De gemeente Delft en The International Institute for the Urban Environment (IIUE) organiseren in augustus 2005 in Delft het internationale Childstreet2005 congres[1]. Tijdens de voorbereidingen hiervan heeft het IIUE Habiforum, een kenniscentrum op het gebied van vernieuwend ruimtegebruik, voorgesteld als conferentiepartner, dit met het oog op het opzetten van een Habiforum proeftuin in Delft.
Een eerste gesprek in Delft tussen wethouder Jan Torenstra (o.a. wijkzaken) en Huib Haccoű van Habiforum, verliep positief (zie verslag, bijlage 1). Een tweede gesprek op woensdag 23 maart j.l. tussen de wethouders Torenstra en Grashoff (o.a. verkeer en r.o.), de heer Haccoű en een aantal leden van de Childstreet stuurgroep verliep eveneens zeer goed. Vooral de hoge ambities van beide partijen leverde over en weer herkenning op. N.a.v. dit gesprek heeft het IIUE dit plan-van-aanpak en begroting opgesteld om de afspraken tussen de partners te bevestigen.
1. Proeftuinen maken
onderdeel uit van een concreet praktijksituatie
2. waar betrokken “eigenaren” hoogwaardige
ruimtelijke investeringen willen realiseren en daarvoor al werkende čn lerende
bekwaamheden willen ontwikkelen,
3. zich realiserend dat dergelijke complexe
processen niet eenvoudig door een enkele partij vooraf of bovenaf bestuurd,
geordend en gereduceerd kunnen worden.
Proeftuinen leveren
op:
·
Kennis die in de
desbetreffende concrete praktijksituatie ingezet kan worden, leidend tot
hoogwaardige ruimtelijke investeringen. Investeringen, anders, rijker, beter en
sneller dan zonder proeftuin.
·
ontbrekende
kennis en informatie die als kennisvragen richting wetenschappelijk
onderzoekprogramma en beleid gestuurd worden.
·
•Methodieken čn
bekwaamheden om ook in de toekomst tot vernieuwende hoogwaardige ruimtelijke
investeringen te komen.
Dat betekent:
·
Dat proeftuinen
vraaggestuurd, praktijkgericht en resultaatgericht zijn. Voor de opbrengsten
van het praktijkproject moet het verschil maken of er een proeftuin wordt
ingericht of niet.
·
Dat proeftuinen
pas echt van start kunnen gaan als er een praktijkproject is met een
verantwoordelijke projectleider en er partijen zijn die willen investeren in
het zich bekwamen in nieuwe praktijken van handelen en dus “eigenaren” van dat
proces willen zijn en een dergelijk traject wel avontuurlijk vinden.
·
Dat proeftuinen
weliswaar onderdeel uitmaken van een concreet praktijkproject, maar zich
daarvan tegelijkertijd onderscheiden om de gewenste doorbraken tot stand te
brengen. Proeftuinen zijn “excentrische” werk- en leeromgevingen waar betrokken
partijen en andere benodigde kennisdragers inzetten op:
- Gezamenlijk geformuleerde richtingen en (soorten) opbrengsten;
- Gezamenlijke kenniscreatie (in plaats van onderhandelen) door inbreng van
formele en informele kennis, overeenstemmende en conflicterende belangen;
- Al doende leren: doen čn denken, bezinnen čn beslissen.
Met andere woorden:
proeftuinen bieden de mogelijkheid om in een zelfgeconstrueerde veilige en
transparante werk- en leeromgeving samen te werken en gezamenlijk
oplossingsrichtingen en bekwaamheden te ontwikkelen. Kennis bruikbaar te maken
voor de praktijk. Het moet er natuurlijk wel toe doen. Dat kan alleen als het
gaat om urgente problemen, waar ook anderen mee worstelen en die niemand alleen
kan oplossen en waarvan de oplossingen winst opleveren. En het is geen
vrijblijvende onderneming. De inzet moet zijn om doorbraken tot stand te willen
brengen en die te verwezenlijken in het praktijkproject.
De proeftuin in Delft zal gericht zijn op het ontwerpen, inrichting en beheer van een hoogwaardige openbare ruimte die geschikt is voor kinderen om in te spelen en zich zelfstandig te bewegen. Dit alles in een dichtbebouwde stedelijke context.
De volgende mogelijke locaties voor de proeftuin zijn als kansrijk benoemd in een eerste overleg met de gemeente Delft:
2. Bomenwijk
3. Oostsingel (evt. in combinatie met de Bomenwijk
4. TU-Noord
5. Wippolder (evt. in combinatie met TU-Noord)
6. Olofsbuurt
Hieronder een eerste schets van waarom deze locaties mogelijk interessant zijn.
