Professionalisering van de handhaving
Handhavingsbeleid
Project Professionalisering van de Handhaving
Deelproject Handhavingsbeleid Gebruiksvergunningen
Sector Brandweerzorg en Rampenbestrijding
Datum: 21 juni 2004.
1.2.1 Landelijke regelgeving 3
1.2.2 Gemeentelijke
Regelgeving 3
1.3 Aandachtsvelden 4
2.4.1 Zorginstellingen, kinderdagverblijven, horeca en grote
winkelgebouwen 7
4.1
Toelichting bij de handhaving van de Brandweer 10
4.1.1 Prioriteiten in de handhaving 10
4.1.2 Doelstellingen 2004 11
Bijlage:
Risicoanalyse
Een goede combinatie
van preventie en repressieve activiteiten biedt de gemeente een efficiënt
middel voor de uitvoering van de wettelijke taak van Burgemeester en Wethouders
voor het voorkomen van brand, het beperken van brand en brandgevaar, het
voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband
houdt (art 1 van de brandweerwet).
Een goed gerealiseerd
vastgesteld en periodiek gecontroleerd preventieniveau, verlaagt de kans op het
ontstaan van brand en ongevallen bij brand. Als het brandpreventieniveau
onvoldoende is of niet wordt gehandhaafd kan de brandveiligheidssituatie niet
worden gewaarborgd.
Een goede repressieve
organisatie is dan de enige mogelijkheid om achteraf nog te redden wat er te
redden valt. Ook voor pro-actie geldt dat vroegtijdig inspelen op
ontwikkelingen de gevolgen van een eventuele calamiteit verkleinen kan.
De basis voor het uitvoeren van de brandpreventietaken door
de brandweer vormen de landelijke en gemeentelijke regelgeving.
Landelijke regelgeving
-
Brandweerwet
-
Woningwet
-
Wet Milieubeheer
-
Arbo-wet
Gemeentelijke Regelgeving
-
Bouwverordening
-
Brandbeveiligingsverordening
-
Algemene Plaatselijke Verordening
-
Beleidsniveaus brandveiligheid bestaande bouw
Het vakteam Bouwen en
Infrastructuur signaleert ontwikkelingen op het gebied van Ruimtelijke Ordening
en adviseert gevraagd en ongevraagd over deze ontwikkelingen. Daartoe wordt
deelgenomen aan (inter)gemeentelijke overleggen op dit gebied (AERO, Platform
Keten Openbare Ruimte, werkgroepen op het gebied van integrale veiligheid,
e.d.). Dit komt tot uitdrukking in de volgende taken die deels in de
lijnorganisatie worden verricht en deels in projectvorm:
-
Beoordeling van planologische ontwikkelingen;
o
streekplannen
o
bestemmingsplannen
o
Inrichtingsplannen
-
Advisering routering gevaarlijke stoffen;
-
Inventarisatie brandrisico en andere grootschalige risico’s
bij bedrijven en inrichtingen (BRZO);
-
Integrale veiligheid, samenwerking
met andere onderdelen binnen en buiten de gemeente Delft.
Het vakteam Bouwen en
Infrastructuur adviseert het Vakteam Bouwtoezicht en Monumenten op het gebied
van brandveiligheid van bouwwerken.
Hiervoor worden de
volgende werkzaamheden verricht:
-
Opstellen
brandpreventieadvies met betrekking tot bouwvergunningverlening, met toepassing
van bouwbesluit, bouwverordening en bijbehorende normen en richtlijnen.
-
Controle en goedkeuring technische installaties.
-
Controle op de uitvoering en naleving van brandpreventieve
voorzieningen.
Het vakteam is belast
met de uitvoering van hoofdstuk 6 van de bouwverordening, het afgeven van
gebruiksvergunningen. Door het vakteam worden hiervoor de volgende
werkzaamheden uitgevoerd:
-
In behandeling nemen
van de vergunningsaanvragen.
