Hoofdstuk 1 Inleiding                                                            

 

 

1.         Programmatisch Handhaven

 

In 2004 is binnen de Gemeente Delft voor het eerst een jaarlijks handhavingprogramma verschenen. Van een - globaal gesteld - meer reactieve manier van handhaven, is gekozen voor een meer pro-actieve manier, die ook landelijk bekend staat onder de noemer “programmatisch handhaven”. Een van de middelen om hier daadwerkelijk invulling aan te geven, was het aanstellen van een handhavingregisseur medio 2003. Tegelijkertijd werd medio 2003 gestart met het project “Professionalisering van de Handhaving”. Dit project (zie verder hieronder) levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteitsontwikkeling van handhavingstaken.

 

Op landelijk niveau is sinds enige jaren expliciete aandacht voor het onderwerp “handhaving”. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het Programma “Handhaven op niveau” van het Ministerie van Justitie. Daarnaast staat het onderwerp hoog op de agenda van het ministerie van VROM, onder andere door middel van het project Professionalisering van de Handhaving m.b.t. Milieutoezicht (kwaliteitscriteria geldig per 1.1.2005), en ten aanzien van Bouw- en Woningtoezicht onder meer door middel van het werken met handhavingsbeleidsplannen. Binnen verschillende gemeenten zijn inmiddels  handhavingsregisseurs (of soortgelijke functionarissen) aangesteld, die tot taak hebben de handhavingstaken meer programmatisch te benaderen, of is met bezig met integratie van handhavingstaken. Op lokaal niveau is daarbij de politie een onmisbare partner, in samenspraak waarmee – ook in het lokale driehoeksoverleg – prioriteiten kunnen worden gesteld. Daarnaast is afstemming over taakverdeling – ook vanuit de discussie over kerntaken van de politie – van belang.  

Ook in maatschappelijk opzicht is zichtbaar dat het tij de afgelopen jaren aan het keren is van een zekere gedoogcultuur, naar een cultuur waarin meer aandacht is voor handhaving van wet- en regelgeving om veiligheid en leefbaarheid te verhogen. 

 

Handhaving is voor de Gemeente Delft een belangrijk issue: waar regels worden gesteld die democratisch tot stand zijn gekomen, is naleving daarvan ook van groot belang. Duidelijke spelregels en een duidelijke stellingname scheppen bovendien helderheid voor burgers, bedrijven en instellingen: men weet waar men aan toe is. Daarbij is ook “maatwerk” van belang. Soms is communicatie en voorlichting bij uitstek een middel om naleving van regelgeving te bevorderen, soms is preventief optreden in de zin van zichtbaarheid op straat of directe controle van afgegeven vergunningen het meest effectief. Ten aanzien van geconstateerde overtredingen zal handhavend worden opgetreden. In de handhavingstaken maken we keuzes: niet alle regelgeving kan continue worden gehandhaafd. We gaan na welke prioriteiten wenselijk zijn, voor wie en waarom dat zo is. Daarbij is vaak een risico-afweging aan de orde (bijvoorbeeld in geval van fysieke veiligheid), maar het verhogen van de leefbaarheid en sociale veiligheid binnen de stad en het tegemoet treden van ergernissen bij burgers (zoals hondenpoep en afval), is evenzeer van belang. Door middel van de 3-jaarlijkse handhavingsbeleidsplannen en het jaarlijkse handhavingsprogramma worden deze keuzes zichtbaar gemaakt en kan op basis daarvan verantwoording worden afgelegd. Het resultaat van deze aanpak moet (uiteindelijk) onder meer tot uitdrukking komen in afname van het aantal klachten, van het aantal problemen, van het aantal overtredingen en een verhoging van het gevoel van veiligheid en leefbaarheid binnen de Gemeente Delft.

 

Beleidscyclus: Plan-do-check-act

Door het meer programmatisch handhaven komt meer nadruk te liggen op de stappen plan-do-check-act. De volgende stukken zijn tot nog toe tot stand gebracht:

·         Het handhavingprogramma (jaarlijks; voor het eerst in 2004);

·         De handhavingbeleidsplannen van de verschillende vakdisciplines (3-jaarlijks). De eerste plannen (Bouw- en Woningtoezicht, Bodem (onderdeel Milieu), Milieutoezicht en Gebruiksvergunningen) zijn in juli 2004 door het college vastgesteld. In 2005 wordt ook voor de openbare ruimte een dergelijk handhavingsbeleidsplan tot stand gebracht. 

De 3-jaarlijkse beleidsplannen vormen de basis voor het jaarlijkse handhavingprogramma, waarin een concrete vertaling plaatsvindt van de prioriteiten in termen van doelstellingen. Ook wordt aandacht besteed aan hetgeen in de voorafgaande periode is bereikt.

Het handhavingprogramma 2004 had uitsluitend betrekking op het gebied Gebouw en Gebruik, dat wil zeggen handhavingstaken die betrekking hebben op fysieke veiligheid en bouw en gebruik in overeenstemming met de planologische en milieubeleidskaders. In het programma van 2005 is ook het onderdeel Openbare Ruimte opgenomen, waarin de nadruk ligt op sociale veiligheid en op de leefbaarheid in de stad.

 

Uitvoeringsprogramma handhaving

In het handhavingprogramma 2005 zijn de volgende zaken opgenomen:

-          een evaluatie van het voorafgaande jaar;

-          een planning voor 2005;

-          de nalevingstrategie die we hanteren bij het verhogen van het nalevinggedrag;

-          de capaciteit die wordt ingezet op de geplande handhavingstaken;

-          integrale aanpak;

-          samenwerking met externe partners;

-          aandachtspunten.

 

2.         Ontwikkelingen met betrekking tot handhaving en regelgeving

 

2.1       Ontwikkelingen in regelgeving VROM [1]

Op dit moment telt het ministerie van VROM zo’n 400 verschillende regelingen, bestaande uit wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. VROM wil dat aantal de komende vier jaar flink reduceren en verbeteren. Dit proces staat bekend als de modernisering van de VROM-regelgeving (voorheen 'herijking'). Ook vermeldenswaard is de komst van de zgn. VROM-vergunning, waarin de minister de beschikkingen wil integreren, die vereist zijn wanneer een burger of bedrijf een ‘fysiek object’ wil gaan slopen, (ver)bouwen, oprichten, aanleggen en/of gebruiken. De minister wil in 2006 een wetsontwerp indienen en de VROM-vergunning in 2007 introduceren.

 

Digitale bouwaanvraag
Verder worden op diverse fronten mogelijkheden verkend voor een digitale aanvraag van bouwvergunningen. De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland is bezig met het project Centrale server bouwaanvragen. Via deze server is het mogelijk aanvragen voor een vergunning in te dienen en statusinformatie over de aanvragen weer te geven. Ook werkt deze vereniging aan landelijke protocollen voor toetsing en toezicht, waarbij ICT een belangrijk hulpmiddel is of kan zijn.
Het ministerie van VROM draagt zelf op verschillende manieren bij aan digitale informatieverstrekking over de bouwregelgeving. Zo zijn er de bouwvergunningen-on-line: via de VROM-website kan in enkele stappen worden bepaald of wel of geen bouwvergunning nodig is. Ook heeft VROM op 11 november 2004 de digitale kennisbank BWTinfo gelanceerd, die door genoemde vereniging wordt beheerd.

 

Eenvoudiger milieuregels
Op 29 oktober 2004 is de Tijdelijke vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit gepubliceerd. De vrijstellingsregeling leidt ertoe dat de lasten die voor de overheden en het bedrijfsleven voortvloeien uit het Bouwstoffenbesluit dalen. Eén dezer dagen (n.b.: stand van zaken december 2004) stuurt staatssecretaris Van Geel een brief naar gemeenten en provincies met het verzoek om bij verlening van milieuvergunningen en het toepassen van de algemene milieuregels terughoudend te zijn met nadere eisen. De staatssecretaris verzoekt gemeenten ook zoveel mogelijk standaardformulieren te gebruiken. In de brief vraagt hij verder om bij onderzoeks- en rapportageverplichtingen voor het bedrijfsleven te zorgen voor een goede communicatie over nut en noodzaak hiervan.

 

2.2       Bestuurlijke boete

Het Wetsvoorstel bestuurlijke boete kleine ergernissen ligt momenteel ter advies bij de Raad van State en zal in ieder geval niet vóór 1-1-2006 in werking treden. Het Wetsvoorstel bestuurlijke boete parkeren bevindt zich overigens in hetzelfde stadium van besluitvorming.

In tegenstelling tot de “Wet bestuurlijke boete parkeren en stilstaan”, welke wet de gemeente zal moeten invoeren, bestaat er ten aanzien van de zogenoemde kleine ergernissen straks de keuze om deze al dan niet met een bestuurlijke boete af te gaan doen. Daarbij kan niet worden gekozen welke ergernissen wel/niet met een boete zullen worden afgedaan. Als wordt gekozen voor toepassing van de bestuurlijke boete bij kleine ergernissen, geldt deze keuze (automatisch) voor de hele lijst van kleine ergernissen, zoals deze in een Algemene maatregel van bestuur zullen worden vastgesteld. Wel kunnen overigens prioriteiten worden aangebracht. Deze AMvB is in de maak en zal tegelijk met de nieuwe wet in werking treden.

 

Door de Wet bestuurlijke boete kleine ergernissen wordt het mogelijk, naast reeds bestaande bestuurlijke maatregelen met reparatoir karakter (bestuursdwang, dwangsom), een boete (punitief karakter) op te leggen voor een aantal kleine ergernissen, welke op dit moment strafrechtelijk worden afgedaan. De bestuursrechtelijke boete kan door het bestuursorgaan zelf worden opgelegd, zonder tussenkomst van een rechter. Over het onderwerpen bestuurlijke boete zal een aparte notitie worden gemaakt.

