Geacht
college,
Op
11 maart 2004 heeft de commissie Leefbaarheid het jaarverslag 1998 tot 2002
besproken van de Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft.
In
het jaarverslag merkt de Klachtencommissie het volgende op :
“In
het algemeen verdient de vraag aandacht welke mate van labeling in de woonkrant
zinvol is; welk doel wordt gediend? Dit geldt in het bijzonder voor die
gevallen waar zeer gedetailleerde labels worden gebruikt, die verder gaan dan
de afspraken op hoofdlijnen tussen de corporaties. Verwarrend is onder meer dat
binnen de regio verschillende normen voor passendheid gelden, zowel naar
inkomen als naar woningbezetting. Ook maximum bezettingseisen bij grote
woningen (5 of meer kamers) wekken verwondering aangezien ze niet gelden voor
4-kamerwoningen.”
Tijdens
de behandeling van het jaarverslag heeft wethouder Baljé toegezegd de bezwaren
ten aanzien van de labeling ter kennis te brengen van degenen binnen het
stadsgewest Haaglanden die belast zijn met de ontwikkeling van een nieuw
woonruimte-verdelingssysteem. Verder zei hij toe uit te zoeken of de maximum
bezettingseis van 5 of meer kamerwoningen een lokaal of een regionaal probleem
is.
De
Huisvestingsverordening
De
Delftse corporaties maken voor het labelen voor de krant ‘Beter Wonen in
Haaglanden’ gebruik van de criteria opgenomen in de huisvestingsverordening
Haaglanden. Voor de labeling kunnen zij gebruik maken van de criteria
huishoudensgrootte en inkomen. Voor wat betreft de huishoudensgrootte wordt
gebruikt gemaakt van oppervlaktetabel art. 12 lid 4 van de verordening. Daar
wordt gesteld dat het verboden is een woning te betrekken met meer dan één
persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte. Gebruiksoppervlakte is volgens de
definitie: “het totaal van de tussen de omsluitende wanden gelegen
vloeroppervlakte van de ruimten in een woonruimte”.
De
woningvoorraad van de Delftse woningcorporaties bestaat overwegend uit niet
zulke ruime flatwoningen. Binnen de Delftse voorraad zijn slechts zeer weinig
woningen die voldoende oppervlakte hebben om gezinnen met 5 of meer personen te
huisvesten. Zo’n woning wordt dan ook niet gelabeld voor een dergelijk gezin in
de woonkrant. Bij de labeling in de woonkrant maken corporaties per woning een
afweging of een woning kan worden gelabeld voor een groot gezin. Naast de
oppervlakte speelt het kamertal hierbij een rol.
Om de vragen van de commissie te beantwoorden is
gebruik gemaakt van het overzicht van
de verhuringen van het Stadsgewest Haaglanden 2003. Hiervoor is een
vergelijking gemaakt tussen gemeenten. Het aantal grote huishoudens die,
volgens onderstaande tabel, zoeken in een bepaalde gemeente zijn afkomstig uit
de hele regio. Indien huishoudens in meerdere gemeenten op een woning hebben
gereageerd, tellen ze ook in meerdere
gemeenten mee. Om onderstaande cijfers in perspectief te zien: er zijn binnen
het stadsgewest 2804 vijf- en meer persoonshuishoudens op zoek naar een woning.
Die hebben kunnen reageren op een van de 425 woningen die verhuurd zijn aan een
groot gezin. Dat betekent een gemiddelde slaagkans van 15 %.
|
Totaal verhuurde Woningen |
Aantal woningzoekenden 5 en meer pers. |
Geslaagde Woningzoekenden 5 en meer pers |
Slaagkans |
Delft |
1994 |
1087 |
53 |
5 |
Den Haag |
7293 |
2202 |
237 |
11 |
Leidschendam- Voorburg |
606 |
821 |
10 |
1 |
Pijnacker- Nootdorp |
299 |
179 |
9 |
5 |
Rijswijk |
481 |
680 |
6 |
1 |
Wassenaar |
135 |
142 |
1 |
1 |
Zoetermeer |
1907 |
1458 |
109 |
8 |
In Delft zijn 53 woningen verhuurd aan een
huishouden van vijf- of meer personen, dat is 3 % van het aantal verhuringen.
Dat komt behoorlijk overeen met de cijfers binnen het stadsgewest. Vergelijk:
Den Haag 3 %, Leidschendam-Voorburg 2 %, Pijnacker 3 %, Rijswijk 3 %, Wassenaar
1 %, Zoetermeer 6 %. Die 3 % verhuurde
woningen staat in verhouding tot de
4 % grote huishoudens die een woning zoeken. Uit
andere onderzoeken is steeds weer gebleken dat 2/3 van de woningen die in Delft
worden verhuurd, naar mensen gaan die afkomstig zijn uit Delft. Bij de
geslaagde grote gezinnen kunnen we ook hiervan uitgaan.
