Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Delft,
gelet op artikel
160, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Gemeentewet en de artikelen 45
en verder van de Wet kinderopvang, en de daarbij horende Regeling Wet
kinderopvang;
b e s l u i t:
Aldus besloten op 26
oktober 2004.
, burgemeester.
,secretaris.
Toelichting:
De Wet kinderopvang bepaalt dat
het college een register van gemelde kindercentra en gastouderbureaus
bijhouden. Het is de verwachting dat veel ouders vanaf half september gemeenten
zullen vragen of kindercentra/gastouderbureaus geregistreerd zijn, terwijl de
Wet kinderopvang dan nog niet in werking is getreden en gemeenten formeel
gesproken nog niet wettelijk verplicht zijn een kinderopvangregister bij te
houden.
Gelet op de verwachte vragen van
ouders en de wettelijke plicht van het college om zeer binnenkort een
kinderopvangregister bij te gaan houden, besluit het college mede op grond van
de autonome bevoegdheid van artikel 160 Gemeentewet, vooruitlopend op de
inwerkingtreding van de Wet kinderopvang een kinderopvangregister in te
richten.
Gemeenten zijn vrij in de
vormgeving van het register, evenals in de keuze waar het register
ondergebracht wordt binnen de gemeentelijke organisatie. Gekozen is voor het
vakteam Welzijn, omdat vandaaruit de coördinatie plaatsvindt, de huidige
vergunningen worden verstrekt en de contacten met de GGD verlopen.
In artikelen 45, 46 en 47 van de
Wet kinderopvang en de daarbij horende uitvoeringsregeling is de melding en
registratie uitgewerkt. Zo is in de uitvoeringsregeling bepaald welke gegevens
bij een melding moeten worden verstrekt en dat het college hiertoe een
meldingsformulier vaststelt. En in de Wet kinderopvang staat onder meer dat
nieuw te exploiteren kindercentra/ gastouderbureaus na melding bij het college
geregistreerd worden, terwijl bestaande vergunninghouders bij inwerkingtreding
van de Wet kinderopvang in het register opgenomen worden.