Klachtencommissie Woonruimteverdeling Delft

 

 

 

 

 

 

Jaarverslag

2003 – 2004

 

 

 

 

 

 

De Klachtencommissie is onafhankelijk. Zij adviseert het gemeentebestuur en de corporaties van Delft over ingediende klachten inzake de uitvoering van het in de gemeente Delft geldende woonruimteverdelingsysteem.

 

 

 

 

 

Vastgesteld op: 15 april 2005

Samensteller: Edwin Gijsman, secretaris


 

 

 

Inhoudsopgave

 

                                                                                                                             Pagina

 

1.              Inleiding                                                                                                        2

 

2.       Samenstelling commissie                                                                               3

 

3.              Werkwijze                                                                                                     4

 

4.              Klachtverloop 2000-2004                                                                                 5

 

5.              Gegronde klachten 2003-2004                                                                         6

 

6.              Aard van de klachten                                                                                      8

 

7.              Verdeling klachten                                                                                         12

 

8.              Conclusies                                                                                                    14

 

9.              Toekomst commissie                                                                                     16


 

1.              Inleiding

 

De klachtencommissie Woonruimteverdeling in Delft functioneert sinds december 1992. Het instellen van de Klachtencommissie was gekoppeld aan de definitieve invoering van het aanbodmodel. De samenstelling, de taken en de werkwijze van de commissie zijn vastgelegd in het Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling van 2 juli 1992, gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996.

 

De klachtencommissie heeft tot taak om toe te zien op correcte naleving van de woonruimteverdelingsregels zoals die zijn vastgelegd in de vigerende Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden en de daaruit voortvloeiende regionale en lokale uitvoeringsafspraken. Deze uitvoeringsafspraken zijn onder meer vastgelegd in de prestatieafspraken 2002-2005 en de brochure “Woonwijzer” (hoe kom ik aan een huurwoning van een woningcorporatie in Haaglanden?).

 

Daarnaast heeft de klachtencommissie een signalerende taak, waarbij de klachten van burgers als signalen worden gebruikt die kunnen duiden op structurele knelpunten in de regels of de verdelingsystematiek in de praktijk. De commissie kan op eigen initiatief aanbevelingen doen aan het college, de raad en partners in het werkveld wonen en volkshuisvesting.

 

2.              Samenstelling commissie

 

De commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van drie groepen: de gemeenteraad van Delft, het COW en de Woonkoepel. Elk van de drie groepen is in de commissie vertegenwoordigd door een vast lid en een plaatsvervangend lid, die het vaste lid indien nodig kan vervangen bij vergaderingen.

 

De commissie die nu verslag doet over de periode 2003-2004 is op 22 februari 2001 geïnstalleerd. Sindsdien hebben zich een aantal wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de commissie, zo ook in de periode 2003-2004.

De voorzitter sinds februari 2001, mw. Jeanet Kullberg, heeft haar functie per 1 mei 2004 neergelegd. Het voorzitterschap werd met ingang van deze datum waargenomen door de plaatsvervangend voorzitter (en plaatsvervangend lid namens het COW) dhr. Enno Vitner.

De gemeenteraad is voorgesteld om de heer Vitner per 1 januari 2005 te benoemen als lid van de commissie en de raad heeft ingestemd met dit voorstel. Deze benoeming resulteerde in een vacature voor de functie van plaatsvervangend lid namens het COW. De gemeenteraad is voorgesteld om mw. Maria Gouweloos per 1 januari 2005 te benoemen in deze functie en de raad heeft hiermee ingestemd.

Het vaste lid namens de gemeenteraad, dhr Jan Pedro Vis, heeft per 1 februari 2004 zijn functie neergelegd en is per 1 februari 2004 opgevolgd door mw. Liesje Loomans.

De commissie heeft dhr. Vitner benoemd als voorzitter en mw. Gouweloos als plaatsvervangend voorzitter.

 

De commissie bestaat (onder voorbehoud van instemming door de gemeenteraad van Delft met de benoemingsvoorstellen) per 1 januari 2005 dan ook uit de volgende leden:

Ø       Voorzitter en vast lid (namens het COW): dhr. Enno Vitner;

Ø       Plaatsvervangend lid (namens het COW): mw. Maria Gouweloos;

Ø       Vast lid (namens de gemeenteraad): mw. Liesje Loomans;

Ø       Plaatsvervangend lid (namens de gemeenteraad): dhr. Mehmet Aközbek;

Ø       Vast lid: (namens de -inmiddels opgeheven- Woonkoepel): mw. Heleen Zwebe;

Ø       Plaatsvervangend lid (namens de Woonkoepel): vacature sinds februari 2003;

 

De commissie wordt ambtelijk ondersteund door de secretaris dhr. Edwin Gijsman van de vakgroep Beleid en Ondersteuning, cluster Wijk & Stadszaken.

 

3.              Werkwijze

 

De klachtencommissie woonruimteverdeling is geen onderdeel van de AdviesCommissie voor Bezwaarschriften (ACB), welke de bezwaren behandelt die woningzoekenden inbrengen tegen een voor hen onbevredigende afhandeling van een aanvraag voor een voorrangsverklaring (urgentie). Dit laat onverlet dat klagers niet zelden beide trajecten tegelijk bewandelen: een bezwaarschrift en een brief naar de klachtencommissie, waarin geklaagd wordt over de beoordeling van het urgentieverzoek. Klachten die in dat vlak liggen worden doorgestuurd naar Kamer I van de AdviesCommissie voor Bezwaarschriften.

