Nummer 542120

 

Werkprogramma IVB 2005

 

I Huidige programma veiligheid

 

Het programma veiligheid zoals dat in de programmabegroting is opgenomen kent 3 onderdelen die in samenhang met elkaar de veiligheid vergroten:

Integrale veiligheid (IVB)

Handhaving en Toezicht

Brandweer/brandveiligheid.

 

Begin 2004 is voor het onderdeel integraal veiligheidsbeleid de kadernota Naar een veiliger Delft vastgesteld. In deze nota zijn onderstaande thema’s opgenomen:

 

De nota Naar een veiliger Delft vormt het plan van aanpak voor de periode 2004 - 2006. Voortaan wordt binnen dit kader jaarlijks een werkprogramma opgesteld en elk jaar wordt de voortgang geëvalueerd.

 

De evaluatie 2004 is nog in bewerking en wordt op korte termijn in procedure gebracht. In dit werkplan 2005 wordt bezien welke (sub)thema’s er dit jaar de aandacht krijgen.

 

II Het werkprogramma veiligheid 2005

In het werkprogramma 2005 is gekozen voor een andere indeling dan in de kadernota “Naar een veiliger Delft”. Omdat er steeds meer integraal gewerkt gaat worden, is gebleken dat er meer onderwerpen zijn die met veiligheid te maken hebben en er is gekozen voor clustering van onderwerpen. De eerste clustering betreft dader, slachtoffer en wijk (woonomgeving). Een tweede is dat jongeren apart worden genoemd omdat preventie en samenwerking daar zeer belangrijk is om snel te kunnen ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag en een mogelijke verdere overlastgevende / criminele carrière in de kiem kan smoren. Verder is er apart aandacht voor vrije tijd in brede zin en voor enkele aparte projecten (stationsgebied, Handhaving  en Oud en Nieuw)

Naast al deze inhoudelijke thema’s waar de capaciteit van de projectleiders en medewerkers aan is toegedeeld zal er binnen het programma veiligheid ook capaciteit moeten worden ingeruimd voor afstemming met o.a. brandweer en handhaving, ook omdat deze in de programmabegroting onder veiligheid vallen. Om de samenwerking met de politie ten behoeve van het veiligheidsbeleid zo optimaal mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk regelmatig af te stemmen en afspraken te maken omdat de politie, vanwege haar specifieke taak, een belangrijke partner is in de veiligheidsketen van pro-actie - preventie - handhaving - repressie.

 

De nieuwe indeling 2005 ziet er als volgt uit:

  1. Daderaanpak
  2. Slachtofferzorg
  3. Handhaving
  4. Jongeren
  5. veiligheid en vrije tijd
  6. Wijkveiligheid
  7. Stationsgebied
  8. Oud en Nieuw
  9. Beheer dagopvang

 

1. Daderaanpak

Doel: ervoor zorgen dat daders van een misdrijf of overtreding een passende straf of sanctie krijgen

 

1.1 Halt

Halt ontvangt een jaarlijkse subsidie voor voorlichting op scholen.  Elk jaar wordt op basisscholen in groep 7/8 de voorlichting “Goed of Fout “ gegeven. Aan de hand van een lesbrief worden regels besproken en waarom het zo moeilijk is om je eraan te houden. In de brugklas van het voortgezet onderwijs wordt de voorlichting “Jeugdcriminaliteit” gegeven. Aan de hand van een lesbrief worden regels, normen, groepsdruk en de consequenties van normoverschrijdend gedrag behandeld.  Daarnaast geeft Halt samen met de politie vuurwerkvoorlichting in groep 7 en 8 van het basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet onderwijs in Delft.

Dit werk zal in 2005 op dezelfde wijze worden voortgezet.

 

Sinds eind 2004 is Halt meer betrokken bij het signaleringsoverleg vanwege hun kennis van jongeren en overlast. De Halt verwijzingen en afdoeningen worden door Justitie gefinancierd.

 

1.2 Geweld Binnenshuis 

Politie Delft verwijst, binnen het kader van het afgesloten convenant, plegers van huiselijk geweld door naar De Waag, daderhulpverlening. Ook hulpverleningsinstellingen zoals bijvoorbeeld algemeen maatschappelijk werk kunnen hiernaar doorverwijzen. GGZ-Delfland is in 2004 een therapiegroep voor plegers gestart. Zie verder onder slachtofferzorg.

 

1.3 Veelplegers, verslaafden

Veelplegers, ook wel genoemd “draaideurcriminelen” zijn personen die veelvuldig strafbare feiten plegen, die volharden in hun crimineel gedrag en die daardoor stelselmatig met de politie in aanraking komen. Het aantal delicten gepleegd door veelplegers vormt  nog steeds een groot en urgent probleem. Het gaat hier met name om woninginbraak, fietsdiefstallen, diefstallen uit/vanaf auto, winkeldiefstallen en zakkenrollerij. Hoewel het om een beperkte groep criminelen gaat en doorgaans om relatief lichte delicten, geven die delicten door hun veelheid grote overlast voor burgers en bedrijven.

