Subsidieregeling
Buitenschoolse opvang bij Basisscholen
INHOUD
III. Beschrijving
van de stimuleringssubsidies
A. Stimuleringssubsidie vroeg
planontwikkeling
B. Stimuleringssubsidie voor
aanpassing en/of inrichting
C. Stimuleringssubsidie ten bate van
aanloopverliezen
IV. Reeds
gestarte combinaties
Deze subsidieregeling wil ruimte bieden voor
creatieve oplossingen die tot een betere samenwerking en besparingen leiden
tussen kinderopvangondernemers en schoolbesturen, directies en oudercommissies.
Dit met als doel het stimuleren van het ontstaan van buitenschoolse opvang in
of zeer nabij basisscholen[1].
Deze samenwerkingsverbanden wil de gemeente ondersteunen
met een stimuleringssubsidie. Er zijn
voor de drie verschillende fasen van het samenwerkingstraject subsidies aan te
vragen: planontwikkeling, aanpassing en/of inrichting en aanloopverliezen.
Zowel nieuwe als bestaande combinaties kunnen onder
voorwaarden een beroep doen op de stimuleringsregeling.
Partijen worden uitgedaagd tot een samenwerking te
komen ter realisatie van buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar,
gehuisvest in of in de onmiddellijke nabijheid van een of meerdere basisscholen.
In aanmerking komen:
·
bestaande
buitenschoolse opvang in of in directe nabijheid van een basisschool/
basisscholen (zie III).
Gezamenlijke
huisvesting van een buitenschoolse opvang en een peuterspeelzaal/ voorschoolse
peuterspeelzaal in een basisschool wordt toegejuichd, maar valt buiten de
werkingssfeer van deze regeling.
In het kader van de Nota Kinderopvang in
perspectief (januari 2002) worden op basis van de Subsidieverordening
maatschappelijke activiteiten een drietal stimuleringssubsidies per project
beschikbaar gesteld voor het opstarten van buitenschoolse opvang in of bij
basisscholen. (per project kan dus maar éénmaal een aanvraag voor A, B en C of,
in het geval van een al gestarte combinatie, D gedaan worden) De toetsing,
toekenning en eventuele terugvordering van alle subsidies binnen deze regeling
ligt bij het college van burgemeester en wethouders met een mandaat voor de
voorbereiding en advisering voor het vakteam Welzijn, na overleg met de
projectgroep Brede school.
Zij adviseert het college van burgemeester en
wethouders in het te nemen besluit met betrekking tot toekenning en tot
eventuele (gedeeltelijke) terugvordering van de uitgekeerde subsidie.
Er is een maximaal bedrag van € 150.000,--
beschikbaar voor deze subsidieregeling. Aanvragen zullen in volgorde van
binnenkomst worden bekeken en al dan niet gehonoreerd.
Toevoeging
C1. Op het totaalbedrag van de uit te keren subsidie ter stimulering
van de ontwikkeling van een buitenschoolse opvang bij een basisschool, kan 10%
extra van het totaalbedrag van subsidie A, B en C toegevoegd worden als er door
de kinderopvangondernemer en basisschool een methodiek en uitvoering
ontwikkeld wordt voor de regeling voor vroegschoolse opvang (opvang voor
aanvang van de school). Deze 10% kan worden aangevraagd op formulier C.
C2. Op het totaalbedrag
van de uit te keren subsidie ter stimulering van de ontwikkeling van een
buitenschoolse opvang bij een basisschool, kan 10% extra van het totaalbedrag
van subsidie A, B en C toegevoegd worden als er door de kinderopvangondernemer
en basisschool een methodiek en uitvoering ontwikkeld wordt voor de regeling
voor tussenschoolse opvang (de overblijf).
Deze 10% kan worden aangevraagd op formulier C.
D. Voor al gestarte
basisschool/buitenschoolse opvang combinaties is een regeling naar rato beschreven
bij IV.