 

De procedure voor het behandelen van klachten ten aanzien van de uitvoering van het woonruimteverdelingsysteem is als volgt:

-          Een schriftelijke klacht komt binnen bij het secretariaat.

-          Klager ontvangt een ontvangstbevestiging.

-          De leden en plaatsvervangende leden van de klachtencommissie laten de secretaris per omgaande (e-mail) weten of de klacht naar hun mening ontvankelijk is en nader onderzoek behoeft, gezien de competentie van de klachtencommissie. Indien de drie vaste leden unaniem van mening zijn dat de klacht niet ontvankelijk is, handelt de secretaris de klacht met een brief af.

-      In alle overige gevallen wordt de klacht behandeld in een vergadering van de commissie. Ter voorbereiding van de vergadering doet de secretaris op verzoek van de commissieleden (meestal telefonisch) navorsingen bij de corporatie waarop de klacht betrekking heeft. Eventueel kan ook het Gemeentelijk Basis Archief en een database van de corporaties worden geraadpleegd of bij de klager of diens zaakwaarnemer worden geïnformeerd, ter verduidelijking van een klacht.

-          In de vergadering komen de commissieleden tot een eenduidig oordeel dan wel tot de conclusie dat nader onderzoek nodig is, meestal om na te gaan of de klager die een gegronde klacht had, ook gedupeerd is geraakt door de geconstateerde uitvoeringsfout. In het laatste geval wordt de zaak aangehouden tot de volgende vergadering. Soms ook wordt een oordeel of advies in de vorm van een als-dan stelling gegoten, waarna de secretaris de zaak alsnog afhandelt.

-          De secretaris verzendt in samenspraak met de voorzitter van de commissie een ondertekende uitspraak naar de belanghebbenden. Het streven is om dit binnen twee maanden nadat de klacht ontvangen is, te doen.

-          Tegen de inhoud van het advies van de commissie kan geen bezwaar worden gemaakt. De klachtencommissie is geen orgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Wel bestaat in de praktijk de mogelijkheid om over het uitgebrachte advies te corresponderen met de commissie. Dit blijft beperkt tot een enkel geval en een enkele aanvullende brief of telefonische uitleg vanuit de commissie.

 


4.              Klachtenverloop 2000-2004

 

Het aantal ingezonden klachtbrieven

2000

2001

2002

2003

2004

 

Behandeld door vakteam Wonen

 

  7

 

10

 

  2

 

  1

 

  1

Besproken door de Klachtencommissie

11

19

32

24

21

Zonder inhoudelijke behandeling doorgestuurd naar de Adviescommissie voor Bezwaarschriften

  2

  0

  2

  0

  0

Ter behandeling doorgestuurd aan een andere behandelende organisatie (zoals corporatie, huurcommissie, e.d.)

  0

  0

  0

  1

2

 

Totaal aantal klachten

 

20

 

29

 

36

 

26

 

24

 

In 2003 kwam de commissie zeven maal bijeen; in 2004 in totaal zes maal. Een enkele klacht is in deze periode afgehandeld door het vakteam Wonen zonder behandeling door de klachtencommissie, ofwel omdat er sprake was van een vraag of onduidelijkheid die enkel uitleg van de vigerende regels vergde, ofwel omdat met doorverwijzing naar een corporatie kon worden volstaan omdat het een private kwestie tussen huurder en verhuurder betrof. Eén klager uit 2002 diende ook in 2003 een klacht in. Daarnaast hebben een tweetal klagers in 2003 meer dan eens geklaagd over de uitvoering van de verdelingsregels.

 

De behandeltijd van de klachten van het binnenkomen van de brief tot het verzenden van een brief met de uitspraak van de klachtencommissie, is in vergelijking met voorgaande jaren sterk afgenomen. In 2002 was de behandeltijd vaak lang, oplopend tot 5 maanden en in een enkel geval meer dan een jaar.

In de eerste helft van 2003 was de behandeltijd gemiddeld 18 weken, oftewel 4½ maand; nog steeds erg hoog. De behandeltermijn daalde in de tweede helft van 2003 echter aanzienlijk tot gemiddeld 14 weken, oftewel 3½ maand.

 

Als gevolg van de onmogelijkheid om de sinds februari 2003 bestaande vacature voor een plaatsvervangend lid namens de –in februari 2002 opgeheven- Woonkoepel in te vullen, in combinatie met het vertrek van twee andere leden van de commissie in 2004, stond de inzetbaarheid van de commissie een enkele keer onder druk. In de zomermaanden kon niet vergaderd worden en ook daarbuiten viel een enkele geplande vergadering uit.

De behandeltermijn liep voor de klachten uit de eerste helft van 2004 voor een korte periode op tot gemiddeld vijf maanden en 1 week. Klagers die vanwege de zomermaanden langer moesten wachten op afhandeling van een klacht, werden schriftelijk geïnformeerd. Deze klachten zijn vrij snel na de zomervakantie alsnog afgehandeld.

 

Sinds september 2004 worden de ingediende klachten echter in het merendeel der gevallen binnen de vereiste 2 maanden afgehandeld. De gemiddelde behandeltermijn is exact 2 maanden en drie weken.

