21195-04
14
september 2004
C.L.
Baljé, wethouder volkshuisvesting
mr.
J.J. Benschop, directeur-bestuurder DUWO
notitie
behorende bij fusie van Intermezzo en DUWO
Inleiding
Intermezzo uit Amstelveen en Stichting DUWO uit Delft willen
per 1 januari 2005 fuseren en een randstedelijke studentenhuisvester vormen. De
nieuwe randstedelijke studentenhuisvester gaat Intermezzo heten.
De gemeenten waar de twee fusiepartners elk 100 woningen of
meer hebben, worden gevraagd om hun zienswijze te geven op de voorgenomen
fusie. Het ministerie van VROM kan na het indienen van het fusievoorstel om de
zienswijze vragen, maar DUWO en Intermezzo kiezen ervoor om de zienswijze bij
het indienen van het voorstel mee te kunnen zenden. Dit zal de doorlooptijd verkorten
en bovendien kan een toelichting gegeven worden.
In deze notitie is de reden van fusie opgenomen, is aandacht
gegeven aan de organisatie van de randstedelijke studentenhuisvester, worden de
conclusies uit de rapportage over de financiële continuïteit gegeven en wordt
de toekomstige bewonersparticipatie beschreven.
Activiteiten
van de randstedelijke studentenhuisvester in Delft
De fusie zal in Delft niet leiden tot een wijziging in de
voorgenomen nieuwbouwprojecten. Verwacht kan worden dat er zelfs meer projecten
gerealiseerd kunnen worden. Vermogende corporaties hebben aangegeven de nieuwe
randstedelijke corporatie financieel te willen ondersteunen. Dit betekent dat
in de TU-wijk naast de reeds vaststaande projecten in TU-Noord en TU-midden
(ca. 1.000- 1.100 eenheden), de financiële ruimte ontstaat om ca. 250-300 eenheden
in de zogenaamde 3e toren aan de Balthasar van de Polweg te realiseren.
Hiermee kan tegemoet gekomen worden aan de groeiende vraag
die ontstaat door de komst van INHolland en de TH-Rijswijk naar Delft en aan
het afnemende aanbod in de particuliere huursector.
Fusiemotivatie
Ontwikkelingen
op de woningmarkt voor studenten
De
woningnood onder studenten neemt in het hele land toe en is op een maatschappelijk
onacceptabel niveau gekomen. Het aantal studenten groeit mede door de internationalisering
van het onderwijs. Verder kan de dualisering van het onderwijs leiden tot een
langere studietijd en dus een langer beroep op studentenhuisvesting.
Het aanbod
voor studenten neemt af door een afname van het particuliere aanbod, door sloop
van goedkope woningen in herstructureringswijken, door de stagnatie in de nieuwbouw
en de daarbij behorende verstopping in de studentenhuisvestingmarkt. Toevoegen
aan de voorraad is lastig door de hoge kosten van nieuwbouw voor studenteneenheden.
Tot voor
kort was de invloed van de universiteit op de woningmarkt vooral merkbaar in de
plaats van vestiging. Onderwijsinstellingen zijn in een steeds groter gebied
actief en werven hun studenten ook uit een groter gebied doordat er (door
samenwerking of fusie) steeds meer unieke studierichtingen komen.
De
woningmarktgrenzen voor studenten vervagen en dat heeft zeker betekenis voor de
aanbieders van studentenhuisvesting. Woningmarktgrenzen zijn dan nietszeggend en
werkgebieden van studentenhuisvesters gebaseerd op die indelingen, dreigen achterhaald
te raken.
Stichting
DUWO en Intermezzo hebben de afgelopen jaren ondervonden dat
onderwijsinstellingen het belang van een vaste leverancier van studentenhuisvesting
inzien. Intermezzo is vaste partner van de VU in Amsterdam. In Delft is DUWO de
huisvestingspartner van de TU-Delft. Op verzoek van de Haagse Hogeschool is
DUWO actief geworden in Den Haag, op verzoek van de Universiteit Leiden is DUWO
aan de slag gegaan in Leiden en op verzoek van de UvA is DUWO in Amsterdam begonnen.
