416274
 
Gemeente Delft
 
 
 
Uitwerking rampenplan/crisisplan

 

 

 

 

Deelplan
Juridische ondersteuning
 
 

datum vaststelling door B&W :

 

procesverantwoordelijke:

Hoofd Vakteam Juridische Zaken

actualisatie:

jaarlijks in de maand januari en bij tussentijdse mutaties direct

datum laatste actualisatie:

1 oktober 2003

beheerder/coördinator deelplan:

Coördinator rampenbestrijding dhr. R.A. van Woudenberg / mw. mr. R.H.V. Buise (vakteam JZ)

 


Hoofdstuk 1          Algemeen. 4

1.1.          Inleiding. 4

1.2 Procesverantwoordelijke. 4

1.3. processen in dit specifieke deelplan. 5

1.4. Relatie overige processen. 5

1.4.1. Intern betrokken vakteams. 5

1.4.2. Mogelijk externe betrokkenen. 5

1.5. Doel en positionering deelplan. 6

1.6. Beleidsuitgangspunten. 6

1.7. Prestatienormen Leidraad Operationele Prestaties. 6

1.8. Relatie met reguliere werkzaamheden. 7

1.9. Beheer en actualisatie deelplan. 7

1.9.1. Actualiseren van JZ-medewerkers en alarmeringslijsten. 7

1.9.2. Actualiseren deelplan JZ aan externe en interne ontwikkelingen. 7

1.9.3. Jaarlijkse bijeenkomst JZ-medewerkers om kennis bij te houden. 7

1.10. Erkenning van aansprakelijkheid en het doen van toezeggingen: 7

 

Hoofdstuk 2          Alarmering. 9

2.1. Inleiding. 9

2.2. Waarschuwing en alarmering tijdens diensttijd. 9

2.3. Waarschuwing en alarmering buiten diensttijd. 10

2.4. Waarschuwing en alarmering bij uitvallen van telefonische verbindingen. 10

 

Hoofdstuk 3          Organisatie. 11

3.1. Inleiding. 11

3.2. Ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente. 11

3.2.1. Gemeentelijke Crisisstaf 11

3.2.2. Gezamenlijk Actiecentrum.. 11

3.2.3. Actiecentrum en Crisisteam JZ.. 12

3.2.4. Regionaal Coördinatiecentrum.. 12

3.2.5. Overige eenheden (operationele diensten, externen) 13

3.2.6. Schematische weergave gemeentelijke organisatiestructuur : 14

3.3. Grensoverschrijdende ramp of crisis. 16

3.3.1. Gemeentelijke organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis. 16

3.3.2. Regionale organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis. 16

3.3.3. Schematische weergave regionale organisatiestructuur 17

 

Hoofdstuk 4          Verbindingen/communicatie. 18

4.1. Inleiding. 18

4.2. Bereikbaarheid. 18

4.3. Bereikbaarheid van overige organen en instellingen. 18

4.4. Communicatiemiddelen. 18

4.5. Communicatieschema. 18

4.6. Gemeentelijke afspraken met betrekking tot externe en interne communicatie. 20

 

 

Hoofdstuk 5          Taken, functies en verantwoordelijkheden. 21

5.1. Inleiding. 21

5.2. processpecifieke aspecten. 21

5.2.1. De doelgroepen van de uitvoering van het proces. 21

5.2.2. De verantwoordelijkheid van het Crisisteam JZ.. 21

5.2.3. De taken. 21

5.2.4. Beheer en bezetting Crisisteam JZ. 22

5.2.4.1. Het opvangen van personeel. 22

5.2.4.2. Het instrueren van personeel. 22

5.2.5. Het inrichten van het Crisisteam JZ. 22

5.2.6. Uitvoering. 22

 

Hoofdstuk 6          Beschikbare middelen. 23

6.1. Inleiding. 23

6.2. Overzicht beschikbaarheid personeel 23

6.3. Overzicht beschikbaarheid materiaal en materieel 23

6.3.1. Intern. 23

6.3.2. Waakvlamovereenkomsten. 23

6.3.3. Logistieke voorzieningen. 23

6.4. Locatie. 23

Bijlagen. 24

 


Hoofdstuk 1                 Algemeen

1.1.             Inleiding

Dit deelplan is opgesteld als handreiking ten tijde van crisis, calamiteiten/rampen en/of zware ongevallen. Onderdelen uit dit document kunnen gehanteerd worden bij het wegnemen van de bedreiging en het herstel van de dagelijkse situatie. Bij de samenstelling van dit deelplan is uitgegaan van de volgende definitie van een ramp of zwaar ongeval:

“Een ramp of zwaar ongeval is een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende discipline is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.” (art. 1, Wet rampen en zware ongevallen).

Ook indien er geen sprake is van een rampsituatie volgens bovenstaande definitie kunnen onderdelen uit dit draaiboek benut worden om bestuurlijk op te treden in een ongewenste situatie.


Het plan is onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:

1.   Algemeen

2.   Alarmering

3.   Organisatie

4.   Verbindingen/Communicatie

5.   Taken, functies en verantwoordelijkheden

6.   Beschikbare middelen

 

1.2 Procesverantwoordelijke

Hieronder is een overzicht opgenomen betreffende processen die aan de orde zijn in het kader van het bestrijden van rampen en zware ongevallen. Landelijk worden, onder meer in instrumenten als de Leidraad Maatramp en de Leidraad Operationele Prestaties, vijfentwintig processen onderscheiden. Voor deze processen is een beperkt aantal disciplines (gemeentelijk en operationeel) procesverantwoordelijk. De procesverantwoordelijke discipline draagt ervoor zorg dat het proces, al dan niet met inschakeling van andere organisaties, externen en/of de resterende disciplines, adequaat wordt uitgevoerd. De procesindeling suggereert derhalve geen exclusiviteit in de zin van proceseigenaar, zonder enige inmenging van elders, maar bedoelt de ‘eerst-aanspreekbare’ in beeld te brengen. De in de regio Haaglanden gevolgde procesindeling spoort voor het overgrote deel met de landelijke systematiek. Op onderdelen heeft een kleine herschikking plaatsgevonden. Een in deze regio vastgesteld rampenplan en rampenbestrijdingsplan is op onderstaande procesindeling gebaseerd.

 

 

 

 


 



Nr.

proces conform systematiek Leidraad Operationele Prestaties

procesverantwoordelijk

1

Alarmering bestuur en uitvoerenden

Ambtenaar rampenbestrijding

CLUSTER BRON- EN EFFECTBESTRIJDING

2

Bestrijden brand en emissie gevaarlijke stof

Brandweer

3

Redden en technische hulpverlening

 

4

Waarnemen en meten

 

5

Waarschuwen bevolking

 

6

Toegankelijk en begaanbaar maken

 

7

Ontsmetting van mens en dier

 

8

Besmettingscontrole en organisatie ontsmetten van voertuigen

 

CLUSTER GENEESKUNDIGE HULPVERLENING

9

Spoedeisende medische hulpverlening (SMH)

GHOR

10

Openbare gezondheidsbescherming (OGB)

 

11

Psychosociale hulpverlening (PSH)

 

CLUSTER RECHTSORDE EN VERKEER

12

Handhaven openbare orde

Politie

13

Afzetten en afschermen

 

14

Verkeer regelen

 

15

Gidsen

 

16

Ontruimen en evacueren

 

17

Identificeren van overledenen

 

18

Strafrechtelijk onderzoek

 

CLUSTER BEVOLKINGSZORG

19

Voorlichting

Communicatie

20

Opvang en verzorging

Werk Inkomen & Zorg (WIZ)

21

Primaire levensbehoeften

WIZ

22

Registratie van slachtoffers

Burgerzaken

23

Milieuzorg

Milieu / Milieuzorg

24

Schaderegistratie- en aanmelding

Centrale Staf/TRM

25

Uitvaartverzorging

WIZ

26

Nazorg (IAC)

Gemeente

OVERIGE

 

Juridische ondersteuning processen

Gemeente/hoofd JZ

 

De procesverantwoordelijke voor het proces Juridische ondersteuning is de gemeente Delft.
De gemeente Delft heeft op voorhand het hoofd JZ aangewezen als procesverantwoordelijke binnen het deelplan Juridische ondersteuning.

1.3. processen in dit specifieke deelplan

Dit deelplan heeft betrekking op de algemene juridische ondersteuning ten tijde van rampen en zware ongevallen.

1.4. Relatie overige processen

1.4.1. Intern betrokken vakteams

Aan het ten uitvoer brengen van dit procesplan werken de volgende cluster/vakteams mee:

1.       Gemeentelijke Crisisstaf

2.       Vakteam Juridische Zaken

1.4.2. Mogelijk externe betrokkenen

Daarnaast kan een beroep worden gedaan op bijvoorbeeld:

1.       VNG;

2.       andere gemeenten in de regio Haaglanden.

 

1.5. Doel en positionering deelplan

Indien er sprake is van een ramp of een zwaar ongeval wordt het Crisisteam JZ opgericht.

 

De doelgroep van het proces juridische ondersteuning is de burgemeester en de gemeentelijke Crisisstaf. De burgemeester en/of gemeentelijke crisisstaf neemt bij vragen direct contact op met het Crisisteam JZ, medewerkers JZ/Rampen en Zware Ongevallen (RZO).