1. Poptahof
Grootschalig herstructureringsproject in naoorlogse hoogbouwwijk waarvan er heel veel zijn in Nederland en de rest van Europa. Goede voorzieningen, ook gebruikt door veel mensen van buiten de wijk, zelfs buiten Delft. Kinderrijk omgeving met veel allochtone gezinnen. Herstructurering wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de woningcorporatie (Woonbron). Schaal en omvang van het gebied bieden de mogelijkheid tot vernieuwende oplossingen op diverse fronten.
2. Bomenwijk
De wijk gaat binnenkort op de schop. Grote vernieuwingsplannen liggen er al en het vermoeden is dat meer kinderen zullen komen te wonen in de wijk. Woningcorporatie is Vestia.
3. Oostsingel (evt. in combinatie met de Bomenwijk)
De Oostsingel is een potentie een zeer aantrekkelijke straat en i.v.m. de nieuwe Koepoortbrug parkeergarage zullen er nieuwe mogelijkheden ontstaan voor herinrichting. Veel particuliere eigenaren.
4. TU-Noord
Ontwikkelingsplannen voor het TU-Noord gebied zijn in volle gang. De TU Delft trekt zich terug naar het zuiden. Een aantal gebouwen komen daardoor leeg te staan en worden of verbouwd of gesloopt. Nieuwe functies worden toegevoegd aan het gebied. De verkeersinfrastructuur in het gebied ondergaat grote veranderingen met de komst van een nieuwe tramlijn, het verleggen van de hoofdverkeersstroom en het afsluiten van de Julianalaan. Veel particuliere eigenaren.
5. Wippolder (evt. in combinatie met TU-Noord)
Vlakbij het TU-Noord gebied maar functioneel heel gescheiden ligt de Wippolder. Deze wijk kent ook minder groen dan TU-Noord en heeft een ander sociale opbouw. Een nieuw rioleringsprogramma staat op stapel en wordt uitgevoerd vanaf najaar 2005 o.a. in een aantal woonerven. Mix van woningcorporatie (Vestia) en particuliere eigendom.
6. Olofsbuurt
In de eerste ring buiten de binnenstad bevindt zich de Westerkwartier en daarin de Olofsbuurt. Deze buurt met zijn smalle straatjes staat onder hoge parkeerdruk vanwege het autoluw maken van de binnenstad. Het gebied is onderdeel van het project Kinderen Veiliger Door Delft. Veel particuliere eigenaren.
In de verkenningsfase (zie blz. 4) zullen (een aantal van) deze locaties worden getoetst op geschiktheid voor de Habiforum proeftuin. De internationale deelnemers van het Childstreet2005 congres zullen de gekozen locaties gebruiken als hun casus waarmee de proeftuin meteen een vliegende start krijgt.
Een proeftuin gericht op het ontwerpen, inrichting en beheer van een hoogwaardige openbare ruimte die geschikt is voor kinderen om in te spelen en zich zelfstandig te bewegen in een dichtbebouwde stedelijke context is nodig voor de volgende redenen:
· Kinderen bewegen zich steeds minder, gaan op steeds latere leeftijd onafhankelijk naar school, worden steeds dikker en spelenminder buiten dan vroeger. De effecten op hun ontwikkeling is negatief.
· Complex ruimtelijk vraagstuk waarmee veel gemeenten worden geconfronteerd
· Schaarse ruimte optimaal hoogwaardig benutten
· Aantrekkelijk woonomgeving creëren en behouden in de stad
· Vasthouden van midden- en hogere inkomensgroepen en gezinnen in de stad
· Houdt de stad compact met alle voordelen van dien
· Huidige beleid intensiveren en waar nodig bijsturen (30 km zones, duurzaam veilig)
Opgaven:
· Stimuleren vraagsturing, bijvoorbeeld door burgers en bedrijven
· Belanghebbenden maximaal laten samenwerken
· Ruimtelijke kwaliteit realiseren
· Effectieve planvorming en uitvoering organiseren
Schaalniveaus
· Stedelijke en binnenstedelijke
Thema’s
· Ruimte voor stedelijke vernieuwing
· Strategische stadsprojecten/centrumprojecten steden
1. Overheid
· Gemeente Delft (afd. Ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, beheer)
· Provincie Zuid-Holland (???)
· Het Rijk (Ministerie van VROM, Verkeer en Waterstaat, ???)
