In 2004 is binnen
de Gemeente Delft voor het eerst een jaarlijks handhavingprogramma verschenen.
Van een - globaal gesteld - meer reactieve manier van handhaven, is gekozen
voor een meer pro-actieve manier, die ook landelijk bekend staat onder de
noemer “programmatisch handhaven”. Een van de middelen om hier daadwerkelijk
invulling aan te geven, was het aanstellen van een handhavingregisseur medio
2003. Tegelijkertijd werd medio 2003 gestart met het project
“Professionalisering van de Handhaving”. Dit project (zie verder hieronder)
levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteitsontwikkeling van
handhavingstaken.
Op landelijk niveau
is sinds enige jaren expliciete aandacht voor het onderwerp “handhaving”. Dit
komt onder meer tot uitdrukking in het Programma “Handhaven op niveau” van het
Ministerie van Justitie. Daarnaast staat het onderwerp hoog op de agenda van
het ministerie van VROM, onder andere door middel van het project
Professionalisering van de Handhaving m.b.t. Milieutoezicht (kwaliteitscriteria
geldig per 1.1.2005), en ten aanzien van Bouw- en Woningtoezicht onder meer
door middel van het werken met handhavingsbeleidsplannen. Binnen verschillende
gemeenten zijn inmiddels
handhavingsregisseurs (of soortgelijke functionarissen) aangesteld, die
tot taak hebben de handhavingstaken meer programmatisch te benaderen, of is met
bezig met integratie van handhavingstaken. Op lokaal niveau is daarbij de
politie een onmisbare partner, in samenspraak waarmee – ook in het lokale
driehoeksoverleg – prioriteiten kunnen worden gesteld. Daarnaast is afstemming
over taakverdeling – ook vanuit de discussie over kerntaken van de politie –
van belang.
Ook in
maatschappelijk opzicht is zichtbaar dat het tij de afgelopen jaren aan het
keren is van een zekere gedoogcultuur, naar een cultuur waarin meer aandacht is
voor handhaving van wet- en regelgeving om veiligheid en leefbaarheid te
verhogen.
Handhaving is voor
de Gemeente Delft een belangrijk issue: waar regels worden gesteld die
democratisch tot stand zijn gekomen, is naleving daarvan ook van groot belang.
Duidelijke spelregels en een duidelijke stellingname scheppen bovendien
helderheid voor burgers, bedrijven en instellingen: men weet waar men aan toe is.
Daarbij is ook “maatwerk” van belang. Soms is communicatie en voorlichting bij
uitstek een middel om naleving van regelgeving te bevorderen, soms is
preventief optreden in de zin van zichtbaarheid op straat of directe controle
van afgegeven vergunningen het meest effectief. Ten aanzien van geconstateerde
overtredingen zal handhavend worden opgetreden. In de handhavingstaken maken we
keuzes: niet alle regelgeving kan continue worden gehandhaafd. We gaan na welke
prioriteiten wenselijk zijn, voor wie en waarom dat zo is. Daarbij is vaak een
risico-afweging aan de orde (bijvoorbeeld in geval van fysieke veiligheid),
maar het verhogen van de leefbaarheid en sociale veiligheid binnen de stad en
het tegemoet treden van ergernissen bij burgers (zoals hondenpoep en afval), is
evenzeer van belang. Door middel van de 3-jaarlijkse handhavingsbeleidsplannen
en het jaarlijkse handhavingsprogramma worden deze keuzes zichtbaar gemaakt en
kan op basis daarvan verantwoording worden afgelegd. Het resultaat van deze
aanpak moet (uiteindelijk) onder meer tot uitdrukking komen in afname van het
aantal klachten, van het aantal problemen, van het aantal overtredingen en een
verhoging van het gevoel van veiligheid en leefbaarheid binnen de Gemeente
Delft.
Door het meer
programmatisch handhaven komt meer nadruk te liggen op de stappen
plan-do-check-act. De volgende stukken zijn tot nog toe tot stand gebracht:
·
Het
handhavingprogramma (jaarlijks; voor het eerst in 2004);
·
De
handhavingbeleidsplannen van de verschillende vakdisciplines (3-jaarlijks). De
eerste plannen (Bouw- en Woningtoezicht, Bodem (onderdeel Milieu),
Milieutoezicht en Gebruiksvergunningen) zijn in juli 2004 door het college
vastgesteld. In 2005 wordt ook voor de openbare ruimte een dergelijk
handhavingsbeleidsplan tot stand gebracht.
De 3-jaarlijkse
beleidsplannen vormen de basis voor het jaarlijkse handhavingprogramma, waarin
een concrete vertaling plaatsvindt van de prioriteiten in termen van
doelstellingen. Ook wordt aandacht besteed aan hetgeen in de voorafgaande
periode is bereikt.
Het
handhavingprogramma 2004 had uitsluitend betrekking op het gebied Gebouw en
Gebruik, dat wil zeggen handhavingstaken die betrekking hebben op fysieke
veiligheid en bouw en gebruik in overeenstemming met de planologische en
milieubeleidskaders. In het programma van 2005 is ook het onderdeel Openbare
Ruimte opgenomen, waarin de nadruk ligt op sociale veiligheid en op de
leefbaarheid in de stad.
In het
handhavingprogramma 2005 zijn de volgende zaken opgenomen:
-
een evaluatie
van het voorafgaande jaar;
-
een planning
voor 2005;
-
de
nalevingstrategie die we hanteren bij het verhogen van het nalevinggedrag;
-
de capaciteit
die wordt ingezet op de geplande handhavingstaken;
-
integrale
aanpak;
-
samenwerking
met externe partners;
-
aandachtspunten.
Op dit moment telt het ministerie van VROM zo’n 400 verschillende
regelingen, bestaande uit wetten, algemene maatregelen van bestuur en
ministeriële regelingen. VROM wil dat aantal de komende vier jaar flink
reduceren en verbeteren. Dit proces staat bekend als de modernisering van de
VROM-regelgeving (voorheen 'herijking'). Ook vermeldenswaard is de komst van de
zgn. VROM-vergunning, waarin de minister de beschikkingen wil integreren, die
vereist zijn wanneer een burger of bedrijf een ‘fysiek object’ wil gaan slopen,
(ver)bouwen, oprichten, aanleggen en/of gebruiken. De minister wil in 2006 een
wetsontwerp indienen en de VROM-vergunning in 2007 introduceren.
Digitale
bouwaanvraag
Verder worden op diverse
fronten mogelijkheden verkend voor een digitale aanvraag van bouwvergunningen.
De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland is bezig met het project
Centrale server bouwaanvragen. Via deze server is het mogelijk aanvragen voor
een vergunning in te dienen en statusinformatie over de aanvragen weer te
geven. Ook werkt deze vereniging aan landelijke protocollen voor toetsing en toezicht,
waarbij ICT een belangrijk hulpmiddel is of kan zijn.
Het ministerie van VROM draagt zelf op verschillende manieren bij aan digitale
informatieverstrekking over de bouwregelgeving. Zo zijn er de
bouwvergunningen-on-line: via de VROM-website kan in enkele stappen worden
bepaald of wel of geen bouwvergunning nodig is. Ook heeft VROM op 11 november
2004 de digitale kennisbank BWTinfo gelanceerd, die door genoemde
vereniging wordt beheerd.
Eenvoudiger
milieuregels
Op 29 oktober 2004 is de Tijdelijke vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit
gepubliceerd. De vrijstellingsregeling leidt ertoe dat de lasten die voor de
overheden en het bedrijfsleven voortvloeien uit het Bouwstoffenbesluit dalen.
Eén dezer dagen (n.b.: stand van zaken december 2004) stuurt staatssecretaris
Van Geel een brief naar gemeenten en provincies met het verzoek om bij
verlening van milieuvergunningen en het toepassen van de algemene milieuregels
terughoudend te zijn met nadere eisen. De staatssecretaris verzoekt gemeenten
ook zoveel mogelijk standaardformulieren te gebruiken. In de brief vraagt hij
verder om bij onderzoeks- en rapportageverplichtingen voor het bedrijfsleven te
zorgen voor een goede communicatie over nut en noodzaak hiervan.
2.2 Bestuurlijke boete
Het Wetsvoorstel bestuurlijke boete kleine ergernissen ligt momenteel
ter advies bij de Raad van State en zal in ieder geval niet vóór 1-1-2006 in werking
treden. Het Wetsvoorstel bestuurlijke boete parkeren bevindt zich overigens in
hetzelfde stadium van besluitvorming.
In tegenstelling tot de “Wet bestuurlijke
boete parkeren en stilstaan”, welke wet de gemeente zal moeten invoeren,
bestaat er ten aanzien van de zogenoemde kleine ergernissen straks de keuze
om deze al dan niet met een bestuurlijke boete af te gaan doen. Daarbij kan
niet worden gekozen welke ergernissen wel/niet met een boete zullen worden
afgedaan. Als wordt gekozen voor toepassing van de bestuurlijke boete bij
kleine ergernissen, geldt deze keuze (automatisch) voor de hele lijst van
kleine ergernissen, zoals deze in een Algemene maatregel van bestuur zullen
worden vastgesteld. Wel kunnen overigens prioriteiten worden aangebracht. Deze
AMvB is in de maak en zal tegelijk met de nieuwe wet in werking treden.
Door de Wet bestuurlijke boete kleine ergernissen wordt het mogelijk,
naast reeds bestaande bestuurlijke maatregelen met reparatoir karakter
(bestuursdwang, dwangsom), een boete (punitief karakter) op te leggen voor een
aantal kleine ergernissen, welke op dit moment strafrechtelijk worden afgedaan.
