In mei 2003 zijn we binnen de Gemeente gestart met het project
Professionalisering van de Handhaving (ppHH). Directe aanleiding hiertoe is de
eis van VROM dat Milieutoezicht per 1 januari 2005 moet voldoen aan een aantal
kwaliteitscriteria. Naar verwachting zal er ook op afzienbare termijn een
verplichting vanuit VROM komen tot het opstellen van een handhavingsbeleidsplan
voor Bouwregelgeving. Het aan de Tweede Kamer voorgelegde voorstel tot
wijziging van de Woningwet voorziet hierin met als geprognotiseerde
ingangsdatum 1 juli 2005 met een overgangstermijn van 1 jaar.
Kern van de kwaliteitscriteria is:
-
te
komen tot een gerichte inzet op basis van
bestuurlijke keuzes op het gebied van handhavingstaken (van reactief
naar programmatisch handhaven)
-
de
strategie te bepalen volgens welke handhavingplaats vindt
-
te
zorgen voor een bijpassende professionele organisatie
-
en
tot slot te zorgen voor borging.
Op
deze manier wordt een kwaliteitscirkel (Plan-Do-Check-Act) in de handhaving
aangebracht.
Vanuit
het management is besloten – en geaccordeerd door de portefeuillehouders in de
stuurgroep Professionalisering van de Handhaving - voor dit project een bredere
insteek te kiezen dan alleen Milieutoezicht. Het project richt zich op de
onderdelen/taken van de organisatie die vallen onder het thema “Gebouw en
Gebruik” en beslaat de vakteams Milieutoezicht, Bouw- en Woningtoezicht, de
handhavingstaken Monumentenzorg en Bouwkwaliteit, handhavingstaken vakteam
Milieu (Bodem); de Gebruiksvergunningen (vakteam Bouwen en Infrastructuur
Brandweer) en de Exploitatievergunningen (Vakteam Vergunningen en Ontheffingen
TOR).
Ten
behoeve van het project ppHH is een projectorganisatie opgericht. Sinds 1
februari 2004 fungeert de handhavingsregisseur als projectleider ppHH. De
bijbehorende stuurgroep staat onder leiding van de burgemeester, sinds zijn
vertrek onder leiding van wethouder Baljé.
De
genoemde kwaliteitscriteria kunnen worden onderverdeeld in 4 groepen en wel:
1.
criteria
met betrekking tot doelen en condities
2.
criteria
met betrekking tot strategie en werkwijze
3.
criteria
met betrekking tot uitvoering
4.
criteria
met betrekking tot evaluatie
Op
dit moment leggen we 4 stukken aan u voor die ingaan op categorie 1 (doelen en
condities). Aan de orde zijn de volgende criteria:
1.1
Probleemanalyse
1.2
Prioriteitstelling
en meetbare doelstellingen
1.3
Borging
personele en financiële middelen
In
de bijlage van deze notitie worden de desbetreffende criteria integraal
weergegeven.
De
4 stukken hebben betrekking op een handhavingsbeleidplan voor de
handhavingstaken van de volgende vakteams/onderdelen:
o
Milieutoezicht
o
Bouw-
en Woningtoezicht, inclusief Monumentenzorg en Bouwkwaliteit
o
Bodem
(vakteam Milieu)
o
Gebruiksvergunningen
Hoewel
in het project ook het onderdeel Exploitatievergunningen is opgenomen, wordt
daaromtrent op dit moment nog geen handhavingsbeleidsplan aan u overlegd. De
reden hiervan is dat er geen geoormerkte handhavingscapaciteit ten aanzien van
exploitatievergunningen binnen de Gemeente beschikbaar is; prioriteiten
aanbrengen is dan niet aan de orde. Voorstellen hoe dit knelpunt op te lossen
zullen worden ontwikkeld. Strafrechtelijk kan in ieder geval worden gehandhaafd
door de politie.
Dat
neemt niet weg dat dit onderdeel als zodanig deel uitmaakt en blijft uitmaken
van het project ppHH. Dat betreft in ieder geval het proces van
vergunningverlening. Met betrekking tot handhaving is wel besloten – zoals ook
aangegeven in het Handhavingsprogramma 2004 – tenminste één integrale controle
dit jaar te houden.
De
handhavingsbeleidsplannen bevatten een aantal overeenkomstige elementen, zoals
weergegeven in de hierboven genoemde kwaliteitscriteria. De plannen beginnen
met een inleidend deel, waarin een korte schets wordt gegeven van de
regelgeving die bij de handhavingstaken aan de orde is en van de lokale
situatie (de probleemanalyse). Vervolgens wordt ingegaan op de
prioriteitstelling. Bij de prioriteitstelling is gebruik gemaakt van het
instrument “risico matrix” zoals ontwikkeld door de Ministeries van Justitie en
VROM. Waar wenselijk is deze matrix (bijvoorbeeld op de weegfactoren) nader
aangepast op basis van de praktijkervaringen. Bij Milieutoezicht is sprake van
input van diverse aard voor de prioriteitstelling.
