1. Inleiding.

Op 20 februari 2001 heeft u de Gemeentelijke regeling voor het opplussen van woningen vastgesteld. Met deze subsidieregeling heeft u het eerder ingezette opplus-programma van de Stuurgroep Experimenten Woningbouw (SEV) voortgezet. Met het opplussen van woningen worden deze geschikt gemaakt voor bewoning door senioren en mensen met een lichte handicap.

Uitgaande van de gemiddelde oppluskosten per woning van € 4.085.-, bedroeg de gemeentelijke bijdrage één-derde van de kosten met een maximum tot  € 1.362,- per woning.

Voor het aanbrengen van extra voorzieningen die op basis van de SEV-regeling niet verplicht zijn maar sterk worden aanbevolen, zoals electrische deuropeners en liftdeuren stelde de gemeente voorts een bijdrage beschikbaar van 50% van de kosten met een maximum tot € 22.689,-.

De in de gemeentelijke subsidieregeling vastgestelde maximale subsidiebedragen per woning en per woongebouw zijn gebaseerd op de gemiddelde kosten per woning c.q. per woongebouw die in 2000 golden.

In het licht van de gemeentelijke subsidieregeling dienen de maximale subsidiebedragen per woning en per woongebouw te worden bijgesteld.

 

 

2. Bijstellen maximale bijdrage.

De gemiddelde kosten voor het opplussen van woningen zijn inmiddels gestegen. Enerzijds door de stijging van de bouwkosten en anderzijds door de complexiteit die de corporaties ondervinden bij het opplussen van bestaande woningen. Dit heeft er mee te maken, dat nu woongebouwen worden opgeplust die om bouwkundige redenen duurdere aanpassingen vergen om deze geschikt te maken.

Aan de hand van de opplusplannen die dit jaar zijn gerealiseerd, komen die gemiddelde kosten nu uit op circa € 5.500.- per woning. Een stijging met 35%. Deze stijging geldt ook voor de kosten van de voorzieningen die facultatief zijn gesteld en die betrekking hebben op de extra voorzieningen aan het woongebouw, zoals elektrische deuropeners en liftdeuren.

 

 

 

 

 

Met inachtneming van de gemiddelde oppluskosten per woning van

€ 5.500,- en uitgaande van de in de gemeentelijke regeling opgenomen verdeelsleutel, één-derde van de gemiddelde kosten, zal de maximale gemeentelijke bijdrage moeten worden bijgesteld van € 1.362,- per woning naar € 1.835.- per woning. De maximale bijdrage voor de facultatieve voorzieningen moet worden bijgesteld van € 23.000,- naar € 24.281.- per woongebouw.

Bij de voorbereidingen voor het opplussen van de resterende etages van de 3 Sterflats, de lagere etages zijn eerder in het kader van de SEV-regeling opgeplust, is met Vidomes afgesproken om van de op te plussen woningen 30 woningen te wijzigen in zorgwoningen en deze volledig geschikt te maken als rolstoelwoning. De 30 zorgwoningen worden afhankelijk van de behoefte aan rolstoelwoningen binnen de komende 5 jaar gerealiseerd. Voor deze voorzieningen is boven de bijdrage op grond van de gemeentelijke opplusregeling een extra bijdrage vereist van € 11.000,- per woning, uitgaande van een berekend gemiddeld kostenniveau van

€ 34.000,- per woning.

 

3. Behoefte, oppluscapaciteit en planning.

Op basis van de demografische opbouw van de Delftse bevolking wordt de behoefte aan opgepluste woningen geraamd op 2.950 woningen (onderzoek Seniorenscore SEV).

Het onlangs door Quintis uitgevoerde onderzoek geeft aan dat in de periode tot 2007 er daarnaast behoefte is aan 600 woonzorgwoningen/ appartementen.

Totaal zijn er tot en met 2003 618 woningen opgeplust; 217 woningen onder de SEV-regeling en 401 woning onder de gemeentelijke subsidieregeling. De gemeentelijke bijdrage daarin heeft € 697.797,00 bedragen.

Voorts zijn 113 seniorenwoningen door nieuwbouw toegevoegd.

Door de corporaties is onlangs onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het opplussen van diverse complexen uit hun bezit voor de periode tot 2008. Op basis van dit onderzoek worden er tot 2008 nog circa 1.158 woningen  opgeplust waarvan 30 bestaande woningen worden gewijzigd in zorgwoningen geschikt voor gebruikers van een rolstoel.

In de prestatieafspraken tussen de gemeente en de corporaties voor de periode 2004-2005 hebben de corporaties afgesproken om 512 woningen op te plussen [1]

Tevens worden in de periode tot 2008 circa 180 zorgwoningen door nieuwbouw toegevoegd.

