1 INLEIDING 3
2 THEMA’S UIT DE EVALUATIENOTA 4
2.1 Thema 1 Wijkveiligheid 4
2.1.1 Aanpak enge plekken 5
2.1.2 Verbeteren verkeersveiligheid 5
2.1.3 Politiekeurmerk veilig wonen (PKVW) 6
2.1.4 Normen en waarden 6
2.1.5 Aanpak overlast jongeren 7
2.2 Thema 2 Huiselijk geweld 7
2.3 Thema 3 Veilig uit en thuis 10
2.3.1 Beheerst alcoholgebruik 11
2.3.2 Coffeeshopbeleid 11
2.3.3 Geluidsoverlast 12
2.4 Thema 4 Veelplegers/verslaafden 12
2.5 Thema 5 Jongerenaanpak 14
2.6 Thema 6 Stationsgebied 15
2.7 Thema 7 De veilige school 16
3 ANDERE ONDEWERPEN INTEGRAAL
VEILIGHEIDSBELEID 18
3.1 Cameratoezicht 18
3.2 Oud en nieuw 18
3.3 Graffitibeleid 19
3.4 Fietsendiefstal 19
4 WERKWIJZE 19
5 VOORSTEL 19
6 OVERZICHT DOELSTELLINGEN PER
JAAR 20
7 FINANCIELE PARAGRAAF 20
In 1999 is de nota Een veilige stad voor iedereen verschenen. In die nota
worden voor vier jaar de stedelijke kaders geschetst voor een integraal
veiligheidsbeleid. Begin 2003 is dit beleid geëvalueerd. Op 27 maart 2003 is de
nota Evaluatie Integraal Veiligheidsbeleid 1999 – 2003/ Aanzet Integraal
Veiligheidsbeleid 2003 –2006 door de Raad goedgekeurd. Hiermee zijn conclusies getrokken en zeven thema’s
bepaald voor de komende periode. Doel van de onderhavige nota is om deze zeven
thema’s verder uit te werken. Waar mogelijk is dat gedetailleerd gedaan. Voor
sommige thema’s moet eerst een werkgroep met een plan van aanpak komen waarin
doelstellingen worden benoemd. Tevens zijn er vier onderwerpen aan de nota
Integraal veiligheidsbeleid toegevoegd, te weten cameratoezicht, Oud en Nieuw,
graffitibeleid en fietsendiefstal. Jaarlijks zal er een evaluatierapportage
Integraal veiligheidsbeleid worden opgesteld waarin de stand van zaken wordt
weergegeven, de verdere uitwerking van thema’s aan de orde is en aanpassing van
beleid wordt aangegeven.
In oktober 2002 boden
de ministers van Justitie en BZK het
veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving aan de Tweede Kamer aan. Op
grond van dit veiligheidsprogramma zijn nu de convenanten met de
korpsbeheerders gesloten over resultaatafspraken voor de periode 2003 – 2007.
Ook wordt daarin gesteld dat er met de andere ketenpartners in de veiligheid
afspraken zullen worden gemaakt.
De gemeente Delft wil
duidelijk maken wat zij verstaat onder veiligheidsbeleid in Delft in de periode 2004 – 2006 en hoe
zij dit wil gaan verwezenlijken samen met haar partners in veiligheid.
Uitgangspunt daarbij is dat Delft veiliger moet worden, dat wil zeggen dat er
een afname plaatsvindt van criminaliteit en overlast en dat
onveiligheidsgevoelens worden teruggedrongen. Zo blijft Delft een aangename
plek om te wonen voor jongeren en ouderen. Om deze doelen te bereiken is er
gekozen voor zeven thema’s:
·
Wijkveiligheid
·
Huiselijk geweld
·
Veilig uit en thuis
·
Veelplegers /
verslaafden
·
Jongerenaanpak
·
Stationsgebied
·
De veilige school
Daarnaast zijn er
andere thema’s toegevoegd die met veiligheid te maken hebben zoals de jaarlijks
terugkerende oud en nieuw viering, graffitibeleid, cameratoezicht en
fietsendiefstal.
Lokaal
veiligheidsbeleid kan onderscheiden worden in fysieke veiligheid en sociale
veiligheid. In deze nota gaat het uitsluitend om de sociale veiligheid. In dit
kader is het belangrijk dat de verschillen in veiligheid tussen buurten en
wijken en de uiteenlopende eisen/wensen van bewoners gekend worden. Hieruit
valt ook af te leiden dat wijken en buurten verschillen in de mate waarin er
mogelijkheden zijn om bewoners te mobiliseren rond problemen van criminaliteit
en veiligheid. Daarbij is de beleving van onveiligheid een belangrijk punt. Als
mensen elkaar kennen, de anonimiteit doorbroken wordt, en daarbij de wijk of buurt
als schoon en heel ervaren heeft dit invloed op de veiligheidsgevoelens van de
burger. Initiatieven als Fleur Delft op, de straatfeestcheque, Isaac da Costa
aan tafel en de Delftse kleden zijn een goed voorbeeld van wijkgerichte
initiatieven waarbij de anonimiteit wordt doorbroken.
Verder speelt op dit
moment de discussie rond de stadsetiquette. Na de gehouden inventarisatieronde
wordt gekeken naar de implementatie. Het doel van het project Stadsetiquette is
om de onverschilligheid te verminderen waarmee mensen met de openbare ruimte en
met elkaar omgaan. Uiteindelijk moet de burger zich weer verantwoordelijk
voelen voor zijn omgeving. Gelet op dit doel en het feit dat het bij integraal
veiligheidsbeleid gaat om de sociale veiligheid zal het erg aangenaam zijn als
de uitkomsten van de stadsetiquette overeenkomen met hetgeen binnen integraal
veiligheidsbeleid als belangrijke thema’s worden gezien.
·
In hoofdstuk 2 van
deze nota wordt nader ingegaan op de evaluatie nota en de aanzet die daarin
gemaakt wordt voor het Integraal veiligheidsbeleid 2003 – 2006. De zeven
thema’s uit die nota worden ingeleid met de tekst uit de evaluatienota waarna
het nieuwe plan volgt.
·
In hoofdstuk 3 komen
thema’s aan bod die eveneens van belang
zijn in het kader van de integrale veiligheid.
·
Hoofdstuk 4 gaat
nader in op de te volgen werkwijze.
·
In hoofdstuk 5 worden
voorstellen gedaan.
·
Hoofdstuk 6
geeft per thema aan wat er in de
komende periode als doelen staat
·
En tenslotte staan in
hoofdstuk 7 de financiën.
Tekst
evaluatie IVB
Hiertoe
behoren eerder in gang gezette activiteiten als de aanpak van enge plekken en
de verkeersveiligheid (30 km zones, gerichte snelheidscontroles en het project
“veilige kindroutes”, dat na een aantal incidentele maatregelen nu systematisch
wordt opgezet). Het project Politie Keurmerk Veilig Wonen wordt voortgezet, met
accentverschuiving naar een keurmerk voor een hele wijk i.p.v. voor individuele
woningen.