Zoals
gezegd is de achterliggende bedoeling meer te gaan sturen in de handhaving. Op
basis van de voorliggende stukken verzoeken wij het bestuur deze keuzes te
maken, en deze te bespreken met de raadscommissie Leefbaarheid. De dan
vastgestelde prioriteiten vormen de basis voor de inzet op de verschillende
handhavingstaken of onderwerpen.
Tijdens
de behandeling van het Handhavingsprogramma 2004 in de Commissie Leefbaarheid
in maart j.l. werd gevraagd naar de handhavingsinspanning op de
niet-prioriteiten. Daarop werd door de burgemeester aangegeven dat dit niet
betekent dat er geheel niet gehandhaafd wordt. Op niet-prioriteiten zal echter
reactief worden gereageerd. In de kadernota handhavingsstrategie (zie onder 5)
zullen we nagaan of deze stellingname nog nadere invulling behoeft. Ook werd
vanuit de commissie aandacht gevraagd voor het openbare karakter van de
handhavingsplannen. Dit punt (incl. communicatie) wordt nog nader ingevuld in
overleg met het vakteam Communicatie.
In
februari j.l. is in het College het Handhavingsprogramma 2004 vastgesteld, dat
in maart in de commissie Leefbaarheid is besproken. Voor een deel overlappen
deze stukken elkaar. Het handhavingsprogramma 2004 is
onderverdeeld naar de verschillende vakteams/onderwerpen (met uitzondering van
het onderdeel Bodem). De voorliggende stukken zijn uitgebreider en bieden meer
inzicht in risico analyse en prioriteitstelling. Zij moeten vanuit de
kwaliteitscriteria echter ook afzonderlijk door het college worden vastgesteld..
Voor
de onderdelen Gebruiksvergunningen en Milieutoezicht heeft geen inhoudelijke
aanpassing plaatsgevonden op de prioriteitstelling. Voor het vakteam Bouw- en
Woningtoezicht is toegevoegd prioriteitstelling op basis van reeds bestaande
bestuurlijke prioriteiten en is het onderdeel Monumentenzorg en Bouwkwaliteit
meer nadrukkelijk in de analyse betrokken. Het stuk m.b.t. Bodem is nieuw.
De
bedoeling is de afzonderlijke handhavingsbeleidsplannen en het jaarlijkse
Handhavingsprogramma in de toekomst synchroon te laten lopen. Momenteel is
sprake van een ontwikkelingsproces met betrekking tot handhavingsbeleid en
handhavingstaken. Dat betekent ook verdere inhoudelijke aanscherping de komende
jaren. Dit zal onder meer betrekking
hebben op het onderdeel “meetbare doelstellingen”. In de huidige plannen is
daartoe nog slechts een aanzet gegeven. Aan het opstellen van een bruikbare
benadering m.b.t. meetbaarheid wordt in het kader van het project ppHH
momenteel gewerkt. Op die onderdelen
waarop aanscherping nodig is in relatie tot de kwaliteitscriteria (b.v. ten
aanzien van meetbare doelstellingen) vindt zoveel mogelijk aanvulling plaats in
het Handhavingsprogramma 2005
Naast
de handhavingsbeleidsplannen wordt momenteel gewerkt aan een kadernota
handhavingsstrategie voor Gebouw en Gebruik. Deze kadernota schetst de
hoofdlijnen van de manier waarop handhaving (toezicht, sanctie,
gedoogstrategie) vorm en invulling krijgt. Binnen deze hoofdlijnen zullen de
verschillende vakteams nog een nadere invulling geven, afhankelijk van
onderwerp en prioriteit. Naar verwachting zal deze nota in september 2004 naar
u worden toegezonden ter vaststelling.
Of
er in het kader van het project ppHH nog andere stukken naar u worden gezonden,
is op dit ogenblik nog niet geheel te overzien. Een deel van het project kan
ambtelijk worden afgehandeld (zoals het beschrijven en vaststellen van
werkprocessen).
De
afzonderlijke plannen zijn ter vaststelling bijgevoegd. Hieronder geven we in
het kort per vakteam/onderwerp de essentie aan, waaromtrent we besluitvorming
van het college vragen.
Probleemanalyse
Milieutoezicht
I.
