KLC

klachtencommissie

woonruimteverdeling

Delft

 

 

 

 

 

 

Jaarverslag

1998 – 2002

 

 

 

 

 

 

 

 

Samensteller: Jeanet Kullberg


 

 

 

Inhoudsopgave

 

                                                                                                                             Pagina

 

1.              Inleiding                                                                                                        2

 

2.              Werkwijze                                                                                                     2

 

3.              Klachtverloop 1998-2002                                                                                 3

 

4.              Gegronde klachten 1999-2002                                                                         4

 

5.              Aard van de klachten                                                                                      5

 

6.              Conclusies                                                                                                    8

 

1.              Inleiding

 

De Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft heeft in de periode 1998 – 2002 te kampen gehad met discontinuïteit, onder meer ten gevolge van reorganisatie bij de gemeente Delft, een snelle opeenvolging van secretarissen van de commissie en ziekte van de (nieuwe) secretaris. In het jaar 2000 heeft het vakteam Wonen de klachten merendeels zelf afgehandeld bij ontstentenis van een klachtencommissie. De gegevens over 1998 tot en met 2000 zijn geanalyseerd op basis van dossiergegevens voor zover die bij het vakteam Wonen en het gemeentelijk archief aanwezig waren. We hebben gemeend deze alsnog te moeten presenteren om zo goed mogelijk inzage te geven in het klachtenverloop en de aard van de klachten.

 

De commissie die nu verslag doet over de periode 1998 – 2002 is op 22 februari 2001 geïnstalleerd. Sinds begin 2001 bestaat de commissie uit de volgende leden:

- Voorzitter: mw. Jeanet Kullberg (namens de corporaties);

- Plaatsvervangend lid en plaatsvervangend voorzitter vanaf februari 2003: dhr. Enno Vitner (namens de corporaties);

- Lid: dhr. Frank Oltshoorn (namens de -inmiddels opgeheven- Woonkoepel; tot februari 2003);

- Lid (tot februari 2003 plaatsvervangend lid): mw. Heleen Zwebe (namens de Woonkoepel);

- Lid: dhr. Rob Hollink; daarna dhr. Sander Reuvers; daarna dhr. Jan Pedro Vis (gemeenteraad);

- Plaatsvervangend lid: dhr. Mehmet Aközbek (gemeenteraad).

De commissie wordt ambtelijk ondersteund door de secretaris:

mw. Anh Thu Tran (van 1 maart 2001 tot 30 september 2001) en per 1 januari 2002 dhr. Edwin Gijsman.

 

De commissie heeft tot taak om toe te zien op correcte naleving van de woonruimteverdelingsregels zoals die zijn vastgelegd in de vigerende Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsafspraken. Deze zijn onder meer vastgelegd in de regionale prestatieafspraken 2002-2005 en de brochure “Woonwijzer” (hoe kom ik aan een huurwoning van een woningcorporatie in Haaglanden?).

Daarnaast heeft de klachtencommissie een signalerende taak, waarbij de klachten van burgers als signalen worden gebruikt die kunnen duiden op knelpunten in de regels.

 

2.              Werkwijze

 

De Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft is geen onderdeel van de Commissie voor de Beroep en Bezwaarschriften, welke de bezwaren behandelt die woningzoekenden inbrengen tegen een voor hen onbevredigende afhandeling van een aanvraag voor een voorrangsverklaring (urgentie). Alle klachten die in dat vlak liggen worden doorgestuurd naar Kamer I van de Commissie voor de Beroep en Bezwaarschriften. Dit laat onverlet dat klagers niet zelden beide trajecten tegelijk bewandelen: een bezwaarschrift en een brief naar de klachtencommissie, waarin nog eens wordt uitgelegd waarom men de eigen situatie nijpend vindt en in aanmerking denkt te komen voor urgentie.


De procedure voor het behandelen van klachten is als volgt:

-          Een schriftelijke klacht komt binnen bij het secretariaat.