De bestuursrechtelijke boete
kan door het bestuursorgaan zelf worden opgelegd, zonder tussenkomst van een
rechter. Over het onderwerpen bestuurlijke boete zal een aparte notitie worden
gemaakt.
2.3 Buitengewoon
Opsporings Ambtenaar (BOA)
De
reinigingsinspecteur en de controleurs Openbare Ruimte hebben een BOA
bevoegdheid. Vanaf 2006 is artikel 8 van de Politiewet van toepassing voor
diegenen die art. 8 op de akte vermeld hebben staan, en zullen de betreffende
gemeentelijke BOA’s per die datum een cursus geweldsbeheersing gevolgd moeten
hebben en een verplichte theorie- en praktijktoets met goed gevolg afgelegd
moeten hebben.
De andere
vakdisciplines beschikken niet over eigen BOA-bevoegdheden. Zonodig - en in
afstemming met de politie in het licht van gestelde prioriteiten en kerntaken - coördineren zij hun bestuursrechtelijk optreden,
gericht op het ongedaan maken van de overtreding, met (specialisten binnen) het
korps Politie Haaglanden voor de strafrechtelijke component. Wanneer de
bestuurlijke boete een feit is kan het echter noodzakelijk zijn toch eigen
BOA’s aan te stellen als het instrument bestuurlijke boete voor zgn. “kleine
ergernissen” binnen deze vakdisciplines doeltreffende toepassingsmogelijkheden
zou bieden.
In 2004 is een
fundamentele start gemaakt met het beter en op een andere manier op de kaart
zetten van handhavingstaken teneinde de naleving van wet- en regelgeving te
bevorderen. Dit is zichtbaar op de volgende punten:
1.a Handhavingorganisatie
In dit proces van
professionalisering en programmatisch handhaven staan we nog redelijk aan het
begin. In 2004 zijn de volgende voorwaardenscheppende en kaderstellende stukken
tot stand gebracht:
-
het eerste
handhavingsprogramma (2004) is tot stand gekomen;
-
de
werkprocessen van de kolom Gebouw en Gebruik zijn beschreven en overige
relevante zaken in het kader van het project Professionalisering van de
handhaving;
-
voor de kolom
Gebouw en Gebruik zijn handhavingsbeleidsplannen opgesteld (juli 2004),
-
er is een
kadernota Nalevingsstrategie tot stand gekomen (december 2004).
Voorts is gewerkt
aan onderstaande activiteiten:
Per 1 januari 2005 moeten de vakteams Milieutoezicht en Milieu (het
laatste alleen met betrekking tot het onderdeel Bodem) voldoen aan een set
kwaliteitscriteria, samengesteld onder andere door de provincie en door VROM.
In de tweede helft van 2003, maar met name gedurende het gehele jaar 2004 is
veel aandacht besteed aan dit project. De handhavingregisseur fungeerde vanaf
begin 2004 als projectleider. Het project als zodanig is eind december 2004
afgerond en de externe audit (februari 2005) met betrekking tot Milieutoezicht
en Bodem wordt met vertrouwen tegemoet gezien. Een aantal van de activiteiten
die binnen het project zijn opgestart, worden verder door de
lijnverantwoordelijken overgenomen.
2.
Openbare
Ruimte
In de tweede helft
van 2004 is onder aansturing van de handhavingregisseur, een start gemaakt met
het structureren van de handhavingstaken Openbare Ruimte en het opnieuw bezien
van de betreffende nalevingstrategieën. De huidige bestuurlijke prioriteiten
worden alvast opgenomen in dit handhavingprogramma.
3.
Stuurgroep
Professionalisering van de Handhaving – Programmatisch Handhaven
Eind 2004 is de
stuurgroep ppHH wegens het beëindigen van het project ppHH, omgevormd tot de
stuurgroep Programmatisch Handhaven. Daarmee is ook de samenstelling van de
stuurgroep gewijzigd. Voorzitter is de burgemeester, voorts zijn daarin
vertegenwoordigd de wethouders Baljé en Torenstra, alsmede een
vertegenwoordiger van de politie.
4.
Ambtelijk
horeca overleg
Sinds 1 januari
2004 staat het ambtelijk horeca overleg onder leiding van de
handhavingregisseur. In dit overleg waarin verschillende disciplines zijn
vertegenwoordigd, vindt afstemming plaats en worden afspraken gemaakt m.b.t.
vergunningverlening en handhaving. Afgesproken is het zogenaamde vooroverleg
met ondernemers anders te structureren; met aandacht voor het verduidelijken
van de (vele) regelgeving in de horeca.
5.
Integrale
horeca controles
Voor eind 2004
stonden 2 ronden integrale horeca controles gepland (met in totaal rond de 24
bedrijven) bij bedrijven op de Markt. Deze hebben primair tot doel de controle
van de regelgeving dusdanig vorm te geven dat de belasting
voor de ondernemer teruggedrongen wordt. In
november en december zijn daarvan 12 bedrijven aan de Markt gecontroleerd. De
voorgenomen planning voor december kon door omstandigheden niet worden
gerealiseerd. Over de gehouden controles zal een aparte evaluatie verschijnen.
Het proces integrale horeca controle is onder aansturing van de
handhavingsregisseur verder geprofessionaliseerd en gestandaardiseerd; er zijn
verschillende checklisten gemaakt voor de controles, alsmede standaardbrieven.
Wel moet een hernieuwde afweging plaatsvinden over de inzet van de
verschillende vakteams en de relatie met de prioriteiten vanuit de
vakdisciplines.
1.b Beleidsmatige
zaken
1.
Nota
Nalevingstrategie
In het kader van
het project Professionalisering van de Handhaving (ppHH) was vereist dat een
nota Nalevingstrategie tot stand kwam. Naleving heeft betrekking op preventieve
en repressieve handhaving, maar ook op voorlichting en communicatie. Gezien de
aard van het stuk is besloten een kadernota te maken, die van toepassing is op
alle handhavingstaken van de gemeente Delft. Bedoeling van de nota is
duidelijkheid te scheppen in de vraag hoe de gemeente Delft naleving van
regelgeving wil bevorderen. Concrete invulling hiervan, vindt onder meer plaats
in dit handhavingprogramma. Naast genoemde nota, zijn ook de in het verleden
vastgestelde nota’s Handhavinginstrumentarium (2002) en Handhavingsbeleid
bestemmingsplannen (2002) nog steeds van kracht.
2.
Relevante
gemeentelijke regelgeving
In 2004 is door een
projectgroep, onder leiding van de handhavingregisseur, gewerkt aan
actualisering van de gehele APV. De APV is een gemeentelijke verordening, die
van groot belang is – gezien de verscheidenheid van onderwerpen die daarin is
geregeld – voor de leefbaarheid en de veiligheid in de stad. Uiteraard speelt
handhaving van de regelgeving daarbij een belangrijke rol. Daarbij is de aanpak
van problemen die in de stad leven door middel van APV bepalingen een
belangrijke invalshoek.
Medio 2004 is het
nieuwe gevelreclamebeleid tot stand gekomen en eveneens vastgesteld in de
raadsvergadering van november. Uitgangspunt daarbij was dat de eisen zijn
opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota. Er wordt niet meer met
vergunningen gewerkt; gevelreclames dienen te voldoen aan de eisen van
welstand. In de beleidsstukken is een aparte paragraaf over handhaving
opgenomen. Kern daarvan is dat handhaving plaatsvindt ten aanzien van die
reclames die niet voldoen aan de welstandseisen. 1x per jaar zal daartoe een
inventarisatie worden gemaakt. Met betrekking tot reclames die al voor 1
januari 2005 zijn bevestigd geldt een aparte handhavingstrategie.
In 2004 is de
concept afvalstoffenverordening tot stand gekomen; voorheen was dit onderwerp
geregeld in de APV. De nieuwe verordening wordt in januari 2005 in de
collegevergadering behandeld.
3.
Handhaafbaarheidstoets
Aan het voornemen
om regels expliciet te toetsen op handhaafbaarheid is gewerkt in het kader van
het project APV en gevelreclame. Door de Gemeente Eindhoven is inmiddels een
handhaafbaarheids- toets ontwikkeld, die kan worden gebruikt door andere
gemeenten. Overigens moet wel worden aangetekend, dat soms regelgeving nodig
is, om in te kúnnen grijpen alleen wanneer dat gewenst is.
Geplande
handhavingstaken 2004
Activiteit |
Aantal
controles/producten |
Waarvan |
Aantal
bedrijven |
Integrale
controle[2]
|
200 |
BRZO
bedrijven |
2 |
|
|
LPG stations |
3 |
|
|
Gevaarlijke
stoffen >250 kg |
26 |
Klachten horeca |
50 |
|
|
Klachten overig |
25 |
|
·
Het geplande
aantal integrale controles (=preventieve complete milieucontroles) is
uitgevoerd.
·
De voorgenomen
controles bij LPG-tankstations en bij bedrijven met meer dan 250 kg gevaarlijke
stoffen zijn gerealiseerd.
·
Inmiddels zijn
er in de gemeente Delft geen bedrijven meer waar het BRZO (Besluit Risico Zware
Ongevallen) van toepassing is en waar het bevoegd gezag voor het milieutoezicht
bij de gemeente Delft berust[3].
(Bedrijfsactiviteiten van Asepta zijn geheel en van v.d. Helm gedeeltelijk
gestopt) De BRZO-controles konden dus niet worden gerealiseerd.