-
Het beoordelen van de
vergunningsaanvraag.
-
Het opstellen en
verlenen van de vergunning met de daaraan verbonden voorwaarden.
-
Het periodiek controleren
en handhaven van de afgegeven vergunningen.
Het vakteam B&I
adviseert het vakteam Milieuzorg over de brandveiligheidsvoorzieningen in
milieuvergunningsplichtige inrichtingen. Hiervoor worden de volgende
werkzaamheden verricht:
- Opstellen brandpreventieadvies met betrekking tot de milieuvergunningverlening, met toepassing van de Wet milieubeheer, het bouwbesluit, bouwverordening en bijbehorende normen en richtlijnen.
-
Controle en goedkeuring technische installaties.
-
Controle op de uitvoering en naleving en brandpreventieve
voorzieningen.
Het vakteam Bouwen en
Infrastructuur is betrokken bij de uitvoering van diverse plaatselijke
verordeningen, zoals:
Het vakteam Bouwen en
Infrastructuur heeft een rol in de procedures rondom het Openbaar Meldsysteem
(OMS). Dit komt tot uitdrukking in de volgende taken:
-
Het ontwikkelen van
beleid voor het aansluiten van abonnees op het Openbaar Meldsysteem.
-
Behandelen van aanvragen voor aansluiting op het OMS.
-
Begeleiden van nieuwe aansluitingen.
-
Registreren van ongewenste meldingen.
-
Ontwikkelen en uitvoeren van beleid voor het terugdringen
van het aantal ongewenste meldingen.
In het
algemeen zijn onder infrastructuur de volgende taken onder te brengen.
-
Het ontwikkelen
en vaststellen van een beleid voor bluswatervoorziening in de gemeente Delft.
-
Beoordeling ontwerp/voorstellen m.b.t. de
bluswatervoorziening bij de ontwikkeling van nieuwe wijken en grote (bouw- en
infrastructurele) projecten.
-
Het ontwikkelen en vaststellen van beleid op het gebied van
sleutelkluizen.
-
Het t.b.v de repressieve dienst laten aanbrengen van
sleutelkluizen of andere systemen om de toegang van de brandweer tot gebouwen
te vergemakkelijken.
-
Het ontwikkelen en vaststellen van beleid op het gebied van
bereikbaarheid. Het aangeven van hoofdroutes van de brandweer binnen de Keten
Openbare Ruimte en aan het vakteam Mobiliteit en bereikbaarheid van de
hoofdroutestructuur bewaken.
-
T.b.v de repressieve dienst er voor zorgdragen dat bij het
ontwerpen en bouwen van gebouwen, en dergelijke de bereikbaarheid door
brandweervoertuigen wordt gewaarborgd.
Buiten de
bovengenoemde specifieke taken, heeft het vakteam Bouwen en Infrastructuur een
algemene taak in de advisering en voorlichting op het gebied van
brandveiligheid aan particulieren en bedrijven. Tevens is sprake van een
signalerende rol in de gemeente, waar het gaat om de (brand)veiligheid rondom
voorgenomen beleid.
Op het gebied van
klachtenafhandeling heeft het vakteam B&I een rol waar het gaat om klachten
over brandgevaarlijke situaties en de afhandeling van
vergunningaanvragen.
De woningwet schrijft
voor dat de Bouwverordening voorwaarden moet bevatten die het brandveilig
gebruik van bouwwerken moet regelen.
Het vakteam Bouwen en
Infrastructuur is belast met de afgifte van, de controle en handhaving van de
gebruiksvergunningen
In hoofdstuk 6 van de
Bouwverordening wordt het mogelijk gemaakt het brandveilig gebruik te regelen
middels een gebruiksvergunning. Daarnaast bevat dit hoofdstuk
gebruiksbepalingen, waaraan alle bouwwerken moeten voldoen.