Intermezzo en DUWO: dé moderne studentenhuisvester in
de Randstad
In dit werkgebied van Intermezzo en DUWO bestaat een geschat
tekort aan studentenwoningen van ruim 11.000 verhuureenheden. Verspreid over de
diverse gemeenten gaat het in Amsterdam om 6.000 eenheden, in Delft om 1.500
eenheden, in Den Haag om 1.600 eenheden en in Leiden om 2.000 eenheden.
Intermezzo en DUWO vormen vanaf 1 januari 2005 een nieuwe
randstedelijke studentenhuisvester. De corporatie heeft in deze rapportage de
werknaam Intermezzo. Door te fuseren ontstaat een krachtige corporatie die in
staat is zich op het gebied van studentenhuisvesting verder te specialiseren,
haar activiteiten op een efficiëntere wijze te organiseren en de ambitie waar
te maken om een belangrijke bijdrage te leveren aan de oplossing van het
woningtekort onder studenten in de Randstad. De fusie tussen DUWO en Intermezzo
is niet het eindstation. Doel is ook andere studentenhuisvesters in de Randstad
bij Intermezzo te laten aansluiten.
Door als grotere partij op te treden met een zeer duidelijk
studentenprofiel zal het voor de onderwijsinstellingen duidelijk zijn dat
alleen dit grotere verband de huisvestingproblemen van studenten kan oplossen.
Een betere positie om draagvlak voor maatregelen te krijgen (via bijvoorbeeld
woonruimteverdeling, nieuwbouw, verbouw, tijdelijk beheer, locaties, subsidies)
bij overheid en onderwijsinstellingen is daarmee mogelijk. Tevens zullen andere
woningaanbieders eerder begrijpen dat samenwerking meer te prefereren is dan concurrentie.
Het is bovendien mogelijk om de studenten met één loket per gemeente te helpen
waar vraag en aanbod direct gekoppeld kunnen worden. Een meer transparante studentenhuisvestingmarkt
wordt dan mogelijk, waardoor studenten makkelijker hun weg kunnen vinden.
Het voorgaande geeft uiteraard al de meerwaarde van de fusie
voor Intermezzo en DUWO aan. Een sterkere positie ten opzichte van de
onderwijsinstellingen, overheden en studenten(organisaties) leidt tot meer
eenheden, maar er zijn ook nog andere voordelen bij fusie te behalen.
Voorbeelden zijn projectontwikkeling, productontwikkeling, treasury en voordelen
in de interne organisatie.
Meerwaarde
voor de stakeholders
De fusie van Intermezzo en DUWO levert voor de stakeholders
of belanghebbende partijen een duidelijke meerwaarde op.
De meerwaarde voor de studenten is dat de fusiecorporatie
eenheden in de gehele Randstad zal realiseren, waardoor het tekort voor een
belangrijk deel ingelopen wordt. Deze eenheden zullen aan de woonwensen voldoen
en zullen betaalbaar zijn. Daarnaast zal voor studenten via het centrale loket
(fysiek en virtueel) een beter overzicht van de woningmarkt voor studenten ontstaan.
De mogelijkheden zijn vergroot om binnen het bezit van de fusiecorporatie door
te verhuizen zodat aan verschillende onderwijsinstellingen het onderwijs
gevolgd kan worden.
Niet elke student is huurder bij de fusiecorporatie. De
meerwaarde voor de huurders bestaat eruit dat er een professionele organisatie
gevormd wordt die het kwaliteitsbeleid hoog in het vaandel heeft staan. De
schaalvergroting zal niet leiden tot het verminderen van de lokale
herkenbaarheid en oriëntatie. De huidige vestigingen blijven open en zijn het
eerste aanspreekpunt voor de huurders.
De participatie van bewoners op het beheer en beleid blijft
gewaarborgd. Dit betekent dat de lokale bewonersorganisaties blijven overleggen
met lokale vestigingen, maar dat er ook op corporatieniveau een overlegniveau
gerealiseerd wordt.
