De
Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft heeft in de periode 1998 – 2002 te
kampen gehad met discontinuïteit, onder meer ten gevolge van reorganisatie bij
de gemeente Delft, een snelle opeenvolging van secretarissen van de commissie
en ziekte van de (nieuwe) secretaris. In het jaar 2000 heeft het vakteam Wonen
de klachten merendeels zelf afgehandeld bij ontstentenis van een
klachtencommissie. De gegevens over 1998 tot en met 2000 zijn geanalyseerd op
basis van dossiergegevens voor zover die bij het vakteam Wonen en het
gemeentelijk archief aanwezig waren. We hebben gemeend deze alsnog te moeten
presenteren om zo goed mogelijk inzage te geven in het klachtenverloop en de
aard van de klachten.
De
commissie die nu verslag doet over de periode 1998 – 2002 is op 22 februari
2001 geïnstalleerd. Sinds begin 2001 bestaat de commissie uit de volgende
leden:
-
Voorzitter: mw. Jeanet Kullberg (namens de corporaties);
-
Plaatsvervangend lid en plaatsvervangend voorzitter vanaf februari 2003: dhr.
Enno Vitner (namens de corporaties);
- Lid: dhr.
Frank Oltshoorn (namens de -inmiddels opgeheven- Woonkoepel; tot februari
2003);
- Lid (tot
februari 2003 plaatsvervangend lid): mw. Heleen Zwebe (namens de Woonkoepel);
- Lid: dhr.
Rob Hollink; daarna dhr. Sander Reuvers; daarna dhr. Jan Pedro Vis (gemeenteraad);
-
Plaatsvervangend lid: dhr. Mehmet Aközbek (gemeenteraad).
De
commissie wordt ambtelijk ondersteund door de secretaris:
mw. Anh Thu
Tran (van 1 maart 2001 tot 30 september 2001) en per 1 januari 2002 dhr. Edwin
Gijsman.
De
commissie heeft tot taak om toe te zien op correcte naleving van de
woonruimteverdelingsregels zoals die zijn vastgelegd in de vigerende Huisvestingsverordening
stadsgewest Haaglanden en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsafspraken. Deze
zijn onder meer vastgelegd in de regionale prestatieafspraken 2002-2005 en de
brochure “Woonwijzer” (hoe kom ik aan een huurwoning van een woningcorporatie
in Haaglanden?).
Daarnaast
heeft de klachtencommissie een signalerende taak, waarbij de klachten van
burgers als signalen worden gebruikt die kunnen duiden op knelpunten in de regels.
De
Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft is geen onderdeel van de Commissie voor de Beroep en Bezwaarschriften,
welke de bezwaren behandelt die woningzoekenden inbrengen tegen een voor hen
onbevredigende afhandeling van een aanvraag voor een voorrangsverklaring
(urgentie). Alle klachten die in dat vlak liggen worden doorgestuurd naar Kamer
I van de Commissie voor de Beroep en Bezwaarschriften. Dit laat onverlet dat
klagers niet zelden beide trajecten tegelijk bewandelen: een bezwaarschrift en
een brief naar de klachtencommissie, waarin nog eens wordt uitgelegd waarom men
de eigen situatie nijpend vindt en in aanmerking denkt te komen voor urgentie.
De
procedure voor het behandelen van klachten is als volgt:
-
Een
schriftelijke klacht komt binnen bij het secretariaat.
-
Klager
ontvangt een ontvangstbevestiging.
-
De
leden en plaatsvervangende leden van de klachtencommissie laten de secretaris
per omgaande (e-mail) weten of de klacht naar hun mening ontvankelijk is, gezien
de competentie van de klachtencommissie. Indien minimaal drie leden of
plaatsvervangend leden unaniem van mening zijn dat de klacht niet ontvankelijk
is, handelt de secretaris de klacht met een brief af.
- Indien
een of meer leden aanleiding zien de klacht nader te bespreken gebeurt dat in
een vergadering van de commissie. Ter voorbereiding van die vergadering doet de
secretaris op verzoek van de commissieleden (meestal telefonisch) navorsingen
bij de corporatie waarop de klacht betrekking heeft; eventueel kan ook het Gemeentelijk
Basis Archief en een enkele database van de corporaties worden geraadpleegd of
bij de klager of diens zaakwaarnemer worden geïnformeerd, ter verduidelijking
van een klacht.