Op basis van de gerealiseerde projecten en de projecten die in de planning opplussen en nieuwbouw tot 2008 zijn opgenomen, bedraagt het tekort aan geschikte woningen:

 

 

Behoefte                                                  2.950

Gerealiseerd t/m 2003                   731

Planning t/m 2007:

- opplussen woningen,

   waarvan 30 zorgwoningen       1.158

- nieuwbouw zorgwoningen             180

                                                           -/- 2.069

                                               tekort          881 woningen

 

De oppluscapaciteit binnen het woningbezit van corporaties is groter dan de circa 1.158 bestaande woningen die nu wordt aangegeven. De nu aangegeven capaciteit is enerzijds gebaseerd op het huurbeleid van de corporaties waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de verschillende vormen van leefstijlen. Anderzijds zijn er nog wel woningen geschikt te maken voor senioren binnen het corporatiebezit maar dat hangt nauw samen met de aanwezigheid van seniorenvoorzieningen in de wijk, die nu vaak ontbreken.

Het tekort zal deels in herstructureringsgebieden moeten worden opgelost waar woningen die nu niet zijn op te plussen anders op de woningmarkt kunnen worden gepositioneerd en voor een ander deel door nieuwbouw op uitbreidingslocaties.

 

4. Financiёle paragraaf.

In de planning tot 2008 is door de corporaties voorzien in het opplussen van circa 1.158 woningen in 14 woongebouwen. Binnen deze 1.158 op te plussen woningen worden voorts 30 bestaande woningen gewijzigd in zorgwoningen geschikt voor rolstoelgebruik. Uitgaande van de huidige verdeelsleutel en prijspeil 2003, bedraagt de gemeentelijke bijdrage voor deze periode:

 

1.158 won. x € 1.835,-               = € 2.124.930,-

14 woongebouwen x € 24.281,- = €    339.935,-

30 rolstoelwon. x € 11.000,-                   =     330.000,-

                                   totaal                    2.794.865,-

 

Dekking van deze kosten zal deels moeten plaatsvinden ten laste van het Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing 2005-2010, deels door afroming van het BWS-fonds vrijvallende middelen en deels ten laste van de algemene middelen. Daartoe is het noodzakelijk, dat een knip wordt aangebracht in de besluitvorming over de wijze van dekking van de kosten. Enerzijds de besluitvorming over de dekking die betrekking heeft op de jaarschijf 2004, waarop dit voorstel betrekking heeft en anderzijds die betrekking heeft op de jaarschijven 2005-2008.

In onderstaand overzicht wordt de wijze van dekking van de kosten schematisch weergegeven: 

 

 

 

 

Schematische weergave dekking kosten opplussen 2004-2008.

 

2004

 

2005

2006

2007

Totalen

Geraamde kosten:

 

 

 

 

 

 

198 woningen opplussen 2004

€ 436.173

 

 

 

 

   436.173

320 woningen +

10 zorgwoningen 2005-2007

 

 

€ 786.230

€ 786.230

€ 786.230

€ 2.358.692

 

 

 

 

 

 

€ 2.794.865

Dekking:

 

 

 

 

 

 

MRISV 2003-2004

€ 338.135

 

 

 

 

€ 338.135

BWS-reserve vrijval

  98.038

 

€ 150.000

€ 150.000

€ 150.000

€ 548.038

MRISV 2005-2010

 

 

pm

pm

pm

pm

Algemene midd. 2004-2008

 

 

€ 636.230

€ 636.230

€ 636.230

€ 1.908.690

 

 

 

 

 

 

€ 2.794.865

Wij stellen voor de dekking voor de jaarschijven 2005-2008 aan de orde te stellen in het kader van de Programmabegroting 2005-2008. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de voorgestelde verhoging van de maximale subsidiebedragen doorwerkt in de kosten voor de jaarschijven 2005-2008.

Dit is verwerkt in bovenstaand schema.

 

In de Meerjarenraming Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2003-2004 (MRISV) zoals deze door de gemeenteraad in zijn vergadering van 18 december 2003 is vastgesteld, is voor het opplussen van de woningvoorraad door corporaties in 2004 een bedrag gereserveerd van

€ 364.000,-. Inmiddels is ten laste daarvan reeds een betaling gedaan voor de afwikkeling van een eerder opplusproject. 

 

7. Voorstel.

U wordt voorgesteld om voor de jaarschijf 2004 in te stemmen met het opplussen van 198 bestaande corporatiewoningen en het treffen van facultatieve voorzieningen aan 3 woongebouwen en daartoe:

1.       de maximale gemeentelijke bijdrage per woning zoals vastgesteld in de Gemeentelijke subsidieregeling opplussen 2001 te verhogen van € 1.362,- naar € 1.835,- en de maximale gemeentelijke bijdrage voor facultatieve voorzieningen te verhogen van € 22.689,- naar

€ 24.281,-;

2.       de financiёle consequenties voor 2004 van de onder 1. bedoelde subsidieregeling tot een bedrag van € 436.173,-- als volgt te dekken:

-          tot een bedrag van € 338.135,-- ten laste van de MRISV2003-2004;

-          tot een bedrag van € 98.038,-- door afroming van de      BWS-reserve vrijvallende middelen;

-          daartoe de 31e wijziging van de begroting van het dienstjaar 2004 vast te stellen.

 

 



[1] Vidomes: Sterflats 198 woningen, Pijperring 50 woningen;

   Delftwonen: Geachflat (Mozartlaan) 116 woningen;

   Vestia: Foreestweg 42 woningen, Almondestraat 21 woningen, Sasboutstraat 17 woningen,

   Chinalaan/Aziёlaan 68 woningen.