Een hoog percentage van de veelplegers is verslaafd en heeft daarnaast te maken met diverse sociaal maatschappelijke problemen. Hier spelen  verschillende belangen: Het belang van de burger, die in een veilige stad wil wonen en het belang van de verslaafde veelpleger met verschillende hulpvragen, die al dan niet onder dwang of drang uit z’n misère moet komen. Een doeltreffende aanpak van deze problematiek vergt een integraal beleid gericht op preventie, vervolging, zorg en maatschappelijk herstel. Aan al deze aspecten is aandacht besteed in de nota maatschappelijk herstel veelplegers van 13 oktober 2004 (kenmerk 467636). In 2005 zal de uitvoering van de nota centraal staan. In de tweede helft van 2005 zal een voorstel worden gemaakt voor 2006 en verder waarbij ook de keten beschreven wordt en de eerste gegevens van de aanpak in 2005.

 

Trekker:            beleid en projecten

Partners:          Intern: leefbaarheid  (veiligheid)

                        Extern: politie, Parnassia, reclassering, OM

 

2. Slachtofferzorg

Doel: ervoor zorgen dat slachtoffers van een misdrijf of van huiselijk geweld op een adequate manier worden opgevangen.

 

2.1 bureau slachtofferzorg

De slachtoffers van geweld of inbraak worden benaderd door het bureau slachtofferzorg waar vrijwilligers bij het verwerken hiervan ondersteuning bieden. Door de slachtoffers wordt dit als zeer positief ervaren.  Jaarlijks wordt een subsidie aan het bureau slachtofferzorg gegeven deels voor de opvang van reguliere slachtoffers, deels voor de opvang van toeristen die slachtoffer zijn. Begin 2005 zullen de resultaten van de toeristen slachtofferhulp worden geëvalueerd.

 

2.2 slachtoffers  geweld binnenshuis

Binnen Delft is sprake van een systeemgerichte aanpak, gericht op het zo vroeg mogelijk signaleren- en stoppen van geweld binnenshuis. Alle van belang zijnde hulpverleningsinstanties en politie hebben hiertoe een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. De gemeente heeft de regierol. De systeemgerichte aanpak richt zich op een samenhangend hulpverleningsaanbod aan daders, slachtoffers en kinderen als toeschouwer.

De Delftse aanpak zal eind 2004 verbreed worden naar de Westland- en Oostlandgemeenten, vanuit de positie van Delft als centrumgemeente vrouwenopvang. Er zal gebruik gemaakt worden van de stimuleringsregeling Advies- steunpunten huiselijk geweld van het Ministerie van VWS, zodat het bestaande Advies- en Meldpunt voorzien kan worden van casemanagement en kan worden uitgebreid naar de regio DWO.

In 2005 zal gewerkt worden aan een monitor huiselijk geweld. Zie verder onder paragraaf 3.2.

 

Trekker:            Beleid en Projecten

Partners:          Intern: leefbaarheid (veiligheid)

                        Extern: Kwadraad, VOZH Ricardis,, GGZ-Delfland, Politie Delft/Haaglanden,

Bureau slachtofferhulp, De Waag, Bureau jeugdzorg, GGD, AMK, Vrouwengezondheidscentrum DWO


 

 

3. Handhaving

Doel: zorgen dat via naleving van wet- en regelgeving de stad schoon heel en veilig wordt en blijft.

 

Bij handhaving kan het gaan om de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke handhaving. Op gemeentelijk niveau gaat het wat de openbare ruimte betreft, vooral om handhaving van algemene regelgeving uit de APV en overige gemeentelijke verordeningen bijvoorbeeld Afvalstoffenverordening).

 

Jaarlijks wordt er een handhavingsprogramma opgesteld dat uitgaat van themagericht handhaven, het programmeren van handhavingstaken (plan-do-check-act) en handhaven op basis van prioriteiten.

In 2005 bestaat dit uit twee delen:

  1. Gebouw en Gebruik, het gaat hier om de veiligheid van gebouwen (constructie) en de veiligheid van inrichtingen ( gebruiksvergunning, exploitatievergunning) en het naleven van milieuwetgeving in inrichtingen;
  2. Openbare Ruimte, dit is onderverdeeld in:
    1. sociale veiligheid, vanuit maatschappelijke problemen – zoals ook in de stuurgroep Integrale Veiligheid aan de orde komen – wordt gekeken waar het accent wordt gelegd
    2. leefbaarheidvraagstukken: zoals hondenpoep, afval, fietsen en winkelwagens

 

Coördinatie, structurering en professionalisering van de handhavingstaken onder 2 genoemd vindt onder meer plaats in het Integraal Handhavingsoverleg Openbare Ruimte, waaraan reiniging, TOR, politie en wijkzaken deelnemen

 

Trekker:            Handhavingsregisseur

Partners voor Gebouw en Gebruik:

Intern:Milieutoezicht, Bodem, Bouw- en Woningtoezicht, Monumentenzorg en Bouwkwaliteit, TOR

Extern: brandweer, politie

Partners voor Openbare Ruimte:

            Intern:   wijkzaken, sector leefbaarheid (veiligheid), TOR, Reiniging

Extern: politie

 

4. Jongeren

Bij het thema veiligheid en jongeren komen de drie volgende vragen naar voren:

  1. Hoe om te gaan met jongeren met grensoverschrijdend gedrag, hoe voorkom je overlast.
  2. Hoe ervaren jongeren zelf veiligheid, bijvoorbeeld de veiligheid bij het uitgaan, in het verkeer (kinderen veiliger door Delft), op school en thuis
  3. Hoe kunnen we er vanuit preventie voor zorgen dat jongeren niet afdwalen richting grensoverschrijdend gedrag

 

4.1 Jongeren met grensoverschrijdend gedrag

 

Doel is om deze jongeren zo snel mogelijk weer uit de overlast situatie te krijgen

 

4.1.1 het interventieteam/signaleringsoverleg

Doel van dit project is de overlast van groepen jongeren terug te dringen (of te voorkomen) door het ontwikkelen van activiteiten met/voor de groep als geheel en/of verwijzing van individuen naar de zorginstellingen en hulpverlening. Voor de aanpak van deze overlastgevende groepen is een interventieteam opgericht bestaande uit politiefunctionarissen en een ambulant jongerenwerker. Aansturing vindt plaats door het signaleringsoverleg waarin o.a. vertegenwoordigd zijn: gemeente, politie, verslavingszorg, BWD, voortgezet onderwijs en jeugdzorg. In mei 2004 heeft een evaluatie plaatsgevonden die ook naar het college en de commissie is gestuurd. De evaluatie was positief hetgeen inhoudt dat de taskforce met interventieteam structureel beleid wordt in 2005 en volgende jaren. Wel is er aanleiding gezien om in 2005 de aanpak meer te uniformeren en verder vorm te geven. Waarbij ook de meer individuele aanpak en doorverwijzing meer aandacht zal krijgen. In 2005 moeten minimaal 6 groepen geanalyseerd zijn. Daarnaast zal er in 2005 aandcaht zijn voor de aanpak van groepen / gebieden waar een weerbarstige problematiek heerst.

 

Trekker signaleringsoverleg: Politie

Partners           Intern: wijkzaken, Leefbaarheid (veiligheid en jongerenloket)

Extern: Bureau jeugdzorg, BWD, Scholen VO, Halt, JIP, Parnassia

 

Trekker interventieteam: Leefbaarheid (veiligheid)

Partners extern: Politie, BWD

 

4.1.2 jeugdige daders

Jeugdige daders worden, waar dat gelet op de ernst van het delict nog mogelijk is, deels naar Halt doorverwezen. Voor Delft zijn dat er 105 geweest  in 2003. Zie ook punt 3. Daarnaast is er het Bastaproject en het project Beginnend Verzuim samen met Halt

 

Basta; achtergrond aanpak schoolverzuim.

Het bestrijden en voorkomen van schoolverzuim door leerplichtige leerlingen heeft de afgelopen jaren steeds meer politieke en maatschappelijke aandacht gekregen. De belangstelling vloeit voort uit het gegeven dat (veelvuldig) schoolverzuim veelal een eerste indicatie vormt voor voortijdig schoolverlaten van jongeren in een later stadium. Voortijdig schoolverlaten en het ontbreken van startkwalificaties vergroten vervolgens het risico dat jongeren de aansluiting met de arbeidsmarkt verliezen en op zoek gaan naar andere (illegale) methoden van inkomensverwerving. Schoolverzuim kan als zodanig een signaal zijn voor (toekomstig) crimineel gedrag van jongeren.

 

Bij ongeoorloofd schoolverzuim door een leerplichtige jongere dient de school hiervan melding te maken bij het Bureau Leerlingzaken, m.n. de leerplichtambtenaar van de gemeente Delft. Indien na onderzoek en overleg met de jongere, ouders en school naar voren komt dat interventies niet het gewenste resultaat hebben, zal de leerplichtambtenaar, in het kader van de leerplichtwet, een proces-verbaal tegen de jongere en/of ouders opmaken.

 

Justitie kan in bovenstaande gevallen overgaan tot het opleggen van een leerstraf Basta. De leerstraf Basta werkt vanuit het competentie model gericht op het aanleren van sociale vaardigheden in groeps- en individuele trainingen. Leerstraf Basta beslaat 60 uren verdeeld over 3 weken. Na de 3 weken Basta volgt een verdere oriëntatie van 10 weken op scholing.

 

Ook komen jeugdige daders in aanmerking voor het Basta project.

Vanuit Basta en Halt komen analyses die weer gebruikt kunnen worden voor preventief beleid.

 

Trekker Bastaproject: Jongerenloket voortijdig schoolverlaten.

Partners:                      extern: Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, J.C.Pleysierschool, Afdeling reclassering van het Leger des Heils, Samenwerkingsverband V.O.- SVO.

Beginnend Verzuim en Halt

In 2005 zal in samenwerking met het OM onderzocht worden of beginnend schoolverzuim middels een Halt afdoening kan worden bestreden. In beginsel zullen er 20 Delftse jongeren op jaarbasis in aanmerking kunnen komen voor deze werkwijze.