-
In de
vergadering komen de commissieleden tot een eenduidig oordeel dan wel tot de conclusie
dat nader onderzoek nodig is, meestal om na te gaan of de klager die een
gegronde klacht had, ook gedupeerd is. In het laatste geval wordt een oordeel
of advies in de vorm van een als-dan stelling gegoten, waarna de secretaris de
zaak alsnog afhandelt.
-
De
secretaris verzendt in samenspraak met de voorzitter van de commissie een
ondertekende uitspraak naar de belanghebbenden. Het streven is om dit binnen
twee maanden nadat de klacht ontvangen is, te doen.
In 1998
kwam de klachtencommissie twee maal bijeen; in 1999 ook. In 2000 werd een maal
vergaderd (juni 2000) en vermoedelijk is een deel van de klachten telefonisch afgehandeld
door het vakteam, zonder in dossiers te zijn opgenomen, zodat het aantal
geregistreerde klachten in dat jaar als een minimum gezien moet worden. In 2001
werd vier maal vergaderd. In 2002 werd driemaal vergaderd. Een deel van de
klachten uit het jaren 2000, 2001 en 2002 werd in het volgende kalenderjaar
besproken en afgehandeld. Enkele klagers hebben in de periode 2000-2002 meer
dan eens geklaagd over de uitvoering van de verdelingsregels.
Soort
uitspraak |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Klacht
ingetrokken |
|
|
|
2 |
|
Niet
ontvankelijk |
3 |
5 |
13 |
11 |
13 |
Ongegrond |
6 |
14 |
6 |
12 |
21 |
Gegrond |
2 |
2 |
0 |
4 |
2 |
Afgedaan
wegens inmiddels voorzien |
|
|
1 |
1 |
|
Onbekend |
|
3 |
|
|
|
Totaal |
12 |
25 |
20 |
29 |
36 |
(Van 1998
zijn geen klachtenprotocollen voorhanden waaruit kan worden nagegaan welke twee
klachten gegrond waren).
In 1999
werden twee klachten gegrond geoordeeld. Een klacht betrof een woningzoekende
die een woning in Frankrijk verliet en daarom meende ten onrechte als starter
in plaats van doorstromer te zijn aangemerkt. Dit zou strijdig zijn met Europese
regelgeving, terwijl de Huisvestingswet hierover niets schrijft. In de
Huisvestingsverordening was bedoeld om doorstromers te definiëren als zij die
in Nederland een woning achter laten, maar dat was nergens expliciet geformuleerd.
De klager kon stukken overleggen waaruit bleek dat de woning in Frankrijk werkelijk
beschikbaar zou komen. Klager heeft de status van doorstromer gekregen.
De tweede
klacht die gegrond werd geoordeeld betrof het gebrekkig informeren over een woningaanbieding.
Klager trof op een woensdagavond een uitnodiging tot bezichtigen van een
woning, vóór diezelfde woensdag tot 12 uur. De corporatie had, volgens de
klager, verzuimd om telefonisch contact te zoeken, terwijl de klager een
06-nummer had doorgegeven. Bij navraag bleek dat de corporatie geen voice-mail
wilde inspreken uit vrees dat er afgeluisterd zou kunnen worden. Deze werkwijze
is inmiddels verlaten; er worden boodschappen ingesproken. De klachtencommissie
heeft de corporatie gevraagd om een vergelijkbare woning aan te bieden.
In 2000 is
geen enkele klacht gegrond geoordeeld.
In 2001
zijn vier klachten gegrond verklaard, waarvan er een in 2002 opnieuw werd
ingediend, omdat de behandeling van de klacht lang op zich liet wachten. De
vier klachten betroffen het uitvallen van een editie van de Woonkrant, waardoor
starters in hun meest kansrijke verjaarsweek geen aanbod troffen. Deze klachten
zijn alle vier gegrond geacht, omdat de werkwijze van het voorrangscriterium
‘leeftijd’ starters in grote mate afhankelijk maakt van woningaanbod in de
laatste weken voor hun verjaardag. Van het uitvallen van één of meer edities
ondervinden ze nadrukkelijk nadeel. Slechts in één van deze vier gevallen kon
aannemelijk gemaakt worden dat de betrokkene ook gedupeerd was. In de andere
drie gevallen moest worden vastgesteld dat indien de uitgestelde
woningadvertenties een week eerder waren verschenen, niet de klager maar een
(iets) oudere kandidaat deze woning gekregen zou hebben. In het geval waar de
klager inderdaad de oudst reagerende kandidate was, is geredeneerd dat
klaagster benadeeld was, en is bij de federatie van woningcorporaties aangedrongen
op een alternatieve woningaanbieding. Dit is in januari 2003 gebeurd, tot
tevredenheid van de klaagster.