 

2.3       Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA)

De reinigingsinspecteur en de controleurs Openbare Ruimte hebben een BOA bevoegdheid. Vanaf 2006 is artikel 8 van de Politiewet van toepassing voor diegenen die art. 8 op de akte vermeld hebben staan, en zullen de betreffende gemeentelijke BOA’s per die datum een cursus geweldsbeheersing gevolgd moeten hebben en een verplichte theorie- en praktijktoets met goed gevolg afgelegd moeten hebben.

De andere vakdisciplines beschikken niet over eigen BOA-bevoegdheden. Zonodig - en in afstemming met de politie in het licht van gestelde prioriteiten en kerntaken - coördineren zij hun bestuursrechtelijk optreden, gericht op het ongedaan maken van de overtreding, met (specialisten binnen) het korps Politie Haaglanden voor de strafrechtelijke component. Wanneer de bestuurlijke boete een feit is kan het echter noodzakelijk zijn toch eigen BOA’s aan te stellen als het instrument bestuurlijke boete voor zgn. “kleine ergernissen” binnen deze vakdisciplines doeltreffende toepassingsmogelijkheden zou bieden.


Hoofdstuk 2     Resultaten 2004 

 

1.         Algemeen

 

In 2004 is een fundamentele start gemaakt met het beter en op een andere manier op de kaart zetten van handhavingstaken teneinde de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Dit is zichtbaar op de volgende punten:

 

1.a       Handhavingorganisatie

In dit proces van professionalisering en programmatisch handhaven staan we nog redelijk aan het begin. In 2004 zijn de volgende voorwaardenscheppende en kaderstellende stukken tot stand gebracht:

-          het eerste handhavingsprogramma (2004) is tot stand gekomen;

-          de werkprocessen van de kolom Gebouw en Gebruik zijn beschreven en overige relevante zaken in het kader van het project Professionalisering van de handhaving;

-          voor de kolom Gebouw en Gebruik zijn handhavingsbeleidsplannen opgesteld (juli 2004),

-          er is een kadernota Nalevingsstrategie tot stand gekomen (december 2004).

 

Voorts is gewerkt aan onderstaande activiteiten:

1.       Project professionalisering van de Handhaving (ppHH)

Per 1 januari 2005 moeten de vakteams Milieutoezicht en Milieu (het laatste alleen met betrekking tot het onderdeel Bodem) voldoen aan een set kwaliteitscriteria, samengesteld onder andere door de provincie en door VROM. In de tweede helft van 2003, maar met name gedurende het gehele jaar 2004 is veel aandacht besteed aan dit project. De handhavingregisseur fungeerde vanaf begin 2004 als projectleider. Het project als zodanig is eind december 2004 afgerond en de externe audit (februari 2005) met betrekking tot Milieutoezicht en Bodem wordt met vertrouwen tegemoet gezien. Een aantal van de activiteiten die binnen het project zijn opgestart, worden verder door de lijnverantwoordelijken overgenomen. 

 

2.       Openbare Ruimte

In de tweede helft van 2004 is onder aansturing van de handhavingregisseur, een start gemaakt met het structureren van de handhavingstaken Openbare Ruimte en het opnieuw bezien van de betreffende nalevingstrategieën. De huidige bestuurlijke prioriteiten worden alvast opgenomen in dit handhavingprogramma.

 

3.       Stuurgroep Professionalisering van de Handhaving – Programmatisch Handhaven

Eind 2004 is de stuurgroep ppHH wegens het beëindigen van het project ppHH, omgevormd tot de stuurgroep Programmatisch Handhaven. Daarmee is ook de samenstelling van de stuurgroep gewijzigd. Voorzitter is de burgemeester, voorts zijn daarin vertegenwoordigd de wethouders Baljé en Torenstra, alsmede een vertegenwoordiger van de politie.

 

4.       Ambtelijk horeca overleg

Sinds 1 januari 2004 staat het ambtelijk horeca overleg onder leiding van de handhavingregisseur. In dit overleg waarin verschillende disciplines zijn vertegenwoordigd, vindt afstemming plaats en worden afspraken gemaakt m.b.t. vergunningverlening en handhaving. Afgesproken is het zogenaamde vooroverleg met ondernemers anders te structureren; met aandacht voor het verduidelijken van de (vele) regelgeving in de horeca.

 

5.       Integrale horeca controles  

Voor eind 2004 stonden 2 ronden integrale horeca controles gepland (met in totaal rond de 24 bedrijven) bij bedrijven op de Markt. Deze hebben primair tot doel de controle van de regelgeving dusdanig vorm te geven dat de belasting voor de ondernemer teruggedrongen wordt. In november en december zijn daarvan 12 bedrijven aan de Markt gecontroleerd. De voorgenomen planning voor december kon door omstandigheden niet worden gerealiseerd. Over de gehouden controles zal een aparte evaluatie verschijnen. Het proces integrale horeca controle is onder aansturing van de handhavingsregisseur verder geprofessionaliseerd en gestandaardiseerd; er zijn verschillende checklisten gemaakt voor de controles, alsmede standaardbrieven. Wel moet een hernieuwde afweging plaatsvinden over de inzet van de verschillende vakteams en de relatie met de prioriteiten vanuit de vakdisciplines.

 

1.b       Beleidsmatige zaken

 

1.       Nota Nalevingstrategie

In het kader van het project Professionalisering van de Handhaving (ppHH) was vereist dat een nota Nalevingstrategie tot stand kwam. Naleving heeft betrekking op preventieve en repressieve handhaving, maar ook op voorlichting en communicatie. Gezien de aard van het stuk is besloten een kadernota te maken, die van toepassing is op alle handhavingstaken van de gemeente Delft. Bedoeling van de nota is duidelijkheid te scheppen in de vraag hoe de gemeente Delft naleving van regelgeving wil bevorderen. Concrete invulling hiervan, vindt onder meer plaats in dit handhavingprogramma. Naast genoemde nota, zijn ook de in het verleden vastgestelde nota’s Handhavinginstrumentarium (2002) en Handhavingsbeleid bestemmingsplannen (2002) nog steeds van kracht. 

 

2.       Relevante gemeentelijke regelgeving

 

Algemene Plaatselijke Verordening 

In 2004 is door een projectgroep, onder leiding van de handhavingregisseur, gewerkt aan actualisering van de gehele APV. De APV is een gemeentelijke verordening, die van groot belang is – gezien de verscheidenheid van onderwerpen die daarin is geregeld – voor de leefbaarheid en de veiligheid in de stad. Uiteraard speelt handhaving van de regelgeving daarbij een belangrijke rol. Daarbij is de aanpak van problemen die in de stad leven door middel van APV bepalingen een belangrijke invalshoek.

 

Gevelreclame

Medio 2004 is het nieuwe gevelreclamebeleid tot stand gekomen en eveneens vastgesteld in de raadsvergadering van november. Uitgangspunt daarbij was dat de eisen zijn opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota. Er wordt niet meer met vergunningen gewerkt; gevelreclames dienen te voldoen aan de eisen van welstand. In de beleidsstukken is een aparte paragraaf over handhaving opgenomen. Kern daarvan is dat handhaving plaatsvindt ten aanzien van die reclames die niet voldoen aan de welstandseisen. 1x per jaar zal daartoe een inventarisatie worden gemaakt. Met betrekking tot reclames die al voor 1 januari 2005 zijn bevestigd geldt een aparte handhavingstrategie.

 

Afvalstoffenverordening

In 2004 is de concept afvalstoffenverordening tot stand gekomen; voorheen was dit onderwerp geregeld in de APV. De nieuwe verordening wordt in januari 2005 in de collegevergadering behandeld.

 

3.       Handhaafbaarheidstoets 

 

Aan het voornemen om regels expliciet te toetsen op handhaafbaarheid is gewerkt in het kader van het project APV en gevelreclame. Door de Gemeente Eindhoven is inmiddels een handhaafbaarheids- toets ontwikkeld, die kan worden gebruikt door andere gemeenten. Overigens moet wel worden aangetekend, dat soms regelgeving nodig is, om in te kúnnen grijpen alleen wanneer dat gewenst is.

 

2.         Gebouw en Gebruik

2.1       Milieutoezicht

Geplande handhavingstaken 2004

Activiteit

Aantal controles/producten

Waarvan 

Aantal bedrijven

Integrale controle[2]

200

BRZO bedrijven 

2

 

 

LPG stations

3

 

 

Gevaarlijke stoffen >250 kg

26

Klachten horeca

50

 

 

Klachten overig

25

 

 

 

·         Het geplande aantal integrale controles (=preventieve complete milieucontroles) is uitgevoerd.

·         De voorgenomen controles bij LPG-tankstations en bij bedrijven met meer dan 250 kg gevaarlijke stoffen zijn gerealiseerd.

·         Inmiddels zijn er in de gemeente Delft geen bedrijven meer waar het BRZO (Besluit Risico Zware Ongevallen) van toepassing is en waar het bevoegd gezag voor het milieutoezicht bij de gemeente Delft berust[3]. (Bedrijfsactiviteiten van Asepta zijn geheel en van v.d. Helm gedeeltelijk gestopt) De BRZO-controles konden dus niet worden gerealiseerd.

·         De controle en voorlichting met betrekking tot het nieuwe Vuurwerkbesluit heeft tot een teruggang van het aantal verkooppunten (van 12 naar 3) geleid.

·         De uitvoering van de piketregeling geluidsmeting heeft dit jaar weer tot nieuwe handhaving-beschikkingen geleid. Het lukte echter niet om alle meldingen te registreren en bij alle van toepassing zijnde meldingen ook daadwerkelijk geluidsmetingen te laten plaatsvinden. Met betrekking tot de registratie van geluidsklachten wordt in 2005 onderzocht of melding door burgers direct via internet kan plaatsvinden.

·         Afgelopen jaar zijn in het bijzonder de nieuwe horeca ondernemers intensief voorgelicht over de milieuregels. Het is echter nog niet tot een branchegewijze voorlichting met betrekking tot de geluidsvoorschriften gekomen. Wel is een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd gericht op (horeca-)ondernemers in de Binnenstad n.a.v. een aantal optredens wegens geluidsoverlast.

 

2.2       Milieu, onderdeel Bodem

In het Handhavingprogramma 2004 was Milieu, onderdeel Bodem wat betreft de handhavingstaken niet als aparte discipline opgenomen. 