 
Het doel van het proces juridische ondersteuning is het ondersteunen en adviseren van o.a. de gemeentelijke Crisisstaf bij besluitvorming, het leveren van expertise op het gebied van wetgeving, het opstellen van (nood)verordeningen, bevelen e.d.

 
Tijdens een (dreigende) ramp of zwaar ongeval is de kans groot dat de burgemeester, belast met het opperbevel, besluiten moet nemen die ingrijpende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld het vorderen van een gebouw, het ontruimen van een bedrijventerrein of het evacueren van een woonwijk. In een dergelijke situatie is de burgemeester vaak genoodzaakt een beroep te doen op het gemeentelijk noodrecht zoals het geven van een noodbevel. Voordat de burgemeester een besluit neemt, is een duidelijk beeld van de juridische (on)mogelijkheden onontbeerlijk. Dit deelplan beoogt uitkomst te bieden bij te nemen spoedeisende beslissingen.


Indien de burgemeester onterechte of onnodige besluiten neemt, dan zullen eventuele benadeelden snel reageren door bijvoorbeeld klachten en schadeclaims in te dienen. Daarnaast kan een onjuist gegeven noodbevel of noodverordening leiden tot problemen bij de strafrechtelijke opsporing en vervolging.

De burgemeester kan bij diens besluitvorming een memorandum gebruiken (bijlage 1).

 

Het doel van het deelplan JZ is het aanleveren van juridische handvatten en producties. Dit om voorbereiding van effectieve juridische advisering ten tijde van een ramp of zwaar ongeval mogelijk te maken, waaronder:

·         het inzichtelijk maken van juridische risico’s;

·         het inventariseren en voorkomen van nodeloze aansprakelijkheid;

·         het onder de aandacht brengen van juridische aspecten van besluitvorming (bevoegdheden etc)

 

1.6. Beleidsuitgangspunten

De burgemeester neemt in overleg met de Gemeentelijke Crisisstaf het besluit tot het instellen van het Crisisteam JZ. Het crisisteam JZ werkt vanuit het Actiecentrum JZ. Het Crisisteam JZ dient binnen 1 uur na het instellingsbesluit operationeel te zijn. Bij een dreigende crisis die nog niet leidt tot een besluit tot instelling van het Crisisteam JZ, zal de ambtenaar rampenbestrijding een voorwaarschuwing doen uitgaan naar het hoofd JZ. Hierbij hoeft nog geen Crisisteam JZ te worden ingericht. De medewerkers dienen zich wel beschikbaar te houden.

 

1.7. Prestatienormen Leidraad Operationele Prestaties

Het landelijk instrumentarium, de Leidraad Operationele Prestaties (LOP) geeft globale indicaties van de hoeveelheid hulpverleners en eenheden die nodig zou zijn om bij rampen hulp aan de regio’s te kunnen verlenen op een niveau dat overeenkomt met de huidige standaard van zorg bij individuele ongevallen. De LOP is bedoeld voor de in regionaal verband optredende hulpdiensten en de daarin samenwerkende gemeenten.

De hulpvraag richting JZ zal niet zozeer afhankelijk zijn van bovengenoemde indicaties. Er wordt uitgegaan van een standaard team.

 

Operationele prestaties

In dit kader zijn potentieel de volgende activiteiten aan de orde:

Actie 1:  Besluit tot instellen van het Crisisteam JZ en

Actie 2:  Het oprichten van het Actiecentrum JZ;

Actie 3:  Bemensen van computer/telefoon         voor registratie en beantwoording van vragen;

 

De voorgestelde operationele prestaties zijn:

 

Actie

Doelstelling qua tijd (in het algemeen: z.s.m.)

1. Instellingsbesluit Crisisteam JZ

Bij instelling van een Gemeentelijke Crisisstaf

2. meld-/ infopunt operationeel

Start registratie: z.s.m

 

Wat betekent dit voor het Crisisteam JZ?

 

Het Crisisteam JZ dient binnen 1 uur na het instellingsbesluit bemenst en operationeel te zijn.

Voor het benodigde aantal medewerkers ten behoeve van beantwoording van hulpvragen etc. geldt de volgende norm: 2 medewerkers.

Vanwege aflossing is minimaal één andere medewerk(st)er benodigd om te kunnen (blijven) voldoen aan  deze norm. Er geldt in alle gevallen een minimum van 3 JZ/RZO-medewerkers zodat onderling kan worden afgelost c.q. in ploegendienst gewerkt kan worden.

 

1.8. Relatie met reguliere werkzaamheden

Indien zich een ramp heeft voltrokken, hebben de werkzaamheden in het kader van advisering aan de crisisstaf de hoogste prioriteit. Gedeeltelijk continueren van de dagelijkse dienstverlening wordt nagestreefd, maar zal niet altijd haalbaar zijn.

 

1.9. Beheer en actualisatie deelplan

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de verspreiding van dit deelplan, dan wel gedeelten daarvan aan functionarissen, andere overheden en instanties die bij de rampenbestrijding betrokken worden. Eveneens draagt het college van burgemeester en wethouders zorg voor de verspreiding van de wijzigingen en aanvullingen van dit deelplan.

 

Het voorliggende deelplan JZ met bijbehorende bijlagen wordt jaarlijks in de maand januari, gecontroleerd en aangepast aan de meest actuele stand van zaken.

Indien daartoe aanleiding is wordt het deelplan tussentijds aangepast. Alvorens hiertoe over te gaan wordt overleg gepleegd met de ambtenaar rampenbestrijding. Eveneens dient op het voorblad van het voorliggende deelplan JZ te worden opgenomen op welke datum dit deelplan voor het laatst is geactualiseerd. De geactualiseerde versie dient vervolgens zo spoedig mogelijk te worden vermenigvuldigd en beschikbaar te worden gesteld aan alle bij de rampenbestrijdingsorganisatie betrokken partijen.

Onder het beheer van het deelplan wordt mede begrepen het regelmatig deelnemen aan oefeningen, themagebonden seminars en dergelijke en het ter kennis brengen van de inhoud van dit deelplan aan nieuwe medewerkers. Voor zover dit noodzakelijk wordt geacht, worden medewerkers in de gelegenheid gesteld om cursussen te volgen op het gebied van het taakveld van het onderhavige deelplan.

1.9.1. Actualiseren van JZ-medewerkers en alarmeringslijsten

Jaarlijks zal het vakteamhoofd JZ de JZ-medewerkers alsmede de alarmeringslijsten actualiseren. Zowel de JZ/RZO-medewerkers als de ambtenaar rampenbestrijding zullen hiervan een overzicht ontvangen.

1.9.2. Actualiseren deelplan JZ aan externe en interne ontwikkelingen

Crisisteam JZ zorgt voor jaarlijkse actualisatie, naar aanleiding van interne (o.a. reorganisatie e.d.) en externe (landelijke) ontwikkelingen.

1.9.3. Jaarlijkse bijeenkomst JZ-medewerkers om kennis bij te houden

Tijdens een jaarlijks terugkerende bijeenkomst worden alle JZ-medewerkers geïnformeerd over de inhoud van het deelplan JZ, de bijbehorende taken alsmede actuele ontwikkelingen. Door deze bijeenkomsten worden de medewerkers betrokken bij het deelplan JZ en blijven zij op de hoogte van de inhoud.

 

1.10. Erkenning van aansprakelijkheid en het doen van toezeggingen:

         het zich onthouden van uitspraken is ieders verantwoordelijkheid!

De gemeente erkent geen enkele aansprakelijkheid of gehoudenheid tot het betalen van schadevergoeding door de verlening van haar medewerking bij de registratie ingevolge de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO). Dit wordt expliciet vermeld op alle schadeaangifteformulieren en de toelichting hierop.

 

De burgemeester en de andere leden van de Gemeentelijke Crisisstaf zullen zich onthouden van het doen van mondelinge of schriftelijke toezeggingen inzake de vergoeding van de schade of aansprakelijkheid van de gemeente Delft voor de aangerichte schade. Ook de overige medewerkers van de gemeente Delft dienen zich te onthouden van dergelijke uitspraken. Het is van groot belang dat een ieder beseft dat elke toezegging, hoe gering of  hoe onschuldig of hoe goed bedoeld ook, kan leiden tot verplichtingen waarop de gemeente tot nakoming kan worden aangesproken. Ingeval van niet verzekerde en niet vergoedbare schade bestaat immers de kans dat benadeelden zich tot de overheid wenden en alles aangrijpen om schadevergoeding te verkrijgen.


Hoofdstuk 2                 Alarmering

2.1. Inleiding

De burgemeester neemt in overleg met de Gemeentelijke Crisisstaf het besluit tot het instellen van het Crisisteam JZ. Hiertoe laat de burgemeester de centrale meldkamer (Regionale Alarm Centrale) van de brandweer de ambtenaar rampenbestrijding (ARB) alarmeren. De ambtenaar rampenbestrijding roept de procesvertegenwoordiger/hoofd JZ op.

