Intentieverklaring regionale samenwerking provincie Zuid-Holland met de gemeenten Delft en Pijnacker-Nootdorp: oprichting (natuur- en) recreatieschap

 

 

 

Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

hierna "Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland" genoemd

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delft

Hierna "Burgemeester en Wethouders van Delft" genoemd

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp

hierna "Burgemeester en Wethouders van Pijnacker-Nootdorp" genoemd

 

Overwegende dat

 

de Functionele Commissie Dobbeplas, krachtens de wetgeving inzake de dualisering van het provinciaal bestuur na 1 maart 2005 niet kan blijven bestaan en dat voortzetting en verbreding van de samenwerking in een gemeenschappelijke regeling op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen voor de hand ligt;

 

het beheer van groengebieden in het gebied van Delft, Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer thans sterk versnipperd is over een groot aantal overheden en instanties en dat beheer vanuit één gezamenlijke visie op dit moment ontbreekt,

 

de deelnemers van de Functionele Commissie Dobbeplas (Provincie Zuid-Holland en gemeente Pijnacker-Nootdorp) hebben aangegeven met de gemeente Delft te willen samenwerken voor het beheer van groengebieden op het grondgebied van Delft en Pijnacker-Nootdorp en daarbij te komen tot de oprichting van een gemeenschappelijke regeling. Vervolgens zal onderzocht worden of deze samenwerking uitgebreid kan worden met de deelname aan deze gemeenschappelijke regeling van onder andere Den Haag en Zoetermeer,

 

Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in haar brief van 11 maart 2004 heeft uitgesproken de wens van de Functionele Commissie Dobbeplas te delen en bereid te zijn een coordinerende rol te spelen bij het uitvoeren van een verkenning naar de haalbaarheid van de gewenste verbreding,

 

het noodzakelijk is om, alvorens acties te ondernemen in de hiervoor genoemde richting, de gezamenlijke intentie van partijen vast te leggen in een intentieverklaring.

 

 

Spreken gezamenlijk de volgende intenties uit:

 

 

a.                  Het is gewenst om voor wat betreft beheer en ontwikkeling van de bestaande en nieuwe recreatiegebieden op het grondgebied van de gemeenten Delft en Pijnacker-Nootdorp een regionale samenwerking aan te gaan. De bedoeling is om de versnippering van het beheer van de genoemde gebieden tegen te gaan, het gebruik en de samenhang van de recreatieve functies van de huidige gebieden (Delftse Hout en Dobbeplas) te bevorderen en het beheer efficienter te doen uitvoeren;

 

b.                  De samenwerking onder a is een eerste stap in het verbreden van de samenwerking ten aanzien van beheer en ontwikkeling van het groen in de driehoek Delft-Den Haag-Zoetermeer waarbij alle huidige beherende instanties betrokken worden; ten aanzien van de organisatievorm, deelnemende partners en te beheren gebieden zullen in overleg met de betreffende instanties nadere afspraken worden gemaakt;

 

c.                  In eerste instantie wordt de Functionele Commissie Dobbeplas omgevormd tot een gemeenschappelijke regeling voor het beheer van de Dobbeplas, de Delftse Hout en mogelijk andere aangrenzende groengebieden in de gemeenten Delft en Pijnacker-Nootdorp;

 

d.                  Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zijn bereid een coördinerende rol te spelen bij de uitvoering van het inventariserende onderzoek en de nadere uitwerking van de regionale samenwerking. Hiertoe zal een gezamenlijke ambtelijke voorbereidingsgroep worden ingesteld waarin zitting hebben de provincie, de GZH en de gemeenten Delft en Pijnacker-Nootdorp;

 

 

Ondernemen, ter realisering van deze intenties, de volgende acties:

 

1.                  Partijen zullen alle nodige inspanningen verrichten om uiterlijk 1 maart 2005 een gemeenschappelijke regeling aan te gaan voor beheer en ontwikkeling van de groengebieden Dobbeplas, Delftse Hout en de aangrenzende groengebieden in de beide gemeenten;

 

2.                  De provincie zal op bestuurlijk niveau de bereidheid aftasten bij andere belanghebbende partijen, met name de gemeenten Den Haag, Zoetermeer, het stadsgewest Haaglanden en Staatsbosbeheer om op termijn te participeren in een regionale regeling voor het beheer van het groen; indien hier positief op wordt gereageerd zal de provincie het initiatief nemen om, samen met de betreffende partijen, een verkenning uit te voeren naar mogelijke partners, gebieden en organisatievormen;

 

3.                  Deze intentieverklaring wordt als kaderstellend document voorgelegd aan Provinciale Staten van Zuid-Holland en de gemeenteraden van Delft en Pijnacker-Nootdorp.

 

 

 

 

Den Haag, 18 november 2004

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

 

 

 

 

 

Burgemeester en Wethouders van Delft,

 

 

 

 

 

 

 

Burgemeester en Wethouders van Pijnacker-Nootdorp,

 

 

 

 

 

 

 

HvdZ

12102004