 

2.3       Gebruiksvergunningen (Brandweer/sector Veiligheid)

In 2004 is wegens ziekte en vacatures, die vanwege de op handen zijnde fusie niet konden worden ingevuld, een nog grotere onderbezetting ontstaan bij de afdeling preventie dan er reeds bestond. Daardoor was er geen sprake meer van een volledige fte die ingezet kon worden voor handhaving. De beschikbare capaciteit ingezet op de volgende handhavingstaken:

·         Gebruiksvergunningen (bouwwerken); in het bijzonder kinderdagverblijven

·         Tijdelijke gebruiksvergunningen (evenementen)

·         Brandveiligheidscontrole feestdagen

·         Integrale vuurwerkcontrole

·         Brandveiligheidscontroles algemeen (reactief)

·         BRZO-inspectie (integrale 3-daagse inspectie met Provincie Zuid-Holland en arbeidsinspectie)

 

In onderstaand schema is aangegeven welke prioriteiten uit het handhavingsprogramma 2004 al dan niet zijn uitgevoerd. (n.b. de BRZO-inspectie was niet in het handhavingsprogramma 2004 opgenomen).

 

Totaal aantal voorgenomen controles

Waarvan

Aantal

Opmerkingen

Bouwwerken

Zorginstellingen

17

Niet uitgevoerd

 

Kinderdagverblijven

91

Uitgevoerd

 

Schoolgebouwen

40

Niet uitgevoerd

Tijdelijke gebruiksvergunningen

Evenementen

20

Uitgevoerd

Vuurwerkcontrole

Verkooppunten

3

Uitgevoerd

Feestdagen

Grootwinkelbedrijven

15

Uitgevoerd

Horeca

Brandveiligheidscontroles

10

Niet uitgevoerd

 

Zelfcontrole door ondernemers

In het handhavingprogramma 2004 was opgenomen dat in plaats van jaarlijkse of tweejaarlijkse controles door de brandweer, een zelfcontrolesysteem zou worden ontwikkeld. De ontwikkeling van dit systeem heeft gezien de beperkte capaciteit bij de brandweer en de fusievoorbereidingen, enige vertraging opgelopen. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de mogelijkheden van zo’n zelfcontrolesysteem. Uit dit onderzoek komt naar voren dat zelfcontrole een goed middel is om ondernemers ondersteuning te bieden bij hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid in hun onderneming, maar dat het niet de controle en handhaving door de brandweer kan vervangen. Wel kunnen ondernemers ondersteund worden met checklists voor zelfcontrole, bijvoorbeeld via het internet. Dit zal in 2005 nader worden uitgewerkt.

2.4       Bouw- en Woningtoezicht

Handhaving vond, net als in de voorgaande jaren, vooral reactief plaats. Binnen de huidige bezetting is het niet mogelijk gebleken om pro-actief (preventief) te kunnen handhaven uitgezonderd de integrale activiteiten van de horecacontrole en vuurwerkopslag, en in het kader van klachten die mondeling of schriftelijk worden geuit. Door de vaststelling van het handhavingsbeleidsplan BWT medio 2004 kon vanaf dat moment de capaciteit meer gericht worden ingezet op de aangegeven prioriteiten. Medio september 2004 is gestart met een pilot “eenduidige benadering van de handhaving” binnen BWT en MBK. Voor alle handhavingstaken zijn werkprocessen beschreven en aan de implementatie thodiek.vinwordt de nodige aandacht gegeven.n de implemantatie

 

Handhavingstaken 2004

 

 

Planning aantallen 2004

Realisatie aantallen 2004

Urenbesteding

 

        2004

Preventief

Toezicht vergunningen

460

446

3950

Repressief

Constateringen

120

108

 

 

Bouwen strijdig met de vergunning

 

15

50

 

Bouwen zonder vergunning

 

39

750

 

Strijdig met reclamevergunning

 

2

 

 

Strijdig gebruik

 

10

589

 

Aanschrijving ex   art. 14 WW

 

6

60

 

Dwangsommen

 

7

nb

Totalen Repressief

 

120

108

 

 

Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is het aantal geplande controles in 2004 nagenoeg gerealiseerd. Relatief veel aandacht is er gegaan naar de handhaving van het voormalig Xotus-terrein.

 

2.5       Monumentenzorg en bouwkwaliteit 

In het Handhavingprogramma 2004 was Monumentenzorg en bouwkwaliteit wat betreft de handhavingstaken niet als aparte discipline opgenomen.

 

 

Hoofdstuk 3      Algemene onderwerpen in 2005

 

 

3.1       Handhavingsbeleid Openbare Ruimte

Net als de handhavingsbeleidsplannen die medio 2004 zijn opgesteld voor de kolom Gebouw en Gebruik, zal voor de kolom Openbare Ruimte een handhavingsbeleidsplan tot stand worden gebracht. Deze zal voor de komende jaren richting en invulling moeten geven aan de handhavingstaken. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de handhavingscapaciteit. Bij de invulling van het handhavingsbeleid Openbare Ruimte is afstemming met de politie - onder meer in de lokale driehoek –  noodzakelijk. 

 

3.2       Handhavingsprogramma

Gedurende 2005 wordt gewerkt aan verdere professionalisering van het handhavingsprogramma. Met name wordt de focus gericht op een heldere verantwoording, het formuleren van SMART doelstellingen en het benoemen van resultaten.

 

3.3       Bestuurlijke boete

Zoals in de inleiding aangegeven wordt een aparte notitie gemaakt over de inzet van de bestuurlijke boete binnen de gemeente; overigens onder voorbehoud van voortgang in de behandeling van het wetsvoorstel.

 

3.4       Handhaafbaarheidtoets

Expliciete aandacht voor handhaafbaarheid van regelgeving is gewenst, en met name nieuwe regelgeving. Dit voorkomt dat op lokaal niveau regels worden gesteld die niet of nauwelijks te handhaven zijn. Daartoe wordt – als proef in 2005 - gebruik gemaakt van de handhaafbaarheidtoets die is ontwikkeld bij de gemeente Eindhoven.

 

3.5       Communicatie

Handhaving is niet echt een populair onderwerp, ondanks de waardering voor een leefbare en veilige samenleving. In 2005 wordt expliciet aandacht besteed aan het (verbreden van het) politiek maatschappelijke draagvlak voor handhaving.

 

3.6       Ken- en stuurgetallen

Onder meer ten behoeve van het definiëren van SMART-doelstellingen bij handhaving, het vaststellen van prioriteiten en het afleggen van verantwoording zijn meer kwantitatieve gegevens nodig. Deze worden in 2005 verder ontwikkeld.

 

3.7       Functie van handhaver 

Door de in het kader van het project ppHH aangebrachte – en ook als uitgangspunt benoemde - scheiding tussen vergunningverlening en handhaving, wordt steeds duidelijker dat handhaven een vak is. Binnen de organisatie zal dan ook door het management aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van competenties van de handhavers.

 

3.8       Stadstoezichthouders

Met betrekking tot stadstoezichthouders, althans waar het de I/D banen betreft, bestaat een duidelijk knelpunt. Hoewel er formatie beschikbaar is (14,0 fte) sluit het aanname beleid van de gemeente Delft op de I/D banen niet aan op de minimale  functie-eisen van stadstoezichthouders. In 2005 zal hier nadere besluitvorming op moeten plaatsvinden. In dit Handhavingprogramma gaan we uit van een maximaal beschikbare capaciteit van 3,8 fte in 2005. Dit kan mogelijk gedurende het jaar verminderen.

 

 


Hoofdstuk 4                 Gebouw en Gebruik 2005

 

Bij het onderdeel Gebouw en Gebruik zijn handhavingstaken van de volgende vakteams betrokken:

a.       Milieutoezicht

b.       Milieu, onderdeel Bodem

c.       Brandweer, m.b.t. gebruiksvergunningen

d.       Bouw- en woningtoezicht

e.       Monumentenzorg en bouwkwaliteit

f.         Vergunningen en ontheffingen TOR, m.b.t. horeca-exploitatievergunningen

 

In het Handhavingprogramma 2004 is per vakgebied een korte schets gegeven van de verschillende disciplines en de handhavingstaken die daarbij aan de orde zijn. In juli 2004 zijn door het college de onderliggende handhavingbeleidsplannen van de afzonderlijke vakdisciplines vastgesteld. In deze beleidsplannen zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld; deze prioriteiten komen hieronder in de vorm van concrete doelstellingen voor het jaar 2005 aan de orde.

 

4a        Milieutoezicht

De prioriteiten voor 2005 zien er als volgt uit:

·         externe veiligheid; bescherming van burgers en bedrijven tegen gevolgen van calamiteiten; specifiek gaat het hier om het beperken van risico’s als gevolg van activiteiten van bedrijven, doelstelling is het naleefgedrag van bedrijven waar externe veiligheid een rol speelt te verhogen; 

·         naleving van (hinder)voorschriften; bedrijven dienen altijd de milieuvoorschriften na te leven, algemeen doel is het verbeteren van het naleefgedrag. Een bedrijf waar al eerder een overtreding is geconstateerd staat hoger op de lijst van controles dan een bedrijf waar geen overtredingen zijn geconstateerd. 

·         thema’s verruimde reikwijdte; algemene doelstelling is het realiseren van: energiebesparing, drinkwaterbesparing, grondstoffenbesparing en afname van (de gevolgen van) aan- en afvoerbewegingen. Daarnaast worden nog overige thema’s onderscheiden, zoals lucht, afvalwater, bodem, geluid, afval.

Daarnaast zal er in 2005 bijzondere aandacht zijn voor ondergrondse tanks en voor inventariserende controles (controleren of alle milieurelevante bedrijven wel bekend zijn).