 

Alarmeringsschema

Commandant

 

 

Brandweer

 

 

 

 

 

Bureauchef

Politie

 

1)

burgemeester

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regionaal Genees-

kundig Commandant

 

 

2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ambtenaar rampenbestrijding

 

 

 

 

 

 

 

3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeente

Secretaris

na overleg bgm :

hoofden Actiecentra

na overleg bgm :

derden,

des-kundigen

voorlichter

 

hoofd verbindings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum

hoofd ondersteunings-groep gemeentelijk coördinatiecentrum

 

 

  

3)

   

 

 3)

 

 

3)

 

3)

 

 

3)

cluster-

directeur

&

wet-houders

 

hoofden vakteams die niet in Gemeentelijke Crisisstaf zitting hebben = JZ

 

voorlichters

 

leden verbindingsgroep

 

leden onder-steuningsgroep

BHV en bodes

beveiliging

 

 

 

3)

 

 

 

medewerkers gemeentelijk actiecentra o.a. Crisisteam JZ

 

 

 

3)

 

 

 

medewerkers Crisisteam JZ en overige gemeentelijke eenheden

 

 

1) Advies over de uitgifte voorwaarschuwing of alarmering

2) Opdracht geven van voorwaarschuwing of alarmering

3) Alarmering of voorwaarschuwing
 

2.2. Waarschuwing en alarmering tijdens diensttijd

Na beoordeling van de situatie roept de procesvertegenwoordiger de coördinator consulenten/jurist RZO (Jaap van der Hoest) op. Laatstgenoemde roept de consulent/jurist RZO (Rosalie Buise) op c.q. geeft een voor-waarschuwing stand-by te staan. 
De opkomstplaats en het actiecentrum JZ is de Torenhove, tweede verdieping, kamer 2.15.
Indien deze locatie onbereikbaar is, zal men zich melden aan de Westvest 41 (2611 AZ Delft). De leden van het Crisisteam JZ wachten de opdrachten af van de procesvertegenwoordiger.

 

2.3. Waarschuwing en alarmering buiten diensttijd

In de bijlage is een alarmeringslijst opgenomen. Afhankelijk van de omvang van de ramp zal het gehele team dan wel een gedeelte daarvan worden opgeroepen. De procesverantwoordelijke roept de benodigde personeelsleden op.

 

2.4. Waarschuwing en alarmering bij uitvallen van telefonische verbindingen

Bij het zich voordoen van een calamiteit waarbij telefoonverbindingen gedeeltelijk of geheel uitvallen, vindt alarmering plaats door middel van :

 

·         oproepen via Radio West

·         oproepen via lokale radio (Gemeente Delft)

·         teletekst

·         door de inzet van bodes/ordonnansen

 


Hoofdstuk 3                 Organisatie

3.1. Inleiding

Tijdens een ramp of crisis wordt een alternatieve organisatie opgezet waarmee zo effectief mogelijk de ramp of crisis bestreden kan worden. Er wordt hierbij zoveel mogelijk aangesloten bij reguliere structuren, maar de bijzondere omstandigheden tijdens een ramp maken dat de organisatie speciaal moet worden ingericht om optimaal in te kunnen spelen op de omstandigheden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de organisatie bij een ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente en de organisatie bij een grensoverstijgende ramp of crisis.

 

3.2. Ramp of crisis binnen de grenzen van de gemeente

De burgemeester is verantwoordelijk voor de bestrijding van de ramp of crisis, hij heeft het opperbevel. Bij hem ligt de (bestuurlijke) verantwoordelijkheid voor de JZ-taken tijdens een ramp. De rampenorganisatie is erop gericht om het opperbevel van de burgemeester gestalte te geven.

3.2.1. Gemeentelijke Crisisstaf

Op het moment dat zich binnen de gemeente Delft een incident voordoet dat in omvang of complexiteit uitstijgt boven de “normale” dagelijkse incidenten, kan de burgemeester, na overleg met of op advies van de commandant van de brandweer, de Regionaal Geneeskundig Commandant, de bureauchef van politie, of de ambtenaar rampenbestrijding, besluiten de Gemeentelijke Crisisstaf (GCS) geheel of gedeeltelijk bijeen te roepen.

 

De Gemeentelijke Crisisstaf (GCS) heeft tot taak de burgemeester bij het door hem te voeren strategisch beleid bij te staan en is multidisciplinair samengesteld. Indien de burgemeester gebruik maakt van de bevoegdheden van de Wet rampen en zware ongevallen, dan is de crisisstaf de gemeentelijke rampenstaf in de zin van artikel 11, eerste lid van die wet.

 

Samenstelling

 

De samenstelling kan wisselen naar aard van het incident. Zo kan het noodzakelijk blijken dat vertegenwoordigers van nutsbedrijven of Hoogheemraadschap van Delfland zitting nemen in de crisisstaf. Daarnaast kan het zijn dat een incident het noodzakelijk maakt de crisisstaf uit te breiden met een officier van justitie, maar ook de directie of een medewerker van een getroffen bedrijf. Dit alles ter beoordeling van de burgemeester.

Voorts kan besloten worden de omvang van de crisisstaf te beperken indien geen noodzaak tot deelname is van enkele functionarissen. De crisisstaf wordt indien noodzakelijk ondersteund door een telefoniste, een plotter en een verslaglegger.

De operationele vertegenwoordigers zorgen zelf voor hun vervanging. In de crisisstaf worden afspraken gemaakt over vergaderritmiek, verslaglegging, vergaderdiscipline en aflossing.

 

Locatie

De Gemeentelijke Crisisstaf is ondergebracht in de ruimte aan de Westvest 41 in de gemeente Delft. Een alternatieve locatie voor de Gemeentelijke Crisisstaf is het Stadhuis aan de Markt 87 te Delft.

 

3.2.2. Gezamenlijk Actiecentrum

Het Gezamenlijk Actiecentrum vormt de verbindingsschakel tussen de Gemeentelijke Crisisstaf en de uitvoerende onderdelen van de rampenbestrijdingsorganisatie (operationele diensten en de verschillende actiecentra). De opdrachten van de crisisstaf worden via de vertegenwoordigers in het Gezamenlijk Actiecentrum doorgegeven naar de verantwoordelijke uitvoerders. Tevens lopen berichten omtrent realisatie van de opdrachten via het Gezamenlijk Actiecentrum naar de crisisstaf. Indien noodzakelijk vind in het Gezamenlijk Actiecentrum de afstemming van de opdrachten tussen de verschillende actiecentra plaats.

 

Het Gezamenlijk Actiecentrum wordt niet bij elke ramp of crisis ingericht. De crisisstaf besluit – afhankelijk van de noodzaak van afstemming en de omvang van de ramp – tot het al dan niet inrichten van het Gezamenlijk Actiecentrum.

 

Samenstelling

·         Burgerzaken: Niels Vloemans  ( met het oog op het proces registreren van slachtoffers)

 

3.2.3. Actiecentrum en Crisisteam JZ

De gemeente is zoals gesteld verantwoordelijk voor een aantal processen in het kader van de rampenbestrijding. De uitvoering bij een ramp of ongeval in het kader van deze processen vindt plaats in actiecentra. Het crisisteam JZ verzorgt de juridische ondersteuning. Zij zal dit primair vanuit de Torenhove doen.

Het Crisisteam JZ werkt de vragen van de Crisisstaf uit (mondeling en/of schriftelijk) en rapporteert tijdig terug aan de Crisisstaf.  Indien zich knelpunten voordoen bij genoemde taken (zie § 5.2.3) wordt dit teruggekoppeld aan de burgemeester.

 

3.2.4. Regionaal Coördinatiecentrum

Indien er sprake is van gecoördineerde inzet van hulpdiensten, zal binnen de operationele kolom op tactisch niveau een Regionaal Coördinatiecentrum (RCC) worden ingericht. Hier vindt de coördinatie plaats van de inzet van de brandweer, de politie en de GHOR. Feitelijk


is dit een gemeenschappelijk actiecentrum van de hulpdiensten. De burgemeester heeft het opperbevel over het regionaal coördinatiecentrum.

 

3.2.5. Overige eenheden (operationele diensten, externen)

Het Gezamenlijk Actiecentrum en de Gemeentelijke Crisisstaf worden ondersteund door een verbindingscentrum. Hier kunnen alle berichten voor de crisisstaf of het Gezamenlijk Actiecentrum direct naar toe worden gemaild, gefaxt of doorgebeld.

 

De coördinatie van de hulpverlening door de politie, brandweer en GHOR op de plaats van het incident gebeurt in het CTPI (Coördinatie Team Plaats Incident), dit hangt hiërarchisch onder het RCC. 

 

Indien de omvang van een ramp of incident de capaciteit van de gemeente overstijgt, bestaan diverse mogelijkheden om bijstand aan te vragen. Dit kan bijvoorbeeld regionaal plaatsvinden op basis van de op 30 maart 1999 tussen de regiogemeenten bekrachtigde bijstandsregeling “Besluit inzake Intergemeentelijke Samenwerking Rampenbestrijding in de Regio Haaglanden” (zie bijlage 3 van het rampenplan) of op basis van bijstandsverzoeken van de burgemeester aan de Commissaris van de Koningin. Het is echter zaak dat vanuit het Crisisteam JZ tekort aan capaciteit tijdig wordt gesignaleerd naar de Crisisstaf, zodat direct maatregelen getroffen kunnen worden.