·
De controle en
voorlichting met betrekking tot het nieuwe Vuurwerkbesluit heeft tot een
teruggang van het aantal verkooppunten (van 12 naar 3) geleid.
·
De uitvoering
van de piketregeling geluidsmeting heeft dit jaar weer tot nieuwe
handhaving-beschikkingen geleid. Het lukte echter niet om alle meldingen te
registreren en bij alle van toepassing zijnde meldingen ook daadwerkelijk
geluidsmetingen te laten plaatsvinden. Met
betrekking tot de registratie van geluidsklachten wordt in 2005 onderzocht of
melding door burgers direct via internet kan plaatsvinden.
·
Afgelopen jaar
zijn in het bijzonder de nieuwe horeca ondernemers intensief voorgelicht over
de milieuregels. Het is echter nog niet tot een branchegewijze voorlichting met
betrekking tot de geluidsvoorschriften gekomen. Wel is een
voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd gericht op (horeca-)ondernemers in de
Binnenstad n.a.v. een aantal optredens wegens geluidsoverlast.
In 2004 is wegens
ziekte en vacatures, die vanwege de op handen zijnde fusie niet konden worden
ingevuld, een nog grotere onderbezetting ontstaan bij de afdeling preventie dan
er reeds bestond. Daardoor was er geen sprake meer van een volledige fte die
ingezet kon worden voor handhaving. De beschikbare capaciteit ingezet op de
volgende handhavingstaken:
·
Gebruiksvergunningen
(bouwwerken); in het bijzonder kinderdagverblijven
·
Tijdelijke
gebruiksvergunningen (evenementen)
·
Brandveiligheidscontrole
feestdagen
·
Integrale
vuurwerkcontrole
·
Brandveiligheidscontroles
algemeen (reactief)
·
BRZO-inspectie
(integrale 3-daagse inspectie met Provincie Zuid-Holland en arbeidsinspectie)
In onderstaand
schema is aangegeven welke prioriteiten uit het handhavingsprogramma 2004 al
dan niet zijn uitgevoerd. (n.b. de BRZO-inspectie was niet in het
handhavingsprogramma 2004 opgenomen).
Totaal aantal
voorgenomen controles |
Waarvan |
Aantal |
Opmerkingen |
Bouwwerken |
Zorginstellingen |
17 |
Niet uitgevoerd |
|
Kinderdagverblijven
|
91 |
Uitgevoerd |
|
Schoolgebouwen |
40 |
Niet uitgevoerd |
Tijdelijke
gebruiksvergunningen |
Evenementen |
20 |
Uitgevoerd |
Vuurwerkcontrole |
Verkooppunten |
3 |
Uitgevoerd |
Feestdagen |
Grootwinkelbedrijven |
15 |
Uitgevoerd |
Horeca |
Brandveiligheidscontroles |
10 |
Niet uitgevoerd |
Zelfcontrole
door ondernemers
In het
handhavingprogramma 2004 was opgenomen dat in plaats van jaarlijkse of
tweejaarlijkse controles door de brandweer, een zelfcontrolesysteem zou worden
ontwikkeld. De ontwikkeling van dit systeem heeft gezien de beperkte capaciteit
bij de brandweer en de fusievoorbereidingen, enige vertraging opgelopen. Op dit
moment loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden van zo’n
zelfcontrolesysteem. Uit dit onderzoek komt naar voren dat zelfcontrole een
goed middel is om ondernemers ondersteuning te bieden bij hun
verantwoordelijkheid voor de veiligheid in hun onderneming, maar dat het niet
de controle en handhaving door de brandweer kan vervangen. Wel kunnen
ondernemers ondersteund worden met checklists voor zelfcontrole, bijvoorbeeld
via het internet. Dit zal in 2005 nader worden uitgewerkt.
Handhaving vond, net als in de voorgaande jaren, vooral reactief plaats.
Binnen de huidige bezetting is het niet mogelijk gebleken om pro-actief
(preventief) te kunnen handhaven uitgezonderd de integrale activiteiten van de
horecacontrole en vuurwerkopslag, en in het kader van klachten die mondeling of
schriftelijk worden geuit. Door de vaststelling van het handhavingsbeleidsplan
BWT medio 2004 kon vanaf dat moment de capaciteit meer gericht worden ingezet
op de aangegeven prioriteiten. Medio september 2004 is gestart met een pilot
“eenduidige benadering van de handhaving” binnen BWT en MBK. Voor alle
handhavingstaken zijn werkprocessen beschreven en aan de implementatie wordt de nodige aandacht gegeven.
Handhavingstaken
2004 |
|
Planning
aantallen 2004 |
Realisatie
aantallen 2004 |
Urenbesteding 2004 |
Preventief |
Toezicht
vergunningen |
460 |
446 |
3950 |
Repressief |
Constateringen |
120 |
108 |
|
|
Bouwen strijdig
met de vergunning |
|
15 |
50 |
|
Bouwen zonder
vergunning |
|
39 |
750 |
|
Strijdig met
reclamevergunning |
|
2 |
|
|
Strijdig gebruik |
|
10 |
589 |
|
Aanschrijving
ex art. 14 WW |
|
6 |
60 |
|
Dwangsommen |
|
7 |
nb |
Totalen
Repressief |
|
120 |
108 |
|
Zoals uit
bovenstaande tabel blijkt, is het aantal geplande controles in 2004 nagenoeg
gerealiseerd. Relatief veel aandacht is er gegaan naar de handhaving van het
voormalig Xotus-terrein.
Hoofdstuk 3 Algemene onderwerpen in 2005
Zoals in de
inleiding aangegeven wordt een aparte notitie gemaakt over de inzet van de
bestuurlijke boete binnen de gemeente; overigens onder voorbehoud van voortgang
in de behandeling van het wetsvoorstel.
Expliciete aandacht
voor handhaafbaarheid van regelgeving is gewenst, en met name nieuwe
regelgeving. Dit voorkomt dat op lokaal niveau regels worden gesteld die niet
of nauwelijks te handhaven zijn. Daartoe wordt – als proef in 2005 - gebruik
gemaakt van de handhaafbaarheidtoets die is ontwikkeld bij de gemeente
Eindhoven.
Handhaving is niet
echt een populair onderwerp, ondanks de waardering voor een leefbare en veilige
samenleving. In 2005 wordt expliciet aandacht besteed aan het (verbreden van
het) politiek maatschappelijke draagvlak voor handhaving.
Onder meer ten
behoeve van het definiëren van SMART-doelstellingen bij handhaving, het
vaststellen van prioriteiten en het afleggen van verantwoording zijn meer
kwantitatieve gegevens nodig. Deze worden in 2005 verder ontwikkeld.
Door de in het
kader van het project ppHH aangebrachte – en ook als uitgangspunt benoemde - scheiding
tussen vergunningverlening en handhaving, wordt steeds duidelijker dat
handhaven een vak is. Binnen de organisatie zal dan ook door het management
aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van competenties van de handhavers.
3.8 Stadstoezichthouders
Met betrekking tot
stadstoezichthouders, althans waar het de I/D banen betreft, bestaat een
duidelijk knelpunt. Hoewel er formatie beschikbaar is (14,0 fte) sluit het
aanname beleid van de gemeente Delft op de I/D banen niet aan op de minimale functie-eisen van stadstoezichthouders. In
2005 zal hier nadere besluitvorming op moeten plaatsvinden. In dit
Handhavingprogramma gaan we uit van een maximaal beschikbare capaciteit van 3,8
fte in 2005. Dit kan mogelijk gedurende het jaar verminderen.
Bij het onderdeel
Gebouw en Gebruik zijn handhavingstaken van de volgende vakteams betrokken:
a.
Milieutoezicht
b.
Milieu,
onderdeel Bodem
c.
Brandweer,
m.b.t. gebruiksvergunningen
d.
Bouw- en
woningtoezicht
e.
Monumentenzorg
en bouwkwaliteit
f.
Vergunningen
en ontheffingen TOR, m.b.t. horeca-exploitatievergunningen
In het
Handhavingprogramma 2004 is per vakgebied een korte schets gegeven van de
verschillende disciplines en de handhavingstaken die daarbij aan de orde zijn.
In juli 2004 zijn door het college de onderliggende handhavingbeleidsplannen
van de afzonderlijke vakdisciplines vastgesteld. In deze beleidsplannen zijn
keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld; deze prioriteiten komen hieronder in de
vorm van concrete doelstellingen voor het jaar 2005 aan de orde.
4a Milieutoezicht
De prioriteiten
voor 2005 zien er als volgt uit:
·
externe
veiligheid; bescherming van
burgers en bedrijven tegen gevolgen van calamiteiten; specifiek gaat het hier
om het beperken van risico’s als gevolg van activiteiten van bedrijven,
doelstelling is het naleefgedrag van bedrijven waar externe veiligheid een rol
speelt te verhogen;
·
naleving
van (hinder)voorschriften;
bedrijven dienen altijd de milieuvoorschriften na te leven, algemeen doel is
het verbeteren van het naleefgedrag. Een bedrijf waar al eerder een overtreding
is geconstateerd staat hoger op de lijst van controles dan een bedrijf waar
geen overtredingen zijn geconstateerd.
·
thema’s
verruimde reikwijdte;
algemene doelstelling is het realiseren van: energiebesparing,
drinkwaterbesparing, grondstoffenbesparing en afname van (de gevolgen van) aan-
en afvoerbewegingen. Daarnaast worden nog overige thema’s onderscheiden, zoals
lucht, afvalwater, bodem, geluid, afval.