Toch is in een aantal gevallen de behandeltijd nog langer dan de nagestreefde 2 maanden. De benodigde behandeltijd blijkt in deze gevallen samen te hangen met de noodzaak tot een nader onderzoek bij de klager en de daarbij optredende moeilijkheden omtrent de bewijsvoering. In geval er geklaagd wordt over het wegvallen van reactieduur en er om deze reden een noodzaak bestaat tot nader onderzoek van de door klager ingediende reacties op woningaanbiedingen uit de woonkrant, blijkt het computersysteem van de corporaties vaak ontoereikend en wordt de woningzoekende in het belang van een zorgvuldige procedure, in de gelegenheid gesteld tot het leveren van bewijs. Hiermee is veel tijd gemoeid.

Over de bewijsproblematiek later meer. Ten aanzien van de behandeltermijn stelt de commissie zich ten doel om in 2005 in beginsel alle klachten binnen 2 maanden af te handelen.

 

5.              Gegronde klachten 2003-2004

 

Een specificatie van de klachten uit 2003 is al eerder gepubliceerd in de “Quickscan klachtencommissie 2003”, met als doel tussentijds aanvullend cijfermateriaal te leveren ten behoeve van diverse discussies die in de stadsregio Haaglanden en de commissie Leefbaarheid van Delft speelden (onder andere de problematiek rondom de slaagkans van grote gezinnen).

 

 

Soort uitspraak n.a.v. klachtbrief

2000

2001

2002

2003

2004

Klacht ingetrokken

  0

  2

  0

  3

  1

Niet ontvankelijk

13

11

13

  7

  4

Ongegrond

  6

12

21

11

18

Gegrond

  0

  4

  2

  3

  1

Afgedaan wegens inmiddels voorzien

  1

  1

  0

  0

  0

Anders

  0

  0

  0

  2

  0

Totaal

20

29

36

26

24

 

 

In 2003 werden 3 klachten gegrond verklaard. De eerste klacht betrof een woningzoekende die als eerste voor een portiekwoning in aanmerking kwam. De corporatie heeft de woning echter niet aan de woningzoekende aangeboden omdat in desbetreffende portiek sprake zou zijn van overlast door ruzie. De woningzoekende wilde juist verhuizen vanwege vergelijkbare problemen in haar woonomgeving. Ondanks de goede bedoelingen van de corporatie is de klachtencommissie van mening dat in het onderhavige geval de keuze om de woning al dan niet te accepteren exclusief is voorbehouden aan de woningzoekende en niet aan de corporatie. De corporatie heeft het besluit, om de woning niet aan te bieden, bovendien niet schriftelijk aan betrokkene bekend gemaakt. Deze moest zelf achteraf constateren dat zij was overgeslagen. Klaagster is als gevolg van de uitspraak van de commissie inmiddels verhuisd naar een andere woning.

 

Verder werden twee klachten in beginsel gegrond verklaard, maar bleven deze zonder gevolgen voor de huisvestingssituatie omdat de woningzoekende door de fout niet gedupeerd was.

Allereerst was daar het geval van een woningzoekende die afgewezen werd voor een starterswoning, omdat zij volgens de corporatie (die de aangeboden woning in eigendom heeft en de gegevens van de woningzoekende controleerde), in een zelfstandige woning zou wonen, bij verhuizing dus een verhuurbare woning zou achterlaten en dus eigenlijk doorstromer zou zijn. Klaagster hield haar eigen corporatie hiervoor verantwoordelijk, omdat deze haar bij inschrijving als woningzoekende als starter zou hebben gelabeld. Na toetsing door de klachtencommissie bleek de woning inderdaad een zelfstandige woning, en klaagster dus doorstromer. Opvallend was echter dat de corporatie van klaagster, tevens eigenaar van de bewuste woning, met de kwalificering van de woning aanzienlijk meer moeite had dan de klachtencommissie en de collega-corporatie. Helaas kon niet achterhaald worden wie de woningzoekende de status van starter had gegeven. Doordat klaagster bij een correcte registratie überhaupt niet in aanmerking zou zijn gekomen voor de woning, kon benadeling ook niet worden aangetoond. Naar aanleiding van deze klacht is de bewuste corporatie wel op de vingers getikt. De gegevens zijn gecorrigeerd.

In het tweede geval was in de advertentietekst geen maximuminkomen op basis van de vigerende huur-inkomenstabel vermeld, waar dat wel verplicht was. Omdat de klager echter niet voldeed aan een ander criterium uit de advertentietekst, was deze ook bij een juiste vermelding van de inkomenseis niet voor de woning in aanmerking gekomen en dus niet gedupeerd. Desondanks is het weglaten van een inkomenseis een fout, waarop de corporatie is aangesproken.

 

Naar aanleiding van deze klacht kwam de commissie ook op het spoor van een fout op de website van Haaglanden. Daar werd een verkeerd grensbedrag voor de vrije sector vermeld. Deze fout heeft er echter niet toe geleid dat de woningzoekende is benadeeld.

 

In 2004 is één klacht gegrond verklaard. Als gevolg van een verkeerd geregistreerde laatste verhuisdatum (woonduur) kreeg een woningzoekende regelmatig aanbiedingen voor woningen waarvoor deze gezien de werkelijke woonduur nog niet voor in aanmerking kwam. Pas na drie keer vragen (en enkele toezeggingen) bij twee corporaties werd de geregistreerde woonduur gecorrigeerd. Ook in dit geval werd klaagster echter niet benadeeld, want zij was nog niet aan de beurt voor een woning. De beide corporaties zijn op deze slordige gang van zaken aangesproken en gewezen op het feit dat gedane toezeggingen dienen te worden nagekomen.