Voorgesteld wordt om op basis van milieuproblemen de volgende bedrijven als
aandachtsbedrijven aan te wijzen:
1)
LPG-stations in woonwijken.
2)
Horeca in woongebieden.
3)
Detailhandel met naleefproblemen in woongebieden.
Prioriteitenstelling Milieutoezicht
Voorgesteld
wordt:
II. om op basis van nationaal beleid, lokaal
beleid, prioriteit van het vakteam milieutoezicht en de probleemanalyse de
volgende prioriteit bij milieuhandhaving vast te stellen:
1) Externe veiligheid
2)
Naleefgedrag
3) Verruimde reikwijdte,
III. om deze prioriteit via een puntensysteem te
vertalen naar de controlefrequentie van bedrijven op in individueel niveau.
Toekomstige aanpassing van methodiek gebeurt door vakteamhoofd in overleg met
portefeuillehouder.
IV. om, op basis van prioriteitstelling en
genoemd puntensysteem, in 2004 200 bedrijven te integraal preventief te controleren.
V.
om, op basis van de prioriteitstelling, in de nabije toekomst 922 bedrijven
niet meer integraal preventief te controleren. Binnen het vakteam
Milieutoezicht is daarvoor momenteel geen capaciteit. Wel Deze bedrijven komen deze bedrijven in
aanmerking voor alternatieve vormen van toezicht. Invulling hiervan zal
gebeuren door het vakteamhoofd in overleg met portefeuillehouder.
BOUW-
EN WONINGTOEZICHT (incl. Monumentenzorg en Bouwkwaliteit)
De
hoogste handhavingsprioriteit op basis van de gebruikte risico matrix zijn
toegekend aan:
Handhavingsopgaaf
|
Nadere
specificatie |
Realisatie
bouwwerk in afwijking van de vergunning |
bij nieuwbouw van gebouwen met de functie “nachtverblijf”, zoals hotels, ziekenhuizen, politiecellen
enz. |
Niet
voldoen aan vereisten van bestaande bouw |
alle gebouwen uitgezonderd woningen en woongebouwen |
Realisatie
bouwwerk zonder vereiste vergunning |
bij verbouw van/aan/ bij woningen, woongebouwen
en woonwagens. |
Slopen
in afwijking van vergunning |
in
de binnenstad en bij monumenten |
Gebruik
in strijd met het bestemmingsplan |
bij gebouwen op bedrijventerreinen die
een industrie-
of kantoorfunctie hebben. |
Slopen
zonder vergunning |
in de binnenstad en bij monumenten. |
Realisatie
van bouwwerken in afwijking van vergunning |
bij
utiliteitsgebouwen |
Realisatie
van bouwwerken in afwijking van vergunning |
bij verbouw van/aan/ bij woningen, woongebouwen en woonwagens. |
De hoog scorende handhavingsopgaven in
de risicomatrix kunnen om redenen van reeds geformuleerd bestuurlijk beleid
worden aangevuld met de volgende bestuurlijke prioriteiten:
Handhavingsopgaaf
|
Nadere
specificatie |
Gebruik in strijd met bestemmingsplan |
met name in de binnenstad |
Niet voldoen aan welstandscriteria |
alle gebieden; vooralsnog t/m 2005 |
Reclame-uitingen |
met name in de binnenstad |
In
het handhavingbeleidsplan bodem zijn middels een oriëntatie en probleemanalyse
de knelpunten en aandachtspunten van de handhavingstaken op het gebied van
bodem binnen de gemeente Delft in beeld gebracht. Op basis van de
probleemanalyse is de volgende prioritering opgesteld:
1. Opslag grond buiten inrichtingen( illegale
stortingen)
2. BOOT (
alleen de oude particuliere en bedrijven tanks)
3. Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en
puingranulaat)
4. Transport
5. Saneringen
Van
deze prioriteiten zijn in het plan de benodigde aanpak en
handhavingsdoelstellingen aangegeven. Op alle punten is samenwerking nodig met
andere vakteams Bouw- en Woningtoezicht en Milieutoezicht en
handhavingspartners, zoals de provincie Zuid-Holland en de politie.
Voor
de prioriteiten 1 en 2 zal een apart traject worden gevolgd. Voor nummer 4 en 5
zullen afspraken worden gemaakt met de betrokken instanties. Prioriteit nummer
3 is uitgewerkt in de naleving- en handhavingsstrategie (volgt in later
stadium)
Ten
behoeve van prioriteitstelling in de handhaving is door het vakteam gebruik
gemaakt van de risico-matrix van VROM. Daarbij is het zwaartepunt gelegd op de
invalshoeken fysieke veiligheid (primair) van de gebruikers en het
imago van de gemeente (de helft van de zwaarte van fysieke veiligheid) als
bestuursorgaan. Bij fysieke veiligheid
is als belangrijkste categorie te onderscheiden de categorie “niet zelfredzame”
personen. Deze categorie komen we tegen in de gezondheidszorg en bij de
kinderopvang. De categorie “zelfredzaam” met een hoog risico komen we tegen bij
kamerverhuur (wonen), cafés en disco’s (hoge bezettingsgraad).