-          Klager ontvangt een ontvangstbevestiging.

-          De leden en plaatsvervangende leden van de klachtencommissie laten de secretaris per omgaande (e-mail) weten of de klacht naar hun mening ontvankelijk is, gezien de competentie van de klachtencommissie. Indien minimaal drie leden of plaatsvervangend leden unaniem van mening zijn dat de klacht niet ontvankelijk is, handelt de secretaris de klacht met een brief af.

-      Indien een of meer leden aanleiding zien de klacht nader te bespreken gebeurt dat in een vergadering van de commissie. Ter voorbereiding van die vergadering doet de secretaris op verzoek van de commissieleden (meestal telefonisch) navorsingen bij de corporatie waarop de klacht betrekking heeft; eventueel kan ook het Gemeentelijk Basis Archief en een enkele database van de corporaties worden geraadpleegd of bij de klager of diens zaakwaarnemer worden geïnformeerd, ter verduidelijking van een klacht.

-          In de vergadering komen de commissieleden tot een eenduidig oordeel dan wel tot de conclusie dat nader onderzoek nodig is, meestal om na te gaan of de klager die een gegronde klacht had, ook gedupeerd is. In het laatste geval wordt een oordeel of advies in de vorm van een als-dan stelling gegoten, waarna de secretaris de zaak alsnog afhandelt.

-          De secretaris verzendt in samenspraak met de voorzitter van de commissie een ondertekende uitspraak naar de belanghebbenden. Het streven is om dit binnen twee maanden nadat de klacht ontvangen is, te doen.

 

3.              Klachtenverloop 1998-2002

 

Klachten (naar jaar van indienen)

1998

1999

2000

2001

2002

 

Behandeld door vakteam Wonen

 

4

 

16

 

7

 

10

 

2

Besproken door de klachtencommissie

8

9

11

19

32

Doorgestuurd naar Commissie Beroep en Bezwaarschriften

 

 

2

 

2

 

Totaal

 

12

 

25

 

20

 

29

 

36

 

In 1998 kwam de klachtencommissie twee maal bijeen; in 1999 ook. In 2000 werd een maal vergaderd (juni 2000) en vermoedelijk is een deel van de klachten telefonisch afgehandeld door het vakteam, zonder in dossiers te zijn opgenomen, zodat het aantal geregistreerde klachten in dat jaar als een minimum gezien moet worden. In 2001 werd vier maal vergaderd. In 2002 werd driemaal vergaderd. Een deel van de klachten uit het jaren 2000, 2001 en 2002 werd in het volgende kalenderjaar besproken en afgehandeld. Enkele klagers hebben in de periode 2000-2002 meer dan eens geklaagd over de uitvoering van de verdelingsregels.

 

De behandeltijd van de klachten van het binnenkomen van de brief tot het verzenden van een brief met de uitspraak van de klachtencommissie, was meestal aanzienlijk langer dan de nagestreefde 2 maanden en sterk afhankelijk van de bemensing van het secretariaat. Bij tegenspoed in geval van ziekte of vertrek van de secretaris hoopten klachten zich op. Tot en met de eerste helft van het jaar 2000 was de behandeltijd 0,5 tot maximaal 3 maanden, mede doordat het vakteam veel klachten zelf afhandelde. In de tweede helft van 2000 bleven vrijwel alle klachten liggen om per februari 2001 te worden afgehandeld. De behandeltijd bedroeg van begin 2001 tot augustus 2001 0,5 tot 1,5 maand, waarna de tijdspanne opliep tot schriftelijke afhandeling tussen 5 maanden en meer dan een jaar. In vier gevallen zijn de klagers enkel telefonisch op de hoogte gesteld van de uitspraak van de commissie, waarbij de termijn waarop telefonisch en inhoudelijk gereageerd werd op de klacht, in veel gevallen wel binnen de twee maanden viel. De gestage klachtentoename in de laatste jaren, heeft de taak van de secretaris van de commissie verzwaard. De continuïteit van de klachtenafhandeling is sterk afhankelijk van de inzetbaarheid van de secretaris.