 

Sinds het topjaar 2002 zijn de klachten in aantal afgenomen, en terug op een gemiddelde van zo rond de 25 klachten per jaar. Per 1 januari 2005 wordt net als in 2002 een nieuwe regeling van kracht en de commissie verwacht daarom voor 2005 weer een toename in het aantal klachten, als gevolg van de wijzigingen in de toewijzingsregels.


6     Aard van de klachten

 

Wat betreft de aard van de klachten ligt het accent in 2003 op klachten over te krappe labeling, de voorrangsregeling Lokaal Maatwerk alsmede het kwijtraken van reactieduur, doordat de woningzoekende niet (tijdig) op woningen reageerde. Starters op de Haaglandse woningmarkt dienden tot eind 2004 namelijk elk halfjaar te reageren, teneinde de tot op dat moment opgebouwde reactieduur niet te verliezen.

In 2004 wordt over deze regel zelfs het meest geklaagd. Opvallend daarbij is dat de meeste klagers aangeven dat zij totaal niet op de hoogte waren (gesteld) van de regel. Een ander knelpunt in 2004 was de informatieuitwisseling via het internet, waar veel klachten over kwamen. Daarentegen werd in 2004 weer veel minder geklaagd over Lokaal Maatwerk, maar meer over het handelen van de Delftse corporaties. Er werden diverse malen fouten geconstateerd bij het aanbieden van woningen, er was sprake van onjuiste informatieverstrekking rondom de inschrijvingstatus (starter of doorstromer).

 

Labeling

Met name in 2003 hebben een fors aantal klagers bezwaar tegen de in hun ogen erg rigide labeling. De kansen op de woningmarkt worden volgens deze woningzoekenden op een onredelijke wijze beperkt door het feit dat hun inkomen net iets te hoog is of het aantal personen in het huishouden of de leeftijd van de kinderen niet aansluit bij de waslijst aan eisen die de labeling stelt. Vooral de combinatie van deze aangescherpte labeling met de bestaande voorrangsregelingen voor urgent woningzoekenden en Lokaal Maatwerk kandidaten maakte dat diverse woningzoekenden zich gedesillusioneerd afvroegen hoe zij ooit aan een woning moesten komen.

De meeste klachten over de labeling zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze klachten de geldende (prestatie)afspraken tussen corporaties betroffen. De klachtencommissie kan enkel de correcte uitvoering van deze regels controleren, maar is niet bevoegd om de regels te wijzigen. Mede door de klachten is in de labeling in 2004 iets meer ruimte gekomen. Met het wegvallen van het onderscheid tussen doorstromers en starters per 1 januari 2005 zal hopelijk het aanbod meer toegankelijk worden.

Een enkele klager wees op het feit dat bij de weging van het bruto-maandinkomen geen rekening wordt gehouden met de hoge alimentatiekosten die hij moest betalen. Nagedacht is over de vraag of toetsing van het gecorrigeerd verzamelinkomen (IB-60 formulier) een meer zuivere manier van toetsen is, met name omdat de benodigde gegevens dan overzichtelijk op 1 formulier staan en van een betrouwbare instantie afkomstig zijn. De commissie is echter met de corporaties en de gemeente van mening dat toetsing van het actuele inkomen een beter beeld van de actuele situatie en de financiële mogelijkheden van woningzoekenden geeft.

 

Aanbieding

Nog steeds bestaat onbegrip over de toepassing van de eis dat er bij het reageren op een aantal van de grotere woningen tenminste 1 kind onder de twaalf jaar tot het huishouden moet behoren, zeker in combinatie met andere voorwaarden.. In een aantal gevallen was de klacht niet terecht, omdat de woningzoekende de advertentietekst niet goed had gelezen. In een enkel geval ontving een kansrijk woningzoekende na een reactie een brief van de corporatie, waarin het criterium verkeerd werd vermeld. De klager kon zich echter niet beroepen op de inhoud van de brief, omdat de advertentietekst leidend is en daarin het criterium wel goed was verwoord. De corporatie heeft overigens na ontdekking de fout onmiddellijk gecorrigeerd, ook in de richting van klager. Het schuldbesef van de corporatie nam dermate vormen aan dat de woningzoekende de woning in het vooruitzicht werd gesteld, indien de al uitgenodigde kandidaten de woning zouden weigeren. De commissie waardeert de goede bedoelingen maar is van mening dat de corporatie zichzelf hiermee tegenspreekt. Eerst wordt een woning geweigerd, en vervolgens toch weer in het vooruitzicht gesteld, terwijl de woningzoekende niet voldoet aan de criteria. De commissie is dan ook van mening dat desbetreffende corporatie andere wegen moet vinden om haar vergissing goed te maken.

 

Verschillende keren is in het afgelopen jaar geklaagd over het te laat reageren van woningzoekenden op een woningaanbod. In de aanbiedingsbrief wordt een deadline voor reageren gesteld. Dit betekent echter niet dat een woningzoekende dan al definitief een keuze moet hebben gemaakt. Het volstaat om contact te hebben opgenomen met de corporatie, om aan te geven dat er interesse is om een afspraak voor bezichtiging van de woning te maken. Bezichtiging vindt dan zo spoedig mogelijk plaats, Direct na bezichtiging moet worden gekozen of de woning wordt geaccepteerd.