Daarnaast zal er in
2005 bijzondere aandacht zijn voor ondergrondse tanks en voor inventariserende
controles (controleren of alle milieurelevante bedrijven wel bekend zijn).
Toepassing van deze
prioriteiten levert de volgende aantallen preventieve controles:
Aanleiding |
Categorie |
Punten |
Bezoeks-Frequentie |
Aantal
bedrijven *1) |
Aantal
controles 2005 |
Toelichting |
Nieuwe
ondernemer/ oplevercontrole |
B t/m E |
0 t/m 200 |
NVT |
NVT |
50 |
Controles met
voorlichting als belangrijke nevendoelstelling |
Gepland volgens
puntensystematiek |
A |
>200 |
2 |
4- |
Het betreft
alleen 2 tankstations met LPG in een woonomgeving. Door saneringen in 2005
zijn er geen BRZO bedrijven meer in Delft[4] |
|
Gepland volgens
puntensystematiek |
B |
100 t/m 200 |
1 |
50 |
50 |
Belangrijk
milieurisico, waar onder externe veiligheid |
Gepland volgens
puntensystematiek |
C |
50 t/m 100 |
0,5 |
100 |
50 |
Verhoogd
milieurisico |
Gepland volgens
puntensystematiek |
D |
30 t/m 50 |
0,25 |
280 |
70 |
Gemiddeld
milieurisico |
Gepland volgens
puntensystematiek |
E |
0 t/m 30 |
0 |
995 |
0 |
Gering
milieurisico |
Totaal |
|
|
|
1425 |
220 |
|
*1) Peildatum
1-10-03!!
Naast bovenstaande
controles zal in 2005 een thema gerichte voorlichting plaatsvinden om het
naleven van geluidsvoorschriften bij horecabedrijven te bevorderen. Voorts
vindt voorlichting plaats over energiebesparing richting bedrijven die veel
energie verbruiken.Voor Milieutoezicht en Bodem is een landelijke
handhavingstrategie van kracht; daarnaast geldt voor het gewest Haaglanden een
nalevingstrategie.
Binnen het vakteam
milieutoezicht is in 2005 voor uitvoering van het totaal van de
handhavingstaken 5300 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 5
milieu-inspecteurs handhaving.
Het bedrijvenparkje
naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed bezoeken samen met
medewerkers BWT.
·
De
samenwerking met de politie zal veranderen door de oprichting van een regionaal
milieuteam bij de politie.
·
Voor
uitvoering van de piketregeling geluidsmeting blijft lokale ondersteuning door
de politie noodzakelijk.
·
Reguliere
samenwerking (met politie) bij controles van bedrijven met gevaarlijke stoffen
en bij nacontroles.
·
Deelname aan
de jaarlijkse handhavingestafette op initiatief van de Provincie Zuid-Holland,
met ondersteuning door het stadsgewest Haaglanden; in hoeverre daarbij concrete
samenwerking met externe partners aan de orde is hangt vooral af van het thema
van de estafette.
·
In overleg en
afstemming met de politie regelmatige evaluatie van de piketregeling
geluidsmeting.
·
Branchegewijze
preventieve voorlichting.
4b Milieu,
onderdeel Bodem
Medio 2004 is het
Handhavingbeleidsplan Bodem vastgesteld. Op basis van dit plan is
de volgende
prioritering vastgesteld:
1. Illegale grondstortingen buiten inrichtingen
(zie onder onderdeel Openbare Ruimte)
2. Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT),
oude tanks
3. Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en
puingranulaat)
4. Grondtransport
5. Saneringen (naast rol provincie)
De eerste drie prioriteiten zijn in 2005 het
belangrijkst. De laatste twee hebben een lagere prioriteit. Opgemerkt moet
worden dat het Bouwstoffenbesluit en Vrijstellingsregeling Grondverzet tot de
reguliere taken behoren. De overige genoemde prioriteiten vormen hierop een
uitzondering. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het Handhavingbeleidsplan
voor Bodem. De door het Landelijk Overleg Milieuzaken (LOM) aangegeven
prioriteit “asbest” wordt actief
meegenomen in het Bouwstoffenbesluit.
Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks
In 2005 moeten alle oude particuliere- en een deel
van de bedrijventanks welke nog niet voldoen aan het BOOT 1998 alsnog voldoen
aan dit besluit. De verwachting is dat het gaat om circa 15 particuliere tanks
en een onbekend aantal bedrijventanks. In het verleden zijn verschillende Actie
Tankslagen georganiseerd door de gemeente Delft. Hierbij zijn de
handhavinggevallen blijven liggen. Middels deze actie wordt gestreefd om ook
deze tanks te laten voldoen aan de regelgeving.
Gezien het hier om een eenmalige actie gaat, wordt
deze activiteit in 2005 projectmatig aangepakt. In samenwerking tussen de
vakteams Milieutoezicht en Milieu zullen de oude tanks, die niet voldoen,
worden aangepakt. Hiertoe zal een plan van aanpak worden opgesteld.
Op jaarbasis worden ongeveer circa oude 5 tanks
gesaneerd, dit is een inschatting omdat niet alle tanks bij de gemeente bekend
zijn. Het gaat hier om niet conform BOOT gesaneerde en niet gesaneerde tanks.
De verwachting is dat na de bovengenoemde actie, dit aantal zal dalen. Er moet
rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat ook na deze actie onbekende
tanks alsnog “boven water” komen.
Activiteit |
Aantal |
Verantwoordelijk vakteam |
Controles
BOOT particulieren regulier |
5 |
Milieu |
Controles
BOOT particulieren project |
15 |
Milieu |
Controles BOOT bedrijven |
p.m. |
Milieutoezicht |
Nalevingsstrategie
Alle beschikbare instrumenten zoals vermeld in de
Kadernota Nalevingsstrategie (vastgesteld door het college december 2004)
zullen hierbij worden ingezet. Naast administratieve en veldcontroles zullen
voorlichting en communicatie een belangrijke rol spelen.
Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en
puingranulaat)
De doelstelling van
deze prioriteit is het voorkomen van mogelijke (ernstige)
bodemverontreinigingen het realiseren van beter naleefgedrag van de
voorschriften. In 2005 moet zeker 75% van alle grondtoepassingen voldoen aan de
voorschriften.
Activiteit |
Aantal |
Voorlichting en communicatie |
p.m. |
Meldingen |
50 |
Controles Vrijstellingsregeling grondverzet |
30 |
Controles Bouwstoffenbesluit |
20 |
Controles Bouwstoffenbesluit (administratief) |
15 |
Bij de bovenstaande tabel moet worden opgemerkt,
dat het om een schatting gaat van in 2005 verwachte meldingen. Het werkelijk
aantal kan hiervan afwijken.
Nalevingsstrategie/handhavingstrategie
In 2005 zal naast de reguliere controle (zowel
administratief als in het veld) en toezicht ingezet worden op met name
voorlichting en communicatie. Communicatie kan bestaan uit vooroverleg over
projecten. Er zullen in het kader van voorlichting bijeenkomsten worden
georganiseerd en brochures worden ontwikkeld.
Preventieve handhaving draagt veel bij aan een beter naleefgedrag van de
doelgroep.
Bij de reguliere
controle moet worden opgemerkt dat alle grondwerken op basis van de meldingen
minimaal één keer worden gecontroleerd. Steekproefsgewijs worden ook de
herkomstlocaties gecontroleerd. Daarnaast worden in 2005 kwaliteitsgegevens van
grondtoepassingen steekproefsgewijs opgevraagd, dit vormt de administratieve
controle. Opgemerkt moet worden
dat een belangrijk handvat bij het uitvoeren van de toezichtstaken de
Handhaving- UitvoeringsMethodiek Bouwstoffenbesluit en Grondstromen is. Bij de
controles op werken/toepassingen zullen steekproefsgewijs vrachtwagens op
locatie worden gecontroleerd op lading en gevraagd naar de geleidebonnen.
De integrale aanpak
geldt in principe voor al de genoemde prioriteiten. Hierbij wordt met name
gedacht aan signaaltoezicht. Zeker in het kader van het storten van grond
buiten inrichtingen en het Bouwstoffenbesluit/Vrijstellingsregeling Grondverzet
kan dit een belangrijke bijdrage leveren voor het vakteam Milieu. Zeker omdat
andere vakteams, zoals Bouw- en woningtoezicht en Milieutoezicht, meer buiten
komen, waar ook met grond wordt gewerkt. Vakteam Milieu zal bij desbetreffende
vakteams middels voorlichting hiervoor aandacht vragen. Ook vakteam Milieu kan
zaken signaleren en doorgeven aan de desbetreffende vakteams.
In het kader van
het handhavingbeleidsplan bodem zijn twee lagere prioriteiten genoemd, waarbij
samenwerking een zeer belangrijke rol speelt. Het gaat om transport van grond
en bodemsaneringen waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Daarnaast speelt
samenwerking (met Regionaal Milieuteam (politie) en Hoogheemraadschap Delfland)
een belangrijke rol bij de handhaving van de Vrijstellingsregeling Grondverzet,
Bouwstoffenbesluit en het storten buiten inrichtingen. In 2005 zal als extra
aandacht aan deze punten worden besteed in samenwerking met onze handhavingspartners.