In
de wijkaanpakcylus ligt het accent op het jaarlijks opstellen van
wijkprogramma's. In de opzet van de wijkprogramma's is er voor gekozen om zaken
m.b.t. sociale veiligheid en verkeersveiligheid in aparte categorieën op te
nemen en daarmee kennen de wijkprogramma's aparte veiligheidsparagrafen.
De
Politie Delft heeft in 2002 onderzoek gedaan naar veiligheid in wijken. De
uitkomsten vormen een belangrijke input voor de komende periode. Een voordeel
hiervan is dat de prioriteiten van politie integraal worden meegenomen in het
gemeentelijk veiligheidsbeleid en o.a. terug te vinden zullen zijn in de
wijkprogramma's.[1]
Waar het gaat over de wijkveiligheid zijn er drie bronnen waarnaar
gekeken moet worden en die alle op hun manier een bijdrage leveren aan de
veiligheid in een bepaalde wijk.
Hierin worden de wensen van de
bewoners helder naar voren gehaald en de aanpak die daarbij gekozen wordt is
overleg met de bewoners en partners via het proces van wijkanalyse en
wijkbeleid.
De wijkveiligheidsscan[2]
brengt op wijkniveau de criminaliteits- en veiligheidsproblemen in kaart. Een
wijkveiligheidsscan geeft een beeld van de criminaliteits- en
onveiligheidsproblemen in de wijk. Dit gebeurt door een kwantitatieve analyse
van cijfers uit het HKS, waarbij aanvullende demografische gegevens worden
gebruikt van het CBS. Daarvan wordt een vertaalslag gemaakt naar
wijkaandachtspunten. Deze vertaalslag wordt nader besproken in het
wijkcoördinatieteam (WCT).
Daarnaast
heeft de politie haar bureaubrede prioriteiten die voor heel Delft gelden en
waarop de politie vanuit haar eigen bevoegdheid zal sturen.
Beide
zijn erop gericht de resultaten zoveel mogelijk terug te brengen bij de burger.
Vanuit het integraal
veiligheidsbeleid komen speerpunten naar voren die voor een deel in de wijken
hun aanpak kennen.
Op basis van deze drie bronnen zijn
de volgende vijf stedelijke speerpunten naar voren gekomen die op het niveau
van de wijken hun vorm krijgen met concrete initiatieven.
Per wijk worden per jaar in overleg met de bewoners enge
plekken bepaald en aangepakt. Bij de aanpak van enge plekken kan gedacht worden
aan het wijzigen van de verlichting, het snoeien van groen maar ook
bijvoorbeeld aan het afsluiten van portieken. De argumenten voor een goede
verlichting zijn het veilig voelen van bewoners in de woonomgeving, zicht
op de omgeving mogelijk maken en het
criminaliteitsverlagende effect. De openbare verlichting wordt doorgaans
bepaald vanuit de verkeerskundige functie en is gekoppeld aan de rijbanen. Het
politiekeurmerk en ook de aanpak enge plekken wil de nadruk leggen op sociaal
veilig verlichten. Dit betekent dat een groot deel van de openbare ruimte, met
voet- en fietspaden, parkeerplaatsen e.d. verlicht is. Wanneer er geen zicht is
vanaf de openbare weg of vanuit woningen, en in feite de zichtlijnen op de
openbare ruimte afwezig zijn, moet dit niet door verlichting worden aangepakt.
Dan wordt er een schijnveiligheid gecreëerd.
Trekker: Wijkcoördinator
in overleg met programmamanager Integraal veiligheidsbeleid
Partners: Intern: Wijkzaken, Mobiliteit, Bouw- en
woningtoezicht
Extern: Politie, Woningcorporaties
Financiën: In
het EZH budget veiligheid staat hiervoor € 29.323. Onderhoud en exploitatie zullen
moeten worden opgenomen in de areaaluitbreiding.
Daarnaast
is er binnen het EZH budget veiligheid nog € 10.000 voor de aanpak van groen.
Er
bestaan ook mogelijkheden om aan de financiering van de aanpak van enge plekken
bij te dragen vanuit het wijkbudget en ISV2
Enge plekken is
bestaand beleid dat hier is uitgewerkt voor de komende periode. |
Bij
verkeersveiligheid gaat het over twee verschillende aspecten namelijk enerzijds
het nemen van fysieke maatregelen zoals drempels, plateaus, 30 km zones,
oversteekplaatsen en het oplossen van onoverzichtelijke verkeerssituaties en
anderzijds het aanpakken en beďnvloeden van ongewenst gedrag zoals onveilig
parkeren, negeren eenrichtingsverkeer en te hoge snelheid
Hierbij kan ook gedacht
worden aan het in 2004 te starten project veilige kindroutes dat zich richt op
het realiseren van veilige fietsroutes voor kinderen van en naar school,
buitenschoolse opvang en sportaccommodaties. Het kan ook gaan om fysieke
maatregelen en gedragsbeďnvloeding. Het project zal beginnen met de keuze van
een beperkt aantal probleemsituaties.
Overigens zijn in
de wijkprogramma’s 2004 verbeteren
verkeersveiligheid en parkeergedrag prioritaire thema’s.
Trekker: Mobiliteit
Partners: Intern:
Wijkzaken, Welzijn, Onderwijs, Ingenieursbureau, Civiel, Communicatie, TOR
Extern:
Schoolbesturen, Kinderopvanginstellingen, Sportclubs/parken, 3Vo, Fietsersbond,
Politie
Financiën: Op
dit moment worden veel maatregelen betaald uit het wijkbudget. Voor het project
veilige kindroutes zijn nog geen financiën geregeld, maar dat verloopt separaat
van het integraal veiligheidsbeleid.
Aandacht voor
verkeersveiligheid is bestaand beleid dat hier is uitgewerkt voor de komende
periode. Nieuw beleid is
Veilige kindroutes. |
Vanaf september 2003
is er een pilot rond PKVW in het Westerkwartier. De gemeente en politie zullen
aan alle bewoners (met uitzondering van de huurders van de corporaties) aanbieden om een preventieadvies uit te brengen.
Daarnaast zal men wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners,
bijvoorbeeld het sluiten van ramen en deuren bij afwezigheid en vakantie. Met
de corporaties wordt apart gesproken over wat zij in dit verband kunnen doen.
Op 22 januari 2002
heeft de gemeente Delft zich via een raadsbesluit geconformeerd aan het PKVW
voor nieuwbouw en bestaande bouw. In het voorjaar 2004 komt er een nota waarin
staat wat het beleidsmatig en financieel betekent als de stad Delft wil gaan
voldoen aan de eisen van het PKVW voor de gebouwde omgeving (groen en
verlichting) en het uitbrengen van preventieadviezen en inspectie welke worden
verstrekt door de gemeente voor het onder keurmerk brengen van een woning of
gebouw. Die nota is de basis voor verder beleid.