In een enkel geval had dit vervelende gevolgen. Een woningzoekende was abusievelijk door de corporatie verteld dat hij de tweede in lijn was voor een woning, terwijl dit derde moest zijn. Vanwege de handmatige registratie van de aanbiedingsprocedure werd een woningzoekende, over het hoofd gezien, die een optie op bezichtiging van de woning had genomen indien de eerste kandidaat de woning niet zou krijgen. De eerste kandidaat werd geweigerd door de corporatie, en de tweede kandidaat accepteerde vervolgens de woning tot grote teleurstelling van de klager. De corporatie is aangesproken op deze pijnlijke vergissing. Een fout in de volgordebepaling is echter niet aangetroffen.

 

Het criterium ‘lokaal maatwerk’ wekt nog immer grote ergernis onder woningzoekenden, zowel urgent woningzoekenden als woningzoekenden met een langere woonduur. Het frustreert dat een forse woonduur of een toegekende urgentieverklaring minder waard blijken te zijn dan de rechten van de toevallige woningzoekende die in de juiste omgeving het juiste type woning achterlaat. De commissie heeft als gevolg van deze klachten in haar vorige jaarverslag dan ook aangedrongen op een wijziging in de volgordebepaling. Per 1 januari 2005 is de regeling Lokaal Maatwerk in de volgordebepaling onder de urgenten geplaatst.

Een andere klacht betrof het intrekken van een aanbod door de corporatie vanwege het feit dat woningzoekende nog twee aanbiedingen had lopen. Deze verdeelregel is bekend in heel de regio, maar vooral bij de uitvoerders, en blijkbaar niet bij (betreffende) woningzoekenden. De commissie is van mening dat het tijd wordt om deze regel meer onder de aandacht van de woningzoekenden te brengen.

 

Een bijzonder geval betrof een woningzoekende, die klaagde over het feit dat haar vriend geen woning aangeboden kreeg, ondanks dat de vriend herhaaldelijk in aanmerking kwam voor specifieke woningen. De betrokken corporaties verklaarden desgevraagd dat zij de woningzoekenden niet afwezen op grond van een verdeelregel, maar op grond van eigen beleid inzake toewijzing van woningen aan overlastgevers en schuldenaren. In onderhavige zaak was sprake van een openstaande huurschuld en waren er in het recente verleden problemen gerezen door overlast, vernieling, drugsteelt,  en diefstallen in/vanuit de voormalige woning.

De commissie erkent de beleidsruimte van corporaties om een woningzoekende om zwaarwegende redenen, waaronder overlast, uitzetting, openstaande schulden en bepaalde vormen van woongerelateerd crimineel gedrag, voor huisvesting in het eigen woningbezit te weigeren. Het gevolg hiervan kan zijn dat een woningzoekende gedurende zekere tijd uitgesloten wordt van woningen die in eigendom zijn en/of beheerd worden door één of meer corporaties in de regio. Het valt de commissie op dat er nog geen afspraken bestaan omtrent de duur en reikwijdte van een dergelijke uitsluiting. Dit leidde tot onzekerheid, boosheid en suggesties van willekeur bij de woningzoekende.

 

Media

In 2004 zijn veel klachten geuit over het functioneren van Internet. De klachten vallen uiteen in een drietal hoofdcategorieën:

 

1. Enkele woningzoekenden claimden reactieduur te zijn kwijtgeraakt als gevolg van het niet registreren van reacties. Door de woningzoekende ingezonden gegevens zouden niet goed zijn aangekomen of verwerkt. Als ingediende gegevens inderdaad niet worden opgenomen in de registratie, dan zijn klagers in beginsel gedupeerd: een reactie wordt niet opgenomen, of een adreswijziging komt niet goed door, waarna een klager in het ongewisse verkeert over een woningaanbod. Opvallend hierbij was dat veel klagers van mening waren dat zij onvoldoende (tijdig) geïnformeerd waren over deze regel.

Problematisch is dat achteraf niet kan worden vastgesteld of werkelijk een fout is gemaakt. De klachten zijn, wegens gebrek aan informatie, ongegrond verklaard. Het zou goed zijn indien de positie van de woningzoekende wordt versterkt.

 

2. Woningzoekenden gaven aan niet op de hoogte te zijn van de regel, dat elk halfjaar een keer op een woning gereageerd moest worden, om het wegvallen van de tot dan toe opgebouwde reactieduur te voorkomen. De commissie heeft geoordeeld dat de communicatie van de regel beter had gekund, maar dat van een grove nalatigheid in de communicatie naar de woningzoekenden geen sprake is geweest.

 

3. Ook is geklaagd over het feit dat men volgens de tussen- en eindstandopgave op het internet als eerste genoteerd staat, zonder dat daaruit een woningaanbod volgt. Dat resulteerde na onderzoek in één geval in een gegrondverklaring en een aanbod voor vervangende woonruimte. De corporatie had in dit geval een woning bewust niet aangeboden aan een woningzoekende, omdat in de omgeving van de woning waarop gereageerd was ongeveer dezelfde problematiek speelde als waar de woningzoekende in haar bestaande woonomgeving aan wilde ontsnappen.

De commissie heeft begrip voor het feit dat de corporatie de woningzoekende verdere problemen wilde besparen, maar is van mening dat de corporatie ondanks haar goede bedoelingen niet het recht heeft om in de schoenen van de woningzoekende te gaan staan en namens woningzoekende besluiten te nemen over een woningaanbod.

 

Tenslotte stelde de commissie met verbazing vast dat op de website van Haaglanden een tijdlang achterhaalde informatie over het grensbedrag voor de vrije huursector was te vinden. Het oude grensbedrag (tot 01-07-2003) stond vermeld, terwijl er al een nieuw grensbedrag van kracht was geworden.