 

Toepassing van deze prioriteiten levert de volgende aantallen preventieve controles:

 

Aanleiding

Categorie

Punten

Bezoeks-Frequentie

Aantal bedrijven *1)

Aantal controles 2005

Toelichting

Nieuwe ondernemer/ oplevercontrole

B t/m E

0 t/m 200

NVT

NVT

50

Controles met voorlichting als belangrijke nevendoelstelling

Gepland volgens puntensystematiek

A

>200

NVT

2

4-

Het betreft alleen 2 tankstations met LPG in een woonomgeving. Door saneringen in 2005 zijn er geen BRZO bedrijven meer in Delft[4]

Gepland volgens puntensystematiek

B

100 t/m 200

1

50

50

Belangrijk milieurisico, waar onder externe veiligheid

Gepland volgens puntensystematiek

C

50 t/m 100

0,5

100

50

Verhoogd milieurisico

Gepland volgens puntensystematiek

D

30 t/m 50

0,25

280

70

Gemiddeld milieurisico

Gepland volgens puntensystematiek

E

0 t/m 30

0

995

0

Gering milieurisico

Totaal

 

 

 

1425

220

 

*1) Peildatum 1-10-03!!

Door het vakteam Milieutoezicht is een systematiek ontwikkeld waarbij op grond van een aantal factoren (zoals veiligheidsrisico, ligging van het bedrijf en naleefgedrag) punten worden toegekend. Het aantal punten bepaalt de frequentie van het aantal controles.  

 

Nalevingstrategie/handhavingstrategie

Naast bovenstaande controles zal in 2005 een thema gerichte voorlichting plaatsvinden om het naleven van geluidsvoorschriften bij horecabedrijven te bevorderen. Voorts vindt voorlichting plaats over energiebesparing richting bedrijven die veel energie verbruiken.Voor Milieutoezicht en Bodem is een landelijke handhavingstrategie van kracht; daarnaast geldt voor het gewest Haaglanden een nalevingstrategie.

 

Handhavingcapaciteit

Binnen het vakteam milieutoezicht is in 2005 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken 5300 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 5 milieu-inspecteurs handhaving.

Integrale aanpak

Het bedrijvenparkje naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed bezoeken samen met medewerkers BWT.

Samenwerking met externe partners

·         De samenwerking met de politie zal veranderen door de oprichting van een regionaal milieuteam bij de politie.

·         Voor uitvoering van de piketregeling geluidsmeting blijft lokale ondersteuning door de politie noodzakelijk.

·         Reguliere samenwerking (met politie) bij controles van bedrijven met gevaarlijke stoffen en bij nacontroles.

·         Deelname aan de jaarlijkse handhavingestafette op initiatief van de Provincie Zuid-Holland, met ondersteuning door het stadsgewest Haaglanden; in hoeverre daarbij concrete samenwerking met externe partners aan de orde is hangt vooral af van het thema van de estafette.

 

Aandachtspunten

·         In overleg en afstemming met de politie regelmatige evaluatie van de piketregeling geluidsmeting.

·         Branchegewijze preventieve voorlichting.

 

4b        Milieu, onderdeel Bodem

Medio 2004 is het Handhavingbeleidsplan Bodem vastgesteld. Op basis van dit plan is

de volgende prioritering vastgesteld:

1. Illegale grondstortingen buiten inrichtingen (zie onder onderdeel Openbare Ruimte)

2. Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT), oude tanks

3. Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en puingranulaat)

4. Grondtransport

5. Saneringen (naast rol provincie)

 

De eerste drie prioriteiten zijn in 2005 het belangrijkst. De laatste twee hebben een lagere prioriteit. Opgemerkt moet worden dat het Bouwstoffenbesluit en Vrijstellingsregeling Grondverzet tot de reguliere taken behoren. De overige genoemde prioriteiten vormen hierop een uitzondering. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het Handhavingbeleidsplan voor Bodem. De door het Landelijk Overleg Milieuzaken (LOM) aangegeven prioriteit “asbest”  wordt actief meegenomen in het Bouwstoffenbesluit.

 

Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks

In 2005 moeten alle oude particuliere- en een deel van de bedrijventanks welke nog niet voldoen aan het BOOT 1998 alsnog voldoen aan dit besluit. De verwachting is dat het gaat om circa 15 particuliere tanks en een onbekend aantal bedrijventanks. In het verleden zijn verschillende Actie Tankslagen georganiseerd door de gemeente Delft. Hierbij zijn de handhavinggevallen blijven liggen. Middels deze actie wordt gestreefd om ook deze tanks te laten voldoen aan de regelgeving.

Gezien het hier om een eenmalige actie gaat, wordt deze activiteit in 2005 projectmatig aangepakt. In samenwerking tussen de vakteams Milieutoezicht en Milieu zullen de oude tanks, die niet voldoen, worden aangepakt. Hiertoe zal een plan van aanpak worden opgesteld.  

Op jaarbasis worden ongeveer circa oude 5 tanks gesaneerd, dit is een inschatting omdat niet alle tanks bij de gemeente bekend zijn. Het gaat hier om niet conform BOOT gesaneerde en niet gesaneerde tanks. De verwachting is dat na de bovengenoemde actie, dit aantal zal dalen. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat ook na deze actie onbekende tanks alsnog “boven water” komen.

 

Activiteit

Aantal

Verantwoordelijk vakteam

Controles BOOT particulieren regulier

5

Milieu

Controles BOOT particulieren

project

15

Milieu

Controles BOOT bedrijven

p.m.

Milieutoezicht

 

Nalevingsstrategie

Alle beschikbare instrumenten zoals vermeld in de Kadernota Nalevingsstrategie (vastgesteld door het college december 2004) zullen hierbij worden ingezet. Naast administratieve en veldcontroles zullen voorlichting en communicatie een belangrijke rol spelen.

 

Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en puingranulaat)

De doelstelling van deze prioriteit is het voorkomen van mogelijke (ernstige) bodemverontreinigingen het realiseren van beter naleefgedrag van de voorschriften. In 2005 moet zeker 75% van alle grondtoepassingen voldoen aan de voorschriften.

 

Activiteit

Aantal

Voorlichting en communicatie

p.m.

Meldingen

50

Controles Vrijstellingsregeling grondverzet

30

Controles Bouwstoffenbesluit

20

Controles Bouwstoffenbesluit (administratief)

15

 

Bij de bovenstaande tabel moet worden opgemerkt, dat het om een schatting gaat van in 2005 verwachte meldingen. Het werkelijk aantal kan hiervan afwijken.

 

Nalevingsstrategie/handhavingstrategie 

In 2005 zal naast de reguliere controle (zowel administratief als in het veld) en toezicht ingezet worden op met name voorlichting en communicatie. Communicatie kan bestaan uit vooroverleg over projecten. Er zullen in het kader van voorlichting bijeenkomsten worden georganiseerd en brochures worden ontwikkeld.  Preventieve handhaving draagt veel bij aan een beter naleefgedrag van de doelgroep.

 

Bij de reguliere controle moet worden opgemerkt dat alle grondwerken op basis van de meldingen minimaal één keer worden gecontroleerd. Steekproefsgewijs worden ook de herkomstlocaties gecontroleerd. Daarnaast worden in 2005 kwaliteitsgegevens van grondtoepassingen steekproefsgewijs opgevraagd, dit vormt de administratieve controle. Opgemerkt moet worden dat een belangrijk handvat bij het uitvoeren van de toezichtstaken de Handhaving- UitvoeringsMethodiek Bouwstoffenbesluit en Grondstromen is. Bij de controles op werken/toepassingen zullen steekproefsgewijs vrachtwagens op locatie worden gecontroleerd op lading en gevraagd naar de geleidebonnen.

 

Integrale aanpak

De integrale aanpak geldt in principe voor al de genoemde prioriteiten. Hierbij wordt met name gedacht aan signaaltoezicht. Zeker in het kader van het storten van grond buiten inrichtingen en het Bouwstoffenbesluit/Vrijstellingsregeling Grondverzet kan dit een belangrijke bijdrage leveren voor het vakteam Milieu. Zeker omdat andere vakteams, zoals Bouw- en woningtoezicht en Milieutoezicht, meer buiten komen, waar ook met grond wordt gewerkt. Vakteam Milieu zal bij desbetreffende vakteams middels voorlichting hiervoor aandacht vragen. Ook vakteam Milieu kan zaken signaleren en doorgeven aan de desbetreffende vakteams.

 

Samenwerking met externe partners

In het kader van het handhavingbeleidsplan bodem zijn twee lagere prioriteiten genoemd, waarbij samenwerking een zeer belangrijke rol speelt. Het gaat om transport van grond en bodemsaneringen waarvoor de provincie bevoegd gezag is. Daarnaast speelt samenwerking (met Regionaal Milieuteam (politie) en Hoogheemraadschap Delfland) een belangrijke rol bij de handhaving van de Vrijstellingsregeling Grondverzet, Bouwstoffenbesluit en het storten buiten inrichtingen. In 2005 zal als extra aandacht aan deze punten worden besteed in samenwerking met onze handhavingspartners.

 

Nalevingstrategie/handhavingstrategie

Voor Milieutoezicht en Bodem is een landelijke handhavingstrategie van kracht; daarnaast geldt voor het gewest Haaglanden een nalevingstrategie. Daarnaast zijn binnen de gemeente Delft het handhavingsinstrumentarium en de kadernota Nalevingstrategie (vastgesteld door het college in december 2004) van toepassing. Onder de bovengenoemde kopjes Bouwstoffenbesluit en Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks is de handhavingaanpak weergegeven voor 2005.

 

Handhavingcapaciteit

In totaal 660 uur, bestaande uit:

Ontwikkelen beleid storten grond buiten inrichting (40 uur)

BOOT actie (160 uur)

Bouwstoffenbesluit  en Vrijstellingsregeling Grondverzet handhaving (300 uur)

Bouwstoffenbesluit  en Vrijstellingsregeling Grondverzet voorlichting, overleg (100 uur)

Actie bodemsaneringen (20 uur)

 

4c        Gebruiksvergunningen (Brandweer/Sector Veiligheid)

De beschikbare capaciteit voor controle wordt ingezet op controle van verstrekte gebruiksvergunningen, evenementen en verkooppunten van consumentenvuurwerk. Ook wordt capaciteit ingezet voor controle in het kader van het Besluit Risico Zware Ongevallen[5] (zie ook onderdeel Milieutoezicht). Controle is nodig om het wettelijk beoogde brandveiligheidniveau in stand te houden.