Poptahof en het
politiekeurmerk veilig wonen:
Door Delftwonen is in
samenwerking met gemeente en bewoners een beheerplan Poptahof opgesteld. Onderdeel daarvan is de wens tot
het behalen van het keurmerk veilige woonomgeving dat onderdeel is van het
PKVW. Onderzoek naar de haalbaarheid zal naar verwachting eind 2003 door
Delftwonen zijn afgerond. In dit kader zijn door de gemeente onder andere
offertes voor de verlichting opgevraagd.
Bij de renovatie en
nieuwbouw is het streven erop gericht het volledige PKVW te gaan behalen. Daartoe is nu in het
programma van eisen voor het stedenbouwkundig plan opgenomen dat moet worden
voldaan aan de eisen van het PKVW.
Trekker: Bouw- en woningtoezicht
Partners: Intern:
programmamanager Integraal veiligheidsbeleid, Wijkzaken, Mobiliteit, TOR, Groen, Projecten
Extern:
Politie
Financiën: Op
basis van nota nader te bepalen.
Nota PKVW is een
verder uitwerking van het raadsbesluit van 22 januari 2002. Poptahof is
bestaand beleid. |
Voor alle nieuw te bouwen en te renoveren woningen,
dus ook in de wijk Poptahof, geldt dat voor renovatie en nieuwbouw in het
bouwbesluit is opgenomen dat het hang- en sluitwerk aan een bepaalde klasse
moet voldoen die overeenkomt met hetgeen het PKVW voorschrijft. De meerkosten
voor de gebouwde omgeving Poptahof zullen na het opstellen van het
stedenbouwkundig ontwerp duidelijk worden.
Medio 2003 zijn er
binnen het EZH-project Investeren in de wijken twee projecten gesubsidieerd
waarvan het doel is de relatie tussen ouderen en jongeren in de wijken te
verbeteren. De projecten “de straat maak je zelf” en “senioren werken aan
veiligheid” worden de komende drie jaar per wijk opgepakt, door een
samenwerkingsverband van Breed Welzijn Delft (BWD) en de Stichting Ouderenwerk
Delft(SOD). Waar nodig wordt een relatie gelegd naar de stadsetiquette. De
start van de projecten is in de wijk Wippolder.
Trekker: BWD en SOD
Partners: Intern: Welzijn, Wijkzaken,
Communicatie
Extern:
Wijkcoördinatieteam
Financiën: EZH
gelden: voor elk project is in totaal € 45.378 beschikbaar voor vier jaar.
Normen en waarden
is nieuw beleid. |
De aanpak overlast
jongeren Is opgenomen in het Integraal jeugd en jongeren programma en staat
voor zover van belang in deze nota onder thema 5 jongerenaanpak.
Tekst
evaluatie IVB
Het
thema huiselijk geweld wordt voortgezet. Het gemeentelijk beleid (vastgelegd in
nota Huiselijk Geweld, 2001) richt zich met name op:
·
de regierol m.b.t.
een samenhangend hulpverleningstraject rond huiselijk geweld
·
vroegsignalering o.a.
door voorlichting aan beroepsgroepen en het instellen van een meld- en
adviespunt huiselijk geweld
·
preventieactiviteiten
ter voorkoming en het vroegtijdig doen stoppen van huiselijk geweld
Het
Ministerie van Justitie heeft in het kader van het landelijke project
“Voorkomen en bestrijden huiselijk geweld” een handelingsprotocol ontwikkeld.
Hierin zijn de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende spelers op
lokaal niveau vastgelegd. Er wordt vanuit gegaan, dat huiselijk geweld zowel
een lokaal veiligheidsprobleem, als een lokaal gezondheidsprobleem is. Het
Delftse beleid wordt vooralsnog aangestuurd vanuit gezondheidsbeleid. Wel vindt
afstemming met Politie Haaglanden plaats. Een degelijk beleid op het gebied van
huiselijk geweld heeft echter als voorwaarde dat er samenwerking plaatsvindt
tussen zorginstellingen en organisaties die zich met het strafrecht bezig
houden (politie, openbaar ministerie). Het huiselijk geweld beleid dient dan
ook verbreed te worden naar integraal veiligheidsbeleid. Een evaluatienota is
in voorbereiding.
Aandacht voor
huiselijk geweldbeleid is belangrijk omdat:
-
uit onderzoek blijkt
dat huiselijk geweld zich op grote schaal voor doet
-
ongeveer 10% van de
gevallen van huiselijk geweld slechts bij politie wordt gemeld
-
o.a. taboe, schaamte
en angst slachtoffers en plegers weerhoudt zelf hulp te zoeken.
Er is gelukkig
toenemende bewustwording en aandacht voor de problematiek waardoor er ook bij
de partners meer bereidheid is om aan dit onderwerp aandacht te besteden.
Daarnaast is er binnen de politie Haaglanden een project hierover dat nu
geďmplementeerd is. Tussen de gemeenten van de regio Haaglanden staat het
onderwerp op de agenda. Bedreiging van een effectief lange termijn beleid is
het ontbreken van rijksbudget. Wel is vanuit Justitie een landelijk project met
richtlijnen opgesteld waarin de regierol van gemeenten is vastgelegd. Gelden
vanuit het rijk zijn niet beschikbaar. Het thema is afhankelijk van subsidies
waardoor een lange termijn beleid moeilijk te maken is.
Plan van aanpak 2004
- 2007
Beroepsgroepenvoorlichting,
gericht op het signaleren en bespreekbaar kunnen maken van huiselijk geweld
door alle relevante beroepsgroepen en vrijwilligers (o.a. huisartsen, eerste hulp,
thuiszorg, consultatiebureaus, Riagg).
Het beschikken over
een meld- en adviespunt.
Samenwerking met de
politie
In 1998 is Politie
Haaglanden begonnen met de uitvoering van het project Omgaan met
vrouwenmishandeling (sinds 2003 Project Geweld binnenshuis) met het doel de
incidentgerichte benadering van het probleem om te vormen tot een meer
procesmatige benadering:
Voorlichting aan
allochtonen
Recent landelijk
onderzoek naar huiselijk geweld onder een aantal allochtone groepen heeft
uitgewezen dat de problematiek zich qua grootte zou verhouden tot de cijfers
bij autochtonen (zij het dat men een sterk vermoeden heeft van
onderrapportage). Vanwege taboe en een aantal andere complicerende (cultureel
bepaalde) factoren, wordt aangeraden geweld bespreekbaar te maken in binnen
allochtone groepen.