De meerwaarde voor de onderwijsinstellingen bestaat uit de
zekerheid dat meer aanbod voor studenten gerealiseerd wordt en dat er een vaste
partner is die de huisvesting van buitenlandse studenten op professionele wijze
organiseert. Tevens wordt de woningmarkt voor studenten beter gekoppeld aan het
werkgebied van het onderwijs.
De fusie levert de gemeenten in het werkgebied van DUWO en
Intermezzo ook een meerwaarde op. De woningvraag van studenten op de
‘reguliere’ woningmarkt wordt minder en dit levert andere woningzoekenden
(veelal starters) meer kansen op. Goede studentenhuisvesting zorgt ervoor dat
er meer studenten kiezen voor een gemeente in de Randstad.
De meerwaarde voor de medewerkers bij Intermezzo en DUWO
wordt vorm gegeven door een grotere en sterkere organisatie. Mogelijkheden op
het gebied van interne mobiliteit en op het gebied van nieuwe personeelsinstrumenten
nemen hiermee toe.
De meerwaarde zal na de fusie met de stakeholders in beter
omschreven prestaties vastgelegd worden en de fusiecorporatie zal daarover
periodiek verantwoording afleggen.
Missie,
visie en doelstellingen
Missie
De missie van de fusiecorporatie Intermezzo luidt:
Intermezzo wil de beste studentenhuisvester in de Randstad
zijn
Elementen van groot belang zijn derhalve:
Visie
Op korte termijn moet Intermezzo waarmaken wat de bestaande
opgave is. Als grootste studentenhuisvester in de Randstad moet Intermezzo
zorgen dat de studentenhuisvesting in de thuismarkten Amsterdam, Amstelveen,
Haarlemmermeer, Delft, Den Haag en Leiden kwalitatief goed is en dat de beoogde
groei ook daadwerkelijk gerealiseerd
wordt. Projecten die elders in het werkgebied reeds voorbereid worden, zullen
hier geen nadelige effecten van hebben.
Intermezzo wil uitgroeien tot randstedelijke
studentenhuisvester. Dit vergt uiteindelijk ook lokale aanwezigheid in
universiteitssteden van de Randstad en in vestigingsplaatsen van HBO- en
MBO-instellingen. In sommige steden zal Intermezzo marktleider moeten zijn; in
andere steden volstaat aanwezigheid. Soms opereert Intermezzo op eigen kracht,
dan weer zijn er allianties met andere aanbieders. Intermezzo positioneert zich
niet als concurrent van lokale aanbieders, maar als betrokken aanbieder met
eigen profiel.
Intermezzo richt zich op de huisvesting van studenten in een
brede betekenis, maar het gaat primair om het wonen voor studenten: betaalbaar,
passend, servicegericht en in een goed leefklimaat.
Intermezzo is voor studenten de vanzelfsprekende en beste
aanbieder van producten, diensten en dienstverlening op het gebied van wonen.
Er is een brede variëteit. Een geschakeerd pakket aan keuzemogelijkheden naar
prijs en kwaliteit. En er zijn korte wachttijden. Intermezzo is een betrouwbare
partner voor onderwijsinstellingen, lokale overheden, huurders en
kamerzoekenden. Intermezzo is een organisatie die zorgdraagt voor een
gegarandeerde kwaliteit van producten, diensten en dienstverlening. Daarnaast
is Intermezzo een vernieuwende organisatie, die voorloper is in productontwikkeling
in de sector.
Intermezzo profileert zich als netwerkorganisatie en doet
zelf waar ze goed in is. Dat is zorgdragen voor wonen voor studenten. Andere
producten en diensten worden bij voorkeur aangeboden via samenwerking, waarbij
Intermezzo vanuit de wens gegarandeerde kwaliteit te leveren, doorgaans
optreedt als regisseur.
Intermezzo probeert transparantie van de markt te realiseren
door vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Permanente dienstverlening is
daarbij het streven.
Doelstellingen
Intermezzo heeft voor de periode 2005-2008 de volgende
doelstellingen, waarvan de meeste na fusie in prestatie-eisen vertaald worden.