Gezien
de beperkte capaciteit die beschikbaar is voor controle (1 fte) is er voor
gekozen om deze in 2004 voor wat betreft de preventieve handhaving, in te
zetten ten behoeve van controle van gebouwen waar niet-zelfredzame personen in
verblijven[1].
Met dien verstande, dat de zorginstellingen,
kinderdagverblijven en scholen één keer per twee jaar door de brandweer in persoon zullen worden gecontroleerd, te
beginnen in 2004. In 2005 zal toezicht plaatsvinden door middel van een
schriftelijke checklist aan deze instellingen. Ten aanzien van de
logiesgebouwen, de kamerverhuurbedrijven en horeca-inrichtingen (de categorie
zelfredzaam) wordt een gedifferentieerde aanpak ingevoerd. Hoofdlijn daarbij is
dat toezicht en controle met betrekking bedrijven die hebben laten zien dat ze
eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van brandveiligheid hebben waargemaakt,
een andere invulling krijgt dan bij bedrijven waar dat minder het geval is. Voor 2004 zal maximaal 30% van de afgegeven
gebruiksvergunningen kunnen worden gecontroleerd[2].
Er
heeft inmiddels besluitvorming plaatsgevonden omtrent de fusie van de Brandweer
Delft met de Brandweer Rijswijk. Het knelpunt m.b.t gebrek aan handhavingcapaciteit zal met de fusie worden opgelost.
7.
Tot slot
Wij
menen dat we met de totstandkoming en vaststelling van het Handhavingsprogramma
2004 en de hier voorliggende handhavingsbeleidsplannen een belangrijke mijlpaal
hebben bereikt. Essentieel in dit proces is dat we gaan handhaven op basis van
bestuurlijke keuzes en daarmee de handhaving beleidsmatig meer gaan sturen. In
relatie daarmee zijn we druk doende de organisatie en de handhavingsprocessen
meer te professionaliseren. Ook dit zal een belangrijke bijdrage leveren aan de
door het bestuur gewenste resultaten.
J.M. Veltman
Projectleider Professionalisering van de Handhaving
BIJLAGE: TOELICHTING KWALITEITSCRITERIA
De
handhavingsorganisatie handelt op grond van een analyse van de problemen, de
effecten van niet-naleving en de kansen op niet-naleving, teneinde sturing te
kunnen geven aan haar handhavingsinspanningen.
De
analyse heeft ten minste betrekking op:
-
alle
inrichtingsgebonden en niet-inrichtingsgebonden taken en objecten;
-
alle
(taakgebonden (milieu)problemen;
-
de
mogelijke effecten van potentiële en feitelijke overtredingen;
-
de
kansen op overtredingen
Daarnaast
valt (onder andere) te denken aan:
-
een risico-inventarisatiekaart
De
handhavingsorganisatie handelt op grond van een prioriteitstelling van de
handhavingstaak, die is uitgewerkt in een omschrijving van het doel van de
handhaving per beleidsverld en in een vastlegging van concrete, meetbare
handhavingsdoelen.
De
prioriteiten en doelstellingen omvatten ten minste:
-
prioriteiten,
rekening houdend met de probleemanalyse en met evaluaties;
-
een
omschrijving van het doel van de handhaving per beleidsveld;
-
meetbare
indicatoren voor alle doelstellingen, inclusief afspraken over monitoring van
die indicatoren.
Daarnaast
valt (onder andere) te denken aan:
-
het
transparant maken van de gehanteerde methodiek voor de prioriteitstelling;
-
doelstellingen
(en indicatoren) waar mogelijk formuleren in termen van naleefgedrag en
milieuwinst.
De
handhavingsorganisatie zorgt voor afstemming tussen de bestuurlijk vastgestelde
handhavingsdoelen en inzet van de personele en financiële middelen en zorgt
voor borging daarvan.
Het
borgen van de personele en financiële middelen omvat ten minste:
-
een
inzichtelijke systematiek waarbij een verbinding wordt gelegd tussen de
bestuurlijk vastgestelde handhavingsprioriteiten en –doelstellingen en de
daarvoor benodigde inzet van personeel en middelen;
-
het
in de begroting vastleggen van die personele en financiële middelen.