· Hoogheemraadschap Delfland
2. Bedrijfsleven
· Woningcorporatie Vestia (vastgoed, beheer...)
· Ondernemers in de betreffende wijk
· Nutsbedrijven
3. Kennisinstellingen
· TU Delft (faculteiten bouwkunde, civiele techniek, technische bestuurskunde, ????)
· TNO
· IIUE
· Overige landelijke organisaties die met dit onderwerp bezig zijn (CROW, SWOV, 3VO,.....)
4. Maatschappelijke organisaties
· NGOs (Fietsersbond, ......)
· Bewonerscommissies
· Burgers
De tijd zal leren wie van deze organisaties/groepen gaat horen bij welk van de drie niveaus (kern, regulier en ‘lurker’) geďdentificeerd op blz. 7-8 van het proeftuin stuk van Habiforum.
Er is een groot aantal redenen waarom Delft zeer geschikt is als locatie voor deze proeftuin:
· Dichtheid: Delft is een zeer compacte stad (in het systeem van CBS geniet Delft van een ‘zeer sterk stedelijk’ klassering d.w.z. >2 500 adressen/km2). Dit maakt het vinden van innovatieve oplossingen voor hoogwaardig openbare ruimte essentieel om te zorgen dat de stad ‘leefbaar’ blijft. Vanuit deze ‘worst case’ situatie kunnen andere steden leren.
· Traditie: Delft is de bakermat van de woonerf (jaren zeventig) en was de proefgemeente in Nederland om de impact van een stedelijk fietspadnetwerk te testen (jaren tachtig). Eind jaren negentig is de historische binnenstad autoluw gemaakt, dit laatste zorg voor een (parkeer)druk op de openbare ruimte wijken in de schillen om het stadscentrum heen.
·
Ambitie: Het college van burgemeester en wethouders in
Delft heeft een hoog ambitieniveau als het gaat om het creëren van een
leefbare, duurzame stad. Huidige beleidsprioriteiten zijn o.a.:
- een klimaatbeleidsplan recentelijk bekroond met een prijs van de Europees
Klimaat Alliantie
- een nieuw lokaal Verkeer- en Vervoer Plan dat prioriteit geeft aan de fiets,
de wandelaar, OV en dan pas de auto
- een doelstelling en plan om weer een top-drie fietsstad van Nederland te zijn
- een project ‘Kinderen Veiliger Door Delft’ om meer en jongere kinderen weer
op de fiets te krijgen
· Kennisstad: Delft is een kennisstad en wil dat nog steviger neerzetten. Er is een apart gebouw ingericht als kennissociëteit (het meisjeshuis) met kringen die vergelijkbaar zijn met ‘Communities of Practice’. De aanwezigheid van een aantal grote en vele kleine kennisinstellingen betekent dat de stad beschikt over een grote mate van deskundigheid, ook op het gebied van hoogwaardig ruimtegebruik.
· Aanpak: Met haar beleid van ‘wijkgericht werken’ kent de gemeente Delft een praktisch proces waarbij steeds uit een visie-plan-doe-evalueer cyclus wort gewerkt.
· Woonvisie: Delft is een stad met een hoge concentratie sociale huurwoningen. Echter in de Woonvisie 2015 is de ambitie uitgesproken om tot een evenwichtiger en hoogwaardiger woningaanbod te komen in passende woonomgevingen.
· Stedelijke ontwikkelingsprojecten: Over de komende jaren in Delft staat een aantal groot ontwikkelingsprojecten op stapel zoals de Spoorzone, TU-Noord, Harnaschpolder en Technopolis. De projecten vragen en bieden mogelijkheden voor een lerende aanpak.
Het beoordelingsproces
voor een Habiforum proeftuin is als volgt opgebouwd [4]:
1.Verkenning.
Initiatieven van buiten, dan wel gestart vanuit het Habiforum-bureau worden
verkend op de haalbaarheid om opgenomen te kunnen worden binnen het
praktijkprogramma. Dat betekent een eerste toetsing aan de projectvereisten,
vaststellen van mogelijkheden van financiële participatie, de aanwezigheid van
een projectleider en de beschikbare “ontwikkel- en leerruimte”, e.d. Indien
beide partijen van mening zijn dat er goede perspectieven zijn voor het
inrichten van een proeftuin wordt de projectinitiatie gestart. Van de kant van
Habiforum worden de gesprekken gevoerd door medewerker van het
Habiforum-bureau.