De externe doelstellingen zijn:
1.
Beste studentenhuisvester (in prijs, kwaliteit en
diversiteit).
2.
Betrouwbare partner voor onderwijsinstellingen, lokale
overheden, huurders en kamerzoekenden.
3.
Aanwezigheid in studentensteden van de Randstad.
4.
Transparant in het handelen naar alle stakeholders.
5.
Van het concept van Intermezzo een brandname maken.
6.
Toegankelijke en transparante informatie over
studentenhuisvesting; full service;
7.
Niche in de Randstad.
De interne
doelstellingen zijn:
1.
Aantoonbare synergie en besparingen in de bedrijfsvoering.
2.
Financiële continuïteit.
3.
Gegarandeerde kwaliteit van producten, diensten en
dienstverlening.
4.
Sterke oriëntatie op productverbetering en –vernieuwing.
5.
Duidelijke targets en richtlijnen; duidelijk businessplan.
6.
Prettige en uitdagende organisatie om in te werken.
7.
Toon in markt zetten, excelleren.
8.
Stap voor stap naar organisatie met één gezicht.
Belang voor
de volkshuisvesting
Het ministerie van VROM heeft bepaald dat een fusie kan
plaatsvinden als deze ‘in het belang van de volkshuisvesting’ is. Er is een
aantal criteria benoemd waaraan nader getoetst wordt of een fusie aan de
volkshuisvesting bijdraagt.
Bij de beoordeling zal gekeken worden naar:
1.
De gevolgen voor de huurontwikkeling.
2.
Het behoud van de lokale binding.
3.
De inzet van investeringscapaciteit voor de lokale of
regionale behoeften.
4.
De verbetering van de professionaliteit en dienstverlening.
5.
De bereidheid van de fusiepartners elkaar financieel bij te
staan om de opgaven voor het wonen te kunnen uitvoeren.
In het huurbeleid van DUWO en Intermezzo is van oudsher
aandacht voor de noodzaak om lage woonlasten te hebben. Studenten kunnen in het
algemeen weinig verwonen. Dit komt tot uiting in lage aanvangshuren (leidend
tot onrendabele investeringen), tot een inflatievolgend huurbeleid en tot het
realiseren van zo laag mogelijke bijkomende woonlasten. De ervaringen die de
fusiepartners met deze materie hebben, zullen in de combinatie breder ingezet
kunnen worden. De noodzaak om lage woonlasten te bieden, blijft een centraal
uitgangspunt bij het beleid van Intermezzo.
Centraal in de organisatie staan de vestigingen en dit
betekent dat er niets verandert aan de lokale aanwezigheid. Intermezzo streeft
ernaar om in elke gemeente waar zij studenteneenheden aanbiedt een centraal
loket voor vraag naar en aanbod van studenteneenheden te hebben. Vooralsnog
zullen er vestigingen zijn in Amsterdam (twee vestigingen), Amstelveen (1
vestiging), Delft (2 vestigingen), Den Haag (1 vestiging) en Leiden (1
vestiging).
Een belangrijk motief voor de fusie is de noodzaak om het
aanbod voor studentenhuisvesting in de Randstad te vergroten. De Randstad is
immers één onderwijsgebied geworden. Door de fusie zal de investeringscapaciteit
in zowel geld als menskracht vergroot worden. Hierbij is een rol weggelegd voor
de twee grote projectontwikkelaars Kristal en Delta Forte.
Niet alleen de professionaliteit van de projectontwikkeling
wordt vergroot maar er komt meer beleidscapaciteit beschikbaar die vanuit een
centrale groep ingezet wordt in de vestigingen in de Randstad. De voordelen op
het terrein van treasury en inkoop zullen ook volop benut kunnen worden. De
beheerkosten zullen niet gelijk oplopen met het toenemen van het aantal
eenheden.
Het dagelijkse beheer van studenteneenheden laat zich niet
onder één noemer vangen. Beide fusiepartners hebben voor vele situaties
beheersmaatregelen bedacht en daarvan zal in de fusiecorporatie op een grotere
schaal gebruik gemaakt worden.