 

Soort uitspraak

1998

1999

2000

2001

2002

 

Klacht ingetrokken

 

 

 

 

2

 

Niet ontvankelijk

3

5

13

11

13

Ongegrond

6

14

6

12

21

Gegrond

2

2

0

4

2

Afgedaan wegens inmiddels voorzien

 

 

1

1

 

Onbekend

 

3

 

 

 

 

Totaal

12

25

20

29

36

 

4.              Gegronde klachten 1999-2002

 

(Van 1998 zijn geen klachtenprotocollen voorhanden waaruit kan worden nagegaan welke twee klachten gegrond waren).

 

In 1999 werden twee klachten gegrond geoordeeld. Een klacht betrof een woningzoekende die een woning in Frankrijk verliet en daarom meende ten onrechte als starter in plaats van doorstromer te zijn aangemerkt. Dit zou strijdig zijn met Europese regelgeving, terwijl de Huisvestingswet hierover niets schrijft. In de Huisvestingsverordening was bedoeld om doorstromers te definiëren als zij die in Nederland een woning achter laten, maar dat was nergens expliciet geformuleerd. De klager kon stukken overleggen waaruit bleek dat de woning in Frankrijk werkelijk beschikbaar zou komen. Klager heeft de status van doorstromer gekregen.

De tweede klacht die gegrond werd geoordeeld betrof het gebrekkig informeren over een woningaanbieding. Klager trof op een woensdagavond een uitnodiging tot bezichtigen van een woning, vóór diezelfde woensdag tot 12 uur. De corporatie had, volgens de klager, verzuimd om telefonisch contact te zoeken, terwijl de klager een 06-nummer had doorgegeven. Bij navraag bleek dat de corporatie geen voice-mail wilde inspreken uit vrees dat er afgeluisterd zou kunnen worden. Deze werkwijze is inmiddels verlaten; er worden boodschappen ingesproken. De klachtencommissie heeft de corporatie gevraagd om een vergelijkbare woning aan te bieden.

 

In 2000 is geen enkele klacht gegrond geoordeeld.

 

In 2001 zijn vier klachten gegrond verklaard, waarvan er een in 2002 opnieuw werd ingediend, omdat de behandeling van de klacht lang op zich liet wachten. De vier klachten betroffen het uitvallen van een editie van de Woonkrant, waardoor starters in hun meest kansrijke verjaarsweek geen aanbod troffen. Deze klachten zijn alle vier gegrond geacht, omdat de werkwijze van het voorrangscriterium ‘leeftijd’ starters in grote mate afhankelijk maakt van woningaanbod in de laatste weken voor hun verjaardag. Van het uitvallen van één of meer edities ondervinden ze nadrukkelijk nadeel. Slechts in één van deze vier gevallen kon aannemelijk gemaakt worden dat de betrokkene ook gedupeerd was. In de andere drie gevallen moest worden vastgesteld dat indien de uitgestelde woningadvertenties een week eerder waren verschenen, niet de klager maar een (iets) oudere kandidaat deze woning gekregen zou hebben. In het geval waar de klager inderdaad de oudst reagerende kandidate was, is geredeneerd dat klaagster benadeeld was, en is bij de federatie van woningcorporaties aangedrongen op een alternatieve woningaanbieding. Dit is in januari 2003 gebeurd, tot tevredenheid van de klaagster.

