Inleiding:
Een fusie van de brandweerkorpsen van Delft en Rijswijk
stelt hoge eisen aan het leidinggeven aan de veranderingen die hieruit
voortvloeien, met name in de overgang van de twee bestaande organisaties, naar
een nieuwe organisatie. Met name in de concretisering van de hoofdlijnen van de
verandering naar de directe werksituatie en het vormgeven aan het betrekken van
de medewerkers daarbij is essentieel. Het zijn met name de medewerkers die de
verandering aan den lijve zullen ervaren, met alle onvermijdelijke onzekerheden
die dat met zich meebrengt.
Het is daarom van het grootste belang voor alle betrokkenen,
te weten: medewerkers, bestuurders en leidinggevenden zelf, dat in alle fasen
van het verander(fusie)proces duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is.
Om dat te realiseren is het gewenst dat een projectleider
wordt benoemd die als verandermanager verantwoordelijk is naar beide
burgemeesters voor het door te voeren veranderproces.
Ook de projectleider/verandermanager heeft voorwaarden nodig
om goed te kunnen functioneren. Daarom is het gewenst dat in een zo vroeg
mogelijk stadium van het veranderproces zo veel mogelijk duidelijkheid wordt
verschaft over de positie van de projectleider. Alleen dan is duidelijk wat de
betekenis is van de uit te stippelen koers voor de toekomst en de soms
moeilijke keuzes die daarbij gemaakt moeten worden.
Context:
De werkzaamheden worden verricht binnen de te fuseren
brandweerorganisatie van de gemeenten Delft en Rijswijk .
De projectleider/beoogd commandant zal, gelet op de fusie,
werkzaam zijn in een omgeving waar sprake is van een wijziging in de
organisatiestructuur en een verandering in werkomgeving, cultuur en werkwijzen.
Beide brandweerorganisaties hebben tot taak vanuit
brandweertechnisch oogpunt een veilige
leef-, woon- en werksituatie te
realiseren in hun gemeenten, alsmede in de regio van beide gemeenten.
Zij leveren hiermee een bijdrage aan de realisatie van het begrip integrale
veiligheid binnen de gemeente Delft en de gemeente Rijswijk.
Concreet houdt dit het volgende in:
- Het voorkomen, beperken en bestrijden
van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen van ongevallen bij brand
en al hetgeen daarmee verband houdt;
- Het beperken en bestrijden van gevaar
voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
- Het voorbereiden van de hulpverlening
bij- en het voorkomen en feitelijk beperken en bestrijden van rampen en zware
ongevallen.
Voor de uitvoering van de brandweertaken fungeert de beoogd
commandant van de brandweer als ambtelijk eindverantwoordelijke. Bij repressief
optreden hebben de burgemeesters op grond van de gemeentewet en de wet rampen
en zware ongevallen (WRZO) het opperbevel.
Als projectleider geeft de
functionaris als direct verantwoordelijke leiding aan een in te stellen
projectorganisatie en rapporteert aan de bestuurders.
Hoofdtaken:
1. Management
van de gefuseerde brandweerorganisatie voor de gemeenten Rijswijk en Delft en
in deze het vertalen van doelstellingen in te realiseren en vooraf overeengekomen producten voor de
betreffende gemeenten, gericht op brandweerzorg en rampenbestrijding. Legt
hierover verantwoording af aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
2. Initiëren
van beleid, producten en diensten gericht op een integrale, efficiënte,
effectieve, rechtmatige en klantgerichte dienstverlening door de nieuwe brandweerorganisatie, daar waar het
brandweerzorg, rampenbestrijding, risicobeheersing en integrale veiligheid
betreft.
3. Leidinggeven
aan repressie en rampenbestrijding.
4.
Verantwoordelijk voor de relatie en de door hem/haar uit te
voeren taken welke door de hulpverleningsregio zijn opgedragen.
5. Extern
relatiebeheer.
Volledig informeren van relaties
waar dit nodig en nuttig is. Hij geeft adequate, concrete en heldere informatie
met betrekking tot het gevoerde beleid, en dit zowel naar medewerkers als naar
externe instanties.
6. Is bestuurder in
de zin van de WOR.