In 2002
werd, buiten de klacht die uit 2001 dateerde, een tweede klacht gegrond geoordeeld.
Dit betrof een geval waarin een woning aanvankelijk gelabeld werd voor een
huishouden met zes personen, waaronder drie kinderen tot 12 jaar. Uit vrees
voor onvoldoende klandizie wijzigde de corporatie tussentijds de criteria en
nam genoegen met twee kinderen tot 12 jaar. Daarop reageerde de klager, die aan
deze laatste voorwaarde voldeed en een gezin van zes personen heeft. Ze kwam op
een tweede plaats te staan. Wegens voldoende belangstelling voor de woning herstelde
de verhuurder de oorspronkelijke, strengere labeling en zakte de klager naar
een vierde plaats.
Afgezien
van algemene twijfel bij een dergelijke rigide labeling, meende de
klachtencommissie dat het lopende de advertentieperiode wijzigen van voorwaarden,
niet kan, en oordeelde de klacht dan ook gegrond. De corporatie is hierop
aangesproken.
De klager
bleek niet benadeeld in die zin dat ook volgens de minder strenge labeling een
ander als eerste kandidaat voor de woning in aanmerking was gekomen, namelijk
degene die op nummer één stond voordat de corporatie haar voorwaarden opnieuw
aanscherpte.
5.
Aard
van de klachten
Wat betreft
de aard van de klachten ligt het accent op bezwaren tegen de labeling van woningen
enerzijds en de aanbiedingsregels en -procedure anderzijds.
Labeling
De meeste
klagers maken bezwaar tegen het feit dat hun inkomen net te hoog is of het
aantal personen in het huishouden niet aansluit bij de eisen die de labeling
stelt. Verontwaardiging over een iets te hoog inkomen wordt behalve door pure
teleurstelling, gemotiveerd door verwijzing naar andere regiogemeenten (Den
Haag, Pijnacker) waar woningen met dezelfde huur voor hogere inkomens gelabeld
zouden worden. Over een iets te laag inkomen is een enkele maal geklaagd, omdat
de betrokkene het vermogen uit verkoop van de woning wilde inzetten om een
hogere huur te betalen.
Ook wordt
geklaagd over het pure feit dat de labeling naar inkomen, huishoudgrootte en
leeftijd de spoeling dun maakt. Dit treft vooral starters die voor een kans van
slagen sterk afhankelijk geweest zijn van het aanbod in de dagen vlak voor hun
verjaardag. Voor deze groep leidde het uitvallen van krantenedities tot
klachten. Deze zijn alle gegrond verklaard. Eén maal kon daarbij aannemelijk
gemaakt worden dat de klager een geschikte woning miste en is alsnog een gelijkwaardige
woning toegewezen. Inmiddels heeft het reactieduur-citerium dit type probleem
opgelost. Bovendien wordt het aanbod in de woonkrant, welke vooraf gaat aan een
uitgevallen woonkrant, inmiddels deels toegewezen aan de week zonder woonkrant.
De meeste
klachten over de labeling zijn niet ontvankelijk, omdat de labeling volgens
mondelinge afspraken tussen corporaties onderling en (waar nodig) corporaties
en gemeente verloopt. Deze mondelinge afspraken zijn nog in geen enkel geval
door de klachtencommissie beoordeeld als strijdig met de inhoud of strekking
van de woonruimteverdeelregels. Wel zijn vragen gerezen bij de labeling van
grote woningen voor maximaal 5 personen, waarbij de spoeling voor gezinnen van
6 of meer personen erg dun wordt. Ook is melding gemaakt van tussentijdse wijziging
van labels, bij dreiging van onvoldoende interesse bij de doelgroep. De
desbetreffende corporaties zijn hierop aangesproken.