 

Urgentie

Vanwege de verbeterde informatie over urgentieaanvragen zijn er minder klachten over urgenties. Desgewenst werden woningzoekenden doorverwezen.

 

Overzicht

Hierna volgt een overzicht van de aard van de klachten over de afgelopen vijf jaren.

 

De tabel bevat voor een gegeven jaar mogelijkerwijs meer klachten, dan het voor dat jaar geregistreerde totaal aantal ingezonden klachtbrieven, zoals vermeld in de tabel van paragraaf 4.

Dit wordt veroorzaakt door het gegeven dat één klachtbrief meerdere klachten kan bevatten. Al de klachten in een brief worden behandeld en beoordeeld, in hun onderlinge samenhang dan wel apart, en tellen derhalve mee.


 

Aard van de klacht

Omschrijving

2000

2001

2002

2003

2004

 

 

 

 

 

 

 

Algemeen

Te weinig kans op een woning

 

3

2

3

1

 

Klager voldoet zelf niet aan criteria Lokaal Maatwerk

 

 

 

1

 

WVG

Klacht m.b.t. uitvoering WVG

 

 

 

 

 

Verhuurder

Klacht over verhuurder, niet woonruimteverdeling

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

Labeling

Grote woningen voor max. 5 personen

 

 

3

 

 

 

Geen grote woningen voor (gescheiden) starters;

geen kleine voor doorstromers

 

1

 

1

 

1

 

3

 

 

 

Verschil tussen starter en doorstromer onduidelijk

 

 

1

1

 

 

Leeftijdsvoorwaarden  bij woningen= discriminatie

 

 

 

 

 

 

Weinig aanbod gezien leeftijd of inkomen

13

5

10

6

1

 

Geadverteerde huursom voor nieuwe bewoner anders dan bij bestaande huurders (ongelijke behandeling)

 

 

 

1

 

 

Geen aanbod in ‘verjaarweek’ (t/m 2002)

 

2

1

-

-

Totaal labeling

 

14

8

16

11

1

 

 

 

 

 

 

 

Aanbieding

Uitvallen krant editie in verjaarweek (t/m 2002)

 

8

 

-

-

 

Voorwaarden niet (juist) bij de advertentie vermeld

 

 

3

1

 

 

Te laat in kennis stellen van aanbieding

1

1

1

 

 

 

Corporatie trekt aanbieding in

1

4

2

2

3

 

Slechte/onattente voorlichting/service corporatie

 

 

1

2

2

 

Voorrang derden door ‘lokaal maatwerk’

 

 

4

5

1

Totaal aanbieding

 

2

13

11

10

6

 

 

 

 

 

 

 

Media

Kan niet correct reageren wegens fout in gegevens

 

 

 

1

1

 

Reacties zijn niet fraudebestendig

 

1

 

 

 

 

Maximaal 2 reacties is te weinig

 

1

 

 

 

 

Woonbonnen zijn niet goed doorgekomen

 

 

 

 

 

 

Gegevens via Internet niet goed doorgekomen

 

 

3

 

 

 

Reactieduur kwijtgeraakt (zie onder transparantie)

 

 

 

5

8

 

Eerste gegadigde, andere woningzoekende is echter onterecht de woning toegewezen

 

 

3

 

2

 

Slechte/onattente voorlichting/service Haaglanden

 

 

 

1

1

Totaal media

 

0

2

6

7

12

 

 

 

 

 

 

 

Urgentie

Dakloos (slaapt op straat)

1

 

 

 

 

 

Medisch

1

1

 

1

 

 

Ruzie; discriminatie; echtscheiding

1

1

1

 

 

 

Woning te krap; inwonend bij ouders

 

2

3

 

 

 

Urgentie vervallen/niet verlengd

 

 

 

 

1

Totaal urgentie

 

3

4

4

1

1

 

 

 

 

 

 

 

Transparantie

Woning toegewezen aan kortere wachttijd / jonger

 

1

1

 

 

 

Woning heeft niet in de krant gestaan

 

1

 

 

 

 

Onbekend met nieuwe regel (verval reactieduur)

 

 

 

4

6

Totaal transparant

 

0

2

1

4

6

 

 

 

 

 

 

 

Jaartotalen

 

19

32

40

37

27

 

7        Verdeling klachten

 

Een nieuw onderdeel in het jaarverslag van deze commissie is navolgend overzicht, inhoudende een verdeling van de klachten over de betrokken instellingen. Middels deze tabel krijgt de lezer een beeld over wie geklaagd wordt , hoe vaak en hoe de commissie heeft geoordeeld.

 

We onderscheiden 4 categorieën:

 

1.    een klacht over een specifieke corporatie

2.    een klacht over de gemeente Delft

3.    een klacht over verdeelregels en zaken waar de gemeente Delft en de Delftse corporaties gezamenlijk voor verantwoordelijk zijn (prestatie-afspraken, Lokaal Maatwerk in Delft, labeling, de stadskrant, etc.). Verzamelterm in de tabel: gezamenlijk lokaal beleid.

4.    een klacht over verdeelregels en zaken, die op regionaal niveau zijn vastgesteld of waar Haaglanden specifiek voor verantwoordelijk is (zoals de internetsite, regionale labelingsregels (halfjaar-regel, maximaal 2 aanbiedingen tegelijkertijd), de woonkrant, etc.)

 

De tabellen geven de resultaten voor respetievelijk 2003 en 2004.