3.2.6. Schematische weergave gemeentelijke organisatiestructuur :

bij ramp of zwaar ongeval in één gemeente

 

Formele bestuurlijke relaties

 

Feitelijke relaties tussen staven en teams

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



3.3. Grensoverschrijdende ramp of crisis

Een ramp of crisis kan zich beperken tot het grondgebied van een gemeente, maar kan zich ook gemakkelijk uitspreiden over een aantal gemeenten. Als er sprake is van een grensoverstijgende ramp of crisis, bestaat de behoefte om de hulpverlening en de bestrijding van de ramp of crisis tussen de gemeenten af te stemmen. Het Algemeen Bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden heeft de “Regeling bestuurlijke coördinatie bij gemeenteoverschrijdende crisisomstandigheden binnen de regio Haaglanden” vastgesteld. Deze regeling regelt de coördinatie van de rampenbestrijding bij grensoverstijgende rampen en voorziet onder andere in een coördinerend burgemeester. (zie bijlage X bij het gemeentelijk rampenplan). De coördinerend burgemeester wordt ondersteund door een Regionaal Beleidsteam.

3.3.1. Gemeentelijke organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis

De gemeentelijke organisatie bij een grensoverstijgende ramp of crisis is in grote lijnen hetzelfde als bij een lokale ramp. Zeker met het oog op de verantwoordelijkheid voor JZ, zal in de gemeentelijke organisatie weinig veranderen. De burgemeester blijft het opperbevel houden over de rampenbestrijding. Zie voor een schematisch overzicht paragraaf 3.3.3.

3.3.2. Regionale organisatie bij grensoverschrijdende ramp of crisis

Bij een ramp of crisis die de grenzen van meerdere gemeenten overstijgt is het belangrijk dat de rampenbestrijding gecoördineerd plaatsvindt. De behoefte bestaat de rampenbestrijding door de betrokken gemeenten en de hulpverleningsdiensten op elkaar af te stemmen. Hiertoe is een regionale organisatie opgezet die erop gericht is deze coördinatie in de hand te werken.

 

Een Regionaal Beleidsteam (RBT) wordt operationeel wanneer er behoefte bestaat aan afstemming en coördinatie tussen gemeenten. Dit RBT staat onder leiding van een coördinerend burgemeester (1e de burgemeester van de gemeente Den Haag, 2e de burgemeester van de gemeente Zoetermeer en als 3e de burgemeester van de gemeente Delft, of één van de overige leden van het Dagelijks Bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden).

 

De lokale rampenbestrijdingsorganisatie blijft dus in stand, maar waar het gaat om de regionale afstemming en coördinatie heeft het RBT een rol.


3.3.3. Schematische weergave regionale organisatiestructuur

bij ramp of zwaar ongeval in meer dan één gemeente

 

Formele bestuurlijke relaties

 

Feitelijke relaties tussen staven en teams

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Hoofdstuk 4                 Verbindingen/communicatie

4.1. Inleiding

Helderheid in communicatie is van essentieel belang in de rampenbestrijding. De communicatie in de rampenbestrijding volgt sterk de organisatorische hiërarchie van de gemeentelijke organisatie.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de communicatiediscipline en bereikbaarheid.

 

4.2. Bereikbaarheid

De burgemeester neemt bij juridische vragen direct contact op met de procesverantwoordelijke.

 

4.3. Bereikbaarheid van overige organen en instellingen

Er zijn geen externe instanties die direct ingeschakeld worden door Crisisteam JZ.

 

4.4. Communicatiemiddelen

Het Crisisteam JZ beschikt standaard over :

1 inkomende telefoonlijn (2602408) en, 3 uitgaande telefoonlijnen (2602408, 2602122, 2602102)

1 inkomende faxlijn, 1 uitgaande faxlijn 015-2197323

1 e-mail adres emoesker@delft.nl

 

4.5. Communicatieschema

Opdracht:

 

 

 

 

 

 


Terugkoppeling berichten:

 

 

 

 

 


4.6. Gemeentelijke afspraken met betrekking tot externe en interne communicatie

Een ieder onthoudt zich van het doen van toezeggingen dan wel het erkennen van aansprakelijkheid.


Hoofdstuk 5                 Taken, functies en verantwoordelijkheden

 

5.1. Inleiding

In dit hoofdstuk zal worden stilgestaan bij de taken en verantwoordelijkheden van het Crisisteam JZ.

 

5.2. processpecifieke aspecten

JZ, en dus ook de burgemeester/Crisisstaf, maakt het volgende onderscheid:
- concrete schadeverzoeken
- overige juridische vraagstukken

Schadeverzoeken worden afgedaan via deelplan CRAS door TRM. Overige juridische vraagstukken zullen door JZ worden afgehandeld.

5.2.1. De doelgroepen van de uitvoering van het proces

Het plan is bedoeld voor:

-          Degenen die juridische vragen hebben naar aanleiding van (dreigende) rampen en zware ongevallen;

-          De bij de rampenbestrijding betrokken organisaties;

-          De medewerkers van het Crisisteam JZ.

5.2.2. De verantwoordelijkheid van het Crisisteam JZ

De gemeente Delft heeft op voorhand het hoofd JZ aangewezen als procesverantwoordelijke binnen het deelplan Juridische ondersteuning.
De discipline die aan het proces “juridische ondersteuning” uitvoering geeft is het Crisisteam JZ/RZO. Een deel van het vakteam JZ houdt zich in de normale organisatie bezig met juridische ondersteuning in het algemeen, aansprakelijkheidsvraagstukken, concipiëren van verordeningen, voorbereiding van besluitvorming, het behandelen van schadeclaims en risicomanagement. Vanwege de ervaring met juridische ondersteuning is ervoor gekozen het deelplan JZ bij het vakteam JZ onder te brengen en zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de dagelijkse werkzaamheden.

5.2.3. De taken

Uitgangspunt is het geven van deskundige juridische adviezen ten behoeve van een doelmatige en doeltreffende crisisbesluitvorming en –management.

De procesvertegenwoordiger draagt de eindverantwoordelijkheid van het proces juridische ondersteuning van de ramp. De procesvertegenwoordiger fungeert als intermediair tussen gemeentelijke crisisstaf en de JZ-medewerkers.

 

 

 

 

 

 

 


 

Taken procesverantwoordelijke:

1.   Is aanwezig bij alle bijeenkomsten van het Crisisteam JZ

 

2.   Zorgt dat Juridische ondersteuning op de agenda van de vergadering van het Crisisteam JZ staat

 

3.   Zorgt er voor dat alle opdrachten en handelingen altijd worden teruggekoppeld naar de burgemeester en het Crisisteam JZ

 

4.   Adviseert de burgemeester betreffende:

·       Te nemen bevelen en vaststelling daarvan;

·       Vaststellen van verordeningen;

·       Communicatie van dergelijke besluiten;

 

 

5.   Adviseert intern:

·       over de afstemming van juridische werkzaamheden met de hoofden van andere actiecentra

 

 

6.   Geeft opdracht

·       opdrachten van de burgemeester te vertalen in juridische  activiteiten en deze af te stemmen met Communicatie voor berichtgeving naar buiten;

·       alle verstrekte opdrachten te laten terugkoppelen naar het Crisisteam JZ

 

7.   Zorgt zo snel mogelijk na het beëindigen van de rampbestrijdingswerkzaamheden voor een (integraal) evaluatieverslag, inclusief aanbevelingen

 

8.   Instrueert medewerkers JZ RZO over de situatie, de aard en de omvang van de ramp of het zware ongeval.

 

9.   Verdeelt ontvangen opdrachten onder medewerkers JZ/RZO.

 

10. Is verantwoordelijk voor het actueel houden van het deelplan Juridische Ondersteuning

 

5.2.4. Beheer en bezetting Crisisteam JZ

5.2.4.1. Het opvangen van personeel

Het personeel verzamelt zich in eerste instantie op de hoofdlocatie van het Actiecentrum JZ om vandaar uit verder geïnstrueerd en voorzien te worden van de benodigde middelen. Het Crisisteam JZ dient binnen één uur na het instellingsbesluit operationeel te zijn.

5.2.4.2. Het instrueren van personeel.

Het hoofd van het Crisisteam JZ instrueert het personeel over de situatie, de aard en de omvang van de ramp of het zware ongeval. Vervolgens zal het personeel opdrachten ontvangen om uit te voeren.

 

Tijdens de instructie dienen afspraken gemaakt te worden over de uitvoering en terugkoppeling van de activiteiten. In de beginfase van het Crisisteam JZ zullen de JZ-medewerkers regelmatig op vooraf afgesproken tijdstippen bijeenkomen voor een briefing over de rampsituatie en een terugkoppeling over de activiteiten waarna een eventuele nieuwe taakverdeling wordt gekozen en opgepakt. Chaos wordt hiermee voorkomen en iedereen blijft volledig geïnformeerd. Afhankelijk van situatie/aard van de ramp of het zware ongeval zal dit overleg al dan niet frequent plaatsvinden.

5.2.5. Het inrichten van het Crisisteam JZ

Ten tijde van een ramp of zwaar ongeval zullen de kantoren van het vakteam JZ onderdak bieden aan het Crisisteam JZ. Mocht  de Torenhove door de ramp of een zwaar ongeval niet bereikbaar of  “bewoonbaar”  zijn dan zal het team kantoor hebben in de Westvest 41 (2611 AZ Delft). Indien ook dit niet mogelijk is zal in overleg met vakteam HSM alternatieve ruimten worden gezocht voor het actiecentrum JZ.

5.2.6. Uitvoering

Afhankelijk van het verzoek om juridische ondersteuning, kunnen de modellen (bijlagen

I t/m X) worden gebruikt.


Hoofdstuk 6     Beschikbare middelen

6.1. Inleiding

De activiteiten van het Crisisteam JZ dienen binnen één uur na het instellingsbesluit van de Gemeentelijke Crisisstaf operationeel te zijn. De locaties, middelen en het personeel dienen vooraf beschikbaar te zijn en geïnformeerd te zijn over het doel van het deelplan JZ.

