De besturen van WoonbronMaasoevers en Delftwonen hebben op 3 december jl. een voorovereenkomst tot fusie gesloten. In de brief van 4 december van Delftwonen en WoonbronMaasoevers aan het College van B&W van Delft wordt u gevraagd om uw zienswijze te geven over deze voorgenomen fusie.

 

In deze nota wordt kort de procesgang bij fusies toegelicht, een toelichting op de onderwerpen waar gemeenten zich op richten bij de beoordeling, de door Delftwonen aangeleverde stukken en de reactie van de gemeente op het voorgenomen fusiebesluit op basis van deze stukken.

 

Procesgang bij fusies

In het BBSH worden de criteria en de procedure, waaronder ook betrokkenheid van gemeente(n), huurdersorganisaties en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting bij statutenwijziging van woningcorporaties geregeld. Een aanvraag voor fusie moet bij VROM worden ingediend. Bij de beoordeling betrekt VROM de zienswijze van gemeente(n) en huurdersorganisatie(s) op de statutenwijziging (fusie) over de gevolgen voor de volkshuisvesting.

In de MG 2002-18 is nader inhoud gegeven aan de te volgen procedure en is het criterium ‘het belang van de volkshuisvesting’ nader ingevuld.

 

Procedure MG 2002-18

De besturen van te fuseren rechtspersonen stellen een fusievoorstel op waarin de redenen voor de fusie, de verwachte gevolgen voor de werkzaamheden en een toelichting uit juridisch, economisch en sociaal oogpunt worden weergegeven. Geadviseerd wordt om voorafgaand aan het vragen van goedkeuring aan de minister, de zienswijze te bevragen van betrokken gemeente(n) en huurdersorganisaties. Partijen kunnen zo beter in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijzen te geven op een tijdstip dat de zienswijze nog van invloed kan zijn op vaststelling of wijziging van het beleid of de voornemens van de toegelaten instelling. Tevens levert dit een snellere procedure op. Indien niet vooraf een zienswijze wordt gevraagd, dan verzoekt de minister partijen deze zienswijze binnen 8 weken na aanvraag tot goedkeuring te leveren.

 

 

Criterium: ‘Belang van de volkshuisvesting’

In de MG wordt aangegeven dat fusies in de sector nooit een doel op zich kunnen zijn. Corporaties moeten aantonen dat een fusie in het belang is van de woonopgave, dat de lokale binding behouden blijft en dat de fusie efficiencyvoordelen biedt die tot een lagere huurontwikkeling leiden. De betrokkenheid van huurders en hun organisaties acht VROM daarbij van groot belang.

 

In de MG worden een aantal toetsingscriteria genoemd die VROM hanteert bij de toetsing van de fusie en waarvan VROM ook van gemeenten en huurdersorganisaties een zienswijze op deze punten verwacht.

 

Het belang van de volkshuisvesting wordt door VROM getoetst aan de hand van de volgende criteria:

 

Fusie voornemen Delftwonen

Conform de MG 2002 vragen de fusiepartners vooraf de zienswijze van de betrokken gemeenten en huurdersorganisaties. In januari zijn de fusiepartners daarnaast voornemens een bijeenkomst met betrokkenen uit Delft en Rotterdam te organiseren om met elkaar van gedachten te wisselen over het fusievoornemen.

Indien VROM haar goedkeuring voor de fusie verleend zal deze met terugwerkende kracht per 1 januari 2004 in werking treden.

Bij het verzoek om advies zijn de volgende documenten meegezonden:

·         Fusiemotivatie;

·         Voorovereenkomst van fusie;

·         Verkenningsnota fusie.

Op basis van voornoemde stukken wordt het belang van de fusie voor de lokale volkshuisvesting in Delft voor eerder benoemde onderwerpen in beeld gebracht.