Het regelen van een
vergunningsplicht is niet in alle gevallen nodig. Alleen voor de situaties die
gevaar op kunnen leveren door een verhoogde kans op brand, dan wel een
verhoogde kans op negatieve gevolgen van een eenmaal uitgebroken brand, wordt
een gebruiksvergunning geëist.
In hoofdstuk 6 van de Bouwverordening is
vastgesteld welke categorieën dit betreft.
Het is verboden zonder of in afwijking van een
gebruiksvergunning van burgemeester en wethouders een bouwwerk in gebruik te
hebben of te houden, waarin:
o
meer dan 50 personen
tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een één- of meergezinshuis;
o
bedrijfsmatig de in
de Regeling Bouwbesluit brandveiligheid (Stcrt. 1992, nr. 104) bedoelde stoffen
zullen worden opgeslagen;
o
aan meer dan vijf
personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden
verschaft;
o
aan meer dan tien
kinderen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan tien lichamelijk en/of
geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden verschaft.
o
aan meer dan vijf
personen kamergewijs verhuren van een woning of woongebouw;
o
de
gelijkwaardigheidsbepaling van het bouwbesluit is toegepast.
Uit een inventarisatie van
eind 2002 is vastgesteld dat na de inhaalslag van de afgifte van de
gebruiksvergunningen, er naar verwachting 920 gebruiksvergunningen zullen zijn
verleend. Uit de aanvragen zal uiteindelijk blijken hoeveel er daadwerkelijk
vergunningsplichtig zijn.
Zorginstellingen,
kinderdagverblijven, horeca en grote winkelgebouwen
·
Alle
instellingen zoals de ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en
verpleegtehuizen waar mensen aanwezig
zijn die niet zelfredzaam zijn, beschikken over een gebruiksvergunning.
·
Alle
kinderdagverblijven beschikken over een gebruiksvergunning.
·
Zo
goed als alle horeca inrichtingen, inclusief de studentensociëteiten in Delft
beschikken over een
gebruiksvergunning.
·
Ook
alle winkelpanden die gebruiksvergunningsplichtig zijn beschikken over een
gebruiksvergunning.
Naar verwachting zullen
in 2004 ook alle 46 basisscholen in
Delft beschikken over een gebruiksvergunning.
Gezien het verhoogde risico
op brand en ongevallen bij brand is een groot deel van de beschikbare
capaciteit binnen het vakteam ingezet om gebruiksvergunningen te verlenen aan
de kamerverhuur.
In Delft is uit een
onderzoek, in samenwerking met het vakteam BT mei 2001 , gebleken dat er ca.
236 kamerverhuurbedrijven zijn gevestigd die huisvesting bieden aan ca. 1986
personen.
Van deze categorie zijn
97 gebruiksvergunningen afgegeven en
zijn er momenteel 126 aanvragen in behandeling.
Met DSM zijn afspraken
gemaakt voor het afgeven van een gebruiksvergunning voor het gehele complex. De
vergunning zal in delen worden verleend. De verwachting is dat een en ander
binnen een termijn van 12 maanden zal zijn afgerond.
Aan de TU Delft zijn reeds
een aantal gebruiksvergunningen verleend. In de loop van 2004 zullen alle
gebruiksvergunningen voor de TU Delft in behandeling zijn, dan wel zijn
verleend.
De hierboven vermelde
onderdelen hebben op dit moment de eerste prioriteit. Bij de oplevering van
nieuwbouw projecten die vergunningsplichtig zijn wordt de afgifte van de
gebruiksvergunning in het gehele project direct meegenomen. Op dit moment wordt
er ook gewerkt aan de afgifte van de gebruiksvergunning van een aantal
kerkgebouwen. In overleg met het vakteam BOZ worden er een aantal buurthuizen
en scouting gebouwen aangepast. Zodra deze aanpassingen zijn uitgevoerd zal
hiervoor de gebruiksvergunning worden verleend.