De bereidheid om te investeren in Delft blijft ook voor de
fusiecorporatie onverminderd groot. Vermogende corporatie hebben aangegeven de
fusiecorporatie financieel te ondersteunen.
Organisatie
en structuur van de fusiecorporatie
Woningbezit
na fusie
Na fusie zal de nieuwe organisatie ruim 15.000 eenheden
verhuren. DUWO bezit begin 2004 1o.120 eenheden en Intermezzo heeft een
woningvoorraad van 4.900 eenheden. Binnen enkele jaren zal de nieuwe organisatie
groeien tot ca. 20.000 eenheden.
Besturingsmodel
Het besturingsmodel van Intermezzo heeft de volgende
kenmerken:
· een Raad
van Commissarissen van zeven leden;
· één
directeur-bestuurder (= algemeen directeur);
· er is een
directieteam dat de algemeen directeur adviseert, bestaande uit maximaal 7
leden:
· de
directeuren van de vestigingen Amsterdam en Delft;
· de manager
Financiën;
· de manager
Vastgoed;
· de manager
Strategie, innovatie en beleid (SI&B);
·
bestuursadviseur;
·
twee stafafdelingen.
De Raad van Commissarissen bestaat uit zeven leden. In. Alle
leden zijn gerekruteerd op basis van een overallprofiel en afzonderlijke
profielen per lid. Bij de start levert DUWO drie leden en Intermezzo twee
leden. De twee bewonersvertegenwoordigers worden gerekruteerd uit het marktgebied
van DUWO, respectievelijk uit dat van Intermezzo. De Raad van Commissarissen
opereert op afstand conform de uitgangspunten van de Commissie Glasz.
De zittingsduur is maximaal twee termijnen. De voor de fusie
reeds in functie zijnde leden krijgen in ieder geval de mogelijkheid om hun
commissariaat met één termijn te verlengen.
Vestigingen
worden geleid door directeuren met een ruim mandaat. Tot het werkterrein van de
vestiging Amsterdam behoort Amsterdam, Amstelveen en Haarlemmermeer. De vestiging
Delft heeft eenheden in Delft, Den Haag en Leiden. De vestigingsdirecteuren
zijn integraal verantwoordelijk voor hun vestiging. Niet alleen intern, maar
ook extern. Extern, voor zover dat past binnen het mandaat en binnen de beleidskaders
zoals die zijn neergelegd in jaarplannen, begrotingen en managementcontracten.
Dat impliceert bijvoorbeeld dat een vestigingsdirecteur verantwoordelijk is
voor contacten met de gemeentebesturen, collega’s en andere, externe partijen.
Het streven is zoveel mogelijk autonomie voor de vestigingen.
Hoofdlijnen organisatie
Centraal in
de organisatie staan de vestigingen. Op termijn wil Intermezzo in alle
studentensteden in de Randstad actief zijn en dat vergt niet alleen lokale
aanwezigheid, maar vooral ook uitstekend lokaal ondernemerschap. Vestigingen
zijn dan ook de hoekstenen van de nieuwe organisatie en er wordt gestreefd naar
voldoende kritische massa om vestigingen te laten functioneren als full-service
dienstverleners naar de klant, de studenten enerzijds en externe belanghouders
als onderwijsinstellingen en lokale overheid anderzijds.
De
vestiging Amsterdam heeft frontoffices op Uilenstede in Amstelveen, aan de
Spinozastraat in Amsterdam en aan de Opaallaan in Hoofddorp. De vestiging Delft
heeft frontoffices in de TU-wijk en in de Marlotlaan, in Den Haag en in het
Student Facility Center van de universiteit van Leiden.
De
hoofdactiviteit van de vestigingen is full-service dienstverlenen aan studenten
en huurders én het beheer van het bezit. Ook short stay maakt onderdeel uit van
de vestigingstaken. Daarnaast is de vestigingsdirecteur een actieve lokale
ondernemer, die speurt naar locaties, die allianties smeedt en zorgt voor goede
relaties met onderwijsinstellingen, lokale overheid, bewonersorganisaties en
andere stakeholders.
