Geacht
college,
1.
Inleiding
In
het project Verbetering Financieel Beheer Stadsbeheer-Reiniging is dit jaar een
grondige analyse gemaakt van de oorzaken van de overschrijdingen in 2002 en
zijn maatregelen getroffen ter beheersing van de uitgaven in 2003. Desondanks
zal ook over het jaar 2003 een overschrijding van het begrote resultaat
optreden. Het Verbeterteam heeft U in de eerste (26 mei 2003) respectievelijk
tweede (september 2003) Voortgangsrapportages van het Verbeterplan en via de
Beheersrapportages verslag gedaan van zijn bevindingen.
Het
verbeterteam heeft tevens geconstateerd dat er naast de financiële
beheersmaatregelen ingrepen in de bedrijfsvoering van de Reiniging nodig zijn
om te voorkomen dat in 2004 wederom overschrijdingen zullen optreden. Deze
ingrepen hebben ook consequenties voor de dienstverlening aan de burger.In deze
nota worden de verbetervoorstellen samengevat en worden de door u te nemen
besluiten op een rij gezet. In het bijlagenboek is een nadere toelichting
opgenomen.
Overigens
moet ook opgemerkt worden dat de Reiniging ook werkt aan het anders richten van
de uitvoering, zodat deze meer aansluit bij wensen van bewoners die in de
wijkaanpak naar voren komen, zoals de grofvuilaanpak en schoon in de wijken.
2.
Andere opzet begroting en aanpassing budgetten
Ten
opzichte van de begroting zoals die in juni 2003 is opgesteld en die vervolgens
is opgenomen in de productbegroting worden een aantal fundamentele wijzigingen
voorgesteld zowel qua opzet als in de omvang van de budgetten. Om de
wijzigingen vervolgens weer budgettair neutraal te laten verlopen worden
besparingsvoorstellen gedaan. Budgettair neutraal wil ook zeggen dat het tarief
voor de burger niet meer dan trendmatig stijgt en dat (een deel van) de begrote
storting in de reserve gehandhaafd blijft.
De eerste
wijziging in de opzet van de begroting is dat er een fundamenteel onderscheid
gemaakt wordt tussen publieke zorgtaken voor de burgers van Delft en taken
waarvan de kosten doorberekend kunnen worden aan degenen voor wie die taken
uitgevoerd worden (commerciële taken). Onder deze laatste categorie vallen
overigens ook de publieke zorgtaken die voor andere gemeenten worden
uitgevoerd.
De tweede
wijziging is dat de begroting is opgedeeld in een 16-tal apart te beheren deelexploitaties.
Dit betreft:
De derde
wijziging is dat, uitgaande van deze deelexploitaties, herberekend is welk
budget de Reiniging nodig heeft om de tot dusver gebruikelijke dienstverlening
te kunnen realiseren in 2004. Dit zou leiden tot een overschrijding ten
opzichte van de raming van juni. Dit verschil kan grotendeels verklaard worden
uit de aansluitproblematiek met het formatiebudgetsysteem, uit de kosten van
overwerk en opleidingen die nu volledig meegerekend zijn, alsmede niet eerder
geraamde kosten voor onderhoud van ondergrondse containers en kosten voor
verbetering van de bedrijfsvoering.
Tevens
heeft er een doorrekening van de dekking plaatsgevonden, op basis van de nieuwe
begrotingsopzet. Dit levert een verschil tussen kosten en opbrengsten op van €
0,6 miljoen (zie nulde begrotingswijziging, bijlage 1 in het bijlagenboek)..
De vierde
wijziging is dat besparingsvoorstellen worden gedaan (en daarmee deels ingrepen
in de dienstverlening) om € 0,8 mln. overschrijding weer te compenseren. Daarmee
is er sprake van een sluitende begroting. Het verschil tussen het te kort op de
dekking en de besparingsvoorstellen wordt gebruikt om de aanloopkosten in 2004
op te vangen.
