In
de in oktober jl. vastgestelde Toekomstvisie omvang woningvoorraad Delft zijn
uitspraken gedaan over de gewenste omvang van de sociale huursector in relatie
tot de marktsector. De kwalitatieve uitwerking van deze nota wordt dit jaar op
de drie thema’s doelgroepen, woonkwaliteiten en fricties nader uitgewerkt (zie
schema bijlage). Het thema fricties op de woningmarkt betreft het onderzoek
goedkope scheefheid en een onderzoek naar inkomensafhankelijke huur. In deze
oplegnotitie worden de belangrijkste conclusies van het onderzoek goedkope
scheefheid, uitgevoerd door Rigo advies, gepresenteerd, alsmede enkele
beleidsaanbevelingen gedaan. Voor de overige te verschijnen produkten in het
kader van de toekomstvisie verwijs ik u naar het schema in de bijlage.
Huishoudens
die niet tot de aandachtsgroep van beleid (conform Besluit Beheer Sociale
Huursector) behoren en in een goedkope huurwoning wonen worden tot de ‘goedkoop
scheefwonenden’ gerekend. De niet-aandachtsgroep bestaat uit
eenpersoonshuishoudens met een netto jaarinkomen meer dan € 13.937 en meerpersoonshuishoudens met een
netto jaarinkomen boven de € 19.006.
De
VROM-definitie voor een goedkope huurwoning ligt op een huur van maximaal €
358. Bij een betaalbare huurwoning met een huur tussen de
€
358 en € 479 komen bewoners echter ook in aanmerking voor huursubsidie, mits
men niet teveel verdient. De betaalbare huurvoorraad vervult derhalve ook een
belangrijke rol bij het huisvesten van de aandachtsgroep van beleid. Het
inventariseren van woonwensen van huishoudens met hogere inkomens die in deze
betaalbare huurklasse wonen is daarom ook meegenomen in dit onderzoek.
In
de nota Toekomstvisie omvang woningvoorrraad is aangegeven dat een aanzienlijk
deel (6.100 woningen) van de goedkope sociale huurvoorraad (< € 358,--)
bewoond wordt door huishoudens die niet tot de aandachtsgroep van beleid
behoren. Kernvragen hierbij waren echter:
-
wie
wonen er te goedkoop, gezien het inkomen, wil men verhuizen en is dat gezien het
inkomen redelijkerwijs mogelijk?
-
Deze
aanvullende analyse van de scheefheid in de sociale huursector onderschrijft de
eerdere conclusies en aannamen uit de Toekomstvisie.
-
De
goedkope scheefheid, zoals beschreven in de Toekomstvisie is een feit. Maar
liefst 80% van de scheefwonenden heeft een inkomen dat ruim boven de grenzen
van de aandachtsgroep valt.
-
3.000
huishoudens in een goedkope sociale huurwoning (€ 358) en 2.800 huishoudens in
een betaalbare huurwoning (€ 358-€ 479). hebben een inkomen dat netto zelfs €
5.000 per jaar of meer boven de inkomensgrens van de aandachtsgroep ligt. Zij
zijn daarmee financieel gezien kansrijk om een stap in hun wooncarriere te
maken.
-
Ruim
40% van deze kansrijke huishoudens heeft verhuisplannen. In totaliteit betreft
dit 1.259 huishoudens in een goedkope huurwoning en 1.200 huishoudens in een
betaalbare huurwoning.
-
Vooral
een- en meerpersoonshuishoudens tot 35 jaar en meerpersoonshuishoudens van 35
tot 45 jaar zijn verhuisgeneigd. Van de eerste groep ontvangt daarnaast
ongeveer de helft een inkomen van netto € 10.000 of meer per jaar en daarmee
vallen zij ver buiten de aandachtsgroep. Ouderen tot slot, die ook een
belangrijk deel van de scheefwoners uitmaken, wonen veelal naar hun zin.
