CONCEPT
De
raad van de gemeente Delft;
Gelezen
het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 maart 2005;
gelet
op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4 van de Subsidieverordening
Maatschappelijke Activiteiten gemeente Delft 2002, de Algemene Subsidieverordening
gemeente Delft 2002 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
overwegende dat:
·
het college van burgemeester en wethouders van Delft op basis van de
Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten bevoegd zijn te beslissen
omtrent subsidieverstrekking en daarvoor nadere regels te stellen met
inachtneming van het bepaalde in de genoemde verordening;
·
de raad en het college van burgemeester en wethouders van Delft in deze
uitvoeringsregeling het subsidiebeleid ten aanzien van stimuleringssubsidies
Maatschappelijke Participatie nader vorm willen geven en op basis van de
subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten nadere regels willen stellen
ter uitvoering van de subsidieverstrekking;
besluit:
vast
te stellen de volgende
Artikel 1
In
deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2
Het
college van burgemeester en wethouders is, ingevolge artikel 6 SMA, belast met
de uitvoering van deze regeling.
Artikel 3
De
volgende kwaliteitscriteria spelen een rol bij de beoordeling van aanvragen
Projecten
welke voor subsidie in aanmerking komen bevorderen samenwerking tussen
organisaties, instellingen en bewonersgroepen; dit varieert van het doen van
een gezamenlijke aanvraag tot uitvoering van het project met één of meerdere
partners.
Projecten
welke voor subsidie in aanmerking komen
bevorderen enerzijds de samenhang tussen de deelnemers aan en
organisatoren van de activiteit (ontmoeting, integratie) en zijn anderzijds op
samenhang in het projectgebied gebaseerd.
Projecten
welke voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op ontstaan van
structurele activiteiten, de gesubsidieerde projecten hebben een
aanjaagfunctie.
Projecten
die voor subsidie in aanmerking komen dienen toegankelijk te zijn voor een zo
breed mogelijk publiek, op voorhand zijn geen uitzonderingen mogelijk. In
specifieke situaties (jongeren, ouderen, allochtone vrouwen b.v.) kan de
doelgroep nauwer bepaald worden, maar mogen binnen die doelgroep geen drempels
tot participatie opgeworpen worden.
Projecten
die voor subsidie in aanmerking komen dienen gezondheid te bevorderen, waarbij
gezondheid in drie delen valt te onderscheiden:
-
fysiek (sportactiviteiten b.v.)
-
mentaal (normen en waarden b.v.)
-
sociaal (integratie b.v.)
Projecten
die voor subsidie in aanmerking komen dienen een aanjaagfunctie te hebben,
gericht op het ontstaan van nieuwe en vernieuwende activiteiten.
1.
Een aanvraag voor een stimuleringssubsidie moet worden ingediend op de
daarvoor bestemde aanvraagformulieren (ook digitaal beschikbaar).
2.
Aanvragen kunnen slechts schriftelijk, niet zijnde digitaal, worden
ingediend.
3.
Aanvragen dienen uiterlijk 4 weken vóór aanvang van een kwartaal, volledig
ingevuld en in bezit te zijn van de gemeente. Indien een aanvraagformulier niet
tijdig in het bezit van de gemeente is, dan wordt de aanvraag niet in
behandeling genomen.
4.
Aanvragen kunnen worden gedaan door individuele burgers, organisaties
van burgers (zoals verenigingen, straten, wijken, etc.) en commerciële
instellingen.
Financiële verdeling
1.
Het beschikbare budget voor de Stimuleringsregeling is het
subsidieplafond.
2.
Het subsidieplafond wordt vastgesteld door de raad.
3.
Voor de besteding van het budget is het jaar in vier perioden
(kwartalen) verdeeld, waarvoor steeds één-vierde van het budget is
gereserveerd.
4.
Voor een goedgekeurde aanvraag wordt als basis 25% van de gevraagde
subsidie verstrekt. Voor elk kwaliteitscriterium, waar de aanvraag aan voldoet,
wordt 10% van het gevraagde bedrag aan de uit te keren subsidie toegevoegd.
5.
De maximale hoogte van een Stimuleringssubsidie Maatschappelijke
Participatie is € 10.000
6.
Bij de toekenning van subsidies wordt rekening gehouden met een spreiding
over de diverse welzijnssectoren.
1. Uiterlijk
acht weken na afloop van de activiteit dient de inhoudelijke verantwoording en
de eindafrekening ingediend te worden. De eindafrekening dient vergezeld te
gaan van relevante betaalbewijzen als bonnen en facturen.
2. De
subsidie wordt vastgesteld op basis van deze werkelijke kosten.
3. Burgemeester en wethouders
kunnen de subsidie-aanvrager verplichten tussentijds verslag uit te brengen van
de voortgang van het project en/of de ontwikkeling van kosten en eventuele
opbrengsten.
In gevallen waarin de wet, de Subsidieverordening Maatschappelijke
Activiteiten en de Uitvoeringsregeling niet voorzien beslissen burgemeester en
wethouders.
Overgangsbepalingen
Als aansluitend aan een vorige
subsidieverlening een nieuwe subsidieverlening plaatsvindt op of na de datum
van bekendmaking van deze regeling, is deze regeling van toepassing op de
nieuwe subsidieverlening
2. Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als:
"Uitvoeringsregeling
Stimuleringssubsidies
Maatschappelijke Participatie".
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van december 2004.
G.A.A. Verkerk, H.G.L.M.
Camps,
burgemeester gemeentesecretaris