Nadat deze vergunningen zijn
verleend blijven er ca. 125 kantoorpanden en 35 bedrijfspanden over waarvan
moet worden onderzocht of zij vergunningsplichtig zijn. Bij de kantoorgebouwen
zijn de risico’s voor de gebruikers relatief laag. In de bedrijfspanden zijn
zaken betreffende de veiligheid veelal geregeld in het kader van de ARBO-wet en
de wet Milieubeheer.
De inrichtingen die
vergunningsplichtig zijn moeten wel een gebruiksvergunning bezitten, maar
gezien de risico’s is het verantwoord dat de vergunning verlening een lage
prioriteit heeft .
Voor
het houden van evenementen, festivals, lustrumfeesten e,d worden op grond van
de Brandbeveiligingsverordening tijdelijke gebruiksvergunningen afgegeven.
Voor de controle van
de gebruiksvergunningen en handhaving is 1 fte beschikbaar.
Deze capaciteit wordt
ingezet voor de controle van de verstrekte gebruiksvergunningen, evenementen en
verkooppunten van consumentenvuurwerk.Tevens wordt een deel van de capaciteit
ingezet voor de controle in het kader van het Besluit Risico Zware Ongevallen.
Van de gebruiksvergunningen die zijn verleend wordt op dit
moment 25% gecontroleerd en
gehandhaafd. Naarmate er meer gebruiksvergunningen worden verleend, naar
aanleiding van de inhaalslag, zal dit percentage verder teruglopen.
Controle op de naleving van de voorwaarden in de
gebruiksvergunning is de enige mogelijkheid om het wettelijk beoogde
brandveiligheidsniveau in stand te houden.
Naar aanleiding van
het project “Professionalisering van de Handhaving” is door het vakteam Bouwen
en Infrastructuur een risico-inschatting gemaakt.
Voor het vaststellen
van de prioriteiten is gebruik gemaakt van het model van het ministerie van
VROM (risico-inschatting handhavingstaken)
De zwaartepunten van
deze risico-inschatting zijn de fysieke veiligheid van de gebruikers en het
imago van de bestuurders.
Bij
het vaststellen van het risico is de kans beoordeeld van het niet voldoen aan
de voorschriften, en het ontstaan van een incident en de negatieve gevolgen
daarvan.
De factor veiligheid
telt tweemaal zwaarder dan de factor imago.
Bij de factorkans is
beoordeeld dat er niet aan de gebruiksvoorwaarden voldaan wordt.
Na het invullen van
dit model zijn de onderstaande gebruiksfuncties als een hoog risico beoordeeld.
Woonfunctie kamerverhuur
Gezondheidszorg verpleegtehuis
ziekenhuis
Bijeenkomstgebouwen kinderdagverblijf
restaurant/café
disco
Tijdelijke
vergunningen evenementen
studentenfeesten
Detailhandel winkels
> 1000 m2
Voor een volledig
overzicht van de risico inschatting zie de bijlage.
Een groot knelpunt is de huidige handhavingcapaciteit van 1
fte. Deze wordt ingezet voor de
handhaving van gebruiksvergunningen, evenementenvergunningen,
milieuvergunningen (advisering milieu), BRZO, enz.
Deze capaciteit is absoluut onvoldoende om de bovenvermelde
taken uit te voeren.
Los van de
priortering is het een ongewenste situatie dat niet alle vergunningen worden
gecontroleerd.
Controle op de
naleving van de voorwaarden in de gebruiksvergunning is de enige mogelijkheid
om het wettelijk beoogde brandveiligheids niveau in stand te houden.
Momenteel wordt 25% van de vergunningen gecontroleerd. Dit
betekent dat op dit moment de handhaving van de gebruiksvergunningen geen
prioriteit krijgt.
Het niet handhaven van een gebruiksvergunning kan in relatie
met een hoge risico-inschatting een ongewenst bestuurlijk risico opleveren.