Voor Milieutoezicht
en Bodem is een landelijke handhavingstrategie van kracht; daarnaast geldt voor
het gewest Haaglanden een nalevingstrategie. Daarnaast zijn binnen de gemeente
Delft het handhavingsinstrumentarium en de kadernota Nalevingstrategie
(vastgesteld door het college in december 2004) van toepassing. Onder de
bovengenoemde kopjes Bouwstoffenbesluit en Besluit Opslaan in Ondergrondse
Tanks is de handhavingaanpak weergegeven voor 2005.
4c Gebruiksvergunningen
(Brandweer/Sector Veiligheid)
De beschikbare
capaciteit voor controle wordt ingezet op controle van verstrekte
gebruiksvergunningen, evenementen en verkooppunten van consumentenvuurwerk. Ook
wordt capaciteit ingezet voor controle in het kader van het Besluit Risico
Zware Ongevallen[5] (zie ook
onderdeel Milieutoezicht). Controle is nodig om het wettelijk beoogde
brandveiligheidniveau in stand te houden.
Gezien de beperkte
capaciteit die beschikbaar is voor controle (1 fte) is er voor gekozen om deze
in 2005 voor wat betreft de preventieve handhaving, in te zetten ten behoeve
van controle van gebouwen waar niet-zelfredzame personen in verblijven[6].
Daarnaast zal de capaciteit benut worden t.b.v. tijdelijke vergunningen,
brandveiligheidscontroles rond de feestdagen, integrale vuurwerkcontrole en
BRZO-inspecties. De overige controles en handhaving zullen op ad-hoc basis (na
melding van anderen) plaatsvinden. Voor de periode
tot 2008 zal een werkplan worden opgesteld waarin de controle en handhaving
nader aan de orde zal komen.
In 2005 wordt de
capaciteit ingezet op de volgende handhavingstaken:
·
Gebruiksvergunningen
kinderdagverblijven
·
Tijdelijke
gebruiksvergunningen (evenementen)
·
Brandveiligheidscontrole
feestdagen
·
Integrale
vuurwerkcontrole
·
Integrale
controle milieuvergunningen, alleen BRZO
·
Brandveiligheidscontroles
algemeen (reactief)
Totaal aantal
voorgenomen controles in Delft |
Waarvan |
|
Opmerkingen |
Bouwwerken |
Kinderdagverblijven
|
91 |
|
Tijdelijke
gebruiksvergunningen |
|
20 |
Evenementen |
Vuurwerkcontrole |
|
6 |
Verkooppunten |
Feestdagen |
|
15 |
Brandveiligheidscontroles
diverse bouwwerken |
In de loop van 2005 zullen na de
fusie ontstane vacatures worden ingevuld, waardoor de handhavingcapaciteit in
de tweede helft van 2005 op peil gebracht zal worden. Er komt in totaal
3 fte bij voor handhaving en voorlichting, waarvan gezien de grootte 2/3 (dus
voor handhaving ongeveer 1,8 fte) beschikbaar is voor Delft.
4d Bouw-
en Woningtoezicht
De prioriteitstelling zal voor 2005 gelijk
zijn aan de prioriteitstelling van 2004 (al kunnen actuele ontwikkelingen,
zoals in het kader van de herijking op basis van de integrale ervaringen, op
onderdelen in de loop van 2005 aanleiding zijn voor enige bijstelling van de
prioriteiten)
Prioriteit |
Handhavingopgaaf |
nadere
specificatie |
1 |
bij nieuwbouw van gebouwen met de functie “nachtverblijf”, zoals hotels,
ziekenhuizen, enz. |
|
2 |
Niet voldoen aan
vereisten van bestaande bouw |
alle gebouwen uitgezonderd woningen en |
3 |
Realisatie
bouwwerk zonder vereiste vergunning |
bij verbouw van/aan/ bij woningen, woongebouwen en
woonwagens. |
4 |
Slopen in afwijking
van vergunning |
in de binnenstad
en bij monumenten |
5 |
Gebruik in strijd
met het bestemmingsplan |
bij gebouwen op bedrijventerreinen, die een industrie- of
kantoorfunctie hebben. |
6 |
Slopen zonder
vergunning |
in de binnenstad
en bij monumenten. |
7 |
Realisatie van
bouwwerken in afwijking van vergunning |
bij
utiliteitsgebouwen. |
8 |
Realisatie van
bouwwerken in afwijking van vergunning |
bij verbouw
van/aan/ bij woningen, woongebouwen en woonwagens. |
9 |
Gebruik in strijd
met bestemmingsplan |
met name in de
binnenstad. |
10 |
Niet voldoen aan
welstandscriteria |
alle gebieden;
vooralsnog t/m 2005. |
Binnen het vakteam
Bouw- en woningtoezicht is in 2005 voor uitvoering van het totaal van de
handhavingstaken inclusief enkele vergunningsadviestaken 4 fte beschikbaar
excl. juridische ondersteuning. De inzet ten aanzien van de prioriteiten 2005
is als volgt geraamd:
Omschrijving |
Urenraming
|
Preventieve
handhaving
|
|
Controle / uitvoering APV –
vergunningen (prioriteit 3) |
270 |
Controle / uitvoering sloopvergunningen (prioriteit 6) |
230 |
Controle uitvoering reguliere bouwvergunningen (prioriteit 1 t/m 3; 7
en 8) |
3200 |
Controle uitvoering lichte bouwvergunningen/vergunningvrij (prioriteit
1 t/m 3; 7 en 8) |
1200 |
Handhaving illegaal gebruik
(prioriteit 9) |
350 |
Subtotaal |
5250 |
Repressieve handhaving |
|
Aanschrijven/bestuursdwang
(prioriteit 1 t/m 10) |
1850 |
Juridische zaken BWT
(prioriteit 1 t/m 10) |
2075 |
TOTAAL |
9175 |
De
strategieontwikkeling die medio 2004 is voorbereid zal in 2005 vorm krijgen
o.a. in een sanctie- en gedoogstrategie welke door het college zal worden
vastgesteld. Het door de raad vastgestelde Handhavinginstrumentarium zal
hierdoor meer actualiteit en vorm krijgen in de verdere toepassing in de
werkelijke handhaving. De ontwikkelde strategieën zijn algemeen voor Delft van
toepassing. De specifieke toepassing voor Bouw- en woningtoezicht vraag een
verdere analyse en uitwerking gericht op effecten en naleefgedrag in relatie
tot specifieke handhavingkaders en de overtredingen.
Het bedrijvenparkje
naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed bezoeken samen met
medewerkers Milieutoezicht.
In relatie tot het
doorontwikkelen van de handhaving, protocollen automatisering en werkwijzen
wordt t
Aanpak illegale
kamerbewoning c.q. gebruiksvergunning: in 2005 zal in samenwerking met de
brandweer op de agenda geplaatst worden het zoeken naar een effectieve methode
de onveilige situaties bij gebruik van panden te kunnen verminderen/ beheersen
alsmede een (brand-)veilige kamerbewoning in Delft te realiseren.
In de loop van
2005 zal getracht worden handhaving consistenter te relateren aan het beleid en
de in dat kader gestelde prioriteiten die in het kader van het (landelijk)
traject inzake de professionalisering van de handhaving is gekozen. Ook zal
worden onderzocht wat het beoogde effect c.q. naleefgedrag is ter voorbereiding
van het handhavingprogramma 2006 om stapsgewijs het accent te verleggen van een
kwantitatieve benadering (veel controleren) naar een kwalitatieve benadering
Duidelijk zal zijn
dat het plannen op basis van beoogd effect c.q. naleefgedrag en handhaven met
beleid, twee zijden van dezelfde medaille zijn. Door de handhavingactiviteiten
voor het jaar 2005 te voorzien van beoogde effect c.q. naleefgedrag wordt de
gewenste ontwikkeling naar handhaven met beleid mede voorbereid en versterkt.
4e Monumentenzorg
en Bouwkwaliteit
In de vastgestelde handhavingbeleidsplannen komen de volgende
prioriteiten voor monumenten naar voren:
Handhavingstaak |
Invulling |
slopen of
(ver)bouwen zonder monumenten vergunning |
6 controlerondes
langs alle monumenten; controle op alles wat vanaf de openbare weg zichtbaar
is. |
slopen of
(ver)bouwen in afwijking van vergunning |
100 controles van
ca. 50 monumentenvergunningen (norm is minimaal 2 controles per
monumentenvergunning) |
kwaliteitsslag
gevelreclames |
1000
controles; van alle gevelreclames 200
aanschrijvingen met afwijkingen van gestelde eisen 20
handhavinggevallen met flagrante afwijkingen van eisen |
Wat betreft
communicatie en voorlichting wordt er bij elke wijziging van de regelgeving
actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het Cultuurhistorische Bulletin
Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle rijks- en gemeentelijke
monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden
Met betrekking tot
handhaving wordt de standaard handhavingstrategie van de gemeente gebruikt,
tenzij sprake is van sloop. In dat geval wordt als gevolg van het onomkeerbare
van de situatie, overgegaan tot 1-staps handhaving (stilleggen). In de
beleidsstukken over de Gevelreclame (zie hoofdstuk 2) is een aparte paragraaf
over handhaving opgenomen.
Voor
de kwaliteitsslag gevelreclame worden alle ondernemers geïnformeerd over het
nieuwe beleid en de daarbij behorende eisen middels een informatiefolder die in
januari met de belastingaanslag zal worden meegestuurd. Daarnaast zijn de
nieuwe regels op internet beschikbaar. Reclames na 1/1/2005 aangebracht zullen
aan de gestelde eisen moeten voldoen en worden gehandhaafd bij afwijkingen.
