/m 2005 en de
periode daarna van 2005 – 2010. De gevraagde middelen hebben betrekking op de
startfase. In de loop van 2005 zullen aanvullende voorstellen worden gedaan
voor de periode 2005 – 2010..
Voor de periode 2003 t/m
2005 is globaal een bedrag nodig ca. €
400.000:
- € 200.000 t.b.v. van verhoging van het jaarbudget van de subsidieregeling
Steun Bedrijven Stadsvernieuwing met € 100.000 gedurende twee jaar vanaf 2004
(van € 204.000 naar
€ 304.000 per jaar);
- € 200.000 t.b.v. planvorming, voorbereidingen en uitvoering verbandhoudende
met de upgrading en bereikbaarheid van de buurtwinkelcentra.
De financiering van het bedrag van € 400.000 betrekken wij bij de
besluitvorming rond de Programmabegroting. De opzet is de financiële middelen
te storten in de Reserve Economische Structuur. Op basis van uitgewerkte
plannen en kredietvoorstellen kan de gemeenteraad vervolgens de gereserveerde
middelen ter beschikking stellen.
7. Voorstel
Wij stellen u voor:
·
Akkoord
te gaan met het collegestandpunt inzake
de door WPM aanbevolen ontwikkelingsrichtingen voor de 14 buurtwinkelcentra van
de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010, het uitvoeringsplan en de
organisatie;
·
De
investering van € 400.000 te betrekken wij bij de besluitvorming rond de
Programmabegroting;
·
In de
loop van 2005 te komen met aanvullende voorstellen voor de uitvoering van het
uitvoeringsprogramma in de periode 2005 – 2010.
·
Akkoord
te gaan met het collegestandpunt inzake
de door WPM aanbevolen ontwikkelingsrichtingen voor de 14 buurtwinkelcentra van
de Ontwikkelingsvisie Buurtwinkelcentra 2002 – 2010, het uitvoeringsplan en de
organisatie;
·
De
investering van € 400.000 te betrekken bij de besluitvorming rond de
Programmabegroting;
·
In de
loop van 2005 aanvullende voorstellen voor het uitvoeringsprogramma in de
periode 2005 – 2010 te willen bespreken.