 

Trekker Halt-schoolverzuim:       jongerenloket voortijdig schoolverlaten.

Partners:                                  Extern: Openbaar Ministerie, Scholen (S).V.O. , Halt Haaglanden.

 

 

4.2.1          Veiligheidsbeleving jongeren

 

Doel is dat jongeren zich veilig voelen op de plekken waar zij komen en op hun weg daar naar toe bijvoorbeeld bij het uitgaan of het deelnemen aan het verkeer.

 

4.2.1     Veilig recreëren zie punt 5.1 tot en met 5.4 van  paragraaf 5 veiligheid en vrije tijd

4.2.2     Veilig Uitgaan zie punt 5.5 van  paragraaf 5 veiligheid en vrije tijd

 

4.2.3     Geweld binnenshuis

Het gezin waarin jongeren opgroeien moet een veilige structuur bieden aan kinderen. Toch zijn er altijd jongeren  die slachtoffer worden van huiselijk geweld of getuige daarvan zijn. Deze jongeren moeten worden opgevangen en moeten hun verhaal kwijt kunnen. Bij de systeemgerichte aanpak van huiselijk geweld is veel aandacht voor de kinderen. Meldingen van kindermishandeling worden opgenomen met het AMK of politie. Bureau Jeugdzorg en het AMK zijn betrokken bij een interventieteam tbv kinderen als toeschouwer (convenant Kindspoor). GGZ-Delfland is een programma gestart tbv kleine kinderen als toeschouwer. Ricardis biedt ambulante hulpverlening in het gezin. Zie ook  2.2

 

4.2.4          Veilige school

Jongeren moeten hun school als veilig ervaren. Daarom is er het project De Veilige School. In dit project wordt de komende periode onder andere aandacht besteed aan

Zoals bijvoorbeeld aandacht voor verkeersveiligheid (brommergedrag leerlingen)

In het voorjaar van 2005 start een onderzoek naar de veiligheidsbeleving van leerlingen en docenten. Op basis daarvan wordt er (afhankelijk van de uitkomsten) voor alle locaties een plan van aanpak veilige school 2006 – 2009 opgesteld. Een nevendoel is dat dit onderzoek en het opstellen van het plan er al toe leidt dat er in het schooljaar 2005-2006 een grotere betrokkenheid van leerlingen en docenten bij het veiligheidsbeleid wordt gerealiseerd.

Jaarlijks wordt per locatie een inventarisatie gemaakt van de belangrijkste punten. Hierover wordt dan een studiedag georganiseerd. Voor 2005 is het thema “Omgaan met groepsvorming binnen en buiten de school en de daaruit voortvloeiende bedreiging en conflicten naar andere leerlingen”

In 2005 zal gezocht worden naar meer samenwerking met het samenwerkingsverband om de gemeenschappelijke doelstellingen beter tot zijn recht te laten komen.

De bovenstaande plannen worden uitgewerkt in een plan van aanpak 2005.

 

Trekker:          Directie van het Stanislascollege

Partners:          Intern: leefbaarheid (veiligheid, jeugd en brede school, VBO)

Extern: politie, Hoofdcoördinatoren veiligheid van de drie scholen voor VO, Onderwijs Advies

 

4.2.5          Kinderen veiliger door Delft 

Kinderen en jongeren moeten op een veilige wijze naar school kunnen gaan en van school naar BSO, sport etc. Ook moeten kinderen eerder zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen als voetganger of fietser.  Daartoe is een groot project opgezet waarbij de coördinatie ligt bij het vakteam mobiliteit. Twee deelprojecten hieruit zijn veilige schoolomgeving en schoolroutes en kindlint. Voor het eerste project zijn 3 scholen benaderd voor een pilot. Vanuit leefbaarheid wordt aan het hele project bijgedragen o.a. in de kosten en contacten met scholen, BSO’s en kinderopvang. Voor acties en doelstellingen zie het project Kinderen veiliger door delft notanummer 416697.

 

Trekker:            Mobiliteit

Partners:          Intern: Wijkzaken, Leefbaarheid (jeugd en brede school, veiligheid, VBO)

Extern: Politie, POV-Zuid-Holland, stadsgewest haaglanden, Onderwijsadvies, 3VO, Octopus

 

4.3       Preventie

 

Doel is om te voorkomen dat jongeren in de criminaliteit terecht komen.

Precies op dit punt van preventie  komen het programma jeugd en brede school en het programma veiligheid zeer dicht tegen elkaar aan. 

Om de doelstelling te realiseren wordt vanuit  preventief oogpunt de afstemming

onderwijs- (jeugd)hulpverlening voor jeugdigen en jongeren gerealiseerd middels een drietal

 ‘eerste-lijns-knooppunten” :

Bij het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten kunnen jongeren tot 23 jaar terecht voor advies en trajectbegeleiding richting onderwijs, werk en hulpverlening. Tevens wordt de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) voor jongeren tot 23 jaar in het jongerenloket uitgevoerd.