Reclames die voor die tijd zijn aangebracht worden wel aangeschreven op hun
afwijkingen, maar alleen gehandhaafd indien ze flagrant afwijken van de nieuwe
regels. De schatting is dat hiervan ca. 20 stuks in de stad aanwezig zijn.
Activiteit
|
Urenraming
|
6 controlerondes langs monumenten |
180 uur |
100 controles van monumentenvergunningen |
800 uur |
handhavinggevallen |
100 uur |
kwaliteitsslag gevelreclames |
1600 uur |
Totaal |
2680 uur |
4f Integrale
Horeca controles
In verband met de
prioriteiten van de verschillende vakteams, en naar aanleiding van de nog te
houden evaluatie van de ronde 2004, zal in 2005 nog eens opnieuw naar de
prioritering van preventieve controles op horeca regelgeving worden gekeken en
de uitvoering daarvan. Inzet daarbij is een combinatie van prioriteit van de
betrokken vakteams en het belang van de horeca ondernemer (controle op meerdere
regelgeving in één keer i.p.v. verschillende bezoeken).
De controles vinden
integraal plaats, dat wil zeggen vanuit verschillende vakteams. De
samenstelling van de teams is flexibel en afgestemd op de doelgroep of het
specifieke bedrijf. Waar mogelijk worden door middel van checklists zaken voor
elkaar waargenomen, zodat de teams niet groter zijn dan strikt nodig. De
controles worden van te voren aangekondigd. Coördinatie en verdere uitwerking
door de handhavingregisseur.
P.M., afhankelijk
van het te bezoeken bedrijf, inzet vanuit de verschillende vakteams.
Zoals in de
inleiding is aangegeven wordt het Handhavingprogramma 2005 uitgebreid met het
onderdeel Openbare Ruimte. Handhavingstaken Openbare Ruimte hebben betrekking
op alle regelgeving (landelijk of lokaal) waarbij aspecten van de openbare ruimte aan de orde zijn. Veel
daarvan is geregeld in de APV[7]
en in andere gemeentelijke verordeningen (zoals de Reclameverordening.
Overigens is niet altijd de gemeente het controlerend orgaan; bij de Drank- en
Horecawet is dat bijvoorbeeld de Voedsel- en Waren Autoriteit.
Een logisch en
wenselijk vervolg op een systeem van vergunningverlening is het toezien op de
naleving daarvan. Beschikt men over de vereiste vergunning(en) en zo ja, worden
de bepalingen dan ook correct nageleefd? De volgende vergunningen kunnen worden
onderscheiden (geen uitputtende opsomming):
·
aanlegvergunning
·
kapvergunning
·
vergunning
evenementen
·
standplaatsvergunning
·
ventvergunning
·
terrasvergunning
·
parkeervergunning
·
meldingen
m.b.t. betogingen, optochten, feesten etc.
Een deel van de
regelgeving is meer algemeen van karakter en richt zich op een heterogene,
anonieme groep (burgers, bedrijven). Voorbeelden daarvan zijn: beleid ten
aanzien van fietswrakken, graffiti, zwerfvuil en hondenpoep. Dit zijn enkele
uit de stadspanel-enquête naar voren gekomen “kleine” ergernissen. Handhaving
op de taken openbare ruimte kunnen we onderverdelen in twee hoofdthema’s, te
weten Veiligheid en Leefbaarheid. De grens tussen deze twee thema’s is lang
niet altijd absoluut, soms lopen zaken in elkaar over.
In het Programma Veiligheid (onderdeel Integrale
Veiligheid), zijn de volgende thema’s vastgesteld:
·
Wijkveiligheid
·
Huiselijk geweld
·
Veilig uit en thuis
·
Veelplegers/verslaafden
·
Jongerenaanpak
·
Stationsgebied
·
Veilige school
·
Cameratoezicht
·
Oud en Nieuw
·
Graffitibeleid
·
Fietsendiefstal
Het gaat hier vaak
om openbare orde problematiek, waarvoor bevoegdheden voor de burgemeester zijn
neergelegd in de Gemeentewet. Anderzijds gaat het om overtredingen/misdrijven
uit het Wetboek van Strafrecht, of bijzondere wetgeving (zoals de Opiumwet). Niet bij alle thema’s zijn overigens handhavers betrokken vanuit de
gemeentelijke organisatie; in een aantal gevallen ligt de aanpak meer op het
terrein van de politie in combinatie met andere medewerkers van de organisatie
en/of externe partners (zie daarvoor Programma Veiligheid).
Het thema Leefbaarheid
kunnen we onder andere onderverdelen in:
·
Hondenpoepbeleid
·
Grof vuil
·
Zwerfvuil
·
Verkeerd
aangeboden huisvuil of bedrijfsafval
·
Overhangend
groen
·
Weesfietsen en
fietswrakken
·
Verkeerd
geparkeerde fietsen
·
Aanhangwagens
en recreatievoertuigen
·
Graffiti
·
Rondzwervende
winkelwagens
·
Parkeerproblematiek
·
Aanpak
specifieke plekken in de stad
·
Leefbaarheid
in de wijken
·
Aanpak
specifieke problemen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit overleg met
politie/wijkcoördinatieteams
·
Handhaving op
overige regelgeving, zoals reclameverordening (nieuw per 1.1.2005)
Veel van deze
problematiek is terug te voeren op bevoegdheden die de Gemeente heeft om op
gemeenteniveau wetgeving tot stand te brengen, veelal maakt dat onderdeel uit
van de APV of de Afvalstoffenverordening. Vanuit de Wet milieubeheer zijn
bedrijven verplicht een regeling te treffen om bedrijfsafval af te voeren. De
administratieve controle hierop berust bij het vakteam Milieutoezicht; de toets
in de praktijk bij de reinigingsinspecteurs.
Handhavingstaken
Openbare Ruimte worden binnen de ambtelijke organisatie uitgevoerd door het
vakteam Handhaving en Toezicht (sector Toezicht Openbare Ruimte, Publiekszaken)
en de Reiniging (onderdeel van Stadsbeheer, Wijk- en Stadszaken).
Bij het vakteam
Handhaving en Toezicht (TOR) is 7,9 fte beschikbaar voor onderstaande
prioriteiten (m.u.v. de handhavingstaken op gereguleerd parkeergebied). Het
betreft stadstoezichthouders (I/D banen), toezichthouders en controleurs
openbare ruimte. Bij het vakteam Reiniging is 3,43 fte reinigingsinspecteur
beschikbaar, alsmede 1,0 fte tijdelijke formatie (tot 01-01-2006) voor toezicht
en handhaving van het nieuwe grofvuilbeleid. De reinigingsinspecteurs zijn
zowel toezichthouder op grond van de Awb als BOA (buitengewoon
opsporingsambtenaar).
In relatie tot de
beperkte capaciteit die beschikbaar is om naast het handhaven van
parkeerbeleid, ook de handhaving op andere thema’s in te vullen, is deze
capaciteit (7,9 fte TOR en 4,43 fte Reiniging) zo flexibel mogelijk toegedeeld
naar de verschillende thema’s.
Dat betekent dat
gedurende het gehele jaar 2005 een basis-inzet gedaan wordt op de thema’s die
hieronder als prioriteit staan aangegeven. De mate van inzet verschuift echter
binnen het jaar. Deze accentverschuiving is gebonden aan het vóórkomen van
bepaalde gebeurtenissen (b.v. evenementen) dan wel grotendeels
seizoengebonden (surveilleren in de Delftse Hout en bij evenementen heeft in de
winter weinig zin). Bijlage 1 bevat een schema van de gekozen inzet.
Niettemin moet
worden geconstateerd dat de totale handhavingscapaciteit die momenteel
beschikbaar is voor openbare ruimte taken, te beperkt is. Om de effectiviteit
van de handhaving verder te verhogen zal meer capaciteit nodig zijn. In 2005
wordt een nota tot stand gebracht die meer inzicht moet
bieden aan de prioriteitstelling voor de komende jaren en aan de capaciteit
(zowel wat betreft de omvang als het soort functies) die voor handhaving en
toezicht minimaal wenselijk is.
De prioriteiten
(onderwerpen, thema’s of handhavingstaken) voor 2005 zijn de volgende:
a.
wijkhandhaving
b.
hondenpoep
c.
afval
(zwerfafval, grofvuil, verkeerd aangeboden huisvuil)
d.
fietsen
e.
winkelwagens
f.
Stationsgebied
g.
Aanhangwagens,
recreatievoertuigen en wrakken
h.
Schie-oevers
i.
specifieke
probleemlocaties of problemen
j.
Parkeerbeleid
k.
Illegale
grondstortingen (zie ook hoofdstuk 4, onderdeel Bodem)
l.
Evenementen
m. Surveilleren in de Binnenstad
Doelstelling |
Het vergroten van leefbaarheid en
veiligheid in de wijken. In 2005 zullen de wijkhandhavingsteams toezien en
handhaven op de volgende thema’s (zie voorts hieronder bij de desbetreffende
thema’s): ·
grofvuil aanbiedingen/verkeerd aangeboden afval ·
zwerfafval ·
parkeerexcessen (Wet Mulder en APV) ·
overlast veroorzaakt door honden ·
fietswrakken, weesfietsen, fout geparkeerde fietsen ·
winkelwagens In rapportages na
elke toezichtronde wordt aangegeven wat de controle heeft opgeleverd. In het
voorjaar van 2005 wordt met de betrokken vakteams in kaart gebracht hoe en
welke managementinformatie gewenst is. Meetbaarheid van het bereiken van de
doelstelling vindt plaats aan de hand van constatering en de afhandeling
daarvan. |
Regelgeving |
APV, diverse artikelen. |
Beleid |
Is verwoord door middel van APV artikelen
en op onderdelen in specifieke nota, zoals hondenpoepbeleid.