Kerncompetenties:
Coachen en sturen op competenties
Is actief
met het verbeteren van competenties van anderen, weet leerpunten aan te geven
en weet (talentvolle) mensen een uitdaging te bieden. Biedt ondersteuning en
begeleidt zodat medewerkers hun kwaliteiten optimaal kunnen inzetten en versterken
Besluitvaardig
Neemt eenduidige beslissingen op basis van afwegen en eigen
oordeelsvorming, ook wanneer informatie beperkt is, zaken onzeker zijn of
risico’s inhouden. Dit alles binnen de gegeven richtlijnen.
Visie
Neemt afstand van de dagelijkse praktijk; concentreert zich
op hoofdlijnen en beleid op de lange termijn. Combineert omgevingsfactoren met
eigen inzicht en draagt dit uit in de organisatie.
Professioneel
Zet vakkennis en deskundigheid in en deelt deze met anderen,
houdt rekening met andere vakgebieden en verschillende belangen. Werkt samen en
komt afspraken na. Neemt vlot nieuwe ontwikkelingen in zicht op en weet dat te
gebruiken.
Omgevingsbewust
Blijk geven goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke,
politieke en economische ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren (binnen of
buiten de organisatie) en weet deze kennis effectief te benutten voor de eigen
functie of organisatie.
Onafhankelijk
Is onafhankelijk en zelfstandig. Heeft vertrouwen in het
vermogen de juiste handelswijze te kiezen en in de kans van slagen van eigen
initiatieven.
Functie-eisen:
-
Academisch niveau;
-
Afgeronde, voor het vakgebied relevante academische
opleiding (bijvoorbeeld Masters of Crisis and Disaster Management)
-
Bestuurlijke affiniteit;
-
Succesvolle leidinggevende ervaring;
-
In staat om richting te geven aan ontwikkelingen t.a.v.
veranderende werkomgeving, cultuur en werkwijzen.
Rol van projectleider:
Hoofdtaken:
1.
Leidinggeven aan het fusieproces in de concretisering van
hoofdlijnen naar werksituaties.
2.
Organiseren van het veranderproces, zodanig dat dat
transparant is voor medewerkers: onder meer door middel van het doen opstellen
van een Plan van Aanpak, doen opstellen van een beschrijving van de nieuwe
organisatie, doen opstellen van een sociaal plan en (her)plaatsingsplan.
3.
Adviseren van de stuurgroep en aansturen en coördineren van
de werkzaamheden van projectorganisatie door het verdelen van de werkzaamheden
en het monitoren en bijsturen van de voortgang en de kwaliteit van het
veranderproces.
4.
Zorgdragen voor een heldere communicatie naar het personeel
en organiseren van de afstemming tussen de (deel)projecten en de daarmee
samenhangende inspraak en betrokkenheid van personeel.
Kerncompetenties:
Visie
Neemt afstand van de dagelijkse praktijk; concentreert zich
op hoofdlijnen en beleid op de lange termijn. Combineert omgevingsfactoren met
eigen inzicht en draagt dit uit in de organisatie.
Sturen op resultaat
Geeft richting aan individuele medewerkers en aan een groep
binnen de vastgestelde taken en functies van de afdeling. Delegeert
verantwoordelijkheden en bevoegdheden en houdt daarbij rekening met
(on)mogelijkheden van de medewerkers.
Coachen en sturen op competenties
Is actief
met het verbeteren van competenties van anderen, weet leerpunten aan te geven
en weet (talentvolle) mensen een uitdaging te bieden. Biedt ondersteuning en
begeleidt zodat medewerkers hun kwaliteiten optimaal kunnen inzetten en
versterken
Organisatiebewust
Kent de
organisatiedoelen, -structuur en –cultuur en houdt daar rekening mee in het
werk. Speelt in op interne politiek en is alert op veranderingen binnen de
organisatie.
Legt
contacten met andere afdelingen en zet bruikbare, ondersteunende netwerken op.
Staat achter beslissingen die voor de organisatie nuttig zijn.
Plannen en organiseren
Bepaalt
doelen en prioriteiten en de nodige acties, tijd en middelen. Is in staat
werkzaamheden van verschillende medewerkers op elkaar af te stemmen en in
volgorde te zetten.
Draagvlak creëren
Krijgt anderen mee voor veranderingen in beleid,
organisatie, procedures of werkwijzen.
Functie-eisen:
-
Kennis en inzicht in de te fuseren organisatie-onderdelen
-
Vaardigheid in projectmanagement en het kunnen aansturen van
de projectorganisatie
-
Vaardigheid in het uitdragen en verdedigen van
projectresultaten, voorgestelde of gekozen oplossingsrichtingen, scenario’s of
alternatieven.