De missie van het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten  is

“ Alle jongeren van 16 tot 23 jaar uit Delft op school of aan het werk”.

De gemeentelijke visie met betrekking tot het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten 

wordt gerealiseerd:

-          door intensieve begeleiding, middels integraal casemanagement worden jongeren die dit niet uit zich zelf behalen alsnog begeleid naar een opleiding  die tot startkwalificatie leidt

-          er is maximum inzet op een duurzame plaatsing op een werkplek waarbij het behalen van een startkwalificatie voor werk gaat tenzij een startkwalificatie niet haalbaar is.

-          Jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te halen worden begeleid naar het hoogst haalbare niveau op de arbeidsmarkt, dan wel passende hulpverlening.

-          De uitkeringsverstrekking voor jongeren wordt met ingang van 2005 binnen het Jongerenloket  uitgevoerd.

-          Alle jongeren tussen 16 tot 23 jaar die ondersteuning behoeven in onderwijs/zorg/werk vallen onder de doelgroep.

 

In 2004 zijn in totaal 361 voortijdige schoolverlaters in begeleiding genomen.

Vanaf 2005 worden hierbij de 160 jongeren met een uitkering in begeleiding genomen.


 

 

2002/2003

 

 

2003/2004

 

Uitstroom

aantal

%

 

aantal

%

Onderwijs

        

    135

         

            47%

 

           

      155

           

            43%

Werk

        

      69

          

            24%

 

           

        90

           

            25%

Werken/ leren

          

      42

          

            15%

 

            

        67

           

            18%

Overig (detentie, ziekte, hulpverl.)

 

        

      40

          

            14%

 

          

        49

           

            14%

 

Totaal

          

    235

         

          100%

 

       

       361

           

          100% 

 

Trekker:            Leefbaarheid (jongerenloket RMC Voortijdig Schoolverlaten)

Partners:          intern; Leefbaarheid (jeugd en brede school)

extern: BWD, Scholen (zorgteams, brede school,) Politie, Jeugdzorg

 

 

5. Veiligheid en vrije tijd

Dit is een nieuw hoofdthema dat niet op deze wijze voorkomt in de nota IVB. Het bestaat deels uit projecten die al in de nota IVB staan en deels zijn het nieuwe projecten of projecten die hier goed inpassen.

 

Doel: ervoor zorgen dat de burgers en bezoekers van Delft veilig kunnen recreëren.

 

5.1       Veiligheid recreatiegebied Delftse Hout:

Binnen het platform Delfts Hout (ondernemers en belanghebbenden) en met collega’s is afgesproken dat er een beheerplan Delftse Hout komt. Veiligheid zal hierbij ook een item zijn. De stadstoezichthouders hadden een algemene surveillance taak in de Delftse Hout. Het College dient nog te besluiten of de stadstoezichthouders in 2005 weer een surveillance taak gaan uitvoeren. Verder wordt er in 2005 onderzocht of de Delftse Hout deel kan uitmaken van een regionaal samenwerkingsverband.

 

Trekkers:          IB, Groen en Civiel

Bijdrage van beleidsadviseur integrale veiligheid en participatie van de politie

 

5.2       Veiligheid recreatiegebied/sportpark Kerkpolder

De grond ligt binnen de grenzen van de Gemeente Delft, het Recreatieschap Midden Delfland is eigenaar van de grond  met uitzondering van het zwembad en de 2 sportparken. In het kader van veiligheid is er al intelligente verlichting aangebracht. Op dit moment zijn er geen actuele zaken. Daarnaast wordt er op het grondgebied van Midden-Delfland een groot sportcomplex aangelegd, grenzend aan de Delftse sportparken. In 2005 zal er met de gemeente Midden-Delfland een overleg moeten plaatsvinden over een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid.

 

5.3       Veiligheid en sportparken:

In 1997 heeft een rapportage plaatsgevonden over veiligheid en bereikbaarheid van sportparken. Deze rapportage moet in 2005 geactualiseerd worden waarbij ook de nieuwste inzichten op het gebied van fysieke en sociale veiligheid, o.a. vastgelegd in het Politiekeurmerk Veilig Wonen moeten worden betrokken. In 2005 wordt  gekeken naar Sportpark Brasserskade en sportpark Pauwmolen ivm herinrichting van de openbare weg bij beide parken.

 

Trekker:            Leefbaarheid/mobiliteit (afhankelijk van het onderwerp)

Werkgroep:       mobiliteit, leefbaarheid (veiligheid, welzijn en sport)

 

5.4       Veilig uitgaan

 

5.4.1     Werkgroep veilig uitgaan in de commerciële horeca

In 2004 is de werkgroep veilig uitgaan in de commerciële horeca olv Joost Verhoeff gestart. De werkgroep heeft in 2004 gewerkt aan het herzien van het hoofdstuk “veilig uit” van de horecamap. Deze tekst is nog niet gereed omdat de uitkomsten van een onderzoek (Quick Scan) naar genotmiddelengebruik (zowel alcohol als drugs) onder jongeren in Delft nog verwerkt moeten worden in dit nieuwe hoofdstuk. De afronding van de quick scan wordt voorzien in maart 2005. De in deze werkgroep gemaakte afspraken zullen in 2005 worden vastgelegd, mogelijk  via invoering van de kwaliteitsmeter veilig uitgaan, maar in elk geval door het ondertekenen van een convenant.