 

Gezien de beperkte capaciteit die beschikbaar is voor controle (1 fte) is er voor gekozen om deze in 2005 voor wat betreft de preventieve handhaving, in te zetten ten behoeve van controle van gebouwen waar niet-zelfredzame personen in verblijven[6]. Daarnaast zal de capaciteit benut worden t.b.v. tijdelijke vergunningen, brandveiligheidscontroles rond de feestdagen, integrale vuurwerkcontrole en BRZO-inspecties. De overige controles en handhaving zullen op ad-hoc basis (na melding van anderen) plaatsvinden. Voor de periode tot 2008 zal een werkplan worden opgesteld waarin de controle en handhaving nader aan de orde zal komen. 

 

In 2005 wordt de capaciteit ingezet op de volgende handhavingstaken:

·         Gebruiksvergunningen kinderdagverblijven

·         Tijdelijke gebruiksvergunningen (evenementen)

·         Brandveiligheidscontrole feestdagen

·         Integrale vuurwerkcontrole

·         Integrale controle milieuvergunningen, alleen BRZO

·         Brandveiligheidscontroles algemeen (reactief)

 

Totaal aantal voorgenomen controles in Delft

Waarvan

 

Opmerkingen

Bouwwerken

Kinderdagverblijven

91

 

Tijdelijke gebruiksvergunningen

 

20

Evenementen

Vuurwerkcontrole

 

6

Verkooppunten

Feestdagen

 

15

Brandveiligheidscontroles diverse bouwwerken

 

Handhavingscapaciteit

In de loop van 2005 zullen na de fusie ontstane vacatures worden ingevuld, waardoor de handhavingcapaciteit in de tweede helft van 2005 op peil gebracht zal worden. Er komt in totaal 3 fte bij voor handhaving en voorlichting, waarvan gezien de grootte 2/3 (dus voor handhaving ongeveer 1,8 fte) beschikbaar is voor Delft.

 

4d        Bouw- en Woningtoezicht

De prioriteitstelling zal voor 2005 gelijk zijn aan de prioriteitstelling van 2004 (al kunnen actuele ontwikkelingen, zoals in het kader van de herijking op basis van de integrale ervaringen, op onderdelen in de loop van 2005 aanleiding zijn voor enige bijstelling van de prioriteiten)                   

 

 

Prioriteit

Handhavingopgaaf

nadere specificatie

1

Realisatie bouwwerk in afwijking van de vergunning

bij nieuwbouw van gebouwen met de functie   “nachtverblijf”, zoals hotels, ziekenhuizen,

enz.

2

Niet voldoen aan vereisten van bestaande bouw

alle gebouwen uitgezonderd woningen en

woongebouwen.

3

Realisatie bouwwerk zonder vereiste vergunning       

bij verbouw van/aan/ bij woningen,

woongebouwen en woonwagens.

4

Slopen in afwijking van vergunning

in de binnenstad en bij monumenten

5

Gebruik in strijd met het bestemmingsplan

bij gebouwen op bedrijventerreinen, die een

industrie- of kantoorfunctie hebben.

6

Slopen zonder vergunning

in de binnenstad en bij monumenten.

7

Realisatie van bouwwerken in afwijking van vergunning

bij utiliteitsgebouwen.

8

Realisatie van bouwwerken in afwijking van vergunning

bij verbouw van/aan/ bij woningen, woongebouwen en woonwagens.

9

Gebruik in strijd met bestemmingsplan

met name in de binnenstad.

10

Niet voldoen aan welstandscriteria

alle gebieden; vooralsnog t/m 2005.

 

 

Handhavingcapaciteit

Binnen het vakteam Bouw- en woningtoezicht is in 2005 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken inclusief enkele vergunningsadviestaken 4 fte beschikbaar excl. juridische ondersteuning. De inzet ten aanzien van de prioriteiten 2005 is als volgt geraamd:

 

 

Omschrijving

Urenraming

Preventieve handhaving

 

Controle / uitvoering  APV – vergunningen (prioriteit 3)

 270

Controle / uitvoering sloopvergunningen (prioriteit 6)

 230

Controle uitvoering reguliere bouwvergunningen (prioriteit 1 t/m 3; 7 en 8)

 3200

Controle uitvoering lichte bouwvergunningen/vergunningvrij (prioriteit 1 t/m 3; 7 en 8)

 1200

Handhaving illegaal gebruik  (prioriteit 9)

  350

Subtotaal 

  5250

Repressieve handhaving

 

Aanschrijven/bestuursdwang (prioriteit 1 t/m 10)

  1850

Juridische zaken BWT (prioriteit 1 t/m 10)

  2075

TOTAAL

  9175

 

 

Nalevingstrategie/handhavingstrategie

De strategieontwikkeling die medio 2004 is voorbereid zal in 2005 vorm krijgen o.a. in een sanctie- en gedoogstrategie welke door het college zal worden vastgesteld. Het door de raad vastgestelde Handhavinginstrumentarium zal hierdoor meer actualiteit en vorm krijgen in de verdere toepassing in de werkelijke handhaving. De ontwikkelde strategieën zijn algemeen voor Delft van toepassing. De specifieke toepassing voor Bouw- en woningtoezicht vraag een verdere analyse en uitwerking gericht op effecten en naleefgedrag in relatie tot specifieke handhavingkaders en de overtredingen.

Integrale aanpak

Het bedrijvenparkje naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed bezoeken samen met medewerkers Milieutoezicht.

 

Samenwerking met externe partners

In relatie tot het doorontwikkelen van de handhaving, protocollen automatisering en werkwijzen wordt tmatiseringing, protocollen en werkwenten en landelijke ontwikkelingenoenadering gezocht tot andere gemeenten en worden landelijke ontwikkelingen gevolgd.

Aanpak illegale kamerbewoning c.q. gebruiksvergunning: in 2005 zal in samenwerking met de brandweer op de agenda geplaatst worden het zoeken naar een effectieve methode de onveilige situaties bij gebruik van panden te kunnen verminderen/ beheersen alsmede een (brand-)veilige kamerbewoning in Delft te realiseren.

 

Aandachtspunten

In de loop van 2005 zal getracht worden handhaving consistenter te relateren aan het beleid en de in dat kader gestelde prioriteiten die in het kader van het (landelijk) traject inzake de professionalisering van de handhaving is gekozen. Ook zal worden onderzocht wat het beoogde effect c.q. naleefgedrag is ter voorbereiding van het handhavingprogramma 2006 om stapsgewijs het accent te verleggen van een kwantitatieve benadering (veel controleren) naar een kwalitatieve benadering

 

Duidelijk zal zijn dat het plannen op basis van beoogd effect c.q. naleefgedrag en handhaven met beleid, twee zijden van dezelfde medaille zijn. Door de handhavingactiviteiten voor het jaar 2005 te voorzien van beoogde effect c.q. naleefgedrag wordt de gewenste ontwikkeling naar handhaven met beleid mede voorbereid en versterkt.

 

4e        Monumentenzorg en Bouwkwaliteit

In de vastgestelde handhavingbeleidsplannen komen de volgende prioriteiten voor monumenten naar voren:

  1. slopen of (ver)bouwen zonder vergunning.
  2. slopen of (ver)bouwen in afwijking van vergunning
  3. kwaliteitsslag leveren gevelreclames.

 

Handhavingstaak 

Invulling

slopen of (ver)bouwen zonder monumenten vergunning

6 controlerondes langs alle monumenten; controle op alles wat vanaf de openbare weg zichtbaar is.

slopen of (ver)bouwen in afwijking van vergunning

100 controles van ca. 50 monumentenvergunningen (norm is minimaal 2 controles per monumentenvergunning)

kwaliteitsslag gevelreclames

1000 controles;  van alle gevelreclames

200 aanschrijvingen met afwijkingen van gestelde eisen

20 handhavinggevallen met flagrante afwijkingen van eisen

 

Nalevingstrategie/handhavingstrategie

Wat betreft communicatie en voorlichting wordt er bij elke wijziging van de regelgeving actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het Cultuurhistorische Bulletin Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle rijks- en gemeentelijke monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden

 

Met betrekking tot handhaving wordt de standaard handhavingstrategie van de gemeente gebruikt, tenzij sprake is van sloop. In dat geval wordt als gevolg van het onomkeerbare van de situatie, overgegaan tot 1-staps handhaving (stilleggen). In de beleidsstukken over de Gevelreclame (zie hoofdstuk 2) is een aparte paragraaf over handhaving opgenomen.

 

Voor de kwaliteitsslag gevelreclame worden alle ondernemers geïnformeerd over het nieuwe beleid en de daarbij behorende eisen middels een informatiefolder die in januari met de belastingaanslag zal worden meegestuurd. Daarnaast zijn de nieuwe regels op internet beschikbaar. Reclames na 1/1/2005 aangebracht zullen aan de gestelde eisen moeten voldoen en worden gehandhaafd bij afwijkingen. Reclames die voor die tijd zijn aangebracht worden wel aangeschreven op hun afwijkingen, maar alleen gehandhaafd indien ze flagrant afwijken van de nieuwe regels. De schatting is dat hiervan ca. 20 stuks in de stad aanwezig zijn.

 

Handhavingcapaciteit

 

Activiteit

Urenraming

6 controlerondes langs monumenten

180 uur

100 controles van monumentenvergunningen

 800 uur

handhavinggevallen

100 uur

kwaliteitsslag gevelreclames

1600 uur

Totaal

2680 uur

 

 

4f         Integrale Horeca controles 

In verband met de prioriteiten van de verschillende vakteams, en naar aanleiding van de nog te houden evaluatie van de ronde 2004, zal in 2005 nog eens opnieuw naar de prioritering van preventieve controles op horeca regelgeving worden gekeken en de uitvoering daarvan. Inzet daarbij is een combinatie van prioriteit van de betrokken vakteams en het belang van de horeca ondernemer (controle op meerdere regelgeving in één keer i.p.v. verschillende bezoeken).