Deze
besparingsvoorstellen, die in het vervolg en in de bijlagen nader worden
toegelicht, laten zich als volgt samenvatten:
|
Omschrijving
|
€ |
a. |
Besparing
inzamelkosten |
207.178 |
b. |
Stoppen
wassen (mini)containers particulieren |
37.700 |
c. |
Inzet
vegen (niet doorvoeren geplande uitbreiding) |
153.300 |
d. |
KCA-inzameling
stoppen, uitbreiding breng-tijden,
depot anders open |
40.000 |
e. |
Aanpassen
formatie |
39.300 |
f. |
Verbetering
resultaat commerciele activiteiten |
230.000 |
g. |
Verbetering
efficiency WEB-hal |
50.000 |
h.
|
Verbetervoorstel
overlaadstation |
10.000 |
i. |
Reinigingsinspectie,
meer inkomsten |
5.000 |
|
TOTAAL
|
772.520 |
|
NB Aanloopkosten circa €
135.545 |
|
De
“aanloopkosten” zijn besparingsverliezen die optreden omdat de maatregelen niet
allemaal het gehele jaar 2004 door in werking kunnen zijn en éénmalige kosten.
De “netto” besparing is derhalve circa € 0,6 mln.
De vijfde
wijziging is dat de begroting zodanig is opgezet dat een positief saldo wordt
aangewend om de “reserve dekking hogere vuilverwerkingskosten” aan te vullen.
Voor
2004 wordt de storting geraamd op € 157.293 en in 2005 op € 300.000 (bij
ongewijzigde uitgangspunten). Dit is in afwijking van de in de meerjaren raming
opgenomen stortingen.
3.
Benchmark Reiniging en Marktverkenning
In
het Verbeterplan en ook in de speciaal aan de problematiek bij de Reiniging
gewijde accountants-rapportage wordt aanbevolen een strategisch en operationeel
kader te scheppen voor de Reiniging in de vorm van een Bedrijfsplan. Dit plan
zal, gebruik makend van de thans te besluiten punten, begin 2004 het licht
zien. Belangrijke bouwstenen vormen benchmarking en een marktverkenning. De
resultaten zijn als bijlagen bijgevoegd en worden hier kort samengevat.
De
Reiniging doet al een aantal jaren mee in de landelijke benchmark van publieke
reinigingsbedrijven die door de branche-organisatie NVRD gehouden wordt, zowel
voor de afvalinzameling als voor de veegdenst.
Voor
de inzameling wordt de Reiniging gekarakteriseerd als een goed functionerend
bedrijf, sterke middenmoter. Delft heeft een hoger serviceniveau aan de burger,
maar daarmee ook hogere kosten. De Reiniging Delft scoort beter dan gemiddeld
op milieu-doelstellingen en ook op de bedrijfsvoering.
Voor
de veegdienst geldt dat de Reiniging Delft over een aantal jaren als koploper
wordt gekwalificeerd, met grotere hoeveelheden ingezameld veegvuil dan elders,
prima operationele prestaties op straat en beduidend lagere machinale
veegkosten per m’ gootlengte dan elders. De benchmarks bevestigen dus dat de
Reiniging Delft een goede basis heeft voor de toekomst.
Uit
de regionale marktverkenning, die gemaakt is door NMPO BV op basis van
interviews en kennis van de landelijke markt, blijkt dat de Reiniging Delft in
de omgeving een goede naam heeft als professioneel bedrijf met een uitgebreid
dienstverleningspakket. De meeste gemeenten in de regio hebben op één of andere
manier met de dienstverlening van de Delftse Reiniging te maken. Vanwege
gemeentelijke herindelingen is er nog tijd voor Delft om in te spelen op de
veranderende marktposities, maar dat moet wel snel gebeuren. Eén of andere vorm
van regionalisatie van het reinigingsbedrijf is nodig om zelf greep te houden
op deze kerntaak van de lokale overheid.
De
marktverkenning beveelt aan om, op basis van de vele ambtelijke contacten die
er al zijn in de regio, snel een samenhangende benadering te realiseren van de
(nieuwe) gemeenten en mogelijke samenwerkings-partners. Die benadering dient
zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau plaats te vinden en zich toe te
spitsen op mogelijke samenwerkingsvormen. Dit moet in het eerste halfjaar van
2004 gebeuren.
Voorgesteld
wordt om een lid van het college, samen met een ambtelijk onderhandelingsteam,
te belasten met deze gesprekken.
4.
Aanpassingen in de inzameling van afval
In
de besparingsvoorstellen is een drietal ingrepen op de huidige dienstverlening
aan de burger opgenomen:
a.
Een
wijziging in de inzameling van GFT. Voorgesteld wordt het huishoudelijk
groente-, fruit- en tuinafval niet meer wekelijks maar 1 maal in de twee weken
op te halen. Dit overigens conform de gedragslijn van veel gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse.