 

In 2002 werd, buiten de klacht die uit 2001 dateerde, een tweede klacht gegrond geoordeeld. Dit betrof een geval waarin een woning aanvankelijk gelabeld werd voor een huishouden met zes personen, waaronder drie kinderen tot 12 jaar. Uit vrees voor onvoldoende klandizie wijzigde de corporatie tussentijds de criteria en nam genoegen met twee kinderen tot 12 jaar. Daarop reageerde de klager, die aan deze laatste voorwaarde voldeed en een gezin van zes personen heeft. Ze kwam op een tweede plaats te staan. Wegens voldoende belangstelling voor de woning herstelde de verhuurder de oorspronkelijke, strengere labeling en zakte de klager naar een vierde plaats.

Afgezien van algemene twijfel bij een dergelijke rigide labeling, meende de klachtencommissie dat het lopende de advertentieperiode wijzigen van voorwaarden, niet kan, en oordeelde de klacht dan ook gegrond. De corporatie is hierop aangesproken.

De klager bleek niet benadeeld in die zin dat ook volgens de minder strenge labeling een ander als eerste kandidaat voor de woning in aanmerking was gekomen, namelijk degene die op nummer één stond voordat de corporatie haar voorwaarden opnieuw aanscherpte.

 

5.              Aard van de klachten

 

Wat betreft de aard van de klachten ligt het accent op bezwaren tegen de labeling van woningen enerzijds en de aanbiedingsregels en -procedure anderzijds.

 

Labeling

De meeste klagers maken bezwaar tegen het feit dat hun inkomen net te hoog is of het aantal personen in het huishouden niet aansluit bij de eisen die de labeling stelt. Verontwaardiging over een iets te hoog inkomen wordt behalve door pure teleurstelling, gemotiveerd door verwijzing naar andere regiogemeenten (Den Haag, Pijnacker) waar woningen met dezelfde huur voor hogere inkomens gelabeld zouden worden. Over een iets te laag inkomen is een enkele maal geklaagd, omdat de betrokkene het vermogen uit verkoop van de woning wilde inzetten om een hogere huur te betalen.

Ook wordt geklaagd over het pure feit dat de labeling naar inkomen, huishoudgrootte en leeftijd de spoeling dun maakt. Dit treft vooral starters die voor een kans van slagen sterk afhankelijk geweest zijn van het aanbod in de dagen vlak voor hun verjaardag. Voor deze groep leidde het uitvallen van krantenedities tot klachten. Deze zijn alle gegrond verklaard. Eén maal kon daarbij aannemelijk gemaakt worden dat de klager een geschikte woning miste en is alsnog een gelijkwaardige woning toegewezen. Inmiddels heeft het reactieduur-citerium dit type probleem opgelost. Bovendien wordt het aanbod in de woonkrant, welke vooraf gaat aan een uitgevallen woonkrant, inmiddels deels toegewezen aan de week zonder woonkrant.

De meeste klachten over de labeling zijn niet ontvankelijk, omdat de labeling volgens mondelinge afspraken tussen corporaties onderling en (waar nodig) corporaties en gemeente verloopt. Deze mondelinge afspraken zijn nog in geen enkel geval door de klachtencommissie beoordeeld als strijdig met de inhoud of strekking van de woonruimteverdeelregels. Wel zijn vragen gerezen bij de labeling van grote woningen voor maximaal 5 personen, waarbij de spoeling voor gezinnen van 6 of meer personen erg dun wordt. Ook is melding gemaakt van tussentijdse wijziging van labels, bij dreiging van onvoldoende interesse bij de doelgroep. De desbetreffende corporaties zijn hierop aangesproken.

 

Aanbieding

Wat betreft de aanbiedingsprocedure wordt regelmatig geklaagd over het feit dat de corporatie een aangeboden woning toch niet verhuurd, na controle van de voorwaarden. In alle voorkomende gevallen bleek dit terecht te zijn. Meestal betrof het eengezinswoningen waar de eis van een kind onder de 12 werd gesteld, terwijl ouderen reageerden. Daar waar de informatie bij de advertentie verwarrend was, zijn corporaties hierop gewezen. Zo wordt bijvoorbeeld wel geopend met inkomensvoorwaarden voor een eenpersoonshuishouden, terwijl, blijkens de slotregel in de voorwaarden, de woning helemaal niet beschikbaar is voor een eenpersoonshuishouden.