Trekker:            vertegenwoordiger namens Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft

Partners:          Intern: TOR, beleid en projecten, leefbaarheid (veiligheid)

                        Extern: politie, brandweer

 

5.4.2     Werkgroep veilig uitgaan in de niet commerciële horeca

In 2005 vindt, binnen het kader van de projectgroep non-commerciële horeca, een evaluatie plaats van de regelhandhaving gericht op alcoholgebruik binnen een aantal niet-commerciële gelegenheden waar met name  jongeren komen. De resultaten van de Quick Scan, zoals hierboven beschreven zullen ook gebruikt worden voor deze werkgroep non commerciële horeca. Doel is, om op basis van de feiten, in 2005 te komen tot een plan van aanpak veilig uitgaan in de  non-commerciële horeca waar alcoholmatiging deel van uit zal maken. Deze werkgroep zal aansluiten bij initiatieven die er al zijn tegen teveel drank in introductie en ontgroeningweken etc.

 

Trekker:            Leefbaarheid

Partners:          Intern: Leefbaarheid (sport, veiligheid), Sportbedrijf, TOR

Extern: Sportraad, Parnassia, Studentenverenigingen, BWD, politie, Scouting, Brandweer

 

6. Wijkveiligheid

 

In Delft is er een aantal projecten gericht op het verbeteren van de veiligheid in de wijken door met name fysieke ingrepen. Doel is dat bewoners veilig en zonder ernstige overlast kunnen wonen, verblijven en rondgaan in hun wijk en in de stad.

 

6.1 Aanpak enge plekken

Per jaar wordt door middel van een bon in de Stadskrant/oproep op de wijkwebs een inventarisatie gemaakt van wat bewoners “enge plekken” noemen. Op basis van de inventarisatie die in 2005 wordt gehouden zullen in 2005 21 plekken nader bekeken worden op basis van het Politiekeurmerk Veilig Wonen of er met beperkte maatregelen op gebied van verlichting of groen  maatregelen kunnen worden genomen waardoor de “engheid” afneemt.

Trekker:            leefbaarheid (veiligheid)

Partners:          Intern wijkzaken, mobiliteit, groen

Extern: politie

 

6.2  (sociale) Veiligheid in herstructureringsprojecten

Het gaat om het op orde houden van een wijk vooruitlopend op en tijdens de herstructureringsprocessen die in de wijk plaats gaan vinden. Veiligheid wordt hierbij betrokken. Het gaat met name om de herstructureringsprocessen in de Poptahof, Bomenwijk en Wippolder.

 

6.3 PKVW

Het PolitieKeurmerk Veilig Wonen® heeft zich in den lande bewezen als instrument voor inbraakpreventie en een sociaal veilige woonomgeving. Met ingang van 1-1-2005 wordt de nadruk meer gelegd op de beginfase van projecten. De gemeentelijke ontwerpers hebben hiertoe een cursus pkvw-ontwerpen gevolgd. Externen worden verplicht in de ontwerpfase de ontwerpen periodiek te (laten) toetsen aan de eisen van het pkvw.

Bij projecten waarvoor het pkvw verplicht is gesteld, kan deze eis alleen worden geschrapt na goedkeuring door B&W.

Bij nieuwbouwprojecten is het op deze wijze goed mogelijk bij de eindoplevering aan de bewoners het certificaat Veilig Wonen te verstrekken, zonder meetbare kostenverhoging. In de bestaande bouw zal dit er toe leiden dat, zonder meerkosten, aan een groter aantal eisen van het pkvw kan worden voldaan dan voorheen.

De resultaten van deze aanpak zijn goed meetbaar in de vorm van wel of niet behaalde certificaten, wat past in de algemene aanpak van het programma integrale veiligheid.

 

Trekker:            Leefbaarheid (veiligheid)

Partners:          Intern: Monumentenzorg en Bouwkwaliteit, Groen, Ingenieursburo, Projecten

 

6.4 Graffitiaanpak

Ongewenste graffiti ontsiert het straatbeeld en draagt bij aan gevoelens van onveiligheid in Delft. Daarom is in de programmabegroting hiervoor aandacht gevraagd. Er is  behoefte aan een systematische en stadsbrede aanpak van deze problematiek. Veiligheidsbeleid en de wijkgerichte aanpak komen hierin bij elkaar.

Het jaar 2005 wordt het jaar waarin contact wordt gelegd met  partners zoals corporaties, NS, Eneco, Connexxion, Halt, TU, Van der Vorm, Casema e.a., en een plan van aanpak wordt gemaakt in samenspraak met de betrokkenen. Daarnaast wordt al een aantal maatregelen genomen en wordt tevens gezocht naar het benodigde budget voor 2006.

 

In het plan van aanpak wordt een voorstel gedaan voor de beste werkwijze op de korte en de lange termijn.