Centraal
organiseren betekent niet dat afdelingen worden gevestigd op een nieuw
hoofdkantoor. Centrale afdelingen en stafafdelingen kunnen uitstekend
gehuisvest worden in vestigingskantoren. Zij vallen evenwel niet hiërarchisch
onder de vestigingsdirecteur, maar onder de algemeen directeur.
Organogram
Financiën
Accountantsbureau KPMG heeft een onderzoek uitgevoerd naar
de financiële gevolgen van de fusie tussen beide corporaties.
Uit het onderzoek zijn geen financiële verhinderingen voor
een fusie naar voren gekomen. Tevens blijken er geen redenen om te twijfelen
aan de continuïteit van de fusiecorporatie Intermezzo.
DUWO en Intermezzo zijn beide corporaties met beperkte
financiële mogelijkheden. Verwacht kan worden dat de financiële ruimte voor
nieuw beleid en nieuwe projecten door collegiale financiering vergroot kan worden.
De verkoop van woningen die niet voor de doelgroep studenten zijn bestemd, aan
de landelijke corporatie (LVTI) zal ook voor meer financiële ruimte zorgen. Van
het LVTI zijn reeds toezeggingen ontvangen voor de aankoop van enkele honderden
woningen, die verder door de nieuwe corporatie beheerd worden.
Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, de
toezichthouder namens de minister van VROM, concludeert dat de twee corporaties
zich in een comfortabele marktpositie bevinden. Een fusie met uniformering van
de werkprocessen op basis van ‘best practices’ van beide organisaties kan
leiden tot een substantiële verlaging van het risicoprofiel. Een verlaging van
het risicoprofiel draagt bij aan een vergroting van de financiële mogelijkheden
van de fusiecorporatie.
Bewonersparticipatie
Bij Intermezzo zijn drie bewonersorganisaties actief. Dit
zijn de Vereniging van Bewoners van Uilenstede (VBU), de Bewoners Organisatie
Opaallaan (BOO) en de bewonerscommissie van het Van Beuningenplein. DUWO kent
twee bewonersorganisaties; de ABo en de Huurdersraad Vulcanusweg die
samenwerken in de VulcAbo. DUWO beschouwt de VulcAbo als de huurdersorganisatie
zoals bedoeld in de Overlegwet, maar formeel is er geen sprake van een
huurdersorganisatie omdat de VulcAbo alleen een samenwerkingsverband is.
De participatiestructuur bij Intermezzo en DUWO kent veel
overeenkomsten. De basis is de vertegenwoordiging in de complexen. Bij beide
corporaties wordt op complexniveau over het (dagelijkse) beheer van het complex
overlegd.
Op corporatieniveau is er het meer beleidsmatige overleg met
bewonersorganisaties. Bij Intermezzo gaat het om een gezamenlijk overleg met de
complexbesturen, bij DUWO is dat het overleg met het samenwerkingsverband van
de twee bewonersorganisaties.
In de participatiestructuur voor de fusiecorporatie
Intermezzo zal het overleg op complexniveau niet gewijzigd worden. Dit werkt
goed en is het enige niveau waarop beheerszaken goed besproken kunnen worden.
Na fusie zijn er twee vestigingen en is er een centraal
niveau. Op beide niveaus wordt beleid gemaakt waarbij de inbreng van de
bewonersorganisaties aan de orde kan zijn.
Voor de beleidsvelden waarvoor de eindverantwoordelijkheid
op vestigingsniveau ligt, zal de huidige inbreng van de bewonersorganisatie
niet wijzigen. Dit betekent dat de vestigingsdirecteur van Amsterdam overlegt
met de VBU, BOO en de bewonerscommissie van het Van Beuningenplein en dat de vestigingsdirecteur
van Delft overlegt met de VulcAbo.
Bij de participatie inzake de beleidsvelden waarin de
centrale groep leidend is, wordt een centrale bewonersorganisatie uit de
bestaande bewonersverbanden gevormd en die overlegt met de algemeen directeur
over de betreffende beleidsvelden.