Deze subsidie is bedoeld voor de ontwikkeling van
de plannen om tot de realisatie van een nieuwe buitenschoolse opvang in
of nabij één of meerdere scholen te komen. (In het geval van een uitbreiding
van minimaal 10 kindplaatsen op 20 kindplaatsen vervalt de stimuleringssubsidie
voor planontwikkeling)
Men kan daarbij denken aan het inhuren van
(externe) experts, onkostenvergoedingen en andere kosten die in deze fase
gemaakt worden.
Om voor deze subsidie in aanmerking te komen,
dienen naast een volledig en gezamenlijk ingevuld aanvraagformulier A:
‘Stimuleringssubsidie voor planontwikkeling’ de volgende stukken te worden
geleverd:
·
een door alle partijen (kinderopvangondernemer,
directie, team, bestuur, oudercommissie en gemeente) ondertekende
intentieverklaring (een model wordt geleverd door de gemeente);
·
een plan van aanpak waarin de inhoudelijke,
financiële en organisatorische aspecten zijn opgenomen, net als een beperkt
communicatieplan richting ouders en andere betrokkenen.
Als
wordt voldaan aan de voorwaarden zoals zij in deze subsidieregeling staan
beschreven, zullen de participanten het volledige bedrag van € 1000,--
uitgekeerd krijgen.
Als het project op basis van deze onderzoekende
fase wordt afgelast, zal door beide partijen in een duidelijke, gedetailleerde
verklaring worden aangegeven wat de onmogelijkheden tot samenwerking waren,
waardoor het project geen doorgang kon vinden en welke aantoonbare kosten er
zijn gemaakt. Ook als niet binnen 6 maanden na de aanvraag van subsidie A, door
middel van de aanvraag van subsidie B, de voortgang van het traject duidelijk
wordt, dient deze verklaring te worden weerlegd.
Een door beide partijen aangewezen beheerder (de
kinderopvangondernemer of de/een school) zal zorgdragen voor de besteding in
het kader van het project en voor een eventuele terugbetaling. Eventueel niet
bestede subsidie kan bij een succesvol verloop van het traject (dat wil zeggen
bij de opening van een buitenschoolse opvang in of bij één of meerdere
basisscholen) besteed worden aan andere kostenposten ten dienste van de
realisatie van de buitenschoolse opvang in of bij de basisschool. Te denken
valt aan kosten zoals zij staan beschreven bij B.
Als partijen voldoen aan de voorwaarden zoals zij
zijn omschreven in deze subsidieregeling ‘Buitenschoolse opvang bij
basisscholen’ kunnen zij op basis van een volledig ingevuld aanvraagformulier B:
‘Stimuleringssubsidie voor aanpassing en/of inrichting’ een beroep doen op de
bijbehorende subsidie.
Deze subsidie is bedoeld voor eventuele
aanpassingen aan het gebouw of de inrichting in het kader van veiligheid,
hygiëne of efficiënt gebruik, ten bate van de realisatie van de buitenschoolse
opvang bij de basisschool.
Een door de partijen aangewezen beheerder - de
kinderopvangondernemer of (een van) de basisscholen - zal zorgdragen voor de
besteding in het kader van het project en voor een eventuele terugbetaling.
Op het formulier wordt een (gestreefde) startdatum
voor de buitenschoolse opvang vermeld en wordt duidelijk aangegeven wat de
geplande aanpassingen zijn.
Eventueel niet bestede subsidie kan in gezamenlijk
overleg tussen kinderopvangondernemer en school/scholen worden besteed aan
andere kosten in het kader van de realisatie van de buitenschoolse opvang
in/bij de basisschool, steeds ter gezamenlijk nut van buitenschoolse opvang en
basisschool/scholen.
Bij de aanvraag van de derde en laatste subsidie
moet door middel van facturen en aankoopnota’s worden aangetoond dat de gelden
ook daadwerkelijk binnen de kaders van deze subsidieregeling zijn uitgegeven.
Binnen 12 maanden na datum van aanvraag van
subsidie A wordt door middel van de aanvraag van subsidie C, de voortgang van
het traject duidelijk. Indien deze aanvraag niet wordt gedaan zal een volledige
verantwoording van de tot dan toe ontvangen subsidies gevraagd worden en op
eventuele terugvordering worden beoordeeld.