 

Trekker:            Wijkzaken

Partners:          Intern: Civiel, CKE, Reiniging, Leefbaarheid, Vastgoed

Extern: corporaties, NS, Eneco, Connexxion, Halt, TU, Van der Vorm, Casema e.a.

 

6.5 Keurmerk veilig Ondernemen

Eind 2004 is vanuit de winkeliersvereniging In de Hoven een verzoek gedaan aan de gemeente om ondersteuning bij het veiliger maken van het winkelcentrum. Men wil daarvoor het Keurmerk Veilig Ondernemen invoeren. In 2005 zal met ondersteuning van het Hoofdbedrijfschap detailhandel en de Kamer van koophandel hieraan gewerkt worden met als doel het behalen van het certificaat in 2005.

Ook voor de binnenstad wordt, naar aanleiding van een bijeenkomst met ondernemers in december 2004, onderzocht of het mogelijk is om het KVO daar  stapsgewijs in te voeren.

 

Trekker:            Servicecentrum bedrijven of leefbaarheid (veiligheid)

Partners:          Ondernemers, kamer van Koophandel, politie, brandweer

 

6.6 Jong en Oud in de wijk

In zowel de wijken Wippolder als Voorhof  zijn in 2004 onderzoeken gedaan naar de veiligheidsbeleving van ouderen dor de SOD. In 2005 zullen in Vrijenban en nog een wijk deze onderzoeken worden gedaan. Deze onderzoeken zullen leiden tot aanbevelingen waarmee verder kan worden gewerkt. Ook zal de BWD flankerend hieraan in 2005 in het kader van het  project de straat maak jezelf dat gericht is op jongeren in deze wijken initiatieven nemen.

 

Trekker Ouderen en veiligheid:    Stichting Ouderenwerk Delft

Trekker De straat maak jezelf:    Brede Welzijnsorganisatie Delft

 

6.7 Fietsdiefstal

Het thema fietsendiefstal heeft specifieke aandacht nodig. De vraag wat de hot spots zijn met betrekking tot fietsdiefstal in Delft staat centraal. Aan de hand van deze inventarisatie kan dan gekeken worden naar mogelijke te nemen maatregelen. Een en ander wordt opgenomen in het fietsactieplan 2.

 

Trekker:            Mobiliteit

Partners:          intern: Leefbaarheid, TOR

                        Extern: politie Haaglanden

 

7. Stationsgebied

Doelstelling van het project Veilig verkeren op en rond station Delft is:

 

De probleemanalyse van het stationsgebied heeft geleid tot 6 prioriteiten. Per prioriteit is een probleemstelling, aanpak, betrokken partners, tijdspad en doelstelling omschreven.

De prioriteiten zijn:

 

Sedert 1 januari 2005 is de nieuwe APV van kracht. Hierin is het nieuwe regime van stallen van fietsen bij het station opgenomen. Door TOR worden in samenwerking met de Kringloop met regelmaat verkeerd geparkeerde fietsen, weesfietsen en wrakken verwijderd uit het stationsgebeid. In combinatie met het afronden van het bijplaatsen van ruim 200 klemmen medio februari 2005 mag de stallingcapaciteit als voldoende worden beschouwd.

 

Toezicht door politie, TOR en spoorwegpolitie en de investering in goede infrastructurele maatregelen op en rondom het station Delft spelen een belangrijke rol in het voorkomen van misdrijven. Surveillance gericht op (groepen van) personen op en rond het station heeft een merkbaar effect.

 

Op en rondom het stationsgebied vinden verschillende criminele activiteiten plaats: fietsendiefstal, zakkenrollerij, heling, diefstal met geweld, mishandeling en bedreiging en drugshandel. Daarnaast investeert de politie in zowel preventieve als repressieve maatregelen om de criminaliteit daadwerkelijk terug te dringen. Nog steeds wordt er extra geïnvesteerd in alle hierboven genoemde criminaliteitsgebieden teneinde de pakkans en het aantal aanhoudingen te verhogen.

 

Het onderzoek naar de mogelijkheden van cameratoezicht  is begin 2005 afgerond, zodat het in het voorjaar door de commissie kan worden besproken.

 

Naast de aanpak van diverse prioriteiten wordt er vanuit de werkgroep gewerkt aan een handhavingarrangement en beheersplan. Naar verwachting zal het concept voor de zomer van 2005 gereed zijn.

Met de bouw van de spoortunnel in het verschiet lijkt het project Veilig Verkeren op en rond station Delft een nieuwe dimensie te krijgen. Het nu op orde krijgen van diverse prioriteiten maakt dat ten tijde van de planvorming, voorbereiding en feitelijke bouwperiode de uitgangspunten voor schoon, heel en veilig uitgangspunt voor het reizigersgebied kunnen worden gewaarborgd.

 

Trekker:            Politie

Partners:          Intern: TOR, Mobiliteit, Wijkzaken, Programma Veiligheid, Stadsbeheer

Extern: NS, KLPD

 

8.  Oud en Nieuw

Doel: een jaarwisseling zonder al te grote incidenten.