Verschillende keren is in de afgelopen jaren geklaagd over het laat informeren over een woningaanbod. Dit bereikte de begunstigde nadat de woning al aan een ander was aangeboden. Naar aanleiding van deze klachten worden al meer media gebruikt om mensen te bereiken, zoals e-mail en voice-mail.

Gezien de klachten die eind 2002, maar ook begin 2003 binnenkwamen, moet vastgesteld worden dat het criterium ‘lokaal maatwerk’ grote ergernis wekt onder mensen die -met reden- hoge ogen meenden te gooien, wegens urgentie of zeer lange woonduur. Het frustreert dat men door dit criterium nergens meer van uit kan gaan: woonduur, leeftijd en urgentie, dikwijls moeizaam vergaard, zijn in één klap waardeloos geworden, aldus enkele klagers.

 

Media

In 2002 zijn klachten geuit over het functioneren van Internet. Door de woningzoekende ingevoerde gegevens zouden niet goed zijn aangekomen of verwerkt. Hierdoor zijn klagers gedupeerd: hun reactie werd niet opgenomen, of een adreswijziging kwam niet goed door, waarna een klager in het ongewisse bleef over een woningaanbod. Problematisch is dat achteraf niet kan worden vastgesteld of werkelijk een fout is gemaakt. De klachten zijn, wegens gebrek aan informatie, niet gegrond verklaard.

Het zou dienstig zijn indien archivering van de internetinformatie kon worden verlengd tot drie maanden (nu één maand), een termijn waarbinnen een klacht geuit wordt en de commissie de toedracht onderzoekt. Dit is alleen zinvol indien de klachtencommissie ook -standaard- binnen die termijn werk kan maken van de zaak.

Ook is geklaagd over het feit dat men volgens de tussen- en eindstandopgave op het internet als eerste genoteerd staat, zonder dat daaruit een woningaanbod volgt. Dat aan de stand-informatie geen rechten ontleend kunnen worden, is inmiddels tekstueel toegevoegd. Het zou goed zijn om duidelijker te vermelden dat de standen slechts een hulpmiddel vormen om woningen waarvoor men volstrekt kansloos is te mijden.

 

Urgentie

Verschillende klagers schrijven omdat ze menen urgent te zijn, terwijl een urgentieaanvraag is afgewezen. Soms wordt de zaak gelijktijdig bij de toetsingscommissie DTV (Delftse Toetsingscommissie Voorrangsbepaling) aangekaart, of de klachtencommissie verwijst de betrokkenen naar die commissie, indien die weg enige kans maakt. Opvallend is dat de laatste jaren klachten zijn binnengekomen van mensen die menen urgent te zijn wegens krap wonen, onder meer het inwonen bij familie. Bij het laatste is enkele keren gerefereerd aan de culturele (Turkse) achtergrond, waarbij de betrokkene pas na een huwelijk zelfstandig gaat wonen en zodoende geen woonduur opbouwt.

Zowel voor dit soort gevallen, als voor het geval van echtscheiding, kan worden opgemerkt dat het reactieduur-criterium, dat is ingevoerd om tekortkomingen van het leeftijdscriterium te ondervangen, nadelen heeft voor wie geen anticiperend en berekenend gedrag vertoont. Bij de afschaffing van echtscheiding als urgentiegrond, heeft indertijd meegespeeld dat deze groep ‘semi-starters’ vaak op grond van de leeftijd een goede kans maakt. Dat is nu niet meer het geval.

Tenslotte zijn enkele klachten geuit over (vermeende) onregelmatigheden in de zin dat wonigen buiten de krant werden verhuurd of aan een verkeerde doelgroep. Nagegaan is of hiervoor goede redenen waren en dat was het geval.