 

6.2. Overzicht beschikbaarheid personeel

Er zijn minimaal 3 medewerkers benodigd ten behoeve van de juridische ondersteuning. 

 

6.3. Overzicht beschikbaarheid materiaal en materieel

6.3.1. Intern

Informatievoorziening:

1.       verbindingen naar rampenterrein, gemeentelijke Crisisstaf en overige organisatiedelen

2.       vaste telefoons (3), mobiele telefoons en fax (1)

3.       rampenplan en deelplan(nen)

4.       radio, televisie

5.       internetverbinding (met teletekst)

6.       kaarten/plattegronden

7.       evt. foto- en/of filmapparatuur

8.       informatie over gebouwen

 

Kantoorbenodigdheden:

1.       wettenbundels

2.       digitale juridische bibliotheek

3.       computers/tekstverwerkingsmogelijkheden

4.       kopieermachine

5.       pennen, notitieblokken

6.       print- en kopieerpapier

 

Overige benodigdheden:

voedsel en drank

6.3.2. Waakvlamovereenkomsten

Er zijn geen waakvlamovereenkomsten van toepassing voor het deelplan JZ.

6.3.3. Logistieke voorzieningen

Voor eventuele mobiliteitsvoorzieningen zijn meerdere fietsen beschikbaar.

 

6.4. Locatie

De hoofdlocatie van het actiecentrum van het Crisisteam JZ bevindt zich op de locatie waar het vakteam JZ normaliter is gevestigd, de Torenhove. Indien deze locatie niet beschikbaar/bereikbaar of anderszins toegankelijk is zal het Crisisteam JZ op de uitwijklocatie aan de Westvest 41 (2611 AZ Delft) zijn.

 

Na een oproep dienen alle JZ RZO-medewerkers zich primair te melden op de hoofdlocatie Torenhove voor nadere instructie.

 

            Bezoekadres Hoofdlocatie                             Uitwijklokatie Crisisteam JZ

            Torenhove

Martinus Nijhofflaan 2                            Westvest 41

            2624 ES Delft                                                   2611 AZ Delft               


Bijlagen

 

I.                    Checklist/Activiteitenschema

II.                  Noodbevoegdheden

III.                Noodbevel ongeval met gevaarlijke stoffen

IV.                Noodbevel elektriciteitsuitval

V.                  Verwijderingsbevel

VI.                Noodverordening evacuatie

VII.              Noodverordening verbod zich in een (ramp)gebied op te houden

VIII.            Noodverordening ramptoerisme

IX.                Noodverordening bomruiming

X.                  Besluit intrekking noodverordening

XI.                Kennisgevingen ex artikel 176 Gemeentewet

           
BIJLAGE I        Checklist/Activiteitenschema

 

In de checklist is aangegeven over welke gegevens de burgemeester, belast met het opperbevel, dient te beschikken voor een doelmatige en doeltreffende crisisbesluitvorming zijn:

Checklist

·         overleg driehoek;

·         noodsituatie: zijn de in de artikelen 175 en 176 bedoelde omstandigheden aanwezig?;

·         subsidiariteit: zijn de gewone middelen en instrumenten ontoereikend?;

·         proportionaliteit: zijn de maatregelen niet ingrijpender dan strikt noodzakelijk is?;

·         grondslag: één grondslag vermelden, óf artikel 175 óf artikel 176?;

·         inhoud: is de inhoud van het noodbevel/de noodverordening voldoende duidelijk en concreet? Zonodig gebiedskaart toevoegen of versie in vreemde talen samenstellen;

·         grondrechten: indien inbreuk wordt gemaakt op grondrechten, gaat het dan om een gerechtvaardigde inbreuk?;

·         vorm: noodbevel voorzover dit praktisch mogelijk is aan degene(n) tot wie het zich richt uitreiken (beroep en bezwaar mogelijk), noodverordening algemeen bekend maken;

·         instructie politie: is de instructie aan de politie voldoende duidelijk; is het mandaat (ex artikel 177 Gemwet) niet te ruim geformuleerd (geen beleids- of beoordelingsvrijheid)?;

·         binnentreden bevoegdheid kan niet worden ontleend aan noodmaatregel, maar aan de APV, art 6.3 (verordening ex artikel 149a Gemeentewet);

·         bekendmaking: via de media en andere middelen;

·         noodverordening zo spoedig mogelijk ter kennisname naar: de gemeenteraad, de commissaris van de Koningin, de hoofdofficier van justitie;

·         bekrachtiging noodverordening in eerstvolgende raadsvergadering;

·         intrekken noodverordening besluit zo spoedig mogelijk naar de raad, de commissaris van de Koningin en de hoofdofficier van justitie.


Activiteiten: noodzakelijk? Voltooid?

Maken noodverordeningen/noodbevelen                                                             ja/nee

Bekend maken noodverordeningen/noodbevelen                                                ja/nee

Aanvragen bijstand                                                                                               ja/nee

Bekrachtiging in de gemeenteraad

ja/nee

 


BIJLAGE II  NOODBEVOEGDHEDEN

 

De noodbevoegdheden van de burgemeester zijn neergelegd in de artikelen 175 (noodbevel) en 176 (noodverordening) van de Gemeentewet. Het gaat om ingrijpende bevoegdheden die het normale bevoegdhedenpatroon doorbreken. Zij geven de burgemeester de bevoegdheid om in geval van (dreigende) ernstige wanordelijkheden of rampen de maatregelen te nemen die hij noodzakelijk acht ter beperking van het gevaar of ter handhaving van de openbare orde.[1]

 

Op grond van art. 175 heeft de burgemeester de bevoegdheid tot het geven van een bindende aanwijzing in een concrete situatie aan een of meerdere personen (noodbevel). Art. 176 kent de burgemeester de bevoegdheid toe algemeen verbindende voorschriften uit te vaardigen (noodverordening). Kenmerkend voor zowel het noodbevel als de noodverordening is dat hogere wetgeving opzij kan worden gezet, met uitzondering van de Grondwet en verdragen. Het gaat derhalve om ingrijpende bevoegdheden, die de burgemeester een grote mate van vrijheid bieden om snel en slagvaardig te kunnen optreden in uitzonderlijke situaties. Tegelijkertijd is juist vanwege deze beleidsvrijheid - die een doorbreking van het normale bevoegdhedenpatroon inhoudt en bovendien is opgedragen aan een eenhoofdig bestuursorgaan - terughoudendheid in het gebruik geboden. Uit een oogpunt van rechtszekerheid en democratische legitimatie verdienen gewone middelen, dat wil zeggen niet op gemeentelijk noodrecht gebaseerde maatregelen, de voorkeur. Voorkomen moet worden dat te snel naar noodmaatregelen wordt gegrepen, zolang met gewone middelen kan worden volstaan. Daarbij kan worden gedacht aan de artikelen 172 en volgende van de Gemeentewet en de APV.

 

Noodbevel

Noodverordening

Artikel 175 Gemeentewet

 

Artikel 176 Gemeentewet

Gericht tot één of meerdere personen

 

Algemeen verbindende voorschrift

Is uitgewerkt zodra het bevel is opgevolgd

Schept een blijvende rechtstoestand

Wordt medegedeeld aan degene(n) tot wie het bevel zich richt; het heeft de voorkeur het bevel ook op schrift uit te reiken zodra dit praktisch mogelijk is.

Algemene bekendmaking op een door de burgemeester te bepalen wijze

Sanctie artikel 184 Wetboek van Strafrecht (misdrijf)

Sanctie artikel 443 Wetboek van Strafrecht (overtreding)

Bestuursrechtelijke toetsing

Bestuurlijke controle:

bekrachtiging door gemeenteraad;

melding aan commissaris van de Koningin

 


BIJLAGE III                  NOODBEVEL ONGEVAL MET GEVAARLIJKE STOFFEN

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat zich op ..…….. (datum) te/omstreeks ….... uur een ongeval met ………….. (omschrijving ongeval) in …….... (straat) in de gemeente Delft heeft voorgedaan;

 

dat tengevolge hiervan .………. (omschrijving gevaarlijke stof) in de lucht is gekomen/dat

gevreesd moet worden dat hierdoor ……….. (omschrijving gevaarlijke stof) in de lucht komt;

 

dat hierdoor het leven en gezondheid van personen die zich in …………... (aanduiding deel van de gemeente waar de dreiging zich voordoet) bevinden ernstig wordt bedreigd;

gelet op artikel 175 van de Gemeentewet;

 

BEVEELT

 

  1. een ieder die zich binnen het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied, …………. <locatie omschrijven>, op de openbare weg bevindt zich op eerste aanzegging van een ambtenaar van politie of brandweer uit dit gebied te verwijderen, behoudens de bewoners van de in dit gebied gelegen woningen en de gebruikers van in dit gebied gelegen gebouwen;

  2. een ieder zich verwijderd te houden van het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied tot een nader door de burgemeester bekend te maken tijdstip, behoudens de bewoners van de in het gebied gelegen woningen en de gebruikers van de in het gebied gelegen gebouwen;

  3. de bewoners van de binnen het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied gelegen woningen alsmede de gebruikers van de in dit gebied gelegen gebouwen, voorzover zij zich in het hiervoor bedoelde gebied bevinden, ramen en deuren te sluiten en gesloten te houden en zich in hun woning gebouw of gebouw op te houden tot een nader door de burgemeester bekend te maken tijdstip.