Ambulante
hulpverlening
·
Doel is het in een
vroegtijdig stadium stoppen van geweld en/of het voorkomen van herhaling door
middel van coaching van gezinnen die met huiselijk geweld te maken hebben. Voor
2003 en 2004 is subsidie verleend voor methodiekontwikkeling aan de hand van de
praktijk. Eind 2004 wordt het geëvalueerd en bij een positief resultaat dient
deze werkwijze binnen de vrouwenopvang te worden geďmplementeerd
Samenwerkingsovereenkomst
·
In het kader van een
lokaal Delftse aanpak wordt op 25 november 2003 een samenwerkingsovereenkomst
‘stop huiselijk geweld’ afgesloten tussen alle betrokken partijen (zie:
partners). In deze samenwerkingsovereenkomst wordt de inbreng en verplichting
van alle partijen vastgelegd op het gebied van snelle en laagdrempelige
hulpverlening en veiligheid van slachtoffers. Ook wordt er aandacht besteed aan
de registratie bij de verschillende partijen. Jaarlijks wordt bezien of de
afspraken het juiste resultaat geven, of iedereen zich ook aan de afspraken
houdt en of er verbetering moet plaatsvinden.
Deze
afspraken betreffen onder andere:
-
verwezen cliënten
krijgen binnen een week een gesprek en worden niet op een wachtlijst geplaatst;
-
de verwijzende
instantie blijft verantwoordelijk totdat cliënten overgenomen zijn (inclusief
check);
-
partners leveren een
aandachtfunctionaris die verantwoordelijk is voor structureel huiselijk
geweldbeleid en registratie binnen de eigen instelling en verslaglegging;
-
een aantal partners
leveren een uitvoerder voor het uitvoeringsoverleg;
-
jaarlijks vindt
evaluatie plaats.
Aanwijzing Huiselijk
Geweld van het Ministerie van Justitie
· Volgens de Aanwijzing Huiselijk Geweld van het Ministerie van Justitie (1 april 2003) worden er binnen een jaar, binnen ieder arrondissement, schriftelijke afspraken gemaakt tussen Openbaar Ministerie, politie, reclassering en instanties voor daderhulpverlening met betrekking tot een geďntegreerde strafrechtelijke aanpak. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij een door het OM te benoemen contactfunctionaris (officier van justitie), die tevens de contacten met de gemeente onderhoudt. De samenwerkingsovereenkomst die eind 2003 getekend wordt, zal te zijnertijd worden aangevuld met de afspraken die in het kader van de Aanwijzing worden gemaakt.
Trekker: Beleid
& Projecten
Partners: Intern: Welzijn
Extern: Kwadraad, VOZH Ricardis, GGZ-Delfland,
Politie Delft/Haaglanden, Bureau Slachtofferhulp, De Waag, Bureau Jeugdzorg,
Vrouwengezondheidscentrum DWO
Financiën: Jaarlijks
€ 16.966 Meld- en adviespunt uit het budget Maatschappelijke opvang totdat er
rijksmiddelen voor dit doel ter beschikking worden gesteld.
In
2003 en 2004 € 15.880 Beroepsgroepenvoorlichting uit Projectsubsidie
Vrouwengezondheid.
In
2003 en 2004 € 28.684 Project Ambulante hulpverlening uit budget Vrouwenopvang.
In
2003 en 2004 € 28.684 Project Ambulante hulpverlening uit budget
Maatschappelijke opvang.
Vanaf
2004 € 6000 uitvoering gemeentelijke regierol uit budget Maatschappelijke opvang.
Alle beleid rond
huiselijk geweld is vastgelegd in de nota: voortgangsrapportage huislijk
geweld (03/016923). Het onderdeel aanwijzing huiselijk geweld kan gezien
worden als meer specifiek veiligheidsbeleid. |
Tekst evaluatie
IVB
Dit
thema kwam ook in het Integraal Veiligheidsbeleid 1999 – 2002 voor. Voor de
komende jaren vindt er een aanscherping plaats in twee richtingen:
·
Horecabeleid,
beheerst alcoholgebruik
Er
wordt geschat dat in Nederland ongeveer 820.000 personen van alcohol
afhankelijk zijn of kampen met alcoholmisbruik. De verslavingszorg bereikt maar
een klein deel van hen. Ook het toenemende alcoholgebruik onder jongeren baart
zorgen. Bij agressief gedrag is vaak alcohol (soms gecombineerd met
drugsgebruik, bv cocaďne) in het spel. Er vallen ook veel verkeersslachtoffers
door alcoholgebruik. Jaarlijks staat 22% van alle politie-inzet in verband met
overmatig of situationeel alcoholgebruik.
De
politie meldt dat er een stijging is van het aantal mishandelingen en
bedreigingen. Deze blijken zich voornamelijk te concentreren in de binnenstad
in de late avond- of nachturen op vrijdag en zaterdag. Zowel vanuit
gezondheidsperspectief als uit veiligheidsperspectief dient er gekeken te
worden naar verdere maatregelen op het gebied van alcoholmatigingsbeleid.
·
Geluidsoverlast
(binnenstad, relatie evenementenbeleid)
Een
groot deel van de overlastmeldingen uit meldingen van geluidsoverlast door
horecagelegenheden. Om dit soort meldingen adequaat aan te kunnen pakken dient
een goede regeling getroffen te worden om
geluidsmetingen buiten kantooruren mogelijk te maken. In 2003 komt het
project “Veilig uitgaan” tot uitvoering; een samenwerkingsverband tussen
gemeente, horeca, politie en justitie dat beoogt te komen tot maatregelen ten
aanzien van het uitgaansleven in Delft op het gebied van handhaving, toezicht,
controle en repressief optreden.
De volgende
onderwerpen maken deel uit van de nota verslavingszorg 2003-2007:
-
Het aantal
mishandelingen en bedreigingen in de binnenstad van Delft vertoont een
stijgende lijn. Deze blijken zich voornamelijk te concentreren in de
binnenstad,
’s avonds tijdens het weekend. Bekend is dat veel
uitgaansgeweld alcohol-gerelateerd is.
-
Ook binnen niet
commerciële gelegenheden als jongerencentra, sportclubs en
studentengelegenheden vormt alcoholgebruik vaak een probleem. Gezien het
stijgend alcoholgebruik onder jongeren en jongvolwassenen, dient voor deze
groep speciale aandacht te zijn. Beleid moet gericht zijn op regelhandhaving
(o.a. leeftijdsgrenzen) en mogelijke aanvullende maatregelen.
-
Preventie
/voorlichting scholieren: zie veilige school
-
Er bestaat in Delft
geen duidelijk beeld van uitgaansdrugs (o.a. XTC, cocaďne) en de daaraan
verbonden risico’s (agressie, overlast, gezondheid).
-
Het gebruik van
cannabis is, door het verhoogde gehalte aan werkzame stof, mogelijk
schadelijker dan men tot voor kort aannam. Dit geeft vooral risico’s bij
onervaren gebruikers (jongeren, toeristen) en mensen met psychische problemen.