 

Aard van de klacht

Omschrijving

1998

1999

2000

2001

2002

 

 

 

 

 

 

 

Algemeen

Te weinig kans op een woning

2

3

 

3

2

Begrip

Geen zicht op slaagkans

 

1

 

 

 

WVG

Klacht mbt uitvoering WVG

 

1

 

 

 

Verhuurder

Klacht over verhuurder, niet woonruimteverdeling

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Labeling

Grote woningen voor max. 5 personen

 

 

 

 

3

 

Geen grote woningen voor starters;’

geen kleine voor doorstromers

 

 

1

 

1

 

1

 

1

 

Verschil tussen starter en doorstromer onduidelijk

1

1

 

 

1

 

Leeftijdsvoorwaarden = discriminatie

1

 

 

 

 

 

Weinig aanbod gezien leeftijd of inkomen

3

3

13

5

10

 

Geen aanbod in ‘verjaarweek’ (allen starters)

 

1

 

2

1

Totaal labeling

 

5

6

14

8

16

 

 

 

 

 

 

 

Aanbieding

Uitvallen krante-editie in verjaarweek

 

 

 

8

 

 

Voorwaarden niet (juist) bij de advertentie

 

3

 

 

3

 

Te laat in kennis stellen van aanbieding

 

2

1

1

1

 

Corporatie trekt aanbieding in

3

2

1

4

2

 

Slechte/onattente voorlichting

 

 

 

 

1

 

Voorrang ‘lokaal maatwerk’

 

 

 

 

4

Totaal aanbieding

 

3

7

2

13

11

 

 

 

 

 

 

 

Media

Kan niet via Woontext reageren

1

 

 

 

 

 

Teletekstreacties komen niet door

 

1

 

 

 

 

Teletekst reacties zijn niet fraudebestendig

 

 

 

1

 

 

Maximaal 2 reacties is te weinig

 

 

 

1

 

 

Gegevens via Internet niet goed doorgekomen

 

 

 

 

3

 

Nr. 1 volgens ‘eindstand’ maar niet in het echt

 

 

 

 

3

Totaal media

 

1

1

 

2

6

 

 

 

 

 

 

 

Urgentie

Dakloos (slaapt op straat)

 

 

1

 

 

 

Medisch

 

2

1

1

 

 

Ruzie; discriminatie; echtscheiding

 

1

1

1

1

 

Woning te krap; inwonend bij ouders

 

 

 

2

3

Totaal urgentie

 

-

3

3

4

4

 

 

 

 

 

 

 

Transparantie

Woning toegewezen aan kortere wachtijd / jonger

 

1

 

1

1

 

Weergave geboortedatum schendt privacy

 

1

 

 

 

 

Woning heeft niet in de krant gestaan

 

1

 

1

 

Totaal transparant

 

 

3

 

2

1

 

6.              Conclusies

 

Werkzaamheden commissie

-      Personeelswisselingen bij het secretariaat van de klachtencommissie en verschillen in werkwijze maken het lastig om het klachtenverloop in de verschillende jaren te vergelijken. De cijfers wijzen niettemin op een vrij gestage toename van het klachtenaantal in de afgelopen jaren.

-      De klachtencommissie is er het laatste jaar niet in geslaagd om de klachten binnen de afgesproken termijn van twee maanden schriftelijk af te handelen. Wel werden alle klagers bericht over de uitspraak van de commissie, zij het vier daarvan enkel telefonisch.

-      Een belangrijk deel van de klachten is niet ontvankelijk (ongeveer een derde tot de helft in de verschillende jaren) en betreft de uitgangspunten van woonruimteverdeling; slechts enkele klachten zijn beoordeeld als gegrond.