2. Initiatie.
Het projectvoorstel wordt verrijkt en op een zo hoog mogelijk kwalitatief
niveau gebracht. Door Habiforum wordt een SRG-projectleider aangesteld die
samen met de projectleider van het praktijkproject verantwoordelijk is voor dit
traject. Er zal in principe gebruik worden gemaakt van de aanwezige expertise
in de eerder genoemde Communities. De uiteindelijke opbrengst is een
projectvoorstel waarin beschreven wordt op welke wijze in de vereisten voor de
proeftuinen wordt voorzien en alle overige zaken als mijlpalen en beoogde
opbrengsten die gebruikelijk thuishoren in een projectbeschrijving.
3. Besluitvorming en
contract.
Indien de initiatiefase naar tevredenheid is verlopen wordt het voorstel voor besluitvorming
voorgelegd aan de programmamanager van het SRG-praktijkprogramma (en uiteraard
aan de verantwoordelijken van de andere deelnemende partijen). De
programmamanager is eindverantwoordelijk, maar zal omtrent zijn beslissing in
overleg treden met het SRG-managementteam. Vervolgens wordt een contract
gesloten.
Eerst moet dus worden gestart met een verkenning. In Delft kan dat snel worden gestart en bestaat uit de volgende stappen:
1. De internationale conferentie Childstreet 2005 die in augustus 2005 in Delft plaatsvindt maakt deel uit van het verkenningstraject voor de proeftuin. De conferentie gaat workshops houden over gewenste innovaties van woonerven en betrekt daarbij ervaringen vanuit andere landen.
2 De verkenning wordt mede naar aanleiding van de internationale conferentie voortgezet door in Delft een van de binnenstedelijk gebieden te kiezen die aan herinrichting van de openbare ruimte toe zijn. In dat gebied zullen bewoners en overige stakeholders (m.n. de woningcorporaties) op hun bereidheid worden gepeild het herinrichtingproject ook te laten vergezellen van een proeftuin.
3 De verkenning mondt uit in een plan van aanpak voor de proeftuin en het concrete project waarin de oogmerken m.b.t. nieuwe inrichtingsconcepten, ontwerpprincipes en aanpakken voor het betrekken van de bewoners worden beproefd.
April 2005 t/m oktober 2005
· Inrichtingsconcepten en ontwerpprincipes waarmee het binnenstedelijke gebied zoals die in oudere steden van Nederland zoals Delft bestaan, kindervriendelijk worden heringericht. Dit gaat dus verder dan het inrichten van een woonerf in een buitenwijk.
· Ervaringskennis die zijn zal weg vinden naar andere steden in en buiten Nederland.
· Hoogwaardiger en kindvriendelijker openbare ruimte in het casus gebied
· Ervaringskennis die praktisch toepasbaar is
· Verbeterde dwz snellere ontwikkelen en uitvoeringsprocessen met derden
· (Leer) geld
· Internationale exposure van en kennis voor Delft middels het Childstreet2005 congres.
Proeftuinen lopen voor maximaal vier jaar, met een budget van maximaal één miljoen euro. Hiervan wordt max. 40% gecofinancierd door Habiforum. De financiën zijn gekoppeld aan het beoordelingsproces als volgt:
Fase 1: Verkenning
De verkenning omvat:
· het te organiseren internationale congres Childstreet2005 dat op de innovatievragen zal worden gericht, en
· het verkenningstraject dat daarop met de te selecteren buurt een vervolg krijgt.
Hiermee zal in totaal een bedrag van € 175.000 zijn gemoeid, waarvan € 100.000 wordt opgebracht door de gemeente Delft en overige financiers van de conferentie. Het resterende bedrag van € 70.000 wordt voor de verkenningsfase door Habiforum gefourneerd (zie bijlage 2 voor opzet begroting).
Fase 2: Initiatie
De initiatiefase en de opvolgende fasen van de proeftuin worden beschreven in een plan van aanpak dat zijn eigen financiële vertaling krijgt en waaraan al de betrokken partijen financieel zullen bijdragen.
Fase 3: Besluitvorming en contract
Dit plan van aanpak vormt de grondslag voor een overeenkomst tussen Habiforum en de gemeente Delft waar andere stakeholders die inbreng willen leveren, zich ook aan willen verbinden.
[1] Zie
www.urban.nl/childstreet2005/
[2] Habiforum proeftuinen notitie d.d. 15 februari 2005
[3] Systeeminnovatie ruimtegebruik
en gebiedsontwikkeling stad en land. Het programma beoogt doorbraken te
bewerkstelligen, veranderingen in het systeem van ruimtelijke planning en
inrichting.
[4] Habiforum proeftuinen
notitie d.d. 15 februari 2005