De kinderopvangondernemer kan, door het volledig invullen van het
aanvraagformulier, een beroep doen op de ‘stimuleringssubsidie ten bate van de
aanloopverliezen’ die bedoeld is om de opstartperiode van de buitenschoolse
opvang te ondersteunen.
Bij het verplaatsen van een bestaande
buitenschoolse opvang naar een basisschool komt de kinderopvangondernemer niet
in aanmerking voor de stimuleringssubsidie ten bate van aanloopverliezen. De
subsidie is bestemd voor de directe kosten van de exploitatie zoals het salaris
van de leiding, verzorgingskosten, huisvestingskosten en kosten die gemaakt
worden ten bate van activiteiten waar geen inkomsten tegenover
staan.Voorwaarden voor het verlenen van deze subsidie zijn:
1.
er moet een vergunning zijn ter exploitatie van een
buitenschoolse opvang op de betreffende locatie;
2.
de ruimte moet geschikt gemaakt zijn en
arbeidscontracten met personeel moeten zijn afgesloten;
3.
er moet een specificatie zijn van de bestede
stimuleringssubsidies voor ontwikkelings-, aanpassings- en inrichtingskosten
(A&B) t.b.v. de professionele ontwikkeling van de plannen, het geschikt
maken van de accommodatie en de besteding van eventuele restgelden. In het
geval van gebruik buiten de kaders van deze subsidieregeling zal dat deel van
het bedrag op de stimuleringssubsidie ter dekking van de aanloopkosten in
mindering worden gebracht.
Bij stopzetting van het project binnen 12
maanden na de opening van de buitenschoolse opvang, te wijten aan onvoldoende
samenwerking tussen basisschool/ scholen en kinderopvangondernemer, dient de
verkregen aanloopsubsidie (gedeeltelijk) te worden terugbetaald. Bij
stopzetting binnen 12 maanden na opening van de buitenschoolse opvang door
andere oorzaken dan hierboven beschreven, zal per geval worden beoordeeld of er
van terugvordering sprake zal zijn.
C. 1 & 2 Vroeg- en
tussenschoolse opvang
Voor de extra uitkering in het kader van vroeg-
en/of tussenschoolse opvang:
Voor buitenschoolse opvang in of in onmiddellijke
nabijheid van een basisschool die vóór de goedkeuring van deze subsidieregeling
door het college van burgemeester en wethouders al operationeel zijn, geldt de
volgende regeling. Voor succesvolle samenwerkingsverbanden tussen
kinderopvangondernemers en basisscholen die na:
De extra uitkering voor vroegschoolse en/of
tussenschoolse opvang, zoals die in de subsidieregeling voor nieuwe combinaties
voorkomt, is in de percentages gemiddeld en meegenomen.
De aanvraag van deze subsidie geschiedt door middel
van een ingevuld aanvraagformulier ‘operationele bso/basisschool combinatie’ in
combinatie met een brief, ondertekend door beide partijen waarin duidelijk
wordt aangegeven waarvoor eventueel uitgekeerde subsidie besteedt zal worden.
Altijd met instemming van de kinderopvangondernemer en de basisschool/scholen
en voor het gezamenlijke nut van kinderopvangondernemer en basisschool/scholen
in het kader van de realisatie van buitenschoolse opvang in of in onmiddellijke
nabijheid van de basisschool/scholen.
Verder zullen er bij de aanvraag documenten
gevraagd worden die de startdatum van de voorziening aantonen (bijvoorbeeld het
huurcontract).
De
al gestarte combinaties hebben tot zes maanden na de goedkeuring van deze nota
door het college van burgemeester en wethouders de tijd om hun aanvraag in te
dienen.
Aanvraagformulier
A : stimuleringssubsidie voor
planontwikkeling
Aanvraagformulier
B : Stimuleringssubsidie voor
aanpassing en/of inrichting
Aanvraagformulier
C : Stimuleringssubsidie ten bate
van aanloopverliezen
Bijlage
C.1 : Uitkering voor de
realisatie van vroegschoolse opvang
Bijlage
C.2 : Uitkering voor de
realisatie van tussenschoolse opvang
Aanvraagformulier
D : Uitkering voor al gestarte BSO
basisschool combinaties.