 

Nalevingstrategie/handhavingstrategie

De controles vinden integraal plaats, dat wil zeggen vanuit verschillende vakteams. De samenstelling van de teams is flexibel en afgestemd op de doelgroep of het specifieke bedrijf. Waar mogelijk worden door middel van checklists zaken voor elkaar waargenomen, zodat de teams niet groter zijn dan strikt nodig. De controles worden van te voren aangekondigd. Coördinatie en verdere uitwerking door de handhavingregisseur.

 

Handhavingcapaciteit

P.M., afhankelijk van het te bezoeken bedrijf, inzet vanuit de verschillende vakteams. 

 


Hoofdstuk 5                 Openbare Ruimte 2005

 

 

 

5.1       Inleiding

Zoals in de inleiding is aangegeven wordt het Handhavingprogramma 2005 uitgebreid met het onderdeel Openbare Ruimte. Handhavingstaken Openbare Ruimte hebben betrekking op alle regelgeving (landelijk of lokaal) waarbij aspecten van de  openbare ruimte aan de orde zijn. Veel daarvan is geregeld in de APV[7] en in andere gemeentelijke verordeningen (zoals de Reclameverordening. Overigens is niet altijd de gemeente het controlerend orgaan; bij de Drank- en Horecawet is dat bijvoorbeeld de Voedsel- en Waren Autoriteit.

 

In dit hoofdstuk is ook het thema “illegale grondstortingen” opgenomen. De handhaving hiervan berust bij Bodem, onderdeel vakteam Milieu (WSZ). Omdat het echter gaat om illegale stortingen in de openbare ruimte is het thema hier opgenomen.

 

Om inzicht te geven in handhavingstaken Openbare Ruimte maken we een onderscheid op handhavingstaken op basis van verstrekte vergunningen en handhavingstaken op basis van algemene regelgeving, met een toespitsing op reeds benoemde prioriteiten binnen de Gemeente Delft.

 

5.2               Handhaven

5.2.1          Verstrekte vergunningen

Een logisch en wenselijk vervolg op een systeem van vergunningverlening is het toezien op de naleving daarvan. Beschikt men over de vereiste vergunning(en) en zo ja, worden de bepalingen dan ook correct nageleefd? De volgende vergunningen kunnen worden onderscheiden (geen uitputtende opsomming):

·         aanlegvergunning

·         kapvergunning

·         vergunning evenementen

·         standplaatsvergunning

·         ventvergunning

·         terrasvergunning

·         parkeervergunning

·         meldingen m.b.t. betogingen, optochten, feesten etc.

 

5.2.2     Handhaven op basis van algemene regelgeving

Een deel van de regelgeving is meer algemeen van karakter en richt zich op een heterogene, anonieme groep (burgers, bedrijven). Voorbeelden daarvan zijn: beleid ten aanzien van fietswrakken, graffiti, zwerfvuil en hondenpoep. Dit zijn enkele uit de stadspanel-enquête naar voren gekomen “kleine” ergernissen. Handhaving op de taken openbare ruimte kunnen we onderverdelen in twee hoofdthema’s, te weten Veiligheid en Leefbaarheid. De grens tussen deze twee thema’s is lang niet altijd absoluut, soms lopen zaken in elkaar over.

 

In het Programma Veiligheid (onderdeel Integrale Veiligheid), zijn de volgende thema’s vastgesteld:

·         Wijkveiligheid

·         Huiselijk geweld

·         Veilig uit en thuis

·         Veelplegers/verslaafden

·         Jongerenaanpak

·         Stationsgebied

·         Veilige school

·         Cameratoezicht

·         Oud en Nieuw

·         Graffitibeleid

·         Fietsendiefstal

 

Het gaat hier vaak om openbare orde problematiek, waarvoor bevoegdheden voor de burgemeester zijn neergelegd in de Gemeentewet. Anderzijds gaat het om overtredingen/misdrijven uit het Wetboek van Strafrecht, of bijzondere wetgeving (zoals de Opiumwet). Niet bij alle thema’s zijn overigens  handhavers betrokken vanuit de gemeentelijke organisatie; in een aantal gevallen ligt de aanpak meer op het terrein van de politie in combinatie met andere medewerkers van de organisatie en/of externe partners (zie daarvoor Programma Veiligheid).

 

Het thema Leefbaarheid kunnen we onder andere onderverdelen in:

·         Hondenpoepbeleid

·         Grof vuil

·         Zwerfvuil

·         Verkeerd aangeboden huisvuil of bedrijfsafval

·         Overhangend groen

·         Weesfietsen en fietswrakken

·         Verkeerd geparkeerde fietsen

·         Aanhangwagens en recreatievoertuigen

·         Graffiti

·         Rondzwervende winkelwagens

·         Parkeerproblematiek

·         Aanpak specifieke plekken in de stad

·         Leefbaarheid in de wijken

·         Aanpak specifieke problemen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit overleg met politie/wijkcoördinatieteams

·         Handhaving op overige regelgeving, zoals reclameverordening (nieuw per 1.1.2005)

Veel van deze problematiek is terug te voeren op bevoegdheden die de Gemeente heeft om op gemeenteniveau wetgeving tot stand te brengen, veelal maakt dat onderdeel uit van de APV of de Afvalstoffenverordening. Vanuit de Wet milieubeheer zijn bedrijven verplicht een regeling te treffen om bedrijfsafval af te voeren. De administratieve controle hierop berust bij het vakteam Milieutoezicht; de toets in de praktijk bij de reinigingsinspecteurs.

 

5.3       Organisatie-onderdelen en capaciteit

Handhavingstaken Openbare Ruimte worden binnen de ambtelijke organisatie uitgevoerd door het vakteam Handhaving en Toezicht (sector Toezicht Openbare Ruimte, Publiekszaken) en de Reiniging (onderdeel van Stadsbeheer, Wijk- en Stadszaken).

 

Bij het vakteam Handhaving en Toezicht (TOR) is 7,9 fte beschikbaar voor onderstaande prioriteiten (m.u.v. de handhavingstaken op gereguleerd parkeergebied). Het betreft stadstoezichthouders (I/D banen), toezichthouders en controleurs openbare ruimte. Bij het vakteam Reiniging is 3,43 fte reinigingsinspecteur beschikbaar, alsmede 1,0 fte tijdelijke formatie (tot 01-01-2006) voor toezicht en handhaving van het nieuwe grofvuilbeleid. De reinigingsinspecteurs zijn zowel toezichthouder op grond van de Awb als BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar). 

 

In relatie tot de beperkte capaciteit die beschikbaar is om naast het handhaven van parkeerbeleid, ook de handhaving op andere thema’s in te vullen, is deze capaciteit (7,9 fte TOR en 4,43 fte Reiniging) zo flexibel mogelijk toegedeeld naar de verschillende thema’s.

Dat betekent dat gedurende het gehele jaar 2005 een basis-inzet gedaan wordt op de thema’s die hieronder als prioriteit staan aangegeven. De mate van inzet verschuift echter binnen het jaar. Deze accentverschuiving is gebonden aan het vóórkomen van bepaalde gebeurtenissen (b.v. evenementen) dan wel grotendeels seizoengebonden (surveilleren in de Delftse Hout en bij evenementen heeft in de winter weinig zin). Bijlage 1 bevat een schema van de gekozen inzet.

 

Niettemin moet worden geconstateerd dat de totale handhavingscapaciteit die momenteel beschikbaar is voor openbare ruimte taken, te beperkt is. Om de effectiviteit van de handhaving verder te verhogen zal meer capaciteit nodig zijn. In 2005 wordt een nota tot stand gebracht die meer inzicht moet bieden aan de prioriteitstelling voor de komende jaren en aan de capaciteit (zowel wat betreft de omvang als het soort functies) die voor handhaving en toezicht minimaal wenselijk is. 

 

5.4       Prioriteiten 2005

De prioriteiten (onderwerpen, thema’s of handhavingstaken) voor 2005 zijn de volgende:

a.       wijkhandhaving

b.       hondenpoep

c.       afval (zwerfafval, grofvuil, verkeerd aangeboden huisvuil)

d.       fietsen

e.       winkelwagens

f.         Stationsgebied

g.       Aanhangwagens, recreatievoertuigen en wrakken

h.       Schie-oevers

i.         specifieke probleemlocaties of problemen

j.         Parkeerbeleid

k.       Illegale grondstortingen (zie ook hoofdstuk 4, onderdeel Bodem)

l.         Evenementen

m.     Surveilleren in de Binnenstad

 

 

Wijkhandhaving

Doelstelling

Het vergroten van leefbaarheid en veiligheid in de wijken. In 2005 zullen de wijkhandhavingsteams toezien en handhaven op de volgende thema’s (zie voorts hieronder bij de desbetreffende thema’s):

·          grofvuil aanbiedingen/verkeerd aangeboden afval

·          zwerfafval

·          parkeerexcessen (Wet Mulder en APV)

·          overlast veroorzaakt door honden

·          fietswrakken, weesfietsen, fout geparkeerde fietsen

·          winkelwagens

In rapportages na elke toezichtronde wordt aangegeven wat de controle heeft opgeleverd. In het voorjaar van 2005 wordt met de betrokken vakteams in kaart gebracht hoe en welke managementinformatie gewenst is.

Meetbaarheid van het bereiken van de doelstelling vindt plaats aan de hand van constatering en de afhandeling daarvan.

Regelgeving

APV, diverse artikelen.