Portefeuillehouder: wethouder Torenstra |
Naleef/ handhavingstrategie |
Met een
voorzichtige start in 2003 wordt er sinds juni 2004 in Delft gewerkt met
integrale wijkhandhavingsteams. In de wijkteams participeren
reinigingsinspecteurs en medewerkers van Handhaving en Toezicht TOR. Dat
kunnen combinaties zijn van bijvoorbeeld een stadstoezichthouder en een
reinigingsinspecteur of een controleur openbare ruimte en een reinigingsinspecteur.
Ten opzichte van de tot nog toe gehanteerde aanpak zullen met betrekking tot
2005 de volgende wijzigingen worden aangebracht: ·
het aantal dagdelen waarop wijkhandhaving plaats gaat vinden wordt
verhoogd; ·
de teams zullen gerichter worden ingezet, dat wil zeggen op basis van
prioriteiten; ·
het gebied binnen een wijk, waarbinnen wijkhandhaving plaatsvindt zal
mogelijk worden verkleind waardoor de herkenbaarheid op straat wordt
verhoogd. Selectie van de
wijken wordt bepaald door de vraag en/of prioriteiten zoals aangegeven in de
stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV),door de professionals die deel uitmaken
van de wijkcoördinatieteams en het Integrale Handhavingsoverleg Openbare
ruimte. Signalen van bewoners vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt. Frequentie, 5-6 dagdelen per week (met inachtneming van de hierboven beschreven
accentverschuiving gedurende het jaar). In rapportages na
elke toezichtronde wordt aangegeven wat de controle heeft opgeleverd. Vooral
de zichtbaarheid van de inzet van de gemeente op toezicht en handhaving in de
wijken is van belang. Daarnaast contact met bewoners van de wijken. Bij de aanpak van rondzwervende
winkelwagens zijn afspraken gemaakt met een externe firma.
Stadstoezichthouders treden hier signalerend op; rondzwervende winkelwagens
worden gemeld aan betreffende firma die ze gaat ophalen. Overigens is het
artikel m.b.t. winkelwagens in de nieuwe APV verruimd. Voor de fietswrakken en -wezen zijn
afspraken gemaakt met het Kringloopbedrijf; ook hier treden de stadstoezichthouders
in de rondes van de wijkhandhavings-teams signalerend op. |
Bijzonderheden |
Voor het bepalen van de gerichte inzet van
de wijkhandhavingsteams zijn signalen van bewoners en professionals werkzaam
in de wijk van groot belang |
Doelstelling |
Verbetering
meetbaar door middel van afname van klachten buurtbewoners als resultaat van
bespreking in wijkoverleg. |
Regelgeving |
APV, art. 2.3.14
en 2.3.15 en bijbehorende 2e, 3e en 8e uitvoeringsbesluit |
Beleid |
Is verwoord
d.m.v. APV artikelen en in beleidsnotities. Portefeuillehouder:
wethouder Torenstra |
Vanaf medio 2003
is het hondenbeleid vastgesteld en gecommuniceerd met de inwoners van Delft,
onder andere door middel van folders. Per 1 januari 2005 volgt een hernieuwde
aanpak van de hondenpoep; er wordt daarom opnieuw aandacht besteed om de
aanpak nog eens onder het voetlicht te brengen. Dit gebeurt onder meer door
middel van de stadskrant, het plaatsen van advertenties in dagbladen en het
uitdelen van folders. Bij deze vorm
van handhaving ligt het voor de hand dat bij een geconstateerde overtreding
direct een boete wordt uitgedeeld. Nu de bestuurlijke boete als middel nog
niet ingezet kan worden, komt de strafrechtelijke afhandeling het meest in
aanmerking. Dit betekent dat bij een overtreding een proces verbaal wordt
uitgeschreven van € 30,-. Verwacht mag worden dat de meeste
overtredingen plaats vinden tussen 7.00 en 9.00 ’s morgens en 17.00 en 20.00
uur ’s avonds. Dit zijn over het algemeen de tijden dat de meeste honden
worden uitgelaten. De eerste maanden van 2005 wordt nog gewerkt met een
waarschuwingsperiode; daarna wordt een proces-verbaal uitgeschreven bij een
geconstateerde overtreding. |
|
Bijzonderheden |
De verantwoordelijkheid
voor de aanpak ligt primair bij de reiniging; deelname van
stadstoezichthouders is echter onontbeerlijk voor een effectieve aanpak. |
Doelstelling |
Verminderen van
overlast en vergroten van leefbaarheid. Betreft: -
op verkeerde
tijden en plaatsen aanbieden huisvuil en bedrijfsafval; -
verminderen
van zwerfvuil -
verminderen
van verkeerd aangeboden of niet aangemeld grofvuil |
Regelgeving |
Afvalstoffenverordening
|
Beleid |
Grofvuilbeleid. Portefeuillehouder:
wethouder Torenstra |
Handhaving-strategie |
Het grofvuilbeleid is vanaf 2004 gewijzigd. Dit betekent
dat bewoners grof-afval vooraf telefonisch aan moeten melden waarna er een
afspraak wordt gemaakt wanneer dit afval wordt ingezameld. Handhaving bestaat
uit het opsporen van grof-afval dat niet is aangemeld. Van dit afval wordt
middels het instellen van een buurtonderzoek de herkomst achterhaald waarna
er een sanctie wordt opgelegd. De burgers dienen de opruimkosten zelf te
betalen (civielrechtelijke overeenkomst); bij recidive wordt er strafrechtelijk
opgetreden waarbij het sanctiebedrag € 50,- is. Het aanbieden van
overig huishoudelijk afval is met name een probleem bij
wijkverzamelcontainers. Per wijk wordt bepaald welke locaties regelmatig tot
problemen leiden. In die gevallen wordt het huishoudelijk afval onderzocht op
adresgegevens en wordt er een sanctie opgelegd. Hiervoor geldt dezelfde
sanctie als hierboven is vermeld. Indien
geconstateerd wordt dat er zwerfafval wordt weggegooid worden burgers hierop
aangesproken. In individuele gevallen kan het mogelijk zijn dat hiervoor een
sanctie wordt opgelegd. Dit wordt strafrechtelijk gehandhaafd, de boete is €
50,-. |
Bijzonderheden |
Bij de
stadsreiniging is tot 1 januari 2006 1 extra fte beschikbaar voor handhaving
van het grofvuilbeleid |
Doelstelling |
Verminderen van
overlast en vergroten leefbaarheid. Betreft: -
verkeerd
geparkeerde fietsen -
fietswrakken -
weesfietsen |
Regelgeving |
APV, art. 2.3.10;
5.1.6 en daarbij behorend 11e uitvoeringsbesluit |
Beleid |
Zoals verwoord in
betreffende APV artikelen (nota in voorbereiding (Mob) |
Handhaving-strategie |
Met name het
aangewezen gebied station vrijhouden van
wrakken en weesfietsen, en verkeerd geparkeerde fietsen. Verkeerd geparkeerde fietsen worden voorzien van stickers
en afgevoerd door het Kringloopbedrijf, waar de eigenaar de fiets kan
ophalen. Datzelfde gebeurt met wrakken en weesfietsen. Wanneer een fiets na 3
maanden niet bij het Kringloopbedrijf is opgehaald, worden de fietsen
verscheept naar Afrika. |
Bijzonderheden |
Is ook opgenomen
als deelthema bij aanpak door wijkhandhavingsteams (zie onder wijkhandhaving |
Doelstelling |
Verminderen overlast rondzwervende winkelwagens; Verbeteren
leefbaarheid in de stad |
Regelgeving |
APV, art. 2.1.5 |
Beleid |
Zoals verwoord in
de APV. |
Handhaving-strategie |
Bij de aanpak van
rondzwervende winkelwagens zijn afspraken door Stadsbeheer gemaakt met een
externe firma. Stadstoezichthouders treden tijdens de rondes van de
wijkhandhavingsteams hierbij signalerend op; rondzwervende winkelwagens
worden gemeld aan betreffende firma die ze gaat ophalen. Overigens is het
artikel m.b.t. winkelwagens in de nieuwe APV verruimd. Er is op dit ogenblik
echter geen handhavingcapaciteit aanwezig om hier een grotere inzet op te
plegen. |
Bijzonderheden |
Doelstelling |
Vergroten
leefbaarheid en veiligheidsgevoel rondom station Delft. |
Regelgeving |
Met name diverse
APV artikelen, waaronder art. 5.1.6. en bijbehorend 11e
uitvoeringsbesluit |
Beleid |
Beleid diverse
onderdelen is vastgelegd in de nota’s “Integraal Veiligheidsbeleid” en
“Veilig verkeren op en rond Station Delft”; aanpak maakt deel uit van het
programma Veiligheid. Portefeuillehouder: burgemeester Verkerk/wethouder
Torenstra |
Naleef/handhaving- |
De projectmatige
aanpak van het stationsgebied – waarbij de politie als trekker fungeert - is
een goede illustratie van integraal handhaven. In samenwerking met onder
andere de politie, Nederlandse Spoorwegen en de Spoorwegpolitie wordt
getracht om de leefbaarheid en het veiligheid gevoel in en rond het station
te vergroten. De inzet is gericht op
het verhogen van het veiligheidsgevoel en het signaleren van alle vormen van
overlast en criminaliteit en de aanpak daarvan. |
Bijzonderheden |
Zie ook onder
onderwerp Fietsen. De afspraak tot aanpak Stationsgebied komt voort uit
prioriteitstelling in de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV) |
Doelstelling
algemeen |
Het leefbaar houden van de openbare ruimte d.m.v.