Aanbieding
Wat betreft
de aanbiedingsprocedure wordt regelmatig geklaagd over het feit dat de
corporatie een aangeboden woning toch niet verhuurd, na controle van de voorwaarden.
In alle voorkomende gevallen bleek dit terecht te zijn. Meestal betrof het
eengezinswoningen waar de eis van een kind onder de 12 werd gesteld, terwijl
ouderen reageerden. Daar waar de informatie bij de advertentie verwarrend was,
zijn corporaties hierop gewezen. Zo wordt bijvoorbeeld wel geopend met
inkomensvoorwaarden voor een eenpersoonshuishouden, terwijl, blijkens de
slotregel in de voorwaarden, de woning helemaal niet beschikbaar is voor een
eenpersoonshuishouden.
Verschillende
keren is in de afgelopen jaren geklaagd over het laat informeren over een woningaanbod.
Dit bereikte de begunstigde nadat de woning al aan een ander was aangeboden.
Naar aanleiding van deze klachten worden al meer media gebruikt om mensen te
bereiken, zoals e-mail en voice-mail.
Gezien de
klachten die eind 2002, maar ook begin 2003 binnenkwamen, moet vastgesteld worden
dat het criterium ‘lokaal maatwerk’ grote ergernis wekt onder mensen die -met
reden- hoge ogen meenden te gooien, wegens urgentie of zeer lange woonduur. Het
frustreert dat men door dit criterium nergens meer van uit kan gaan: woonduur,
leeftijd en urgentie, dikwijls moeizaam vergaard, zijn in één klap waardeloos
geworden, aldus enkele klagers.
Media
In 2002
zijn klachten geuit over het functioneren van Internet. Door de woningzoekende
ingevoerde gegevens zouden niet goed zijn aangekomen of verwerkt. Hierdoor zijn
klagers gedupeerd: hun reactie werd niet opgenomen, of een adreswijziging kwam
niet goed door, waarna een klager in het ongewisse bleef over een woningaanbod.
Problematisch is dat achteraf niet kan worden vastgesteld of werkelijk een fout
is gemaakt. De klachten zijn, wegens gebrek aan informatie, niet gegrond verklaard.
Het zou
dienstig zijn indien archivering van de internetinformatie kon worden verlengd
tot drie maanden (nu één maand), een termijn waarbinnen een klacht geuit wordt
en de commissie de toedracht onderzoekt. Dit is alleen zinvol indien de klachtencommissie
ook -standaard- binnen die termijn werk kan maken van de zaak.
Ook is
geklaagd over het feit dat men volgens de tussen- en eindstandopgave op het
internet als eerste genoteerd staat, zonder dat daaruit een woningaanbod volgt.
Dat aan de stand-informatie geen rechten ontleend kunnen worden, is inmiddels
tekstueel toegevoegd. Het zou goed zijn om duidelijker te vermelden dat de
standen slechts een hulpmiddel vormen om woningen waarvoor men volstrekt
kansloos is te mijden.
Urgentie
Verschillende
klagers schrijven omdat ze menen urgent te zijn, terwijl een urgentieaanvraag
is afgewezen. Soms wordt de zaak gelijktijdig bij de toetsingscommissie DTV
(Delftse Toetsingscommissie Voorrangsbepaling) aangekaart, of de
klachtencommissie verwijst de betrokkenen naar die commissie, indien die weg
enige kans maakt. Opvallend is dat de laatste jaren klachten zijn binnengekomen
van mensen die menen urgent te zijn wegens krap wonen, onder meer het inwonen
bij familie. Bij het laatste is enkele keren gerefereerd aan de culturele
(Turkse) achtergrond, waarbij de betrokkene pas na een huwelijk zelfstandig
gaat wonen en zodoende geen woonduur opbouwt.
Zowel
voor dit soort gevallen, als voor het geval van echtscheiding, kan worden opgemerkt
dat het reactieduur-criterium, dat is ingevoerd om tekortkomingen van het leeftijdscriterium
te ondervangen, nadelen heeft voor wie geen anticiperend en berekenend gedrag
vertoont. Bij de afschaffing van echtscheiding als urgentiegrond, heeft indertijd
meegespeeld dat deze groep ‘semi-starters’ vaak op grond van de leeftijd een
goede kans maakt. Dat is nu niet meer het geval.