 

Beleid

Is verwoord door middel van APV artikelen en op onderdelen in specifieke nota, zoals hondenpoepbeleid. Portefeuillehouder: wethouder Torenstra

Naleef/

handhavingstrategie

Met een voorzichtige start in 2003 wordt er sinds juni 2004 in Delft gewerkt met integrale wijkhandhavingsteams. In de wijkteams participeren reinigingsinspecteurs en medewerkers van Handhaving en Toezicht TOR. Dat kunnen combinaties zijn van bijvoorbeeld een stadstoezichthouder en een reinigingsinspecteur of een controleur openbare ruimte en een reinigingsinspecteur. Ten opzichte van de tot nog toe gehanteerde aanpak zullen met betrekking tot 2005 de volgende wijzigingen worden aangebracht:

·          het aantal dagdelen waarop wijkhandhaving plaats gaat vinden wordt verhoogd;

·          de teams zullen gerichter worden ingezet, dat wil zeggen op basis van prioriteiten;

·          het gebied binnen een wijk, waarbinnen wijkhandhaving plaatsvindt zal mogelijk worden verkleind waardoor de herkenbaarheid op straat wordt verhoogd.

Selectie van de wijken wordt bepaald door de vraag en/of prioriteiten zoals aangegeven in de stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV),door de professionals die deel uitmaken van de wijkcoördinatieteams en het Integrale Handhavingsoverleg Openbare ruimte. Signalen van bewoners vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt. 

Frequentie, 5-6 dagdelen per week (met inachtneming van de hierboven beschreven accentverschuiving gedurende het jaar).

 

In rapportages na elke toezichtronde wordt aangegeven wat de controle heeft opgeleverd. Vooral de zichtbaarheid van de inzet van de gemeente op toezicht en handhaving in de wijken is van belang. Daarnaast contact met bewoners van de wijken.

 

Bij de aanpak van rondzwervende winkelwagens zijn afspraken gemaakt met een externe firma. Stadstoezichthouders treden hier signalerend op; rondzwervende winkelwagens worden gemeld aan betreffende firma die ze gaat ophalen. Overigens is het artikel m.b.t. winkelwagens in de nieuwe APV verruimd.

Voor de fietswrakken en -wezen zijn afspraken gemaakt met het Kringloopbedrijf; ook hier treden de stadstoezichthouders in de rondes van de wijkhandhavings-teams signalerend op.

Bijzonderheden

Voor het bepalen van de gerichte inzet van de wijkhandhavingsteams zijn signalen van bewoners en professionals werkzaam in de wijk van groot belang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hondenpoep

Doelstelling

Verbetering meetbaar door middel van afname van klachten buurtbewoners als resultaat van bespreking in wijkoverleg. 

Regelgeving

APV, art. 2.3.14 en 2.3.15 en bijbehorende 2e, 3e en  8e uitvoeringsbesluit

Beleid

Is verwoord d.m.v. APV artikelen en in beleidsnotities.

Portefeuillehouder: wethouder Torenstra

Naleef/handhavings-strategie

Vanaf medio 2003 is het hondenbeleid vastgesteld en gecommuniceerd met de inwoners van Delft, onder andere door middel van folders. Per 1 januari 2005 volgt een hernieuwde aanpak van de hondenpoep; er wordt daarom opnieuw aandacht besteed om de aanpak nog eens onder het voetlicht te brengen. Dit gebeurt onder meer door middel van de stadskrant, het plaatsen van advertenties in dagbladen en het uitdelen van folders.

Bij deze vorm van handhaving ligt het voor de hand dat bij een geconstateerde overtreding direct een boete wordt uitgedeeld. Nu de bestuurlijke boete als middel nog niet ingezet kan worden, komt de strafrechtelijke afhandeling het meest in aanmerking. Dit betekent dat bij een overtreding een proces verbaal wordt uitgeschreven van  € 30,-.

Verwacht mag worden dat de meeste overtredingen plaats vinden tussen 7.00 en 9.00 ’s morgens en 17.00 en 20.00 uur ’s avonds. Dit zijn over het algemeen de tijden dat de meeste honden worden uitgelaten. De eerste maanden van 2005 wordt nog gewerkt met een waarschuwingsperiode; daarna wordt een proces-verbaal uitgeschreven bij een geconstateerde overtreding.

 

Vanuit de diverse geledingen wordt in beeld gebracht op welke plaatsen de overlast van honden groot is zodat toezicht en handhaving zo gericht mogelijk op deze hotspots ingezet kunnen worden. De controleteams bestaan uit een combinatie van reinigingsinspecteurs en stadstoezichthouders.

Bijzonderheden

De verantwoordelijkheid voor de aanpak ligt primair bij de reiniging; deelname van stadstoezichthouders is echter onontbeerlijk voor een effectieve aanpak.

Afval

Doelstelling

Verminderen van overlast en vergroten van leefbaarheid. Betreft:

-          op verkeerde tijden en plaatsen aanbieden huisvuil en bedrijfsafval;

-          verminderen van zwerfvuil

-          verminderen van verkeerd aangeboden of niet aangemeld grofvuil

Regelgeving

Afvalstoffenverordening

Beleid

Grofvuilbeleid.

Portefeuillehouder: wethouder Torenstra

Handhaving-strategie

Het grofvuilbeleid is vanaf 2004 gewijzigd. Dit betekent dat bewoners grof-afval vooraf telefonisch aan moeten melden waarna er een afspraak wordt gemaakt wanneer dit afval wordt ingezameld. Handhaving bestaat uit het opsporen van grof-afval dat niet is aangemeld. Van dit afval wordt middels het instellen van een buurtonderzoek de herkomst achterhaald waarna er een sanctie wordt opgelegd. De burgers dienen de opruimkosten zelf te betalen (civielrechtelijke overeenkomst); bij recidive wordt er strafrechtelijk opgetreden waarbij het sanctiebedrag € 50,- is.

Het aanbieden van overig huishoudelijk afval is met name een probleem bij wijkverzamelcontainers. Per wijk wordt bepaald welke locaties regelmatig tot problemen leiden. In die gevallen wordt het huishoudelijk afval onderzocht op adresgegevens en wordt er een sanctie opgelegd. Hiervoor geldt dezelfde sanctie als hierboven is vermeld.

Indien geconstateerd wordt dat er zwerfafval wordt weggegooid worden burgers hierop aangesproken. In individuele gevallen kan het mogelijk zijn dat hiervoor een sanctie wordt opgelegd. Dit wordt strafrechtelijk gehandhaafd, de boete is € 50,-. 

Bijzonderheden

Bij de stadsreiniging is tot 1 januari 2006 1 extra fte beschikbaar voor handhaving van het grofvuilbeleid

Fietsen 

Doelstelling

Verminderen van overlast en vergroten leefbaarheid. Betreft:

-          verkeerd geparkeerde fietsen

-          fietswrakken

-          weesfietsen

Regelgeving

APV, art. 2.3.10; 5.1.6 en daarbij behorend 11e uitvoeringsbesluit

Beleid

Zoals verwoord in betreffende APV artikelen (nota in voorbereiding (Mob)

Handhaving-strategie

Met name het aangewezen gebied station vrijhouden van wrakken en weesfietsen, en verkeerd geparkeerde fietsen.

Verkeerd geparkeerde fietsen worden voorzien van stickers en afgevoerd door het Kringloopbedrijf, waar de eigenaar de fiets kan ophalen. Datzelfde gebeurt met wrakken en weesfietsen. Wanneer een fiets na 3 maanden niet bij het Kringloopbedrijf is opgehaald, worden de fietsen verscheept naar Afrika.

Bijzonderheden

Is ook opgenomen als deelthema bij aanpak door wijkhandhavingsteams (zie onder wijkhandhaving

 

Winkelwagens              

Doelstelling

Verminderen overlast rondzwervende winkelwagens;

Verbeteren leefbaarheid in de stad

Regelgeving

APV, art. 2.1.5

Beleid

Zoals verwoord in de APV. 

Handhaving-strategie

Bij de aanpak van rondzwervende winkelwagens zijn afspraken door Stadsbeheer gemaakt met een externe firma. Stadstoezichthouders treden tijdens de rondes van de wijkhandhavingsteams hierbij signalerend op; rondzwervende winkelwagens worden gemeld aan betreffende firma die ze gaat ophalen. Overigens is het artikel m.b.t. winkelwagens in de nieuwe APV verruimd. Er is op dit ogenblik echter geen handhavingcapaciteit aanwezig om hier een grotere inzet op te plegen.

Bijzonderheden

Is opgenomen als deelthema bij aanpak door wijkhandhavingsteams (zie onder wijkhandhaving).

 

Stationsgebied  

Doelstelling

Vergroten leefbaarheid en veiligheidsgevoel rondom station Delft.

Regelgeving

Met name diverse APV artikelen, waaronder art. 5.1.6. en bijbehorend 11e uitvoeringsbesluit

Beleid

Beleid diverse onderdelen is vastgelegd in de nota’s “Integraal Veiligheidsbeleid” en “Veilig verkeren op en rond Station Delft”; aanpak maakt deel uit van het programma Veiligheid. Portefeuillehouder: burgemeester Verkerk/wethouder Torenstra

Naleef/handhaving-

strategie

De projectmatige aanpak van het stationsgebied – waarbij de politie als trekker fungeert - is een goede illustratie van integraal handhaven. In samenwerking met onder andere de politie, Nederlandse Spoorwegen en de Spoorwegpolitie wordt getracht om de leefbaarheid en het veiligheid gevoel in en rond het station te vergroten. De inzet is gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel en het signaleren van alle vormen van overlast en criminaliteit en de aanpak daarvan.

Aanpak van fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken. Deze worden voorzien van stickers en afgevoerd door het Kringloopbedrijf, waar de eigenaar de fiets kan ophalen.

Bijzonderheden

Zie ook onder onderwerp Fietsen. De afspraak tot aanpak Stationsgebied komt voort uit prioriteitstelling in de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV)

 

Aanhangwagens, recreatievoertuigen en wrakken

Doelstelling algemeen

Het leefbaar houden van de openbare ruimte d.m.v. verwijderen van ongebruikte voertuigen. 

Regelgeving

APV, nota aanhangers recreatievoertuigen, wegsleepverordening.

Beleid

Aanhangers/ recreatievoertuigen mogen maximaal 3 dagen op de openbare weg staan. Wrakken worden gemeld, binnen 3 dagen schouw. Indien van toepassing en niet door de eigenaar geregeld, worden ze binnen een week verwijderd.

