Inleiding

Op 28 oktober jl. stond de nota: definitief besluit herziening peuterspeelzaalbeleid geagendeerd voor besluitvorming in de Gemeenteraad. Op die dag is een brief bekend geworden van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen aan de Tweede Kamer. In deze brief    wordt aangegeven hoe de minister denkt om te gaan met de motie Verhagen, Van Aartsen en Dittrich.

Deze brief heeft ertoe geleid dat de gemeenteraad het onderwerp van de agenda heeft afgevoerd. Daarbij is afgesproken dat het college in de commissie Leefbaarheid van december zou komen met een voorstel hoe om te gaan met genoemde brief.

 

Brief Ministerie van Onderwijs & Wetenschappen

In deze brief spreekt de minister onder andere als voornemen uit de basisscholen extra middelen ter beschikking van de basisscholen te willen stellen.  Deze middelen dienen in de vroegschoolse periode te worden ingezet. Het gaat dan om “bijvoorbeeld extra taallessen” via aangetoond effectieve programma’s en instrumenten.

Door deze middelen in de basisscholen in te zetten wil de minister ruimte maken voor een schuif van gemeentelijke VVE-middelen van de vroegschoolse periode naar de voorschoolse periode. Zij houdt daarbij rekening met een “ingroei-periode” van vijf jaar. Daarmee zou in de voorschoolse periode een groter bereik van de doelgroep gerealiseerd moeten worden (70%).

 

Het is wel van belang aan te geven dat over de brief op dit moment (18 november 2004) nog geen besluitvorming in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden. Er is dus nog geen vertaling naar concreet beleid.

Op dit ogenblik is ook onzeker hoe de minister haar voornemens ten aanzien van een andere verdeling van de onderwijsachterstandenmiddelen vorm wil geven. Zij heeft aangegeven de middelen via een individuele toets te willen verdelen, waardoor een andere verdeling over scholen en over het land kan gaan ontstaan. De verwachting is dat sterk gekleurde scholen en stedelijke gebieden hierdoor minder middelen zullen ontvangen.

Daarnaast is uiteraard ook niet bekend hoe de schoolbesturen, die de extra middelen zullen ontvangen, daarmee zullen willen omgaan.

 

Mogelijke consequenties voor de gemeente Delft

 

Volgens de afspraken in het recent vastgestelde Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenplan wordt 283.000 euro ingezet vanuit het gemeentelijke VVE-budget in de basisscholen. Door de aankondiging van een nieuw verdeelmodel is onzeker geworden of dit bedrag én het bedrag dat de gemeente in de voorschoolse periode inzet in stand zullen blijven.

Gegeven de brief van de minister kan worden aangenomen dat er extra geld voor VVE(-achtige) activiteiten zal komen. Vanwege de hierboven aangegeven onzekerheden kan niet worden gezegd om welk bedrag het hierbij voor de Delftse basisschoolbesturen gaat. 

 

Gezien de wenselijkheid zo mogelijk toch de knoop over het Delftse peuterspeelzalenbeleid  door te hakken en de door de commissie Leefbaarheid uitgesproken wens in iedere wijk minimaal één peuterspeelzaal te hebben stelt het college het volgende voor:

·         Toe te voegen aan de nota Definitief besluit herziening peuterspeelzaalbeleid vanaf 2006 het in wijken zonder voorschoolpeuterspeelzaal subsidiëren van één reguliere 3-urige peuterspeelzaal voor vijf dagdelen met een maximum van 18 kindplaatsen.

·         Het budget van € 115.000 dat hiermee gemoeid is te dekken uit de geïntegreerde budgetten van onderwijs en welzijn t.b.v. peuterspeelzalen c.q. voorschoolpeuterspeelzalen

·         In het geval dat de in de nota Definitief besluit beoogde uitbreiding van 7 naar 12 voorschoolpeuterspeelzalen -ondanks de vanwege de brief verwachte verruiming van het budgettair kader in Delft niet haalbaar blijkt - met een nader voorstel naar de raad te komen.

 

Concreet betekent dit dat zowel Tanthof als de Binnenstad voor een bovengenoemde voorziening in aanmerking komen.

 

In de brief van het College aan de Raad van 27.10.2004 (registratienummer: 464351) zijn reeds drie aanpassingen voorgesteld, t.w.:

§          Beide peuterspeelzalen in Tanthof behouden tot 2006 hun subsidie;

§          Montessori en Hansje Stoffel ontvangen een afbouwsubsidie volgens hun eigen voorstel;

§          De nieuwe locatie van één van de peuterspeelzaalgroepen uit Buitenhof zal in overleg met de ouders worden gekozen.

 

Voorgesteld wordt om in 2005 onderzoek te doen naar de mogelijkheid om de inkomensafhankelijke ouderbijdragentabel te vereenvoudigen en te harmoniseren met de te betalen bijdragen voor de kinderopvang. In 2006 zou deze nieuwe tabel dan kunnen worden ingevoerd. Besluitvorming daarover vindt plaats volgens de geëigende procedures (subsidiebundel).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vervolgprocedure

2.12.2004:        Bespreking aanpassing definitief besluit herziening peuterspeelzaalbeleid in Raadscommissie Leefbaarheid

16.12.2004:       Besluitvorming Gemeenteraad

 

Hoogachtend,

Burgemeester en Wethouders van Delft

 

 

                                               , burgemeester

 

 

                                               , secretaris