Deze onderdelen
zijn opgenomen als actiepunten in de nota verslavingszorg 2003 – 2007
(03/007690) |
Plan
van aanpak 2004 – 2007:
Per
jaar verschijnt in het kader van de nota Verslavingszorg 2003 – 2007 een jaarplan
met actiepunten en evaluatiegegevens. Voor 2004 staat het volgende gepland:
-
In het kader van
Veilig Uit zal samen met de binnenstadshoreca en politie (met name voor wat
betreft de analyse van de problematiek) gekeken worden naar mogelijkheden van
een verder alcoholmatigingsbeleid. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan: cooling
down (geen alcoholverkoop vlak voor sluitingstijd), gespreide sluitingstijden,
deurbeleid (o.a. polsbandjes voor jongeren), verbieden van kortingsacties en
goed gastheerschap.
-
Voorjaar 2004 vindt
een evaluatie plaats van de regelhandhaving gericht op alcoholgebruik binnen
een aantal niet-commerciële gelegenheden waar met name jongeren komen. Uitgangspunt hierbij is de
Drank- en horecawet en de exploitatievergunningen, waarbij het er vooral om
gaat of men zich aan de afspraken houdt. Deze evaluatie zal de leidraad vormen
voor eventuele aanvullende handhavingmaatregelen.
Darnaast
kan gekeken worden naar de implementatie in Delft van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan. Deze is
samen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, Koninklijke Horeca Nederland, Vereniging
Nederlandse Gemeenten, twee politieregio’s en het Openbaar Ministerie
ontwikkeld.
-
In 2004 wordt een
inventarisatie gemaakt van het gebruik van uitgaansdrugs in Delft. Deze dient
inzicht te verschaffen in het lokaal gebruik, de lokale problemen en
preventiemogelijkheden.
Nadere uitwerking
van actiepunten uit de nota verslavingszorg. Rapportage en plan van aanpak
komt terug in de jaarlijkse activiteitenplannen verslavingszorg en ook in de
jaarlijkse evaluatie rapportage IVB |
Voor de bovengenoemde
onderwerpen zal een werkgroep worden ingesteld die voor de zomer van 2004 met
een advies komt.
Partners: Intern: TOR, Beleid en Projecten,
Servicecentrum bedrijven, Welzijn (sport)
Financiën: PM
In 2004 moet de nota
Coffeeshopbeleid moeten worden herzien met name ook waar het gaat om eventuele
herplaatsing van een coffeeshop als de huidige vestigingsplaats verdwijnt of
als de huidige vestigingsplaats niet wenselijk is. Verder dienen met de
coffeeshophouders afspraken te worden gemaakt over preventie binnen de
coffeeshops. Deze kunnen onder andere omvatten: de aanwezigheid en gebruik van
voorlichtingsmateriaal, deskundigheid van het personeel, omgang met
problematisch gebruik, gedrag binnen en buiten de coffeeshop. Verder zal er ook
een handhavingsarrangement moeten worden opgesteld.
Een werkgroep is
bezig het bovenstaande uit te werken en komt in april 2004 met concrete
voorstellen.
Trekker: TOR
Partners: Intern: Beleid en projecten, Welzijn,
Extern: Openbaar
Ministerie
Financiën: PM
Coffeeshopbeleid is
tevens genoemd in de nota verslavingszorg. Rapportage komt terug in de
jaarlijkse activiteitenplannen verslavingszorg en ook in de jaarlijkse
evaluatie rapportage IVB |
In de APV is een
aantal artikelen opgenomen met betrekking tot geluid in horeca-inrichtingen.
Toezicht, uitvoering en handhaving hiervan zit bij milieutoezicht. Als een
exploitant volhardt in overtredingen kan de exploitatievergunning worden
ingetrokken. In dit verband is er ook de piketregeling geluidsoverlast.
Verder zijn er in
Delft steeds meer en steeds grotere evenementen die geluid gerelateerd zijn,
waarover klachten zijn ontstaan. Daarom is in 2003 tijdens een aantal
evenementen een geluidsmeting verricht. Ook is gekeken naar het aantal
ontvangen meldingen over de geluidsoverlast en deze meldingen moeten nu
gekoppeld worden aan het gemeten geluid.
Allereerst zal er
door CKE samen met Milieutoezicht een evaluatie van de geluidsmetingen
gerelateerd aan evenementen worden gemaakt. Verder zal de handhaving in de
horeca bekeken moeten worden en de werking van de piketregeling zodat verder
beleid richting horeca kan worden ontwikkeld.
Tenslotte zal in 2004
een verder beleid moeten worden ontwikkeld richting grote gesubsidieerde en
niet gesubsidieerde evenementen en geluidsoverlast.
Trekker: TOR
Partners: Intern: CKE, Milieutoezicht
Financiën: PM
Geluidsoverlast is
bestaand beleid, nota december 2002 |
Tekst
evaluatie IVB
Dit is een nieuw thema. Het aantal delicten gepleegd door “veelplegers” vertoont al jaren een stijgende lijn en behoeft daarom nadrukkelijke aandacht. Het gaat hier met name om woninginbraak, fiets- en autodiefstallen en zakkenrollerij. De aanpak van veelplegers vormt een van de prioriteiten binnen het Politiewerkplan 2003. Een vernieuwende aanpak van het fietsendiefstalvraagstuk zal hierbij aan de orde kunnen komen.
Binnen de groep veelplegers is het aantal drugsverslaafden oververtegenwoordigd. Er dient daarom een afgestemde aanpak tot stand te komen tussen o.a. politie en de verslavingszorg gericht op vermindering van overlast en criminaliteit en tegelijkertijd zorg voor de patiënt, die niet zelden ook psychiatrische storingen heeft. Ook de verscherpte regelgeving t.a.v. vervolging en strafmaat speelt in deze aanpak mee.
Het gaat hierbij niet alleen
om drugsgebruikers maar ook om voorlichting ter voorkoming van drugsgebruik
(preventie). De laatste jaren komt steeds sterker naar voren dat een succesvol
preventiebeleid onlosmakelijk verbonden is met een goed beleid op het gebied
van toezicht en regelhandhaving. De verslavingszorg dient niet alleen op een
goede manier zijn klanten te bedienen, maar kan ook een belangrijke adviserende
en consulterende rol te vervullen m.b.t. toezicht en regelhandhaving. Er dient
een goed beleid te zijn (o.a. huisregels) op plaatsen waar genotmiddelen worden
verkocht en gebruikt. Ook signalering en verwijzing hoort daar onderdeel van
uit te maken.
Aangezien jongeren de
belangrijkste risicogroep vormen, zal het beleid zich voor een groot deel op
hen richten. Er zal een infrastructuur aangelegd moeten worden met diverse
partners zoals sociaal-cultureel werk, horeca, coffeeshops en uitgaanscircuit.
Er zal serieus gekeken moeten worden of er aanvullende afspraken moeten komen
en actiever toezicht nodig is. Aansluiting zal gezocht moeten worden met bestaande
projecten als De veilige school en Veilig uitgaan en de activiteiten in het
kader van het preventieplan Opgroeien in Delft.
