datum

ons kenmerk

1 april 2005

EZ/MvdZ/K25312

 

Gemeente Delft

De heer J.G van der Bie

Postbus 340

2600 AH   DELFT

 

onderwerp

Te Woon en woonruimteverdeling

 


Geachte heer Van der Bie,

 

Naar aanleiding van onze aanvraag voor een drie-jarig experiment met Te Woon bij de gemeente Delft, blijkt dat het aspect van loten dat onlosmakelijk verbonden is aan Te Woon, onvoldoende voor het voetlicht is gekomen. Inderdaad is in de presentaties en aangeleverde stukken vooral ingegaan op de producten die onder Te Woon worden aangeboden, de omvang van het experiment en de volkshuisvestelijke betekenis van Te Woon.

 

Graag bied ik nog nader inzicht op Te Woon binnen de woonruimteverdelingsystematiek in  Haaglanden en de betekenis daarvan; althans zoals dat WoonbronMaasoevers, Delftwonen voor ogen staat. Ik zal niet verder ingaan op Te Woon zelf. Dat komt in de aanvraag ruim genoeg aan bod.

 

Uitgangspunten Te Woon en woonruimteverdeling

 

Woningen worden voorwaardenvrij aangeboden:

Te Woon gaat uit van een maximale keuzevrijheid voor woningzoekenden. Iedereen moet op iedere woning kunnen reageren. De doelstelling is om te komen tot evenwichtige slaagkansen tussen doelgroepen op de woningmarkt, waarbij het uitgangspunt is dat de woningmarkt daar zelf in zal slagen.  Dit betekent zoveel mogelijk voorwaardenvrij etaleren van woningen teneinde een brede doelgroep te verleiden om voor de woning te opteren. Om het woningbezit voor verschillende doelgroepen bereikbaar te houden wordt in advertenties met een dubbele huurprijs gewerkt. Huishoudens met een inkomen boven de ziekenfondsgrens kunnen de woning afnemen (in geval van huren) voor de markthuur (gelijk aan de maximale huurprijs). Huishoudens met een lager inkomen kunnen opteren voor de volkshuisvestelijke huur, die gebaseerd is op de streefhuur verankerd in het strategisch voorraadbeleid van de vestiging.

 

Woningen worden aselect aangeboden (loting):

Te Woon gaat uit van meerdere exploitatievormen, waarbij een evenwicht gezocht wordt in de huur- en koopvormen. Om koopgeďnteresseerden naar het Te Woon-aanbod te verleiden is het noodzakelijk dat er zo min mogelijk kopersvreemde voorwaarden worden gesteld bij het etaleren van een woning. De volgorde bepaling op basis van inschrijfduur is een extra barričre omdat daarmee potentieel koopgeďnteresseerden die voor de woning willen opteren maar nog niet zijn geregistreerd in het aanbodsysteem direct op onoverbrugbare achterstand komen. Bij toewijzing conform reguliere volgordebepaling is onze ervaring (in Rotterdam) dat (potentiële) kopers zullen afhaken, met een enkele uitzondering daargelaten. De woningzoekende die het langst ingeschreven staat komt het eerst aan de beurt. Een potentieel geďnteresseerde koper zal minder geneigd zijn zich bij voorbaat in te schrijven in een systeem geënt op huur. Met de huidige volgordebepaling zal het daarom nagenoeg onmogelijk zijn een nieuwe doelgroep, kopers, aan bod te laten komen. Dit zal bij reguliere aanbieding als gevolg hebben dat ook bij de Te Woon-woningen nog bijna uitsluitend voor huur gekozen zal worden.

 

De uitgereikte recent uitgevoerde evaluatie in Rotterdam laat zien dat er veel starters en jonge huishoudens reageren op de loting-woningen. Het zal extra inspanning vereisen om ook (andere) serieus koopgerichte woningzoekenden naar de Te Woon-woningen te verleiden binnen het Haaglandse woonruimteverdelingsmodel.

 

WoonbronMaasoevers, Delftwonen is zich ervan bewust dat met het via loting aanbieden van woningen er opnieuw een discussie zal ontstaan over een rechtvaardige verdeling van het schaarse aandeel sociale huurwoningen. In de huidige experimentperiode zullen echter een beperkt aantal woningen (2000) in Te Woon ondergebracht worden. Uitgaande van een mutatiegraad van hooguit 10%, betreft dit de komende drie jaar in totaal maximaal 200 woningen die worden “verwoond”. Overigens worden derhalve in 3 jaar naar verwachting 2500 woningen door Delftwonen regulier verhuurd!

