Geacht College,

 

Op ambtelijke niveau zijn gesprekken gestart om te onderzoeken of vormen van samenwerking kunnen worden gevonden tussen beheerders van de recreatiegebieden ten oosten van Delft. Het betreft de gebieden Delftse Hout, Bieslandsebos, Balijbos en Dobbeplas. Aan de gesprekken namen tot nu toe deel: vertegenwoordigers van de Groenservice Zuid-Holland (namens de functionele commissie Dobbeplas), Staatsbosbeheer en de gemeenten Delft en Pijnacker/Nootdorp. Ook op bestuurlijk niveau (wethouder Torenstra/gedeputeerde Van der Sar) vond inmiddels een oriënterend gesprek plaats.

 

Waarom dit initiatief?

De functionele commissie Dobbeplas (convenantafspraak tussen gemeente Pijnacker/Nootdorp en provincie) discussieert momenteel over haar positie. Op basis van de Wet dualisering provinciebestuur dient (dwingend door de wetgever voorgeschreven) vòòr 12 maart 2005 een voorziening getroffen te worden voor wat betreft de provinciale bestuursvertegenwoordiging in de f.c. Dobbeplas. Wil de provinciale betrokkenheid bij het gebied in stand blijven dan zal ten minste een opschaling van de f.c. Dobbeplas naar een gemeenschappelijke regeling (natuur- of recreatieschap) moeten plaatsvinden. In dit verband ziet men voordelen in een samenwerkingsverband met o.a. het gebied Delftse Hout dat in beheer is bij de gemeente Delft.

 

Gebiedsvisie.

Geconstateerd is dat meerdere partijen actief zijn op het gebied van natuur en recreatie zonder dat sprake is van een samenhangend beleid. Ook ontbreekt een gebiedsvisie, anders dan vermeld in de provinciale recreatienota “Recreatie 2000+”. Hierin wordt o.m. aangegeven dat gestreefd wordt naar opschaling van bestaande samenwerkingsverbanden als b.v. de functionele commissie Dobbeplas. Ook is het gebied onderdeel van de GroenBlauwe Slinger. De provincie is gevraagd een gebiedsvisie te ontwikkelen. Dit is in voorbereiding.

 

 

 

Samenwerkingsvorm.

De ideeën over de samenwerkingvormen variëren van een intentieverklaring tot vorming van een gemeenschappelijke regeling, waarin belanghebbende partijen vertegenwoordigd zijn.

Ook is een groeimodel denkbaar, waarbij de f.c. Dobbeplas wordt opgewaardeerd naar een gemeenschappelijke regeling en vervolgens onderzocht gaat worden op welke wijze bijvoorbeeld Delft tot deze regeling kan toetreden. Zij zal zich dan wel op voorhand moeten uitspreken voor samenwerking.

 

Uitwerking.

In het ambtelijk overleg is al aangegeven dat Delft een positieve grondhouding zal innemen waar het gaat om een nader onderzoek naar samenwerking(svormen) met betrekking tot de recreatiegebieden oostelijk van Delft. Dit vraagt echter een zorgvuldige voorbereiding en vervolgens bestuurlijke meningsvorming over de randvoorwaarden. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stellen voor dit traject in te zetten door de intentie uit te spreken te komen tot een regionale samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeente Delft en de gemeente Pijnacker/Nootdorp. 

Deze intentie houdt het volgende in:

 

-          provinciale staten van Zuid-Holland en de gemeenteraden van Delft en Pijnacker/Nootdorp voor te stellen in te stemmen met bedoelde samenwerking en wel zodanig dat alle besturen van de deelnemers in het op te richten (Natuur-) en recreatieschap vertegenwoordigd zullen zijn

-          een zodanige inspanning te verrichten dat het (Natuur- en) Recreatieschap uiterlijk 1 maart 2005 in formele zin (goedkeuring door de deelnemers en in het Provinciaal Blad gepubliceerde gemeenschappelijke regeling) een feit zal zijn en daarbij alle nog nader te benoemen middelen en eigendommen in te brengen in dit (Natuur- en) Recreatieschap;

-          Het te vormen (Natuur- en) Recretaieschap en de in dat kader aan te wijzen bestuursleden uiterlijk met ingang van 1 maart 2005 de huidige doelstelling van de recreatiegebieden, het reeds vastgestelde/vast te stellen beleid, de beleidsintenties van de toekomstige deelnemers van dit (Natuur- en) recreatieschap verder vorm te laten geven.

 

 

 

De nadere uitwerking van de intenties wordt geleid door de Groen Service Zuid-Holland (in opdracht van Gedeputeerde Staten). Het is de bedoeling dat in nauwe samenwerking met Delft en Pijnacker/Nootdorp een inventariserend onderzoek plaatsvindt voorafgaande aan de uitwerking van voorstellen tot verdergaande regionale samenwerking.

 

De genoemde datum van 1 maart 2005 lijkt redelijk ambitieus, maar behoeft geen belemmering te zijn het voorbereidingstraject in te zetten.

 

 

 

 

Voorstel.

1.    In te stemmen met een nader onderzoek naar de mogelijkheid van samenwerking tussen diverse gebiedsbeheerders van groengebieden ten oosten van Delft;

2.    Op basis van onderzoeksresultaten in een later stadium te besluiten of de gemeente Delft daadwerkelijk gaat deelnemen in een samenwerkingsverband, bijvoorbeeld in een Gemeenschappelijke Regeling.

3.    In te stemmen met ondertekening van de intentieverklaring door een lid van uw College. 

De commissie leefbaarheid over uw voornemen informeren.

 

 

Hoogachtend,

 

 

 

Hans Kluver

Vakteam welzijn.