De onlangs uitgebrachte
gemeentelijke nota Verslavingszorg biedt op veel van deze terreinen belangrijke
aangrijpingspunten voor een gezamenlijke aanpak.
14% van de criminelen
in Delft pleegt 65% van de criminaliteit. Het gaat hier om 130 zogenoemde
veelplegers. De politie heeft een plan van aanpak ontwikkeld, gericht op de top
tien van de veelplegers. Praktisch alle tien zijn verslaafd aan harddrugs; in
een aantal gevallen is tevens sprake van psychische problematiek. Voor iedere
veelpleger wordt een plan van aanpak ontwikkeld door de zgn. probleemeigenaar
(leidinggevende), waarin de activiteiten gericht op deze persoon zijn vastgelegd.
De activiteiten richten zich op:
-
preventie: gesprekken
in de gevangenis, met familie, met het netwerk van de verdachten;
-
afspraken over het
traject van de veelpleger met reclassering, verslavingszorg, GGZ, Openbaar
Ministerie, etc.;
-
repressief optreden:
observatie, posten, controleren;
-
verhoor: extra
aandacht voor het linken van zaken (“schoon schip”).
De top tien wordt
aangevuld wanneer daar iemand uit wegvalt (bijvoorbeeld door detentie).
Partners: Politie,
Openbaar Ministerie, gemeente, (verslavings)reclassering, verslavingszorg
Parnassia, GGZ-Delfland.
Is reeds opgenomen
in de nota verslavingszorg 2003 – 2007 |
Plan van aanpak 2004
– 2007:
De gemeente
participeert in het veelplegersoverleg, waarin de top tien onder de loep wordt
gehouden en ten aanzien van elk van hen een strategie wordt uitgezet. Vanuit de
gemeente wordt voorlopig getracht te bemiddelen naar zorg en maatschappelijk
herstelactiviteiten die door de gemeente worden georganiseerd of gesubsidieerd.
Op de langere termijn
wordt gezocht naar structurele inbedding. Enkele belangrijke ontwikkelingen op
dit gebied zijn:
Knelpunten:
-
Vanuit de
verslavingszorg is het verstrekken van persoonlijke gegevens, zonder
toestemming van betrokkene, een probleem. Men is gebonden aan de wet
geneeskundige behandelingsovereenkomst. Momenteel worden tussen verslavingszorg
en verslavingsreclassering afspraken gemaakt met betrekking tot de
mogelijkheden die wel openstaan. Te denken valt aan gegevens over zorg
uitwisselen via de reclassering en veelplegers schriftelijke verklaringen van
geen bezwaar af te laten leggen bij politie.
-
Onvoldoende
beschikbaarheid van maatschappelijk herstelactiviteiten voor deze groep.
Is nadere uitwerking van actiepunt uit nota verslavingszorg. Rapportage en plan van aanpak komt
terug in de jaarlijkse activiteitenplannen verslavingszorg en ook in de
jaarlijkse evaluatie rapportage IVB. |
Strafrechtelijke opvang verslaafden is een nadere uitwerking van
actiepunt uit nota verslavingszorg.
Rapportage en plan van aanpak komt terug in de jaarlijkse activiteitenplannen
verslavingszorg en ook in de jaarlijkse evaluatie rapportage IVB. |
Aanpak doorstromers:
Politie Haaglanden (bureau Delft) besteedt veel aandacht aan
het onderbreken van de criminele carričres van de zogenaamde doorstromers
(3-10 antecedenten). Doorstromers zijn minderjarige (12-17 jaar)
delictplegers die het stadium van het incidenteel plegen van een overtreding of
misdrijf voorbij zijn (beginners). Er kan echter bij doorstromers nog niet
gesproken worden van doorgewinterde criminelen (veelplegers). Met de aanpak van
doorstromers is de kans met andere woorden groot dat ze nog te binden zijn aan
onderwijs, werk, gezin en positieve vormen van vrijetijdsinvulling en dat de
criminele carričre die ze ingezet hebben, onderbroken kan worden.
Doorstromers verdienen een gerichte aanpak omdat ze de
maatschappij relatief veel schade berokkenen. Ze zijn namelijk crimineel actief
en daarnaast maken ze zich ook met regelmaat schuldig aan misdrijven die een
grote impact op slachtoffers hebben (zoals diefstal met geweld). Politie Delft
heeft –gelijk aan de veelplegeraanpak- een top tien van doorstromers opgesteld
die met voorrang worden aangepakt. Deze tien minderjarigen worden maandelijks
besproken in het casuďstiek overleg tussen OM, Politie en Raad voor de
Kinderbescherming. Doelstelling is om de minderjarigen te laten stoppen met hun
criminele activiteiten en ze trajecten aan te bieden die dit faciliteren.
Tekst evaluatie IVB
Bij
het onderwerp veiligheid gaat het al snel over jongeren en (vermeende) overlast
veroorzaakte door deze groep. De gemeente Delft heeft reeds het programma
Integraal jongerenbeleid dat zich specifiek op de begeleiding en opvang van en
activiteiten voor jongeren richt. Daarnaast zijn er projecten die zich op de
doelgroep jeugd en jongeren richten (Brede School, Preventiebeleid 2001- 2004)
en beleidsterreinen waarbij jeugd/jongeren een belangrijke doelgroep zijn (o.a.
sport). Voor het Integraal Veiligheidsbeleid is het van belang zoveel mogelijk
samenhang tussen deze onderdelen te brengen en een bijdrage te leveren aan de
totale jongerenaanpak. Niet alleen geredeneerd vanuit de gedachte van
‘overlast’, maar ook om te komen tot een beter begrip tussen verschillende
bewonersgroepen (ouderen/jongeren b.v.) en het leveren van een bijdrage aan de
discussie rond ‘normen en waarden’.
Binnen de zeven thema’s van het integraal
veiligheidsprogramma nemen jongeren een aparte positie in. Zij zijn namelijk de
enige doelgroep in dit programma en zijn ook bij alle thema’s betrokken. Voor
de jongeren bestaat al een uitgebreid beleidsprogramma (zie bovenstaand
tekstkader, waarin onder andere de aanpak van individuen, het zorgloket en de
zorgteams aandacht krijgen.) Als aanvulling daarop wordt hier nog ingegaan op
de aanpak van groepen en locaties door het interventieteam.
Taskforce/interventieteam
Doel van dit project
is om de overlast van groepen jongeren terug te dringen door het ontwikkelen
van activiteiten met de groep als geheel en/of verwijzing van individuen naar
de zorginstellingen en hulpverlening. Voor de aanpak van deze overlastgevende
groepen is een interventieteam opgericht bestaande uit politiefunctionarissen,
een ambulant jongerenwerker en veldmedewerker verslavingszorg. Aansturing vindt
plaats door het signaleringsoverleg waarin o.a. vertegenwoordigd zijn:
gemeente, politie, verslavingszorg, BWD, voortgezet onderwijs en jeugdzorg. In
mei 2004 zal een evaluatie plaatsvinden. Als deze positief is zal deze
taskforce met interventieteam structureel beleid moeten worden in 2005 en
volgende.