 

Het is in het belang van Delft en haar inwoners dat de oud en nieuw periode zo veilig en prettig mogelijk verloopt. Daarvoor is inmiddels een netwerk en de nodige expertise opgebouwd. Elk jaar is er een stuurgroep onder leiding van de programmanager Integraal

veiligheidsbeleid die een draaiboek opstelt en zorgt voor een doorwerking van dit draaiboek

in de eigen organisatie. Na oud en nieuw vindt een evaluatie plaats waarna het draaiboek weer wordt aangepast.

 

Trekker:            Leefbaarheid (veiligheid)

Partners:          Intern: Wijkzaken, Stadsbeheer, Communicatie, TOR.

Extern: BWD, Politie, Brandweer

 

 

9.  Beheerssituatie dagopvang voor daklozen en verslaafden

Dienstencentrum over de Brug biedt dagopvang en begeleiding aan daklozen en verslaafden. DodB dient tevens als postadres. Een deel van de doelgroep kan voor overlast zorgen. Daarom zijn er afspraken gemaakt over regels en toezicht binnen het pand en rondom het pand.

Binnen het pand geldt een huisregelprotocol. Zo is het verboden drugs en alcohol te gebruiken of te verhandelen en wordt fysieke en verbale agressie gevolgd door een schorsing. Het ACT team van GGZ-Delfland en Parnassia, gericht op outreachende zorg aan zorgmijdende- en overlastgevende verslaafden met psychiatrische problematiek verleent enkele malen per week ter plekke zorg en consultatie.

De overlast rond het pand bestaat voornamelijk uit rondhangen en alcoholgebruik op straat.

Sinds 2004 geldt een alcoholverbod in de omtrek van DodB. De omwonenden zijn hierover schriftelijk geïnformeerd. Er zijn afspraken gemaakt met politie, de wijkcoördinator, TOR en DodB over handhaving hiervan en het tegengaan van andere vormen van overlast op straat (bijvoorbeeld het tegengaan van het dealen van harddrugs in de buurt). De afspraken worden regelmatig geëvalueerd.

Bovengenoemde beheersafspraken blijven van kracht tot de verhuizing naar de nieuwe locatie. In 2005 zal de gemeente in samenspraak met omwonenden, bedrijven, politie, en DodB werken aan een beheerovereenkomst voor de nieuwe locatie van het dienstencentrum aan de Surinamestraat 1.

 

Trekker:            Beleid en projecten (gemeente)

Partners:          Dienstencentrum over de Brug, Politie, Wijkcoördinator, TOR.

 

 

 

III Mogelijke ontwikkelingen in 2005

 

IV Personele inzet


Om het programma veiligheid te kunnen uitvoeren is er het volgende beschikbaar aan personele inzet vanuit leefbaarheid:

 

 

Daarnaast is er ondersteuning aan het programma elders uit de gemeente te weten beleidsadviseurs, handhavingsregisseur en projectleiders.

Tenslotte zijn er in dit programma een drietal externe projectleiders en andere externe adviseurs betrokken.

 

 

V Financiën 2005 verdeling nog indicatief:

Voor 2005 en volgende jaren is als nieuw beleid structureel €100.000,- en met het bestaande budget 2005 van €54.000,- is er totaal €154.000,- beschikbaar voor veiligheid.

 

Daarnaast is er geoormerkt geld voor:

Halt : €23.690,-

Slachtofferzorg: € 31.612,-

Activiteiten week tussen Kerst en Oud en Nieuw BWD: € 15.197,-

 

Incidenteel beleid 2005 programmabegroting:

Maatschappelijk herstel Veelplegers/verslaafden € 25.000,-

Graffiti aanpak € 25.000

 

 

Bestedingsplan 2005, indicatief

 

Onderwerp

Uitgaven 2004

Budget 2005, incl incidenteel beleid (maatschappelijk herstel veelplegers en graffitiaanpak

Veiligheid en vrije tijd

-

20.000

Alcoholmatiging

19.000 (onderzoek)

en 4200

7.000

Veelplegers

-

25.000 (nieuw beleid)

Veilige school

17.100

17.500 en 15.000 (dit laatste bedrag mits scholen VO tezamen € 12.000 investeren)

Enge plekken

22.233

25.000

Herstructurering poptahof (PKVW)

8.000

-

Graffitibeleid

-

15.000 en 25.000 (nieuw beleid)

KVO

3000

5.000

Stationsgebied

12.500

7.000

Oud en nieuw

28.000

28.000

Kleinere projecten/onvoorzien

10.000

14.500

totaal

124.000

204.000

 

 

Voor Kinderen veiliger door Delft is vanuit leefbaarheid sociaal beleid een bijdrage toegezegd van € 12.500 (helft in 2004 en helft in 2005)

Ook is vanuit andere budgetten structureel € 50.000 beschikbaar voor de ambulant jongerenwerkers in het interventieteam, incidenteel € 336.135,- excl. BTW voor cameratoezicht. De handhavingsuren op het station staan op begroting TOR.

Voor Geweld binnenshuis loopt de financiering via beleid en projecten.