 

Randvoorwaarden bij Te Woon en loten:

 

Prestatieafspraken:

WoonbronMaasoevers blijft zich committeren aan de gemaakte prestatieafspraken en zal haar bijdrage aan de regionale en lokale volkshuisvestelijke prestaties blijven leveren. Mocht uit de rapportages blijken dat afspraken niet gehaald worden, dan kan worden bijgestuurd door de kansen in het lotingsmodel te vergroten voor die doelgroepen die qua slaagkans achterblijven bij de prestatieafspraken. Denk aan de slaagkansverhoudingen tussen doelgroepen, aan de verhouding in toewijzing aan doelgroepen (momenteel tenminste 70% aan huishoudens behorend tot de bbsh-doelgroep) en aan het aantal gehuisveste urgenten.

 

Verantwoording:

Alle Te Woon-woningen zullen verantwoord worden in het woonruimteverdelingssysteem, ongeacht de exploitatievorm. In beginsel zullen de verkochte woningen in het systeem verantwoord worden als ware zij verhuurd, een andere mogelijkheid biedt het automatiseringssysteem in eerste instantie nog niet. Er worden dus nog aanvullende gegevens gerapporteerd om over de koopgegevens inzicht te verschaffen.

 

Bijsturen:

Het behoort altijd tot de mogelijkheden dat er zich ongewenste situaties voordoen. Prestatieafspraken worden niet gehaald, bepaalde doelgroepen (bijvoorbeeld urgenten of ouderen) raken in de knel. Als dit uit rapportages blijkt moet bezien worden of en op welke wijze bijgestuurd moet worden. Ervaringen in het verleden in het woonruimteverdelingssysteem laten zien dat corporaties, waaronder Delftwonen goed kunnen sturen op prestatieafspraken, mede door tijdig bij te sturen waar dat nodig is. Bijsturen is mogelijk door de lotingskansen te vergroten van de doelgroepen waarvan de toewijzing achterblijft. Eventueel is het als uiterste ingreep mogelijk om in de advertenties alsnog bepaalde voorwaarden te stellen.

 

Bijsturen om bijdragen te garanderen:

Gezien ervaringen in het verleden en in andere regio’s is van een aantal segmenten in de woningmarkt op voorhand al aan te geven dat bijsturen noodzakelijk en/of wenselijk is:

 

Ouderenwoningen:

In de Rotterdamse situatie is om die reden de toewijzing van specifieke ouderencomplexen alsnog het label “55+” toegepast, waardoor alleen 55-jarigen en ouder mee konden loten. Dit omdat bleek dat in die specifieke ouderencomplexen ook jongere woningzoekenden gingen wonen. Dit effect is door het Rotterdamse experiment al te voorzien en daarom is het de intentie om, als ouderenwoningen in Te Woon worden aangeboden, deze ook met het label “ 55+” aan te bieden.

In de (experiment) periode zullen in Delft geen seniorenwoningen worden aangeboden via Te Woon omdat de planning daarin niet voorziet. Bijsturing is dan ook vooralsnog niet aan de orde.

 

 

 

Urgenten:

Gezien de ervaringen in Rotterdam met de huisvesting van urgenten moet nog overwogen worden op welke wijze hiermee in de Haaglandse situatie mee omgegaan zal worden. In beginsel hadden urgenten op de Rotterdamse Te Woon-woningen een voorrangspositie. Dit is gewijzigd toen bleek dat urgenten een overmatig deel van de toegewezen woningen kregen. Hierop is afgesproken dat een op de vijf woningen buiten het experimentsysteem om aangeboden zouden worden en dus beschikbaar voor urgent woningzoekenden zijn. Binnen het experiment geldt sindsdien dat urgent woningzoekenden geen voorrangspositie meer hebben.

WoonbronMaasoevers, Delftwonen staat er garant voor dat in haar bezit een evenredig aandeel in de huisvesting van urgent woningzoekenden wordt genomen. Volgens de laatste gepubliceerde aanbodrapportage Haaglanden (DSO, juni 2004), zijn in Delft 16% van de verhuurde woningen toegewezen aan urgent woningzoekenden. Dit aandeel is hierbij als uitgangspunt te nemen. Tenzij hier op regionaal of lokaal niveau andere (prestatie)afspraken over gemaakt worden. Indien nodig worden hiertoe Te Woon-woningen niet via loting maar op een andere manier, via reguliere voorwaarden, aangeboden.

 

Inkomensdoelgroepen:

Volgens de (aflopende) prestatieafspraken moet er van de verhuurde woningen tenminste 70% toegewezen worden aan een huishouden met een inkomen behorend tot de bbsh-doelgroep. Indien blijkt dat dit door WoonbronMaasoevers, Delftwonen niet wordt gehaald in het gehele bezit, zal alsnog en tijdig worden bijgestuurd door het vergroten van de lotingskansen voor deze doelgroep.

 

Ik vertrouw erop hiermee een goede aanvulling te hebben geboden op hetgeen in de notitie Te Woon bij de aanvraag voor het experiment Te Woon aan de orde is gesteld. Ik vertrouw erop dat er geen verdere belemmeringen zijn om deze zomer met het experiment Te Woon te kunnen starten.

 

 

Met vriendelijke groet,

 

 

 

Erwin Zwijnenburg

vestigingsdirecteur