 

Delft, ….…. (datum), ……... (tijd)

De burgemeester van Delft,

……………………. (handtekening)

 

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken, binnen 6 weken na de datum van bekendmaking van het besluit, daartegen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft. Hiervoor dient een bezwaarschrift te worden ingediend dat naam en adres, dagtekening, kenmerk of omschrijving van het besluit en de gronden van het bezwaar moet bevatten. Een kopie van het besluit waartegen het bezwaar zich richt moet worden meegezonden. Mits tijdig bezwaar is gemaakt, kan aan de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, worden verzocht om met betrekking tot het besluit een voorlopige voorziening te treffen.

 

 

Toelichting:

In geval van een ongeval met gevaarlijke stoffen geldt het advies: ga naar binnen en sluit ramen en deuren. Dit kan evenwel niet in een noodbevel worden opgenomen vanwege het grondwettelijke beschermde recht op privacy en het grondwettelijk beschermde huisrecht. Het in het model opgenomen bevel om zich uit een nader omschreven gebied te verwijderen richt zich tot een ieder die zich in dat gebied op de openbare weg bevindt, behoudens de bewoners van de in het gebied gelegen woningen en de gebruikers van de in het gebied gelegen gebouwen. Door de zinsnede ‘op de openbare weg’ wordt de geadresseerde de keuze gelaten zich uit het aangegeven gebied te verwijderen dan wel zich aan de omschrijving van het bevel te onttrekken door zich bijvoorbeeld in een voor het publiek toegankelijk gebouw te begeven of toegang te verzoeken tot een particuliere woning.

Het bevel ramen en deuren te sluiten staat op gespannen voet met het grondwettelijk beschermde recht om de woning naar eigen keuze te gebruiken. Niettemin kunnen er situaties zijn die het dringend noodzakelijk maken dat een dergelijk bevel wordt gegeven. Naar analogie van hetgeen wordt opgemerkt in de toelichting bij de model noodverordening bomruiming ten aanzien van het voorschrift ramen en deuren te openen zou er sprake kunnen zijn van subjectief noodrecht. Zie het rapport “Het gebruik van gemeentelijke noodbevoegdheden”, Zwolle, 1994, blz. 162; zie ook hierover No 24-05-1988, Gst 6860 1988, 5.

 

Met betrekking tot het bevel aan de bewoners van de in het gebied gelegen woningen en de gebruikers van de in het gebied gelegen gebouwen om zich gedurende een bepaalde tijd in hun woning of gebouw op te houden is het van belang of hier het recht op bewegingsvrijheid of het recht op persoonlijke vrijheid in het geding is. Het recht op bewegingsvrijheid kan door middel van een noodmaatregel worden beperkt, het recht op persoonlijke vrijheid niet. Volgens jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie valt de verplichting om zich gedurende een beperkte tijd in een gebouw op te houden zonder dat er sprake is van opsluiting en waarbij contact met de buitenwereld mogelijk blijft onder beperking van de bewegingsvrijheid.


BIJLAGE IV                 NOODBEVEL ELEKTRICITEITSUITVAL

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat velen zich verzameld hebben danwel zich verzamelen in …………….... (omschrijving wijk/desbetreffend gedeelte gemeente) van de gemeente Delft;

(dat dit gepaard kan gaan/gaat met het gebruik van grote hoeveelheden alcohol en andere stimulerende middelen;)

 

dat de elektriciteit in de gemeente Delft/in een deel van de gemeente Delft

waaronder het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied is uitgevallen;

 

dat de elektriciteitsuitval naar hij van de zijde van ………………… (naam, functie) heeft vernomen tenminste ………. uur zal duren;

 

dat door de combinatie van de in bovengenoemde overwegingen genoemde feiten bij hem ernstige vrees is ontstaan voor ernstige verstoring van de openbare orde, zoals massale vechtpartijen, plunderingen en vernielingen van publieke en private eigendommen, waaronder straatmeubilair, geparkeerde auto’s en winkels;

gelet op artikel 175 van de Gemeentewet;

 

BEVEELT

  1. een ieder die zich binnen het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied op de openbare weg bevindt, behoudens de bewoners van de in dit gebied gelegen woningen, zich onmiddellijk uit dit gebied te verwijderen volgens de door de politie te geven aanwijzingen;

  2. een ieder zich verwijderd te houden uit het op de bij dit bevel behorende kaart aangemerkte gebied, behoudens de bewoners van de in dit gebied gelegen woningen, tot ……….. uur danwel een nader door de burgemeester te bepalen tijdstip.

  3. de bewoners van de in het in de artikelen 1 en 2 bedoelde gebied gelegen woningen, voorzover zij zich in het gebied bevinden, zich in hun woning op te houden tot .…….. uur danwel een nader door de burgemeester te bepalen tijdstip.

 

Delft, ……... (datum), ……..…. (tijd)

 

De burgemeester van Delft, 

…………..…. (handtekening)

 

 

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken, binnen 6 weken na de datum van bekendmaking van het besluit, daartegen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft. Hiervoor dient een bezwaarschrift te worden ingediend dat naam en adres, dagtekening, kenmerk of omschrijving van het besluit en de gronden van het bezwaar moet bevatten. Een kopie van het besluit waartegen het bezwaar zich richt moet worden meegezonden. Mits tijdig bezwaar is gemaakt, kan aan de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, worden verzocht om met betrekking tot het besluit een voorlopige voorziening te treffen.

 


Toelichting:

Dit bevel is te gebruiken indien door elektriciteitsuitval in gebieden waar mensen massaal samenkomen, vaak het centrum tevens uitgaans- en winkelgebied van de gemeente, wanordelijkheden kunnen ontstaan met grootschalige vechtpartijen en vernielingen van publieke en private eigendommen. Het bevel richt zich tot een ieder die zich in het desbetreffende gebied op de openbare weg bevindt. Door deze laatste clausule wordt de geadresseerde de keuze gelaten of zich te verwijderen of zich aan de omschrijving te onttrekken door naar binnen te gaan in bijvoorbeeld een horecagelegenheid of toegang tot een particuliere woning te verzoeken. Een algeheel bevel om (ergens) naar binnen te gaan en binnen te blijven is niet mogelijk in verband met het recht op privacy en het huisrecht.

 

Met betrekking tot het bevel aan de bewoners van de in het gebied gelegen woningen om zich gedurende een bepaalde tijd in hun woning op te houden is het van belang of hier het recht op bewegingsvrijheid of het recht op persoonlijke vrijheid in het geding is. Het recht op bewegingsvrijheid kan door middel van een noodmaatregel worden beperkt, het recht op persoonlijke vrijheid niet. Volgens jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie valt de verplichting om zich gedurende een beperkte tijd in een gebouw op te houden zonder dat er sprake is van opsluiting en waarbij contact met de buitenwereld mogelijk blijft onder beperking van de bewegingsvrijheid.


BIJLAGE V       VERWIJDERINGSBEVEL

 

Het verdient aanbeveling een bevel op basis van een noodbevel op grond van artikel 175 van de Gemeentewet op schrift uit te reiken aan degenen tot wie het zich richt, zodra dit praktisch mogelijk is. Het is overigens niet noodzakelijk dat de naam en overige gegevens van degene tot wie het bevel zich richt in het bevel worden vermeld.

 

BEVEL NAMENS DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

Naar aanleiding van het besluit van de burgemeester van de gemeente Delft d.d. ………...

(datum) ingevolge artikel 175 van de Gemeentewet, krijgt u

 

Naam                           : …………………………...

Voornamen                   : …………………………...

Geboortedatum : …………………………...

Geboorteplaats  : …………………………...

Adres                           : …………………………...

Woonplaats                  : …………………………...

 

hierbij het BEVEL

 

  1. om zich buiten de gemeentegrenzen van Delft (danwel een bepaald afgegrensd gebied in Delft) te begeven danwel te blijven, tenzij u heeft aangetoond in Delft danwel het afgegrensde gebied in Delft) woonachtig te zijn, en aldaar niet terug te keren voor ……….... (datum) te ……….... uur.

  2. om zich te begeven in de door de politie aan te geven richting. Het niet nakomen van dit bevel is strafbaar gesteld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht.

 

 

Delft, ……………... (datum), ………... (tijd)

 

De burgemeester van Delft,

 

namens deze,……………….…..…. (handtekening)

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken, binnen 6 weken na de datum van bekendmaking van het besluit, daartegen een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft. Hiervoor dient een bezwaarschrift te worden ingediend dat naam en adres, dagtekening, kenmerk of omschrijving van het besluit en de gronden van het bezwaar moet bevatten. Een kopie van het besluit waartegen het bezwaar zich richt moet worden meegezonden. Mits tijdig bezwaar is gemaakt, kan aan de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank in Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, worden verzocht om met betrekking tot het besluit een voorlopige voorziening te treffen.


BIJLAGE VI                 NOODVERORDENING EVACUATIE

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat …………….. (omschrijving (dreigende) gebeurtenis);

 

dat hierdoor de veiligheid van de in het bedreigde gebied verblijvende personen ernstig wordt bedreigd;

 

dat het in dit verband noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van het gevaar voor personen algemeen verbindende voorschriften te geven;

 

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet;

 

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Artikel 1

Een ieder is verplicht op aanwijzing van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie of brandweer te vertrekken uit het op de bij deze verordening behorende kaart aangemerkt gebied/met ………….. (omschrijving (dreigende) calamiteit) bedreigde gebied. De burgemeester maakt tijdig bekend welke gebieden concreet worden bedreigd. Huisdieren moeten worden meegenomen.