Tenslotte
zijn enkele klachten geuit over (vermeende) onregelmatigheden in de zin dat wonigen
buiten de krant werden verhuurd of aan een verkeerde doelgroep. Nagegaan is of
hiervoor goede redenen waren en dat was het geval.
Aard van
de klacht |
Omschrijving |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen |
Te weinig
kans op een woning |
2 |
3 |
|
3 |
2 |
Begrip |
Geen
zicht op slaagkans |
|
1 |
|
|
|
WVG |
Klacht
mbt uitvoering WVG |
|
1 |
|
|
|
Verhuurder |
Klacht
over verhuurder, niet woonruimteverdeling |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Labeling |
Grote
woningen voor max. 5 personen |
|
|
|
|
3 |
|
Geen
grote woningen voor starters;’ geen
kleine voor doorstromers |
|
1 |
1 |
1 |
1 |
|
Verschil
tussen starter en doorstromer onduidelijk |
1 |
1 |
|
|
1 |
|
Leeftijdsvoorwaarden
= discriminatie |
1 |
|
|
|
|
|
Weinig
aanbod gezien leeftijd of inkomen |
3 |
3 |
13 |
5 |
10 |
|
Geen
aanbod in ‘verjaarweek’ (allen starters) |
|
1 |
|
2 |
1 |
Totaal
labeling |
|
5 |
6 |
14 |
8 |
16 |
|
|
|
|
|
|
|
Aanbieding |
Uitvallen
krante-editie in verjaarweek |
|
|
|
8 |
|
|
Voorwaarden
niet (juist) bij de advertentie |
|
3 |
|
|
3 |
|
Te laat
in kennis stellen van aanbieding |
|
2 |
1 |
1 |
1 |
|
Corporatie
trekt aanbieding in |
3 |
2 |
1 |
4 |
2 |
|
Slechte/onattente
voorlichting |
|
|
|
|
1 |
|
Voorrang
‘lokaal maatwerk’ |
|
|
|
|
4 |
Totaal
aanbieding |
|
3 |
7 |
2 |
13 |
11 |
|
|
|
|
|
|
|
Media |
Kan niet
via Woontext reageren |
1 |
|
|
|
|
|
Teletekstreacties
komen niet door |
|
1 |
|
|
|
|
Teletekst
reacties zijn niet fraudebestendig |
|
|
|
1 |
|
|
Maximaal
2 reacties is te weinig |
|
|
|
1 |
|
|
Gegevens
via Internet niet goed doorgekomen |
|
|
|
|
3 |
|
Nr. 1
volgens ‘eindstand’ maar niet in het echt |
|
|
|
|
3 |
Totaal
media |
|
1 |
1 |
|
2 |
6 |
|
|
|
|
|
|
|
Urgentie |
Dakloos
(slaapt op straat) |
|
|
1 |
|
|
|
Medisch |
|
2 |
1 |
1 |
|
|
Ruzie;
discriminatie; echtscheiding |
|
1 |
1 |
1 |
1 |
|
Woning te
krap; inwonend bij ouders |
|
|
|
2 |
3 |
Totaal
urgentie |
|
- |
3 |
3 |
4 |
4 |
|
|
|
|
|
|
|
Transparantie |
Woning
toegewezen aan kortere wachtijd / jonger |
|
1 |
|
1 |
1 |
|
Weergave
geboortedatum schendt privacy |
|
1 |
|
|
|
|
Woning
heeft niet in de krant gestaan |
|
1 |
|
1 |
|
Totaal
transparant |
|
|
3 |
|
2 |
1 |
6.
Conclusies
Werkzaamheden commissie
- Personeelswisselingen
bij het secretariaat van de klachtencommissie en verschillen in werkwijze maken
het lastig om het klachtenverloop in de verschillende jaren te vergelijken. De
cijfers wijzen niettemin op een vrij gestage toename van het klachtenaantal in
de afgelopen jaren.
- De
klachtencommissie is er het laatste jaar niet in geslaagd om de klachten binnen
de afgesproken termijn van twee maanden schriftelijk af te handelen. Wel werden
alle klagers bericht over de uitspraak van de commissie, zij het vier daarvan
enkel telefonisch.
- Een
belangrijk deel van de klachten is niet ontvankelijk (ongeveer een derde tot de
helft in de verschillende jaren) en betreft de uitgangspunten van woonruimteverdeling;
slechts enkele klachten zijn beoordeeld als gegrond.
