Geacht college,

 

De totstandkoming van de regionale Huisvestingsverordening kent een lange voorgeschiedenis. Met de inwerkingtreding van de Kaderwet Bestuur in verandering in 1995 kreeg het algemeen bestuur van het stadgewest Haaglanden de opdracht een huisvestingsverordening als bedoeld in art. 2 van de Huisvestingswet vast te stellen. Dit vond 22 mei 1996 plaats. Met de toetreding van de gemeenten in het voormalige Westland is toen tevens de Huisvestingsverordening van het Westland overgenomen en opnieuw vastgesteld. Tot slot is er in 1999 een aparte Huisvestingsverordening vastgesteld voor woonwagenstandplaatsen. Dit doordat in maart van dat jaar de Woonwagenwet werd ingetrokken.

 

In haar vergadering van 20 februari 2002 heeft het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden na evaluatie van deze verordeningen  geconstateerd dat er binnen de woningmarkt van Haaglanden drie huisvestingsverordeningen van kracht waren.

 

Op grond van deze evaluatie heeft het algemeen bestuur besloten om te komen tot:

1.       Eén huisvestingsverordening voor het stadsgewest Haaglanden;

2.       Eén systeem van woonruimte verdelen te ontwerpen die de voordelen van de systemen van de twee deelgebieden (Westland en oud–Haaglanden) combineert.

3.       De vereniging van Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) opdracht te geven met een voorstel te komen voor een systeem van woonruimteverdelen dat voldoet aan de door het stadsgewest bepaalde randvoorwaarden.

 

De SVH heeft inmiddels een voorstel gedaan voor een nieuw systeem van woonruimteverdelen. Het gaat om de woningtoewijzing van leegkomende huurwoningen in het bezit van de corporaties in de regio. Het model heet “Model op maat” en gaat uit van drie verschillende klantgroepen:

·         De oriënterende woningzoekende, die voornamelijk informatie wil hebben alvorens een keuze te maken voor een woningtype. De corporaties spelen hierop in via het internet.

·         De gerichte zoeker, die precies weet naar welke woning hij/zij wil verhuizen. Voor deze groep komt de mogelijkheid om de computer te laten melden als de gewenste woning te huur wordt aangeboden. Uitgangspunt blijft dat mensen zelf zoeken naar een woning.

·         De directe zoeker, deze woningzoekende heeft snel een woning nodig en stelt minder eisen aan woning en ligging van de woning.

 

Met dit voorstel komt het onderscheid tussen starters en doorstromers te vervallen. Voor doorstromers komt een overgangsregeling. Verder komt er een verplichte inschrijving voor woningzoekenden. De inschrijfdatum bepaalt dan de volgorde voor het aanbieden van woningen.

 

De huisvestingsverordening die nu voorligt is de uitwerking van de  bovengenoemde aanbevelingen en voorstellen en biedt de mogelijkheid om over te gaan op het “Model op maat”. De verordening moet ingaan op 1 januari 2005.

 

Ten opzichte van de huidige verordening zijn er de volgende wijzigingen:

1.       Werkingsgebied

De huisvestingsverordening heeft de gehele regio Haaglanden als werkingsgebied.

 

2.       Passendheidseisen

Corporaties krijgen geen standaardrichtlijnen meer wat betreft de huur/inkomens verhouding. Met de corporaties worden afspraken gemaakt over de percentages te huisvesten categorieën  woningzoekenden in prestatieafspraken.

 

3.       Bezettingnormen.

Uitgangspunt is keuzevrijheid voor de woningzoekende. Alleen om redenen van schaarste kunnen woningen gelabeld worden aangeboden. Voor de beoordeling van de passendheid van de woning wordt niet meer uitgegaan van verhouding grootte huishouden en aantal kamers. Hiervoor in de plaats is de woonoppervlakte gekomen. Dat is de gezamenlijke oppervlakte van alle kamers, keuken, badkamer en zolder. Verkeersruimten en bergruimten worden niet meegenomen. Doel hiervan is een meer evenwichtige verhouding tussen aantal personen en woninggrootte. Woningzoekenden kunnen daardoor straks op meer woningen reageren dan nu het geval is.

 

4.       Rangorde bij toewijzing

In de huidige verordening gaan woningzoekenden waarop het lokaal maatwerk van toepassing is boven woningzoekenden met een urgentie. Op grond van de nieuwe verordening zijn urgenten het eerst aan de beurt, dan lokaal maatwerk (laten een eengezinswoning achter of zijn ouder dan 65 en verhuizen naar een ouderenwoning of ouderen en jongeren die verhuizen naar een nieuwbouwcomplex dat speciaal voor de doelgroep is gebouwd), dan herstructureringskandidaten en tot slot de reguliere woningzoekenden.

 

5.       Tijdelijke maatregelen (specifiek lokaal maatwerk)

Burgemeester en wethouders kunnen straks ten behoeve van het oplossen van specifieke knelpunten op de lokale woningmarkt tijdelijke maatregelen formuleren waarbij wordt afgeweken van de bepalingen in de huisvestingsverordening. Een en ander na toestemming van het stadsgewest.

 

Voor het Westland, dat nu nog een geheel eigen systeem van woonruimte verdelen heeft, is voor de reeds ingeschreven woningzoekenden een overgangstermijn. Deze eindigt op 1 januari 2006. De inschatting is dat alle woningzoekenden die nu kansrijk zijn dan zijn geslaagd.

 

Een kanttekening moet worden gemaakt bij hetgeen in de “Aanhef” (blz. 5) van de verordening is opgenomen. Het gaat er hierbij om dat op dit moment is afgesproken dat corporaties in het vrijkomend aanbod minimaal 70% van de doelgroep van beleid huisvesten (de huishoudens met een laag inkomen). Om redenen van sociaal-economische versterking van de stedelijke kwaliteit en om ruimtelijke segregatie tegen te gaan is opgenomen om de toewijzingsnorm van 70% voor Den Haag eenzijdig (veel sociale woningbouw) te verlagen en die van de overige gemeenten te verhogen. Reden hiervoor is de doelgroep in Den Haag meer over de regio te spreiden en de transformatieopgave (herstructurering) steviger in te kunnen zetten. Wat voor Den Haag eenzijdig geldt, geldt zeker ook voor Delft. Delft Scoort binnen de regio het hoogst als het gaat om de sociale woningvoorraad (53%). Het percentage huishoudens dat tot de doelgroep wordt gerekend is even hoog als in Den Haag en 6 procent hoger dan gemiddeld in Haaglanden. In die verhoudingen is het niet erg voor de hand liggend dat de Delftse corporaties meer dan 70% van de woningen aanbieden aan de doelgroep. Feitelijk, maar ook inhoudelijk is de opgave van Delft gelijk aan die van Den Haag eenzijdig en behoort de positie van Delft in dat opzicht gelijk te zijn.

 

Voorstel.

U wordt voorgesteld :

1.       In te stemmen met de Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005, onder de voorwaarde dat in de overwegingen onder “Aanhef” (blz. 5) Delft een gelijke positie krijgt als die van Den Haag eenzijdig;

2.       Uw standpunt middels bijgaande concept-brief te berichten aan het Dagelijks Bestuur van Haaglanden.