 

Artikel 2

Het is een ieder verboden zich in het in het eerste artikel bedoelde gebied te begeven.

 

Artikel 3

De verplichting bedoeld in artikel 1 en het verbod bedoeld in artikel 2 gelden niet voor

personen die door de daartoe bevoegde autoriteiten zijn ingezet om in het gebied bedoeld in artikel 1 hulp te verlenen.

 

Artikel 4

1.       De verplichting bedoeld in artikel 1 en het verbod bedoeld in artikel 2 gelden niet voor personen aan wie door de burgemeester een ontheffing is verleend.

2.       De burgemeester kan aan deze ontheffing nadere voorwaarden verbinden. Bij overtreding van deze voorwaarden kan de burgemeester de ontheffing intrekken.

 

Artikel 5

Degenen die op grond van artikel 1 verplicht zijn om uit het in artikel 1 bedoelde gebied te vertrekken en degenen aan wie het op grond van artikel 2 verboden is zich in dat gebied te begeven zijn, indien zij in dat gebied woonachtig zijn, gehouden, zich met inachtneming van de aanwijzingen van de politie of brandweer, naar een door de politie of brandweer aangewezen opvangcentrum te begeven om zich daar te laten registreren. Zij zijn verplicht aan de daartoe aangewezen ambtenaren de voor de registratie noodzakelijke gegevens te verstrekken.


Artikel 6

Deze voorschriften treden in werking met onmiddellijke ingang na bekendmaking/op .... (datum) te ..……… uur.

 

Delft, ….……. (datum), …..…. (tijd)

 

De burgemeester van Delft

 

………………... (handtekening)

 

 

Toelichting:

Deze verordening is bedoeld voor situaties waarin een groter gebied ontruimd moet worden dan bijvoorbeeld bij de demontage van een vliegtuigbom het geval is. De ontruiming zal zich tevens over een langere periode uitstrekken. In verband daarmee is een ontheffingenbeleid opgenomen. Tevens bevat de verordening de verplichting voor de evacué(e)s om zich in een daartoe aangewezen opvangcentrum te laten registreren. Daarbij dient men zich te realiseren dat deze verplichting niet geldt voor degenen die reeds eerder vrijwillig zijn vertrokken.

De verordening bevat (impliciet) de bepaling dat bewoners in het bedreigde gebied hun woningen dienen te verlaten. In verband met het grondwettelijk beschermde recht op privacy bestaat hiervoor geen deugdelijke wettelijke grondslag. Niettemin kan de situatie dringend vereisen dat een dergelijk voorschrift wordt gegeven. Er zou dan sprake kunnen zijn van subjectief noodrecht (zie het rapport “Het gebruik van gemeentelijke noodbevoegdheden”, Zwolle, 1994, blz 162; zie ook hierover No 24-05-1988, Gst 6860 1988, 5).

 


BIJLAGE VII                NOODVERORDENING VERBOD OPHOUDEN (RAMP)GEBIED

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat het in verband met de ramp die de ……………..(plaatsaanduiding) en wijde omgeving getroffen heeft, gewenst is maatregelen te treffen ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van gevaar;

 

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Artikel 1

Het is een ieder, voor zover niet rechtstreeks betrokken bij de rampbestrijding, verboden vanaf ……………….. (dag, datum en tijd) zich op te houden binnen het in deze verordening bedoelde gebied.

 

Onder dit gebied wordt verstaan het gebied begrensd door de ………. straat, de …..…. straat, de ………... straat, (enzovoorts), de hierbedoelde weggedeelten daaronder begrepen.

 

Dit verbod geldt tot het tijdstip waarop door of vanwege de burgemeester bekend is gemaakt dat het gebied weer is opengesteld.

 

Artikel 2

Rechthebbenden op een onroerend goed, gelegen in het in artikel 1 genoemde gebied, zijn verplicht – indien de omstandigheden zulks noodzakelijk maken – te gedogen dat werkzaamheden en maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn in verband met de bestrijding van de ramp kunnen worden uitgevoerd.

 

Artikel 3

Zo dikwijls de naleving van enig voorschrift dit vereist, wordt hierbij aan hen, die met de handhaving van dat voorschrift zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt al dan niet afgesloten terreinen en ruimten, woningen daaronder begrepen, desnoods tegen de wil van de eigenaar, bewoner of gebruiker, te allen tijde te betreden of binnen te treden, zulks voor zover het woningen betreft met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden.

 

Artikel 4

Alle aanwijzingen, gegeven door de politie in het belang van de openbare orde en/of

veiligheid van personen, vee, andere levende have en goederen dienen stipt te worden nagekomen.

 

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na haar vaststelling en afkondiging (of op een nader te bepalen of bepaald tijdstip).

 

 

Delft, …. (datum), …. (tijd)

 

 

De burgemeester van Delft,

…. (handtekening)

 

 

 

Toelichting:

Deze verordening is bedoeld voor situaties waarin een (ramp)gebied ontruimd moet worden (en blijven gedurende een bepaalde periode). Die situatie heeft zich ten tijde van de vuurwerkramp van 13 mei 2000 in Enschede gedurende een langere periode voorgedaan. Gedurende die periode is de noodverordening, voor wat betreft de afgrenzing van het niet te betreden gebied, regelmatig aangepast. De verordening bevat (impliciet) de bepaling dat bewoners in het gebied hun woningen dienen te verlaten. In verband met het grondwettelijk beschermde recht op privacy bestaat hiervoor geen deugdelijke wettelijke grondslag. Niettemin kan de situatie dringend vereisen dat een dergelijk voorschrift wordt gegeven. Er zou dan sprake kunnen zijn van subjectief noodrecht (zie het rapport “Het gebruik van gemeentelijke noodbevoegdheden”, Zwolle, 1994, blz 162; zie ook hierover No 24-

05-1988, Gst 6860 1988, 5).

 


BIJLAGE VIII               NOODVERORDENING RAMPTOERISME

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT,

 

OVERWEGENDE

 

dat te verwachten is, dat naar aanleiding van de ramp die de ……….…. straat en wijde omgeving heeft getroffen, velen naar de gemeente Delft zullen komen om het rampgebied te bekijken;

 

dat dit ramptoerisme, naar gevreesd moet worden, zal leiden tot een ernstige verstoring van de hulpverlening en ernstig gevaar voor de openbare orde zal veroorzaken en dat met het oog daarop maatregelen getroffen dienen te worden,

 

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Artikel 1

1.       Het is een ieder, niet woonachtig in de gemeente Delft, die niet aannemelijk kan maken zich op het grondgebied van de gemeente Delft te bevinden voor een ander doel dan een bezoek aan het rampgebied, verboden zich in de gemeente Delft op te houden.

2.       Dit verbod geldt tot het tijdstip waarop door of vanwege de Burgemeester bekend is gemaakt dat het is opgeheven.

 

Artikel 2

Alle aanwijzingen, gegeven door de politie in het belang van de openbare orde en/of

veiligheid van personen, vee, andere levende have en goederen, dienen stipt te worden nagekomen.

 

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na haar vaststelling en bekendmaking.

 

Delft, ………. (datum), …….…. (tijd)

 

De burgemeester van Delft,

 

 

……….. (handtekening)

 


BIJLAGE IX      NOODVERORDENING BOMRUIMING

 

 

DE BURGEMEESTER VAN DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat nabij ..……… (nadere aanduiding locatie), kadastraal bekend als .……... sectie .……. een vliegtuigbom/ander nader te benoemen explosief is aangetroffen;

 

dat getracht zal worden de bom/ander nader te benoemen explosief op ……...... (datum)

omstreeks .…………. (tijd) te ontgraven, onschadelijk te maken en te verwijderen;

 

dat ernstig rekening moet worden gehouden met ontploffingsgevaar tengevolge van de hierboven genoemde werkzaamheden waardoor het leven en de gezondheid van personen in de omgeving van de bom alsmede materiele belangen in ernstige mate worden bedreigd;

 

dat het in dit verband noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde en ter beperking van het gevaar voor personen en goederen algemeen verbindende voorschriften te geven;

 

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Artikel 1

Op aanwijzing van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie of brandweer dienen de personen die zich binnen het op de bij deze verordening behorende kaart als zone A aangemerkt gebied bevinden zich voor .... (datum en tijd) uit dit gebied te verwijderen en daarvan verwijderd te houden, totdat de politie of brandweer toestemming heeft gegeven bedoeld gebied weer te betreden.

 

Artikel 2

Op aanwijzing van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie en brandweer dienen de bewoners van de huizen en gebruikers van de gebouwen die zich binnen het op de bij deze verordening behorende kaart als zone A en zone B aangemerkt gebied bevinden, de deuren en ramen van de woningen en de gebouwen te openen en geopend te houden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie of brandweer de mededeling is ontvangen dat ramen en deuren mogen worden gesloten.

 

Artikel 3

Het is een ieder verboden het op de bij deze verordening behorende kaart als zone A

aangemerkt gebied te betreden, totdat van de zijde van de daartoe bevoegde ambtenaren van politie of brandweer mededeling is ontvangen dat het in dit artikel neergelegde verbod is opgeheven.