Toelichting bij de handhaving van de
Brandweer
In
het Handhavingsprogramma 2004 zijn de hoofdlijnen opgenomen van de
afzonderlijke handhavingsplannen BWT, Brandweer (gebruiksvergunningen),
Milieutoezicht en Exploitatievergunningen.
Naar
aanleiding van het opstellen van het Handhavingsprogramma en de bespreking van
dit programma in het College van B&W heeft een nadere invulling
plaatsgevonden van het eerder geformuleerde beleid. De desbetreffende
vastgestelde passage wordt hieronder cursief weergegeven:
De
beschikbare capaciteit voor controle wordt ingezet op controle van verstrekte
gebruiksvergunningen, evenementen en verkooppunten van consumentenvuurwerk. Ook
wordt capaciteit ingezet voor controle in het kader van het Besluit Risico
Zware Ongevallen (zie ook hoofdstuk 5, Milieutoezicht). Controle is nodig om
het wettelijk beoogde brandveiligheidniveau in stand te houden.
Ten
behoeve van prioriteitstelling in de handhaving is door het vakteam gebruik
gemaakt van de risico-matrix van VROM. Daarbij is het zwaartepunt gelegd op de
invalshoeken fysieke veiligheid (primair) van de gebruikers en het
imago van de gemeente (de helft van de zwaarte van fysieke veiligheid) als
bestuursorgaan. Bij fysieke veiligheid
is als belangrijkste categorie te onderscheiden de categorie “niet zelfredzame”
personen. Deze categorie komen we tegen in de gezondheidszorg en bij de
kinderopvang. De categorie “zelfredzaam” met een hoog risico komen we tegen bij
kamerverhuur (wonen), cafés en disco’s (hoge bezettingsgraad).
Gezien
de beperkte capaciteit die beschikbaar is voor controle (1 fte) is er voor
gekozen om deze in 2004 voor wat betreft de preventieve handhaving, in te
zetten ten behoeve van controle van gebouwen waar niet-zelfredzame personen in
verblijven[1].
Met dien verstande, dat de zorginstellingen,
kinderdagverblijven en scholen één keer per twee jaar door de brandweer in persoon zullen worden gecontroleerd, te
beginnen in 2004. In 2005 zal toezicht plaatsvinden door middel van een
schriftelijke checklist aan deze instellingen. Ten aanzien van de
logiesgebouwen, de kamerverhuurbedrijven en horeca-inrichtingen (de categorie
zelfredzaam) wordt een gedifferentieerde aanpak ingevoerd. Hoofdlijn daarbij is
dat toezicht en controle met betrekking bedrijven die hebben laten zien dat ze
eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van brandveiligheid hebben waargemaakt,
een andere invulling krijgt dan bij bedrijven waar dat minder het geval is. Voor 2004
zal maximaal 30% van de afgegeven gebruiksvergunningen kunnen worden
gecontroleerd[2].
In
2004 wordt de capaciteit ingezet op de volgende handhavingstaken:
·
Gebruiksvergunningen (bouwwerken); in het bijzonder zorginstellingen,
kinderdagverblijven, scholen (gedeeltelijk)
·
Tijdelijke gebruiksvergunningen (evenementen)
·
Brandveiligheidscontrole feestdagen
·
Integrale vuurwerkcontrole
·
Integrale controle horeca
·
Integrale controle milieuvergunningen
·
Brandveiligheidscontroles algemeen (reactief)
Totaal aantal voorgenomen controles |
Waarvan |
|
Opmerkingen |
Bouwwerken
|
Zorginstellingen
|
17 |
|
|
Kinderdagverblijven
|
91 |
|
|
Schoolgebouwen
|
40
|
|
Tijdelijke
gebruiksvergunningen |
|
20
|
Evenementen
|
Vuurwerkcontrole |
|
12 |
Verkooppunten
|
Feestdagen
|
|
15 |
Brandveiligheidscontroles
diverse bouwwerken |
Horeca
|
|
10 |
Brandveiligheidcontroles
|
C. fusie Brandweer
Delft en Rijswijk.