 

Omdat het voorkomt dat in een enkele brief over meerdere zaken/instellingen geklaagd wordt, komen de eindtotalen niet overeen met de tabel uit  paragraaf 4 van dit verslag.

De totalen komen wel overeen met de totalen van de tabel op pagina 11.

 

 

2003 (37 klachten)

1

2

3

4

Uitslag

klacht

Vestia

Delftwonen

Duwo

Vidomes

Beleid

gem.Delft

Gez. lok. beleid

Haag-landen

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingetrokken

1

 

 

 

 

1

1

Niet-ontvankelijk

 

 

 

 

 

8

4

Ongegrond

 

1

1

1

2

2

8

Gegrond

1

1

 

1

 

 

1

Afgedaan wegens inmiddels voorzien

 

 

 

 

 

 

1

Afgedaan middels doorverwijzen

 

 

 

 

 

1

 

Telefonisch afgehandeld

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

SubTotalen

2

2

1

2

2

12

16

 


 

2004 (27 klachten)

1

2

3

4

Uitslag

klacht

Vestia

Delftwonen

Duwo

Vidomes

gem.Delft

Gez. lok. beleid

Haag-landen

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingetrokken

 

 

 

 

 

 

 

Niet-ontvankelijk

 

1

 

 

1

1

3

Ongegrond

4

2

2

1

 

1

8

Gegrond

1

1

 

 

 

 

 

Afgedaan wegens inmiddels voorzien

 

 

 

 

 

 

 

Afgedaan middels doorverwijzen

 

1

 

 

 

 

 

Anders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SubTotalen

5

5

2

1

1

2

11


7        Conclusies

 

A)  Werkzaamheden commissie

 

-      Wisselingen binnen de commissie hebben enige, maar niet bijzonder zware, gevolgen gehad voor het functioneren van de commissie. De commissie vindt het jammer dat er met het wegvallen van de Woonkoepel geen gezamenlijke consumentenvertegenwoordiging voor de sociale huursector in Delft meer is. Hierdoor is de commissie niet in staat om te voorzien in de vacature voor plaatsvervangend lid namens de consumentenorganisaties.

-      De klachtencommissie is er het laatste jaar steeds beter in geslaagd om de klachten binnen de afgesproken termijn van twee maanden schriftelijk af te handelen. De commissie stelt zich ten doel om op deze ingeslagen weg door te gaan.

-      Een belangrijk deel van de klachten is niet ontvankelijk of ongegrond; slechts enkele klachten zijn beoordeeld als gegrond.

-      Het ging in een fors aantal gevallen om het tekortschieten in tijdig reageren op woningaanbod, waardoor een aantal woningzoekenden kun reactieduur verloren zagen gaan. De bron voor deze klachten is inmiddels weggenomen door de invoering van de nieuwe huisvestingsverordening; als gevolg waarvan het verschil tussen starters en doorstromers is komen te vervallen en er enkel nog gesproken wordt over inschrijfduur. Op grond van dit criterium kunnen woningzoekenden hun reactieduur niet meer kwijtraken.

-      Slechts in een enkel geval werd vastgesteld dat de klager ook gedupeerd was en werd bij de corporaties verzocht om vervangende woonruimte aan te bieden. In het merendeel van de gevallen bleek de woningzoekende echter niet benadeeld door de fout. In dergelijke gevallen is wel melding gemaakt van de fout in de richting van de voor de fout verantwoordelijke corporatie.

 

B)  Signalering knelpunten

 

Labels en sturing

-      De voorrangregel ‘lokaal maatwerk’ wekt vanaf het begin van haar bestaan bijzondere ergernis. Aan klagers was niet uit te leggen waarom een bewoner van een ééngezinswoning voorrang had op woningen in zijn directe woonomgeving, vooral boven urgent woningzoekenden, die toch aantoonbaar verkeren in een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie. Ook in dit geval is de bron van de klachten weggenomen met de inwerkingtreding van de nieuwe huisvestingsverordening. Met ingang van 1 januari 2005 staat de urgent woningzoekende in rangorde boven een Lokaal Maatwerk kandidaat.

-      In het algemeen geldt dat nieuwe regels tot nieuwe, andere klachten leiden. Het lokaal maatwerk is daarvan een voorbeeld, maar ook de wijzigingen in 2002 leidde tot een reeks klachten. Het is dan ook de verwachting dat het aantal klachten in 2005 weer zal toenemen, als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Huisvestingsverordening 2005 en de komende (regionale) prestatieafspraken.

       De commissie juicht in het nieuwe systematiek de toegenomen transparantie en ruimere mogelijkheden voor woningzoekenden om op woningen te reageren toe. Nieuwe regels betekenen echter niet altijd een betere verdeling van schaarse woningen. Elke systeemwijziging benadeelt bepaalde groepen woningzoekenden, zonder dat zij iets kunnen ondernemen om dit te voorkomen. Het verdient volgens de commissie daarom aanbeveling om nu zoveel mogelijk naar oplossingen voor knelpunten te zoeken in de vorm van minder regels, betere informatievoorziening of persoonlijke begeleiding van woningzoekenden binnen het bestaande model, in plaats van meer regels, meer uitzonderingen op regels, of weer een nieuwe systematiek.

 

       Ook vorig jaar is weer veel geklaagd over de rigide labeling van woningen. Woningzoekenden voelden zich slachtoffer van overregulering. De commissie waarschuwt voor al te enthousiaste en uitgebreide labeling, waardoor de toegankelijkheid van de sociale huurmarkt onder druk kan komen te staan.