Extern:
jeugdzorg, BWD, Politie, Voortgezet onderwijs.
Financiën: via intensiveringsubsidie
“Veiligheid en jongeren” van het Rijk
Jongerenaanpak staat opgenomen in de nota Taskforce interventie in
groepen, maart 2003 en als actiepunt in de nota verslavingszorg 2003 – 2007. |
Tekst
evaluatie IVB
Een
flink aantal veelplegers dat in Delft actief is, komt van buiten de stad.
Vooral uit Rotterdam en Den Haag komen veel – vaak ook verslaafde – criminelen
naar Delft om hier hun slag te slaan. Doordat velen met de trein naar de stad
komen is het stationsgebied een plek waar een concentratie valt waar te nemen
van potentiële of actieve zakkenrollers, inbrekers, autodieven en plegers van
andersoortige criminaliteit. Ook voor dealers en hun klanten lijkt het gebied
bij vlagen een verzamelplaats te zijn. Afgezien van het feit dat het
stationsgebied hierdoor een plek is geworden waar mensen op hun hoede moeten
zijn, maakt dit gegeven het gebied ook interessant om te onderzoeken of er
maatregelen genomen kunnen worden om te voorkomen dat de veelplegers verder de
stad intrekken. In samenwerking met de politie zal worden gezocht naar
mogelijkheden van een geografisch gerichte aanpak op dit punt.
Er vinden op en rondom het stationsgebied verschillende
criminele activiteiten plaats: fietsendiefstal, zakkenrollerij, heling en
drugshandel. Daarnaast worden in de wijken rondom het station woning- en
auto-inbraken gepleegd door criminelen die vanaf het station komen.
Een substantieel deel (ongeveer 50%)van de in Delft
aangehouden verdachten is niet in Delft woonachtig. Dit betekent dat veel
criminelen naar Delft komen om daar hun criminaliteit te plegen. Daarnaast
speelt bet station het probleem van de verkeerd geparkeerde fietsen.
Aanpak criminaliteit
Met name het toezicht čn de investering in goede
infrastructurele maatregelen op en rondom het station Delft - gericht op deze
verdachten- kan een belangrijke rol
spelen in het voorkomen van misdrijven
Daarnaast investeert de politie in zowel preventieve als
repressieve maatregelen om de criminaliteit terug te dringen. Momenteel wordt
extra geďnvesteerd in alle hierboven genoemde criminaliteitsgebieden en stijgt
de pakkans en het aantal aanhoudingen.
In het kader van fietsendiefstal wordt door de politie de
controle op de opkopingsregisters in het stationsgebied geďntensiveerd.
Diegenen die een register hebben krijgen een nieuw register en worden elke vier
weken gecontroleerd. Zij die geen registratie hebben worden opgeruimd.
Daarnaast wordt extra geďnvesteerd in het toezicht op de
helingadressen, deal-locaties, de drugshandel en zakkenrollerij rondom het
station, door het inzetten van extra politiepersoneel. De woninginbraken in het
Westerkwartier worden geďntensiveerd aangepakt en er is een voortdurende
monitoring van het aantal woning- en autoinbraken.
Verkeerd geparkeerde
fietsen:
Als Delft prominent
een fietsstad wil zijn is het belangrijk dat op een belangrijk knooppunt zoals het station er voldoende capaciteit is
om fietsen te stallen voor gebruikers van het openbaar vervoer. Daarnaast biedt
een geordend station ook een betere aanblik voor toeristen die met het openbaar
vervoer naar Delft komen.
In september 2003 is
al een schouw gehouden rondom het station in verband met de hoeveelheid verkeerd
geparkeerde fietsen. Dit verkeerd parkeren lijkt vooral ook een
capaciteitsprobleem. Het volgende plan van aanpak wordt uitgewerkt::
Allereerst zullen de
fietswrakken gestickerd en vervolgens verwijderd. (zal om de 3 maanden herhaald
worden). Vervolgens wordt uitgezocht of het aantal goede fietsen dat er staat
ook nog werkelijk in gebruik is. Na deze opschoning kan bezien worden of de
stallingscapaciteit voor fietsen voldoende is. In de afgelopen periode is al
een begin gemaakt met het creëren van extra capaciteit. Dit is nagenoeg
afgerond.
Hot spot
Het stationsgebied is
een voorbeeld van een hot spot waar overlast en criminaliteit voorkomt. Na
aanpak van deze hot spot zal er op basis van analyse gekeken worden of er
andere hot spots zijn in Delft die integraal aangepakt moeten worden.
In 2003 start een
werkgroep stationsgebied onder leiding van de politie. De politie zal daarvoor
in november een startdocument gereed hebben.
Trekker: Politie
Partners: Intern:
TOR , Delft Kennisstad, Mobiliteit, Wijkzaken en programmamanager Integraal
veiligheidsbeleid
Extern:
Spoorwegpolitie, NS
Kosten: PM
Aanpak
stationsgebied is nieuw beleid. |
Tekst
evaluatie IVB
Als
geen aanvullende maatregelen worden getroffen bestaat de kans, dat de
verworvenheden en mogelijkheden van het project veilige school bij gebrek aan
aandacht en middelen, verloren gaan. Bezien zal worden of en hoe de voortgang
hiervan kan worden gegarandeerd
Ten behoeve van het
thema de veilige school werken de drie scholen voor voortgezet onderwijs in
Delft samen waar het kan en per locatie waar het moet. Het gaat hierbij om de
fysieke en de sociale veiligheid. In het verleden heeft de preventieadviseur
van de politie alle locaties geschouwd en voorstellen tot fysieke verbetering
gedaan. Daarnaast is voortdurende aandacht nodig voor de sociale veiligheid.
Elke schoollocatie beschikt over een veiligheidscoördinator. Tevens heeft elke
school een hoofdcoördinator. De samenwerking vindt plaats in de contactgroep
“De veilige school” die als doel heeft de problemen van de 3 middelbare scholen
te analyseren, coördineren en voorstellen te ontwikkelen voor
deskundigheidsbevordering van onderwijzend en niet onderwijzend personeel. Deze
contactgroep wordt ondersteund door de onderwijsadviesdienst. Per locatie zijn
er dan locatiegebonden werkgroepen die ook door de onderwijsadviesdienst worden
ondersteund en die per jaar werken met een voor dat jaar vastgesteld
activiteitenplan.
Binnen het project de
veilige school zullen de volgende activiteiten plaatsvinden:
·
Verdere uitbouw en verdieping deelproject “De Politie op School”.
Zoals
bijvoorbeeld aandacht voor verkeersveiligheid (brommergedrag leerlingen).
·
Een onderzoek naar de
veiligheidsbeleving bij leerlingen en ouders.