Wrakken worden vernietigd. Aanhangers en recreatievoertuigen worden tijdelijk opgeslagen indien de waarde boven de kosten uitstijgt. Als dit niet zo is wordt na taxatie, deze via de Domeinen verkocht (onderdeel Ministerie van Financiën).

De opslag bedraagt 7 euro per dag, deze kosten zijn voor rekening van de gemeente, evenals de kosten van wegslepen en transport. Zodra de genoemde kosten hoger zijn dan de waarde van het voertuig wordt er vernietigd. De Gemeente is overigens actief in het zoeken naar de eigenaar. 

Handhaving-strategie

Actief door heel Delft met als ondergrond een wijkgerichte aanpak. Is ook opgenomen als deelthema bij de aanpak door de wijkhandhavingsteams (zie wijkhandhaving). De stadstoezichthouders hebben tijdens de rondes van de wijkhandhavingsteams een signalerende rol.

Bijzonderheden

Thema : ‘”de openbare ruimte is geen opslagplaats”. De laatste 6 weken van het jaar wordt heel actief op incidenten en brandgevaarlijke wrakken gestuurd.

 

Schie-oevers

Doelstelling

In 2003 is een start gemaakt met een integrale aanpak van dit gebied waar voornamelijk bedrijven zijn gevestigd. In dit gebied was al vele jaren sprake van o.a. vervuiling van de openbare ruimte door wrakken, allerlei materialen van omliggende bedrijven en  parkeerexcessen.

Regelgeving

Divers, APV artikelen; Vakteams als BWT, Brandweer en Milieutoezicht treden hier ook op met de ‘eigen’ regelgeving als basis. Hun bemoeienis betreft doorgaans niet de openbare ruimte.

Beleid

Projectaanpak Schieoevers is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van wethouder Baljé.

Handhaving-strategie

Dit betreft een integrale aanpak met onder andere de politie en afstemming met BWT, Milieutoezicht, Brandweer, Vastgoed etc.

Aanpak is gericht op preventieve handhaving en direct aanspreken bij overtredingen. Sancties volgen indien geen opvolging plaatsvindt.

Bijzonderheden

Deze prioriteit is bepaald in de Stuurgroep Integrale Veiligheid

 

Specifieke locaties en onderwerpen

Doelstelling

Uitoefenen van extra toezicht in wijken, gebieden of straten die extra aandacht behoeven teneinde leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Resultaat moet meetbaar zijn in het verkleinen van overlast en/of vermindering van het aantal klachten

Regelgeving

Divers, afhankelijk van specifieke problematiek, kan zijn APV, Wet milieubeheer; Afvalstoffenverordening 

Beleid

Prioriteiten kunnen worden bepaald door de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV), Service Centrum Bedrijven, wijkcoördinatieteams (WCT) en het Integraal Handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHO OR). In de SIV, de WCT’s en het IHO OR, staat een integrale aanpak voorop; ook de politie is daarin vertegenwoordigd. Signalen van bewoners, bewonersorganisaties en bedrijven vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt.

Handhaving-strategie

De aanpak is gerelateerd aan het onderwerp

Bijzonderheden

-

 


 

Parkeerbeleid 

Doelstelling

Handhaving parkeerproblematiek in de gereguleerde gebieden van Delft. In de parkeernota van november 2004 wordt als doelstelling geformuleerd aantal proces-verbalen in 2006: 32.000 (in 2004: 22.000).

Regelgeving

Wet Mulder

Gemeentelijke regelgeving (Zie onder Beleid)

Beleid

Parkeerverordening. Parkeerbelastingverordening.Verordening autoluw-plus.APV

Handhaving-strategie

Overtredingen worden bekeurd.

Capaciteit

26 fte handhaving parkeerbeleid, inclusief (5,16) mulderfeiten.

Bijzonderheden

De vraag wordt groter om ook het foutparkeren (Mulderfeiten) buiten de gereguleerde gebieden te gaan handhaven. Hiervoor is echter geen capaciteit beschikbaar. Vooralsnog wordt hier middels de wijkhandhaving in voorzien.

 

Illegale grondstortingen 

Doelstelling

Binnen het project Professionalisering van de handhaving,  thema Gebouw en Gebruik is in het handhavingsbeleidplan bodem de prioriteit “Illegale grondstortingen buiten inrichtingen” vastgesteld. Deze prioriteit hoort in het thema Openbare Ruimte.

De doelstelling is om in 2005 als eerste stap een beleidsnotitie inzake de verantwoordelijkheid en uitvoering van deze taak op te stellen. Dit gebeurt in samenwerking met de vakteams Milieu, Reiniging en Milieutoezicht en de Provincie Zuid-Holland.

Regelgeving

O.a. bouwstoffenbesluit

Beleid

Handhaving landelijke regelgeving, portefeuillehouder burgemeester Verkerk 

Handhaving-strategie

Gezien de samenhang met andere wet- en regelgeving, zoals het Bouwstoffenbesluit, kunnen de hierbij ingezette instrumenten als voorlichting preventief bijdragen aan het voorkomen van illegale grondstortingen. Daarnaast wordt als zich illegale stortingen buiten inrichtingen voordoen hierop actief gehandhaafd

Capaciteit

Eerst verantwoordelijke is vakteam Milieu, onderdeel Bodem. In samenwerking met Reiniging, Milieutoezicht en Provincie Zuid-Holland

Bijzonderheden

-

 

 

Evenementen

Doelstelling

Tweeledig:

·         Surveilleren tijdens evenementen in kader van veiligheid en leefbaarheid,  zoals Mooi Weer spelen, Africa festival en Jazz en Blues festival.

·         Toezicht en controle op naleving verstrekte vergunningen

Regelgeving

APV, art. 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.3 evenementen

Beleid

Het vergunningensysteem is neergelegd in de APV. Per 1 januari 2005 wordt in Delft gewerkt met een vergunningensysteem in plaats van met een meldingssysteem ten behoeve van evenementen. In verband met de implementatie van beleid zal in 2005 in een aantal gevallen controle plaatsvinden op verstrekte vergunningen.

Handhaving-strategie

In Delft zijn 6 grote evenementen per jaar waar stadstoezicht wordt ingezet in de vroege avonduren om gezamenlijk met de politie te surveilleren. 

Controle van de verleende evenementenvergunning door TOR. Gezien het nieuwe gemeentelijke beleid zal gedurende 2005 in beginsel alleen waarschuwend worden opgetreden; in uitzonderingsgevallen zal handhaving plaatsvinden.

Bijzonderheden

Implementatie van nieuw beleid

 

 

Surveilleren in de Binnenstad

Doelstelling

Door aanwezigheid van stadstoezichthouders op straat preventieve werking ten aanzien van mogelijke overtredingen. Het gaat om surveillance in de volgende gebieden:

·         binnenstad overdag

·         binnenstad koopavond

·         marktdagen

·         winkelcentrum De Hoven (overdag)

Regelgeving

APV diverse artikelen

Beleid

Het algemeen surveilleren komt voort uit de basistaken van de stadstoezichthouders, namelijk het leveren van een bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid door het aanwezig zijn op straat; en het optreden als gastvrouw/gastheer voor burgers en toeristen

Handhaving-strategie

Betreft surveilleren in teams van 2 personen. Overtredingen worden doorgegeven en afgehandeld door de hiertoe bevoegde ambtenaren.

Bijzonderheden

-

 

 

 

 

HOOFDSTUK 6            TOT SLOT

 

 

In 2004 is een flinke omslag bewerkstelligd aangaande de professionalisering en structurering van handhavingstaken. Nog niet alle puzzelstukjes zijn op hun plaats gevallen. De gemeente zit wat dat betreft midden in een ontwikkelingsproces. Daarbij gaat het om enkele kernpunten:

·         een heldere afstemming tussen bestuur en ambtelijke organisatie over de prioriteiten in handhaving en daarmee ook over de vraag aan welke zaken meer of minder aandacht wordt besteed;

·         een adequate invulling van programmatisch handhaven, ofwel van een cyclus Plan-Do-Check-Act met betrekking tot handhaving;

·         scheppen van de gewenste voorwaarden waardoor medewerkers in staat zijn hun taken uit te voeren en daardoor een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en de veiligheid binnen de gemeente;

·         Het versterken van de capaciteit die beschikbaar is voor de verschillende handhavingstaken, in het bijzonder in de openbare ruimte. 

 

Hoewel er vanuit de samenleving een grote roep om veiligheid en het tegengaan van allerlei vormen van overlast is, is zoals eerder aangegeven handhaven over het algemeen geen populair onderwerp, en zeker niet wanneer men zelf “onderwerp” is van handhaving (bekeuring, waarschuwing, dwangsombeschikking etc.). Er zal dan ook de komende jaren veel aandacht uit moeten gaan naar communicatie over de noodzaak van regelgeving, de handhaving daarvan en de vraag waarom het eigelijk allemaal zo belangrijk is. Daarbij gaat het vooral om “doen”; de bedoeling is dat het Handhavingsprogramma daaraan een bijdrage levert.

 

 

 



[1] In deze paragraaf 1 staat informatie opgenomen van het ministerie VROM, afkomstig van de VROM-website (december 2004) en hier en daar ingekort.

[2] Dit betreft alle relevante milieuwetgeving

[3] Binnen de gemeente is nog 1 BRZO bedrijf aanwezig waar de provincie bevoegd gezag is, en waar voor de brandweer handhavingstaken liggen.

[4] Behoudens 1 bedrijf waar de provincie bevoegd gezag is en de Brandweer bij de handhaving is betrokken.

[5] In Delft is nog 1 BRZO bedrijf aanwezig waar de provincie bevoegd gezag is en waar de Brandweer bij de handhaving is betrokken

[6] Uit statistische gegevens blijkt overigens dat de meeste slachtoffers vallen bij gebouwen met een woonfunctie

[7] Overigens dient wel opgemerkt te worden, dat een aantal artikelen primair in bijvoorbeeld de APV is opgenomen om een handvat te hebben om op enig moment op te treden; het is niet direct de bedoeling daar regelmatig actief toezicht op te houden (zoals bijvoorbeeld de APV artikelen over geluidshinder).