Delft neemt dus wat betreft de verhuringen van grote
gezinnen, en de slaagkans van die grote gezinnen geen bijzondere positie in
binnen het stadsgewest. Wat niet uit de cijfers kan worden gehaald is of de
geslaagde grote gezinnen ook werkelijk zijn verhuisd naar een vijfkamerwoning
of groter. Hiervoor zou aanvullend onderzoek nodig zijn.
Het
stadsgewest Haaglanden is momenteel bezig met de afronding van de voorbereiding
om te komen tot een nieuwe huisvestingsverordening. Deze moet 1 januari 2005
van kracht worden. Tijdens de diverse overleggen over de verordening met de
vertegenwoordigers van de gemeenten en de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH)
is de norm van 12 m2 gebruiksoppervlakte aan de orde geweest. Delft heeft
ingebracht dat die norm voor Delft betekent dat er maar een gering aantal
woningen kunnen worden gelabeld voor grote gezinnen. Desondanks is binnen het
stadsgewest besloten de norm te handhaven. De reden hiervoor is dat te veel
mensen in een kleine woning dikwijls overlast geeft voor omwonenden. Binnen het
gezin lijdt ruimtegebrek ook veelal tot irritaties.
Indien
een gezin werkelijk te klein woont, wat leidt tot aantoonbare
gezondheidsproblemen of psychische klachten, kan men in aanmerking komen voor
een sociale urgentie. Hiermee heeft men drie, en na verlenging, zes maanden voorrang op andere
woningzoekenden. Dikwijls slaagt het gezin er niet in om in de urgentieperiode
een woning te vinden binnen Delft. Het gezin krijgt dan het advies om te
reageren op een woning in Den Haag of Zoetermeer, omdat de mogelijkheden daar
groter zijn, zeker voor de echte grote gezinnen van zes personen en meer. In
april 2004 waren er in Delft 53 van dergelijke grote huishoudens die een woning
zochten. Om de grote huishoudens beter te kunnen helpen hebben de Delftse
corporaties de afspraak gemaakt dat elke grote woning wordt gemeld aan de
Delftse Toetsingscommissie Voorrangsverklaring (DTV). Die bepaalt welk groot
gezin met een (eventueel inmiddels verlopen) urgentie de woning krijgt
aangeboden.
Omdat
grote gezinnen met name worden gehuisvest in corporatiewoningen is de gemeente
tegen de verkoop van grote woningen door de corporaties. De gemeente zal verder
de slaagkans van grote gezinnen blijven monitoren.
De
huisvestingsmogelijkheden van grote gezinnen hebben een directe relatie met de samenstelling
van de woningvoorraad en de grootte van de woningen. Binnen Delft zijn de
meeste sociale huurwoningen van een onvoldoende oppervlakte om een groot gezin
te huisvesten. Toch is de slaagkans van een groot gezin in Delft ongeveer
gelijk aan de andere gemeenten binnen het stadsgewest Haaglanden. Het
werkelijke tekort aan grote woningen kan alleen worden opgelost met het
bijbouwen van ruime woningen voor gezinnen, zoals bijvoorbeeld in de Poptahof.
Verder komen er mogelijkheden in de Harnaschpolder.
Binnen
het stadsgewest is men vooralsnog niet bereid de labeling van de woningen in de
woonkrant aan te passen om overbewoning tegen te gaan. Toch zal Delft opnieuw
een aanpassing van de labeling voorstellen.
Voor
grote gezinnen binnen Delft die dringend andere huisvesting nodig hebben, zijn
met de corporaties afspraken gemaakt.
U
wordt voorgesteld de commissie Leefbaarheid in kennis te stellen dat grote
gezinnen binnen het gehele stadsgewest moeilijk aan een woning komen, maar dat
Delft geen bijzondere positie inneemt ten opzichte van de andere gemeenten.
Delft heeft maar een gering aantal woningen dat groot genoeg is voor een vijf-
of meer persoons huishouden. Het tekort
aan grote woningen zal moeten worden opgelost door middel van het bijbouwen
van ruime woningen, bestemd voor gezinnen. De slaagkans van de grote gezinnen
zal worden gemonitord en binnen het stadsgewest zal de labeling opnieuw aan de
orde worden gesteld.
Binnen
het stadsgewest zal nogmaals aandacht worden gevraagd voor de labeling van de
woningen om te proberen het aanbod voor de grote gezinnen te vergroten.