       Het ging in vier gevallen om het uitvallen van krantenedities waardoor starters het kansrijke woningaanbod net na hun cruciale verjaardag in de krant zagen. Een geval betrof het laat en louter schriftelijk in kennis stelen van een aanbieding en een geval betrof de doorstromer-status van een klager die in Frankrijk een woning vrijmaakte. De bron voor deze klachten is inmiddels weggenomen door respectievelijk een ander rangordecriterium voor starters; een completere benadering van woningzoekenden die een woning mogen bezichtigen (ook via e-mail, voice-mail en antwoordapparaat) en een helderder definitie van een doorstromer.

       Een laatste gegronde klacht betrof het lopende de advertentieperiode veranderen van de voorwaardelijke criteria.

-      Van acht gegronde klachten (1999 t/m 2002) werd maar in twee gevallen vastgesteld dat de klager ook gedupeerd was en werd bij de corporaties verzocht om een woning aan te bieden. In het laatste geval is dat ook gebeurd. Van het verzoek uit 1999 weet de huidige commissie dat niet.

 

Signalering knelpunten

 

Labels en sturing

-      In het algemeen verdient de vraag aandacht welke mate van labeling zinvol is; welk doel wordt gediend? Dit geldt in het bijzonder voor die gevallen waar zeer gedetailleerde labels worden gebruikt, die verder gaan dan de afspraken op hoofdlijnen tussen de corporaties.

       Verwarrend is onder meer dat binnen de regio verschillende normen voor passendheid gelden, zowel naar inkomen als naar woningbezetting. Ook  maximum bezettingseisen bij grote woningen (5 of meer kamers) wekken verwondering aangezien ze niet gelden bij

4-kamerwoningen.

-      Bij het adverteren van woningen worden soms tegenstrijdige of irrelevante voorwaarden gesteld, doordat standaardeisen aan de advertentie worden gehangen. Corporaties kunnen (nog) beter letten op maatwerk in de labeling.

-      De voorrangregel ‘lokaal maatwerk’ wekt bijzondere ergernis. Klagers hebben het gevoel nergens meer op te kunnen anticiperen. De regel doorkruist de transparantie van het model in ernstige mate.


-      In het algemeen geldt dat nieuwe regels tot nieuwe, andere klachten leiden. Het lokaal maatwerk is daarvan een voorbeeld, maar ook de wijziging in de labeling van 55-pluswoningen, najaar 2002 leidde tot een reeks klachten, net als de leeftijdsklassen die in 2000 voor starters werden ingevoerd.

       Het verdient volgens de commissie daarom aanbeveling om zoveel mogelijk naar oplossingen voor knelpunten te zoeken in de vorm van minder regels in plaats van meer regels of meer uitzonderingen op regels.

 

Media

-      Onduidelijk is of de informatie via het Internet verstrekt wordt evenveel geldigheid heeft als die via de krant wordt aangeboden. Bij onenigheid over de informatie die verstrekt werd, kan bij het Internet niet meer worden nagegaan wie gelijk had. Dit pleit voor ofwel een archivering van de informatie of een duidelijke boodschap welke rechten wel en niet aan de informatie ontleend kunnen worden. Meest verwarrend zijn de eindstanden via Internet, die de indruk wekken dat men een aanbieding mag verwachten terwijl dit meermalen niet het geval was.

 

Urgentie

-      In het licht van de gewijzigde toewijzingsregel voor starters (reactieduur in plaats van leeftijd) moet worden vastgesteld dat mensen in een echtscheidingssituatie hier hinder van hebben. Zij gelden immers niet als urgent en anticiperen doorgaans niet op echtscheiding. Bij de invoering van het advertentiemodel zijn zij als niet-urgent aangemerkt omdat ze op grond van hun leeftijd goede kans zouden maken op een woning. Dat is nu dus niet meer het geval.

-      De nadruk die bij het toewijzen van een woning op de ‘passende’ gezinsomvang wordt gelegd, staat in contrast met het feit dat krap wonen of overbewoning in de urgentie-beoordeling geen enkele indruk maakt. Dit terwijl het de betrokkenen en vaak ook omwonenden voor grote ongemakken stelt.

 

 

---