In
het voorjaar van 2004 start een onderzoek naar de veiligheidsbeleving van
leerlingen. Doel is om in het schooljaar 2004-2005 een grotere betrokkenheid
van leerlingen bij het veiligheidsbeleid te realiseren. Voor 2005 start een
zelfde aanpak met betrekking tot ouders
·
Een conferentie rond
crisisbeheersing in scholen
Najaar
2003 is er een conferentie geweest. De leerpunten hieruit worden per locatie opgenomen in het BHV beleid, waarbij
afstemming met het Arbo beleid een belangrijk punt is.
·
Verdere
professionalisering van de medewerkers in alle geledingen van de school
Jaarlijks
wordt per locatie een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste punten.
Hierover wordt dan een studiedag georganiseerd.
·
Aandacht voor
inbedding thema verslaving als onderdeel preventie/veiligheid.
Trekker: Rector Grotiuscollege
Partners: Intern: Welzijn, Onderwijs
Extern:
Hoofdcoördinatoren veiligheid van de drie scholen voor VO,
Onderwijsadviesdienst, Politie (wijkchefs en agenten die in uniform scholen
bezoeken)
Financiën: €17.000
per jaar voor coördinatie en ondersteuning contactgroep en werkgroepen en
professionalisering medewerkers
Naast de genoemde
thema’s uit de evaluatie zijn er nog andere onderwerpen die met veiligheid in
Delft te maken hebben. Deze onderwerpen worden hieronder
kort aangegeven.
In 2003 is aan
TNO-FEL opdracht verstrekt voor een onderzoek naar de haalbaarheid van de inzet
van verplaatsbare camera’s in de gemeente Delft. Dit onderzoek zal eind 2003
zijn afgerond.
In 2004 moet op grond
van de uitkomsten van dit onderzoek worden bezien of de gemeente mobiel
cameratoezicht gaat inzetten.
Trekker: BPS
Partners: Intern: Politie, Welzijn
Financiën: programmabegroting
2004 – 2007
Met het onderzoek is al
ingestemd. |
Het is in het belang
van Delft en haar inwoners dat de oud en nieuw periode zo veilig en prettig
mogelijk verloopt. Daarvoor is inmiddels een netwerk en de nodige expertise
opgebouwd. Elk jaar is er een stuurgroep onder leiding van de programmanager
Integraal
veiligheidsbeleid die
een draaiboek opstelt en zorgt voor een doorwerking van dit draaiboek
in de eigen
organisatie. Na oud en nieuw vindt een evaluatie plaats waarna het draaiboek
weer wordt aangepast.
Trekker: Welzijn
Partners: Intern: Brandweer, Wijkzaken,
Stadsbeheer, Communicatie, TOR
Extern: Politie, BWD
Financiën: €
48.000 per jaar, €15.000 hiervan is
opgenomen in welzijnsbegroting
Bestaand beleid dat elk jaar geëvalueerd wordt en met aanpassingen op
basis van evaluatie wordt voortgezet. |
Delft pakt illegale
graffiti aan maar dat is onvoldoende effectief. De uitdaging zal zijn om een
speciaal Delfts beleid te ontwikkelen ter bestrijding van illegale graffiti,
met input vanuit de kennis over het beleid in Spijkenisse en van de politie.
Binnen de gemeente zijn Wijkzaken, Stadsbeheer en Bestuurlijke Processturing
bezig met het afronden van een notitie. Verder is er een Eindrapportage
regionaal project Graffiti van de politie Haaglanden. Dit regionale project
krijgt een vertaalslag op bureauniveau. Najaar 2004 zullen politie en gemeente
een gezamenlijke aanpak hebben uitgewerkt.
Trekker: Stadsbeheer
Partners: Intern: TOR, Reiniging, Wijkzaken,
Welzijn
Extern: Politie
Financiën: Op basis van het beleidsvoorstel te
bepalen.
Aanpak illegale
graffiti is nieuw beleid. |
Fietsendiefstal is
een groot probleem in Delft. Daarom moeten we gaan zoeken naar nieuwe preventie
instrumenten die diefstal voorkomen. Delft als fiets-, studenten- en kennisstad
wil graag voorop lopen in het zoeken naar deze preventie instrumenten. Dit alles
is onderdeel van het fietsactieplan.
Trekker: Mobiliteit
Partners: Intern: Welzijn
Aanpak van
fietsendiefstal is nieuw beleid. |
In deze nota is
getracht de benoemde thema’s bij elkaar te plaatsen en waar mogelijk de
onderlinge verbanden aan te geven. Waar nu reeds mogelijk zijn er meetbare
doelstellingen geformuleerd. Soms betekent het
dat er eerst een projectplan moet komen dat moet worden voorzien van
meetbare doelen. Per jaar zal er een evaluatierapportage worden opgesteld
waarin de stand van zaken wordt opgenomen en een mogelijke bijstelling voor het
beleid van het daaropvolgende jaar.
Het veiligheidsbeleid
is medio 2003 vorm gegeven als een programma waarvoor sinds 1 juli 2003 een
programmamanager Integraal veiligheidsbeleid verantwoordelijk is. Deze
programmamanager valt onder het sectorhoofd Leefbaarheid. Om tot een goede
uitvoering van dit programma veiligheid te komen is het wel belangrijk dat er
voldoende draagvlak is binnen de gemeente en bij de partners om aan dit
programma en de uitwerking ervan in de nota Integraal veiligheidsbeleid te
willen bijdragen. Daarom is per thema ook aangegeven wie de partners zijn en
zijn intern binnen de gemeente waar dat kon op de werkplannenmarkt uren
geclaimd bij verschillende vakteams voor dit beleid.
Het intern
veiligheidsoverleg dat maandelijks plaatsvindt wordt vanaf 1 januari 2004
Stuurgroep integraal veiligheidsbeleid waarbij een deel van de vergadertijd zal
worden besteed aan de voortgang van de nota Integraal veiligheidsbeleid,
hiervoor kunnen dan ook externe projectleiders worden uitgenodigd. Daarnaast
zal er tweemaal per jaar een bestuurlijk overleg integrale veiligheid zijn
waarin naast de burgemeester de betrokken portefeuillehouders participeren.
Op basis van deze
nota wordt het volgende voorgesteld:
In de tabel bij
hoofdstuk 6 worden drie jaren toegelicht. Aangezien diverse onderwerpen nog
voorbereid worden en in werkgroepen worden uitgewerkt is het voornemen om medio
2004 de kolom 2004 nader in te vullen.
Het beschikbare
budget dat gekoppeld is aan Integraal veiligheidsbeleid is het volgende:
Totaal is in 2004 €
139.000 beschikbaar voor integraal veiligheidsbeleid
Uit dit bedrag worden
Oud en Nieuw en ondersteuning Veilige school betaald, totaal 65.000,-
Het restbedrag van €
74.000 wordt gereserveerd als bijdrage aan enge plekken, veilig uit en thuis en
stationsgebied.
In de tabel bij
hoofdstuk 7 staat een volledig financieel overzicht.