 

Artikel 4

De verplichting bedoeld in artikel 1 en het verbod in artikel 3 gelden niet voor degenen die uit hoofde van hun functie rechtstreeks betrokken zijn bij of door het bevoegde gezag uitdrukkelijk zijn belast met het ontgraven, onschadelijk maken en verwijderen van de in de aanhef bedoelde vliegtuigbom/ander nader te benoemen explosief.

 

Artikel 5

Rechthebbenden op een onroerend goed gelegen in het in artikel 1 bedoelde gebied dienen, indien de omstandigheden dit noodzakelijk maken, te gedogen dat in verband met het onschadelijk maken van de vliegtuigbom redelijkerwijs noodzakelijke werkzaamheden en maatregelen kunnen worden uitgevoerd.

 

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op ..……… (datum) te ……..... uur.

 

Delft, …..…. (datum),…… …. (tijd)

 

De burgemeester van Delft,

 

 

………………….. (handtekening)

 

 

Toelichting:

Deze verordening bevat de bepaling dat bewoners binnen een bepaald gebied hun woningen dienen te verlaten en ramen en deuren open moeten laten staan. In verband met het grondwettelijk beschermde recht op privacy bestaat hiervoor geen deugdelijke wettelijke grondslag. Niettemin kan de situatie dringend vereisen dat een dergelijk voorschrift wordt gegeven. Er zou dan sprake kunnen zijn van subjectief noodrecht (zie het rapport “Het gebruik van gemeentelijke noodbevoegdheden”, Zwolle 1994, blz. 162; zie ook hierover No 24-05-1988, Gst 6860 1988, 5).

 


BIJLAGE X                  BESLUIT INTREKKING NOODVERORDENING

 

 

DE BURGEMEESTER DELFT

 

OVERWEGENDE

 

dat de dreiging van …………………. (nadere omschrijving gebeurtenis) is opgeheven/aanzienlijk is afgenomen;

 

dat hierdoor de noodzaak tot ontruiming/evacuatie/het geven van algemene voorschriften in verband met de algemene veiligheid en het voorkomen en bestrijden van wanordelijkheden is komen te vervallen;

 

gelet op artikel 176 lid 6 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

de algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 176 van de Gemeentewet zoals gegeven op .……………. (datum/data) met onmiddellijke ingang in te trekken.

 

Delft, ……..…. (datum), …………..…. (tijd)

 

De burgemeester van Delft,

 

 

…………………….. (handtekening)

 

 

 

 

Toelichting:

De noodverordening kan op de volgende wijzen ophouden te gelden.

·         De raad kan in de eerstvolgende vergadering na het vaststellen door de burgemeester van de verordening besluiten deze niet te bekrachtigen en de burgemeester gaat daartegen niet in beroep bij de commissaris van de Koningin.

·         De commissaris van de Koningin kan de voorschriften schorsen zolang zij niet bekrachtigd zijn. De schorsing stuit onmiddellijk de werking van de voorschriften.

De burgemeester besluit tot de voorschriften in te trekken wegens normalisering van de omstandigheden. Dit besluit dient zo spoedig mogelijk ter kennis te worden gebracht van de gemeenteraad, de commissaris van de Koningin en de hoofdofficier van justitie.


BIJLAGE XI                 KENNISGEVINGEN EX ARTIKEL 176 GEMEENTEWET

 

  1. kennisgeving aan de Commissaris van de Koningin
  2. Kennisgeving aan de Officier van Justitie, hoofd arrondissementsparket
  3. Kennisgeving aan de raad
  4. Kennisgeving intrekking Commissaris van de Koningin
  5. Kennisgeving intrekking Officier van Justitie, hoofd arrondissementsparket
  6. Kennisgeving intrekking raad

 


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

Retouradres :

 

Aan de Commissaris van de Koningin

Provincie Zuid-Holland

Postbus 90602

2509 LP Den Haag

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

 

Noodverordening ex artikel 176 Gemeentewet

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geachte heer/mevrouw,

 

Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 176 van de Gemeentewet breng ik u hierbij ter kennis de noodverordening zoals deze door mij is vastgesteld en bekendgemaakt op …………...

Dit in verband met …..

 

De verordening treedt in werking/is in werking getreden op (datum en tijdstip) en blijft van kracht tot een nader door mij te bepalen tijdstip.

Tevens treft u bijgaand het raadsvoorstel tot bekrachtiging van de noodverordening aan.

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

………………..

 

burgemeester van de gemeente


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 176 van de

Gemeentewet breng ik u hierbij ter kennis de noodverordening zoals deze

door mij is vastgesteld en bekendgemaakt op ……………………. Dit in verband met …….

 

De verordening treedt in werking op (datum en tijdstip vermelden) en blijft van kracht tot een nader door mij te bepalen tijdstip.

Tevens treft u bijgaand het raadsvoorstel tot bekrachtiging van de noodverordening aan.

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

……………………

 

burgemeester van de gemeente

 

 

Aan de Officier van Justitie

Hoofd Arrondissementsparket Den Haag

Postbus 20302

2500 EH  DEN HAAG

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

Noodverordening ex artikel 176 Gemeentewet

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

Bijlage

 

                                                                      

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geachte heer/mevrouw,

 

 

Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 176 van de

Gemeentewet breng ik u hierbij ter kennis de noodverordening zoals deze

door mij is vastgesteld en bekendgemaakt op ……………………. Dit in verband met …….

 

De verordening treedt in werking op (datum en tijdstip vermelden) en blijft van kracht tot een nader door mij te bepalen tijdstip.

Tevens treft u bijgaand het raadsvoorstel tot bekrachtiging van de noodverordening aan.

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

……………………

 

burgemeester van de gemeente


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

Retouradres :

 

De gemeenteraad

T.a.v. de griffier

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

Noodverordening ex artikel 176 Gemeentewet

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

Bijlage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geachte leden,

 

Overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 176 van de

Gemeentewet breng ik u hierbij ter kennis de noodverordening zoals deze

door mij is vastgesteld en bekendgemaakt op ………………………...

Dit in verband met ………………..

 

De verordening treedt in werking op (datum en tijdstip vermelden) en blijft van kracht tot een nader door mij te bepalen tijdstip.

 

Artikel 176, derde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de noodverordening door u in uw eerstvolgende vergadering moet worden bekrachtigd. Bijgaand treft u daartoe voor uw vergadering van ……..(datum) een voorstel aan.  

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

……………………

 

burgemeester van de gemeente


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

Retouradres :

 

Aan de Commissaris van de Koningin

Provincie Zuid-Holland

Postbus 90602

2509 LP Den Haag

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

Intrekking Noodverordening

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

Bijlage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geachte heer/mevrouw,

 

Hierbij stuur ik u, conform het bepaalde in artikel 176, zevende en tweede lid, van de Gemeentewet, een afschrift van mijn besluit tot intrekking van de (naam noodverordening) dat ik heden heb vastgesteld.

 

De verordening wordt per (datum en tijdstip) aangezien (reden vermelden).

 

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

………………..

 

burgemeester van de gemeente


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

 

 

Retouradres:

Aan de officier van justitie

Hoofd arrondissementsparket Den Haag

Postbus 20302

2500 EH  DEN HAAG

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

Intrekking Noodverordening

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

Bijlage

 

 

 

 

 

 

Geachte heer/mevrouw,

 

 

Hierbij stuur ik u, conform het bepaalde in artikel 176, zevende en tweede lid, van de Gemeentewet, een afschrift van mijn besluit tot intrekking van de (naam noodverordening) dat ik heden heb vastgesteld.

 

De verordening wordt per (datum en tijdstip) ingetrokken aangezien  (reden vermelden).

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

……………………

 

burgemeester van de gemeente


 

Facilitaire dienstverlening

 

Juridische zaken

 

De Torenhove
Martinus Nijhofflaan 2
2624 ES Delft

Bankrekening BNG 28.50.01.787,
t.n.v. gemeente Delft

 

Centrale nummers:
Telefoon 015 260 29 60
Fax 015 219 73 23

Internet  www.gemeentedelft.info

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Retouradres:

De gemeenteraad

T.a.v. de griffier

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum

Onderwerp

 

Intrekking noodverordening

Ons kenmerk

 

Uw brief van

 

 

Uw kenmerk

 

 

 

 

Bijlage

 

 

 

 

 

 

Geachte leden,

 

Hierbij stuur ik u, conform het bepaalde in artikel 176, zevende en tweede lid, van de Gemeentewet, een afschrift van mijn besluit tot intrekking van de (naam noodverordening) dat ik heden heb vastgesteld.

                

De verordening wordt per (datum en tijdstip) ingetrokken aangezien (reden vermelden). 

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

……………………

 

burgemeester van de gemeente



[1] Het gaat hier niet om ‘Buitengewone Omstandigheden’. Dat is een situatie op grond van een feitelijke toestand die slechts door de regering (de minister president) in het leven kan worden geroepen, met bekrachtiging daarna door de Tweede Kamer. Het gaat dan bijvoorbeeld om oorlogsomstandigheden of rampzalige gebeurtenissen op (vrijwel) landelijke schaal. Wanneer die toestand is uitgeroepen kan noodwetgeving in werking worden gesteld als bijvoorbeeld de Wet verplaatsing bevolking (grootschalige evacuatie), de Vorderingswet (vordering van gebouwen ), etc.