Bijgaand
treft u de tweede sturingsrapportage van 2004 van Politie Haaglanden, bureau
Delft aan. De plancyclus van de politie schrijft voor dat elk jaar een werkplan
wordt opgesteld en dat verschillende malen per jaar naar de stand van zaken
rond de in het werkplan gestelde doelen wordt gekeken (en deze indien nodig
worden bijgesteld). Dit gebeurt gedurende het jaar via sturingsrapportages
(‘sturaps’) en vervolgens aan het eind van het jaar via een jaarverslag.
Voorheen
leverde de politie een sturap na 4, 6 en 8 maanden voor bespreking in de lokale
driehoek. Na instemming van de driehoek werden het werkplan, de sturap over de
eerste 6 maanden, en het jaarverslag via de inzagelijst ter informatie aan
zowel het college als de raad voorgelegd.
Sinds
dit jaar is het systeem door de rijksoverheid aangepast. Er wordt nu na 4
maanden en na 8 maanden een sturap aangeboden aan de lokale driehoek. Naast het
werkplan en het jaar verslag wordt nu het stuk dat de eerste 8 maanden
evalueert, sturap II, via het college naar de raad gezonden. Bij wijze van
uitzondering is het stuk deze keer niet op de inzage-, maar op de bespreeklijst
van het college geplaatst. Dit is het gevolg van beslispunt 3 op het
besluitvormingsformulier.
De
plancyclus van de politie en de veiligheidscyclus van de gemeente zijn
overigens aan elkaar gekoppeld. Bij het opstellen van het werkplan van de
politie wordt rekening gehouden met de speerpunten uit het integraal
veiligheidsbeleid. Het jaarverslag van de politie en de evaluatie van het IVB
worden gelijktijdig behandeld in de raadscommissie Leefbaarheid.
Wie
‘bevoegd gezag’ is over de politie verschilt per politietaak. De burgemeester
is verantwoordelijk voor handhaven van de openbare orde en hulpverlening. Voor
opsporing van strafbare feiten ligt de verantwoordelijkheid bij de officier van
justitie van het Openbaar Ministerie. Alle in de sturap genoemde te behalen
normen in 2004 op het gebied van het te verrichten aantal aanhoudingen en
oplossingspercentages, komen rechtstreeks voort uit het prestatiecontact dat
politie Haaglanden heeft gesloten met het rijk. Het is aan de officier van
justitie om te beoordelen of de politie het behalen van deze normen voldoende
nastreeft. Vermeld moet worden dat het halen van de normen niet altijd iets
zegt over de daadwerkelijk inzet. Zo leidt preventieve actie tot een daling van
het aantal misdaden, waardoor het aanleveren van het in het prestatiecontract
vastgelegde aantal verdachten onder druk komt te staan.
Uit
bijgaande sturap blijkt dat het op de meeste gebieden goed gaat. Een
zorgwekkend punt vormt de toename van het aantal bedreigingen. Er wordt door
het bureau analyse en research van politie Haaglanden onderzoek gedaan naar de
achtergronden van deze stijging. Het OM geeft overigens aan dat het geweld niet
alleen in Delft, maar ook in de regio en het land toeneemt. De programmamanager
Integraal Veiligheidsbeleid is in overleg met de politie over dit onderwerp,
mede gezien het feit dat terugdringen van geweld binnenshuis een van de
prioriteiten van het IVB is.
Met
betrekking tot hulpverlening deelt de burgemeester de mening van de politie dat
er een verhoogde inspanning nodig is voor de opvang van veelplegers. De aanpak
van de politie is succesvol, maar opvolging is nodig om te voorkomen dat de
veelpleger meteen na het vrij komen weer in herhaling valt. In overleg met de
wethouder Zorg is inmiddels een notitie opgesteld die het college op korte
termijn zal worden voorgelegd.
De
bureauchef van politie vraagt in zijn oplegbrief aandacht voor de stijging van
het aantal jonge allochtone verdachten en verzoekt om samen met de betrokken
partners over te gaan tot het ontwikkelen van een meer integrale aanpak
gebaseerd op het preventieplan “Opgroeien in Delft” in 2002. Binnen de gemeente
hebben de programmamanager Integraal Veiligheidsbeleid en de programmamanager
Integratie en Activering eveneens signalen ontvangen die uitwijzen dat het
ontwikkelen van een integrale aanpak zinvol zou kunnen zijn. Om die reden wordt
in het besluitvormingsformulier onder punt 3 verzocht om over te gaan tot
overleg met de politie, om te bezien hoe de problematiek is en of een
geïntegreerde aanpak nodig, nuttig en mogelijk is.
Annemarie
Vermeulen