‘Het belang van de volkshuisvesting’

Het huidig huurbeleid, zoals verwoord in het bedrijfsplan 2003-2006 van Delftwonen, is inflatievolgend, voor zover mogelijk binnen de huidige regelgeving. Aangegeven wordt dat tijdig aanpassing van het huurbeleid zal plaatsvinden op basis van de nieuwe regelgeving (nu bekend onder de noemer van Commissie Vermeulen II). In de fusiedocumenten wordt niet heel concreet ingegaan op gevolgen van de fusie op het huurbeleid.

Wel wordt aangegeven dat beide organisaties de wens hebben garanties te geven over:

Dit betekent een betere afstemming van de huurprijs in relatie tot de doelgroep en de woonlasten, alsook meer keuzevrijheid en tegelijkertijd een waarborg in het voorzien in de woonbehoefte van kansarmen.

 

Bij de fusie wordt gesproken over een constructie waarbij Delftwonen als een lokaal opererend bedrijf ‘aanhaakt’ bij de WoonbronMaasoevers volkshuisvestingsgroep. Tussen concern en vestiging worden afspraken gemaakt over te behalen resultaten. De rol van het concern is sturend (strategie- en beleidsvormend) en faciliterend. Aan lokale verankering wordt sterk gehecht. De lokale vestigingen, behouden een volwaardig eigen managementteam, zijn markt- en klantverantwoordelijk en zijn de gesprekspartners voor lokale partijen zoals gemeente en bewonersorganisaties.

In deze opzet is de lokale verankering gewaarborgd en voldoet in ruime mate aan de door het rijk gestelde voorwaarden.

 

Bij het fusievoornemen worden een aantal prestatiegaranties afgegeven (Verkenningsnota). Zo wordt gegarandeerd dat de fusie geen invloed heeft op afspraken met betrekking tot doelstellingen en voortgang van lopende projecten als Poptahof. Deze plannen worden onverkort qua inhoud en tempo voortgezet. Over opzet en uitwerking van nieuwe plannen worden geen uitspraken gedaan. Deze zullen worden getoetst aan het algemene strategische kader van het concern en de op te stellen gebiedsvisie. Het belang van de lokale volkshuisvesting zal, in veel grotere mate dan in de huidige situatie, worden afgewogen tegen belangen op regionaal en zelfs landelijk niveau (statutenwijziging beoogt landelijke toelating). Een meerwaarde is de matching van middelen waarbij financiële zekerheden naar elkaar kunnen worden geboden op momenten dat het nodig is.

 

De fusie moet bijdragen aan een grotere beschikbaarheid van een aantal producten en diensten voor meer huurders, zoals het ‘klant kiest’ concept (wat onder meer de introductie van verkoop onder MGE betekent), beheerkrachtconcepten en dergelijke. De schaalvergroting moet bijdragen aan een groter draagvlak voor innovatie van producten en diensten.Beide organisaties zijn momenteel actief in het verbeteren en borgen van primaire klantprocessen. Bij fusie ontstaat meer ruimte om dit vorm te geven.

Aandachtspunt is de herkenbaarheid en toegankelijkheid van de organisatie voor de klant na schaalvergroting. Het gehanteerde model van lokaal ondernemerschap moet dit waarborgen.

Het financiële risicoprofiel van WoonbronMaasoevers wordt door het Centraal Fonds momenteel iets hoger ingeschat dan van Delftwonen.

De fusie zal leiden tot een betere garantie voor financiële continuïteit.

Er is sprake van matching van middelen omdat Delftwonen op korte termijn zekerheden toevoegt in de periode van grote investeringen door WoonbronMaasoevers, terwijl WoonbronMaasoevers daarna zekerheid biedt als de verwachte investeringen van Delftwonen oplopen.

 

Voorstel

De beoordeling op grond van de toetsingscriteria is positief. Ik stel u voor om de fusiepartners middels bijgaande conceptbrief te informeren over uw positieve zienswijze.

 

Delft, 05-01-2004

 

 

 

M. Treep

 

seniorbeleidsmedewerker