-
1.900
huishoudens willen in Delft blijven wonen, waarvan 1.100 huishoudens opnieuw
willen huren en 800 willen kopen. Eenderde kiest voor een appartement (500),
tweederde voor een eengezinswoning (1.400).
-
Uitgaande
van een netto huurquote van 25,4% komt 41% van de huishoudens met een voorkeur
voor een huurwoning in aanmerking voor een huur vanaf € 565-. Van de huishoudens met een koopwens heeft 40% een
leencapaciteit van € 215.000 of hoger (4,5 maal bruto jaarsalaris).
-
Belangrijkste
redenen waarom nog geen verhuizing heeft plaatsgevonden is het gebrek aan
aanbod en de prijs van het aanbod. Ook hebben veel woningzoekenden nog geen
acties ondernomen.
Uit
het onderzoek van het Rigo kunnen de volgende aanbevelingen afgeleid worden:
-
De
goedkope scheefheid in Delft is een feit en de omvang en kenmerken biedt
voldoende mogelijkheid voor een gedoceerde krimp van de sociale huurvoorraad
indien zich voldoende alternatief aanbod aanbiedt in de duurdere huur- en
koopsector.
-
Met
de ontwikkeling van Harnaschpolder kan een bijdrage geleverd worden aan het
faciliteren van de gewenste doorstroming uit de sociale voorraad. De in dit
rapport beschreven woonwensen moeten dan mede als input dienen bij de verdere
planontwikkeling. Het verdient daarbij om twee redenen aanbeveling om in het
bijzonder aandacht te schenken aan de woonwensen van de groep
meerpersoonshuishoudens tot 35 jaar: 1) hieronder bevindt zich een grote groep
‘veelverdieners’ (. € 10.000 netto per jaar boven grens), en 2) deze groep
maakt onderdeel uit van de groep die afgelopen jaren Delft juist vaak verlaten
heeft voor het realiseren van de woonwensen. (voor hun woonwensen zie
onderzoeksrapport paragraaf woonwensen huishoudens tot 35 jaar).
-
Ook
bij de realisatie van nieuwbouw in herstructureringsprojecten vormt de groep
‘scheefwoners’ een zeer belangrijke doelgroep. Bij realisatie van een mix aan
woningtypen en prijsklassen biedt dit een aantal van de huidige bewoners de
kans om in een meer passende, gewenste woning op dezelfde locatie gaan wonen.
Het betrekken van huidige bewoners bij de invulling van plannen is daarvoor van
cruciaal belang.
-
Uit
de woonwensen van de scheefwoners blijkt dat een deel belangstelling heeft om
de huidige huurwoning te kopen. Financieel is dat ook mogelijk gezien de
inkomenspositie van veel scheefwoners. Of men echter bereid is om de marktprijs
te betalen is minder duidelijk. Desalniettemin verdient dit aspect serieuze
aandacht. De koopwens heeft weliswaar wat meer betrekking op de meest populaire
woningtypen zoals eengezinswoningen, maar betreft daarnaast ook voor een deel
appartementen. Het aanbieden van woningen in de vorm van mge-achtige
constructies (maatschappelijk gebonden eigendom) waarbij woningen beneden de
marktwaarde worden verkocht met een terugkoopplicht door de woningcorporaties,
bieden in de praktijk veel perspectief voor middeninkomens (tot de
ziekenfondsgrens).Het aanbieden van sociale huurwoningen in dergelijke constructies
biedt tevens een mogelijkheid op een later moment weer de beschikking te
krijgen over deze woningen (door terugkoopplicht) zodat deze eventueel zelfs
weer in verhuur kunnen gaan.
U
wordt voorgesteld:
-
in
te stemmen met hierboven vermelde conclusies.
-
in
te stemmen met bovenvermelde aanbevelingen.
Delft,
mei 2004
Marit
Treep
Senior
beleidsadviseur vakteam wonen