 

Aanbieding

       Een knelpunt bij het weigeren van een woning door een corporatie wegens overlast, huurschuld, uitzetting of crimineel gedrag aan de kant van de woningzoekende is dat er nog geen afspraken bestaan omtrent de duur van een dergelijke uitsluiting. De commissie adviseert gemeente en corporaties dan ook om in onderling overleg tot de vaststelling van dergelijke termijnen over te gaan, en het publiek hieromtrent te informeren.

 

Media

-      Door de woningzoekende ingezonden reacties op aangeboden woningen zouden volgens een fors aantal woningzoekenden niet goed zijn aangekomen of verwerkt. Hierdoor zijn klagers gedupeerd: zij raakten reactieduur kwijt, variërend van een half jaar tot 2½ jaar. Problematisch is dat achteraf niet kan worden vastgesteld of werkelijk een fout is gemaakt door het systeem of door de klager. Klachten zijn daarom, wegens gebrek aan informatie, in het merendeel der gevallen ongegrond verklaard.

De klager heeft een bewijsplicht, maar is al bij voorbaat kansloos omdat hij vaak geen kopieën van ingezonden woonbonnen of schermprintjes bewaard. Daarbij komt nog de vraag of dergelijke stukken gezien hun fraudegevoeligheid in alle gevallen als bewijs kunnen worden aanvaard.

Het zou dienstig zijn indien de bewijsvoering door de klager minder lastig zou worden. De internetsite van Haaglanden kan op dit punt worden verbeterd, bijvoorbeeld door beter dan nu het geval is duidelijkheid te verschaffen over wanneer een reactie echt is verzonden, de commissie heeft de indruk dat er hierbij nog veel onnodig fout gaat. Ook kan gedacht worden aan het automatisch per e-mail verzenden van een bevestiging van ontvangst van een internetreactie.

Verder kunnen ingezonden woonbonnen worden onderzocht, door het bewaren van deze bonnen voor een termijn van drie maanden (nu één maand) na ontvangst, een termijn waarbinnen een klacht geuit wordt en de commissie de toedracht kan onderzoeken.

Tenslotte zou beter geregistreerd moeten worden door wie welke wijzigingen in de geregistreerde gegevens worden aangebracht, zodat de verantwoordelijke voor een eventuele fout kan worden opgespoord.

-      De informatievoorziening aan de woningzoekenden is in een aantal gevallen karig gebleken. Zowel nieuwe als bestaande regels dienen op een meer pro-actieve wijze en regelmatig in de richting van de woningzoekenden gecommuniceerd te worden.

 

De commissie vraagt meer aandacht voor communicatie, serviceverlening, alsmede de bewijspositie van de woningzoekende bij gebleken fouten in het registratiesysteem. In het nieuwe registratiesysteem, dat medio 2005 operationeel moet zijn, worden al wel een aantal van de bovenstaande problemen opgepakt. Zo komt er de mogelijkheid om wekelijks per e-mail op de hoogte gehouden te worden van interessante woningaanbiedingen.

 

C)  Signalering verdeling klachten

 

-      Er wordt in 2003 en 2004 fors geklaagd over bestaande lokale en regionale regels, en over het internet. Opvallend is dat er in 2004 meer over specifieke corporaties geklaagd wordt, dan in 2003. Dit leidt echter niet tot meer gegrondverklaringen. Er is bovendien geen sprake van een opvallend aantal klachten in de richting van een specifieke corporatie.


8        Toekomst commissie

 

De commissie kampt met een aantal problemen.

Allereerst is de bezetting van de commissie niet optimaal. De commissie dient te zijn samengesteld uit leden, die worden voorgedragen door respectievelijk de corporaties, de Woonkoepel en het COW. De Woonkoepel Delft bestaat sinds 1 februari 2002 niet meer, en dus kan vanuit deze groep geen nieuw plaatsvervangend lid worden voorgedragen. Bovendien heeft op 1 maart 2002 de dualisering van het gemeentebestuur zijn intrede gedaan. Hierdoor kunnen raadsleden geen lid meer zijn van de lokale klachtencommissie. In het duale stelsel is immers de gemeenteraad verantwoordelijk voor het beleid. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering en legt verantwoordelijkheid af aan de raad. De conclusie is dan ook dat de samenstelling van de commissie alsmede de huidige verordening, waarin het reglement van de Klachtencommissie is vastgelegd, verouderd zijn en zouden moeten worden aangepast.

 

In het licht van bovenstaande constateringen is de Klachtencommissie eind 2003 in gesprek geraakt met het vakteam Wonen. Mede gezien de regionale werking van het woonruimteverdelingsysteem onder de regionale huisvestingsverordening, is toen de conclusie getrokken dat het wenselijk was om te komen tot het instellen van een regionale klachtencommissie onder de verantwoordelijkheid van het stadsgewest Haaglanden. De behandeling van een dergelijk voorstel binnen Haaglanden liep in 2004 echter vertraging op, doordat prioriteit is gegeven aan andere werkzaamheden , zoals de nieuwe Huisvestingsverordening Haaglanden.

 

Recentelijk is gebleken dat er binnen Haaglanden geen meerderheid bestaat voor de regionalisering van de lokale klachtencommissies. Derhalve zien de gemeente Delft en de klachtencommissie zich genoodzaakt tot een herbezinning op de toekomst.

Ten tijde van het gereedkomen van dit rapport is er nog geen definitieve beslissing gevallen omtrent de toekomst van de klachtencommissie.

 

---