Het
ging in vier gevallen om het uitvallen van krantenedities waardoor starters het
kansrijke woningaanbod net na hun cruciale verjaardag in de krant zagen. Een
geval betrof het laat en louter schriftelijk in kennis stelen van een
aanbieding en een geval betrof de doorstromer-status van een klager die in
Frankrijk een woning vrijmaakte. De bron voor deze klachten is inmiddels
weggenomen door respectievelijk een ander rangordecriterium voor starters; een
completere benadering van woningzoekenden die een woning mogen bezichtigen (ook
via e-mail, voice-mail en antwoordapparaat) en een helderder definitie van een
doorstromer.
Een
laatste gegronde klacht betrof het lopende de advertentieperiode veranderen van
de voorwaardelijke criteria.
- Van
acht gegronde klachten (1999 t/m 2002) werd maar in twee gevallen vastgesteld
dat de klager ook gedupeerd was en werd bij de corporaties verzocht om een
woning aan te bieden. In het laatste geval is dat ook gebeurd. Van het verzoek
uit 1999 weet de huidige commissie dat niet.
Signalering knelpunten
Labels en sturing
- In
het algemeen verdient de vraag aandacht welke mate van labeling zinvol is; welk
doel wordt gediend? Dit geldt in het bijzonder voor die gevallen waar zeer gedetailleerde
labels worden gebruikt, die verder gaan dan de afspraken op hoofdlijnen tussen
de corporaties.
Verwarrend
is onder meer dat binnen de regio verschillende normen voor passendheid gelden,
zowel naar inkomen als naar woningbezetting. Ook maximum bezettingseisen bij grote woningen (5 of meer kamers)
wekken verwondering aangezien ze niet gelden bij
4-kamerwoningen.
- Bij
het adverteren van woningen worden soms tegenstrijdige of irrelevante
voorwaarden gesteld, doordat standaardeisen aan de advertentie worden gehangen.
Corporaties kunnen (nog) beter letten op maatwerk in de labeling.
- De
voorrangregel ‘lokaal maatwerk’ wekt bijzondere ergernis. Klagers hebben het
gevoel nergens meer op te kunnen anticiperen. De regel doorkruist de transparantie
van het model in ernstige mate.
- In
het algemeen geldt dat nieuwe regels tot nieuwe, andere klachten leiden. Het
lokaal maatwerk is daarvan een voorbeeld, maar ook de wijziging in de labeling
van 55-pluswoningen, najaar 2002 leidde tot een reeks klachten, net als de
leeftijdsklassen die in 2000 voor starters werden ingevoerd.
Het
verdient volgens de commissie daarom aanbeveling om zoveel mogelijk naar oplossingen
voor knelpunten te zoeken in de vorm van minder regels in plaats van meer
regels of meer uitzonderingen op regels.
Media
- Onduidelijk
is of de informatie via het Internet verstrekt wordt evenveel geldigheid heeft
als die via de krant wordt aangeboden. Bij onenigheid over de informatie die
verstrekt werd, kan bij het Internet niet meer worden nagegaan wie gelijk had.
Dit pleit voor ofwel een archivering van de informatie of een duidelijke boodschap
welke rechten wel en niet aan de informatie ontleend kunnen worden. Meest
verwarrend zijn de eindstanden via Internet, die de indruk wekken dat men een
aanbieding mag verwachten terwijl dit meermalen niet het geval was.
Urgentie
- In
het licht van de gewijzigde toewijzingsregel voor starters (reactieduur in
plaats van leeftijd) moet worden vastgesteld dat mensen in een echtscheidingssituatie
hier hinder van hebben. Zij gelden immers niet als urgent en anticiperen
doorgaans niet op echtscheiding. Bij de invoering van het advertentiemodel zijn
zij als niet-urgent aangemerkt omdat ze op grond van hun leeftijd goede kans
zouden maken op een woning. Dat is nu dus niet meer het geval.
- De
nadruk die bij het toewijzen van een woning op de ‘passende’ gezinsomvang wordt
gelegd, staat in contrast met het feit dat krap wonen of overbewoning in de urgentie-beoordeling
geen enkele indruk maakt. Dit terwijl het de betrokkenen en vaak ook omwonenden
voor grote ongemakken stelt.
---