verwijderen van ongebruikte voertuigen.
|
Regelgeving |
APV, nota
aanhangers recreatievoertuigen, wegsleepverordening. |
Aanhangers/
recreatievoertuigen mogen maximaal 3 dagen op de openbare weg staan. Wrakken
worden gemeld, binnen 3 dagen schouw. Indien van toepassing en niet door de
eigenaar geregeld, worden ze binnen een week verwijderd. Wrakken worden
vernietigd. Aanhangers en recreatievoertuigen worden tijdelijk opgeslagen
indien de waarde boven de kosten uitstijgt. Als dit niet zo is wordt na
taxatie, deze via de Domeinen verkocht (onderdeel Ministerie van Financiën). De opslag
bedraagt 7 euro per dag, deze kosten zijn voor rekening van de gemeente,
evenals de kosten van wegslepen en transport. Zodra de genoemde kosten hoger
zijn dan de waarde van het voertuig wordt er vernietigd. De Gemeente is
overigens actief in het zoeken naar de eigenaar. |
|
Handhaving-strategie |
Actief door heel
Delft met als ondergrond een wijkgerichte aanpak. Is ook opgenomen als
deelthema bij de aanpak door de wijkhandhavingsteams (zie wijkhandhaving). De
stadstoezichthouders hebben tijdens de rondes van de wijkhandhavingsteams een
signalerende rol. |
Bijzonderheden |
Thema : ‘”de
openbare ruimte is geen opslagplaats”. De laatste 6 weken van het jaar wordt
heel actief op incidenten en brandgevaarlijke wrakken gestuurd. |
Doelstelling |
|
Regelgeving |
|
Beleid |
Projectaanpak
Schieoevers is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van wethouder
Baljé. |
Handhaving-strategie |
Dit betreft een
integrale aanpak met onder andere de politie en afstemming met BWT,
Milieutoezicht, Brandweer, Vastgoed etc. |
Bijzonderheden |
Deze prioriteit
is bepaald in de Stuurgroep Integrale Veiligheid |
Uitoefenen van
extra toezicht in wijken, gebieden of straten die extra aandacht behoeven
teneinde leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Resultaat moet meetbaar
zijn in het verkleinen van overlast en/of vermindering van het aantal
klachten |
|
Regelgeving |
Divers,
afhankelijk van specifieke problematiek, kan zijn APV, Wet milieubeheer;
Afvalstoffenverordening |
Beleid |
Prioriteiten
kunnen worden bepaald door de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV), Service
Centrum Bedrijven, wijkcoördinatieteams (WCT) en het Integraal
Handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHO OR). In de SIV, de WCT’s en het IHO
OR, staat een integrale aanpak voorop; ook de politie is daarin
vertegenwoordigd. Signalen van bewoners, bewonersorganisaties en bedrijven
vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt. |
Handhaving-strategie |
|
Bijzonderheden |
- |
Doelstelling |
|
Regelgeving |
Wet Mulder Gemeentelijke
regelgeving (Zie onder Beleid) |
Beleid |
Parkeerverordening.
Parkeerbelastingverordening.Verordening autoluw-plus.APV |
Handhaving-strategie |
Overtredingen
worden bekeurd. |
Capaciteit |
26 fte handhaving
parkeerbeleid, inclusief (5,16) mulderfeiten. |
Bijzonderheden |
Binnen het project Professionalisering van de
handhaving, thema Gebouw en Gebruik
is in het handhavingsbeleidplan bodem de prioriteit “Illegale grondstortingen
buiten inrichtingen” vastgesteld. Deze prioriteit hoort in het thema Openbare
Ruimte. De doelstelling
is om in 2005 als eerste stap een beleidsnotitie inzake de
verantwoordelijkheid en uitvoering van deze taak op te stellen. Dit gebeurt
in samenwerking met de vakteams Milieu, Reiniging en Milieutoezicht en de
Provincie Zuid-Holland. |
|
Regelgeving |
O.a.
bouwstoffenbesluit |
Beleid |
Handhaving
landelijke regelgeving, portefeuillehouder burgemeester Verkerk |
Handhaving-strategie |
Gezien de
samenhang met andere wet- en regelgeving, zoals het Bouwstoffenbesluit,
kunnen de hierbij ingezette instrumenten als voorlichting preventief
bijdragen aan het voorkomen van illegale grondstortingen. Daarnaast wordt als
zich illegale stortingen buiten inrichtingen voordoen hierop actief
gehandhaafd |
Capaciteit |
Eerst
verantwoordelijke is vakteam Milieu, onderdeel Bodem. In samenwerking met
Reiniging, Milieutoezicht en Provincie Zuid-Holland |
Bijzonderheden |
- |
Evenementen
Doelstelling |
Tweeledig: ·
Surveilleren
tijdens evenementen in kader van veiligheid en leefbaarheid, zoals Mooi Weer spelen, Africa festival en
Jazz en Blues festival. ·
Toezicht en
controle op naleving verstrekte vergunningen |
Regelgeving |
APV, art. 2.2.1,
2.2.2 en 2.2.3 evenementen |
Beleid |
Het
vergunningensysteem is neergelegd in de APV. Per 1 januari 2005 wordt in
Delft gewerkt met een vergunningensysteem in plaats van met een
meldingssysteem ten behoeve van evenementen. In verband met de implementatie
van beleid zal in 2005 in een aantal gevallen controle plaatsvinden op
verstrekte vergunningen. |
In Delft zijn 6
grote evenementen per jaar waar stadstoezicht wordt ingezet |
|
Bijzonderheden |
Implementatie van
nieuw beleid |
Doelstelling |
Door aanwezigheid
van stadstoezichthouders op straat preventieve werking ten aanzien van
mogelijke overtredingen. Het gaat om surveillance in de volgende gebieden: ·
binnenstad
overdag ·
binnenstad
koopavond ·
marktdagen ·
winkelcentrum
De Hoven (overdag) |
Regelgeving |
APV diverse
artikelen |
Beleid |
Het algemeen
surveilleren komt voort uit de basistaken van de stadstoezichthouders,
namelijk het leveren van een bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid door het
aanwezig zijn op straat; en het optreden als gastvrouw/gastheer voor burgers
en toeristen |
Handhaving-strategie |
Betreft surveilleren in teams van 2 personen.
Overtredingen worden doorgegeven en afgehandeld door de hiertoe bevoegde
ambtenaren. |
Bijzonderheden |
- |
In 2004 is een
flinke omslag bewerkstelligd aangaande de professionalisering en structurering
van handhavingstaken. Nog niet alle puzzelstukjes zijn op hun plaats gevallen.
De gemeente zit wat dat betreft midden in een ontwikkelingsproces. Daarbij gaat
het om enkele kernpunten:
·
een heldere
afstemming tussen bestuur en ambtelijke organisatie over de prioriteiten in
handhaving en daarmee ook over de vraag aan welke zaken meer of minder aandacht
wordt besteed;
·
een adequate
invulling van programmatisch handhaven, ofwel van een cyclus Plan-Do-Check-Act
met betrekking tot handhaving;
·
scheppen van
de gewenste voorwaarden waardoor medewerkers
in staat zijn hun taken uit te voeren en daardoor een bijdrage te leveren aan
de leefbaarheid en de veiligheid binnen de gemeente;
·
Het versterken
van de capaciteit die beschikbaar is voor de verschillende handhavingstaken, in
het bijzonder in de openbare ruimte.
Hoewel er vanuit de
samenleving een grote roep om veiligheid en het tegengaan van allerlei vormen
van overlast is, is zoals eerder aangegeven handhaven over het algemeen geen
populair onderwerp, en zeker niet wanneer men zelf “onderwerp” is van
handhaving (bekeuring, waarschuwing, dwangsombeschikking etc.). Er zal dan ook
de komende jaren veel aandacht uit moeten gaan naar communicatie over de
noodzaak van regelgeving, de handhaving daarvan en de vraag waarom het eigelijk
allemaal zo belangrijk is. Daarbij gaat het vooral om “doen”; de bedoeling is
dat het Handhavingsprogramma daaraan een bijdrage levert.
[1] In deze paragraaf 1 staat informatie opgenomen van het ministerie VROM, afkomstig van de VROM-website (december 2004) en hier en daar ingekort.
[2] Dit betreft alle relevante milieuwetgeving
[3] Binnen de gemeente is nog 1 BRZO bedrijf aanwezig waar de provincie bevoegd gezag is, en waar voor de brandweer handhavingstaken liggen.
[4] Behoudens 1 bedrijf waar de provincie bevoegd gezag is en de Brandweer bij de handhaving is betrokken.
[5] In Delft is nog 1 BRZO bedrijf aanwezig waar de provincie bevoegd gezag is en waar de Brandweer bij de handhaving is betrokken
[6] Uit statistische gegevens blijkt overigens dat de meeste slachtoffers vallen bij gebouwen met een woonfunctie
[7] Overigens dient wel opgemerkt te worden, dat een aantal artikelen primair in bijvoorbeeld de APV is opgenomen om een handvat te hebben om op enig moment op te treden; het is niet direct de bedoeling daar regelmatig actief toezicht op te houden (zoals bijvoorbeeld de APV artikelen over geluidshinder).