De volgende kantekeningen zijn hier op z’n plaats:
T.a.v. de milieu-effecten:
De reductie van de hoeveelheid GFT laat zich moeilijk inschatten. Het meest
waarschijnlijke is dat bij een verminderde dienstverlening er ook minder GFT
aangeboden zal worden. In Leiden
(blijkt uit de bench-marking) met een alternerende inzameling zijn de
opbrengsten GFT per huishouden 2001 39% lager dan in Delft terwijl in Dordrecht
het inzamelresultaat bij één keer per twee weken inzamelen ca 10% lager is dan
in Delft bij wekelijkse inzameling. Dordrecht is overgegaan van wekelijks naar
tweewekelijks ongeveer 4 jaar geleden.
T.a.v. de kosten:
De verschuiving van GFT naar rest leidt tot een verhoging van de
verwerkingskosten van ca € 20,- per
niet ingezamelde ton GFT. Boven de 10%
reductie moet er naast de verschuiving van rest naar GFT € 61,- per ton bijbetaald worden voor niet geleverde tonnen
volgens contract (minimum aanlevering clausule). Het scenario van 10% reductie
geeft een negatief financieel effect van ca € 10.000 terwijl dit bij een
reductie van 39% kan oplopen tot maximaal
€ 130.000,-/jaar tot en met 2009.
Deze invloed op de verwerkingskosten zijn niet meenomen in de financiële
vertaling van de effecten. Want de benchmark geeft aan dat Delft in
vergelijking tot het gemiddelde van dezelfde stedelijkheids-klasse “fors” hoger scoort met de hoeveelheden GFT
dan het gemiddelde van die stedelijkheidsklasse.
Het verschil in de inzamelkosten tussen wekelijks en twee-wekelijks GFT
inzamelen is € 245.000,- per jaar .
Het besluit dient daarom te gaan tussen de drie mogelijkheden:
1.
Zoals in de nota aangeven twee wekelijks.
Indien besloten wordt de wekelijkse
inzameling te handhaven dan dient
of
2.
De afvalstoffenheffing met € 7 te worden verhoogd,
of
3.
Het tekort van € 245.000 te worden geaccepteerd.
De andere aanpassingen in dienstverlening
zijn:
b.
Het
niet meer wassen van minicontainers bij particulieren.
c.
Het
stoppen met huis-aan-huis inzameling van klein chemisch afval (KCA) door middel
van de rondrijdende KCA-wagen. Voorgesteld wordt KCA alleen in te zamelen via aanbiedplaatsen van de KCA-wagen,
waartoe overigens de standtijd per plaats uitgebreid wordt. Tevens bestaat de
mogelijkheid KCA aan te bieden bij het depot. Overeenkomstig de ervaringen die
daarmee opgedaan zijn, kan de openingstijd van het depot ook teruggebracht
worden.
5.
Verbetering veegplannen
Voor
2004 wordt er een kwaliteitsslag voorbereid. Dat wil zeggen op basis van de in
2003 reeds beschikbare capaciteit, deze inzetten waar de effecten het meest
zichtbaar worden.
Er
ligt een uitdaging bij de Reiniging om het thema “schoon in de wijken”, dat in
veel wijken een hoge prioriteit heeft, met deze beschikbare capaciteit te
bedienen. Dat betekent overigens ook dat er geïnvesteerd moet worden in het
gedrag van bewoners via voorlichting en toezicht.
Zowel
de aanpassingen onder paragraaf 4 als de inzet van de veegdienst vergen
derhalve een bijzondere aandacht in de externe communicatie. Hieraan wordt
apart nog uitwerking gegeven in een communicatieplan.
6.
Andere besparingsvoorstellen
De
overige besparingsvoorstellen betreffen:
7.
Ter overweging
De
Reiniging neemt met deze voorstellen een enorme taak op zich. Het betreft niet
alleen een financiële herstructurering, maar ook operationeel en daarbij een
cultuur omschakeling, met mogelijk vergaande consequenties voor de toekomst.
Daarom ligt het in de rede de Reiniging de komende twee jaar vrij te stellen
van extra bezuinigingen, omdat deze het in gang gezette proces behoorlijk
zouden doorkruisen. Bovendien dragen bezuinigingen in het gesloten circuit niet
bij aan de gemeentebrede bezuinigingen.
Het spreekt voor zich dat de Reiniging vanuit een voortdurende verbetering van
de bedrijfsvoering wel alert blijft op mogelijke besparingen en niet zal
nalaten deze waar mogelijk te realiseren.
8.
Samenvatting van door u te nemen besluiten
(Paddy Noë, Aelse Ruiter,
Kees Kruijff) revisie 19 december 2003