De
concept Overeenkomst prestatie afspraken van het stadsgewest met de Vereniging
Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) zijn door het portefeuillehoudersoverleg
Wonen en het bestuur van de SVH voor extern overleg vrijgegeven. De overeenkomst
staat op de agenda van het DB op 7 september, de commissie RVGM van 14
september en ter vaststelling in het AB van 21 september.
In bijgaande concept overeenkomst vindt u de
prestatieafspraken voor de periode 2005 tot en met 2009. De afspraken hebben betrekking
op de thema’s: het passend huisvesten van de BBSH-doelgroep, nieuwbouw, verkoop en herstructurering,
woonruimteverdeling, woonwagens en
monitoring. De regionale afspraken vormen het kader voor locale afspraken.
In dit memo een beknopte weergave op hoofdlijnen
van de overeenkomst.
-
70% vrijkomende bestaande voorraad wordt verhuurd
aan de doelgroep; nieuwbouw per 1 juli 2005 boven de aftoppingsgrens telt niet
mee bij de vaststelling van de 70%; Drie benoemde corporaties kunnen met
terugwerkende kracht een eerdere ingangsdatum aanvragen dan 1 juli 2005.
-
Den Haag streeft naar 70% verhuur aan de doelgroep
in haar eenzijdige wijken met een minimum van 60%;
-
Minimaal 90% van de nieuwbouw onder de
aftoppingsgrenzen wordt verhuurd aan de BBSH-doelgroep
-
Minimaal 80% van de nieuwbouwwoningen tussen
aftoppingsgrens en huurprijsgrens wordt verhuurd aan huishoudens met een
inkomen tot aan de ziekenfondsgrens;
-
De woonkansen van de minima moet minimaal gelijk
zijn aan de woonkansen van de BBSH-doelgroep, die weer minimaal gelijk moet
zijn aan de woonkansen van de niet-BBSH doelgroep;
-
Als de woonkans van lokaal woningzoekenden per jaar
van één van de vijf gemeenten rijswijk, Leidschendam-Voorburg,
Pijnacker-Nootdorp (excl VINEX) Westland en Wassenaar 15% onder het gemiddelde
van deze vijf gemeenten ligt kan men een verzoek tot het treffen van tijdelijke
maatregelen woonruimteverdeling indienen (conform artikel 24 van de regionale
huisvestingsverordening);
-
30% van de totale nieuwbouw wordt in de sociale
sector gerealiseerd; minimaal de helft hiervan wordt onder de aftoppingsgrenzen
gerealiseerd. Per gemeente mag maximaal 10% in de sociale koop worden
gerealiseerd.
-
Het stadsgewest erkent de preferente positie van de
SVH corporaties bij de productie van nieuwbouw sociale sector.
-
Voor nieuwbouw in het middensegment worden
corporaties in staat gesteld mee te dingen in de openbare aanbesteding.
-
De eerste 10 jaar blijven de huren resp. onder de
aftoppingsgrens dan wel de huurprijsgrens.
-
Bij sociale koop is de intentie deze ook 10 jaar
bereikbaar te houden voor huishoudens met lage inkomens. Bij verkoop binnen 10
jaar moet eventueel gerealiseerde winst ingezet worden voor nieuwbouw voor de
doelgroep in betreffende gemeente of anders het verlagen van huren met
eenzelfde aantal.
-
Herstructureringsprogramma’s worden regionaal
afgestemd en moeten passen binnen de meerjarige MOP’s van de ISV-2 periode
(voor de rechtstreekse en programmagemeenten);
-
Regie voor herstructureringsbeleid ligt bij de
gemeente;
-
Tenzij lokaal anders geregeld, neemt de gemeente de
kosten voor procesbegeleiding op zich.
-
Verkoop moet passen binnen lokale prestatie
afspraken; Regionaal wordt gemonitord.
-
Met verkoop van grotere grondgebonden sociale
huurwoningen onder de huurprijsgrens moet zeer terughoudend worden omgegaan.
-
Inzet stadsgewest is om ten aanzien van het
huursubsidiebeslag en de uitgavennorm tot een regionale verrekening bij
overschrijding van de 4%-fiatteringsnorm van VROM over te gaan voor het
subsidie tijdvak juli 2006-juli 2007.
-
Gestreefd wordt naar het instellen van een lokaal
laatste kansbeleid in iedere gemeente uiterlijk januari 2007.
-
Gestreefd wordt naar inzicht in de geschiktheid van
alle woningen voor bewoning door ouderen en zorgbehoevenden per gemeente per
januari 2007, alsmede inzicht in de wijze waarop de vraag zich tot 2015
ontwikkeld. Gemeenten zijn verantwoordelijk.
-
Per 1 januari 2007 stellen gemeenten corporaties in
staat gegevens te raadplegen uit het GBA binnen de wettelijke kaders.
-
Een onderzoek naar de mogelijkheid van het
instellen van een regionale klachtencommissie en een regionale
toetsinsgcommissie wordt afgerond uiterlijk 1 september 2006.
-
Onderzocht gaat worden of de inschrijvingen in het
regionaal Register van standplaatszoekenden, geïntegreerd kan worden met de
inschrijving van de overige woningzoekenden en de standplaatsen te verdelen
conform paragraaf 6 van de huisvestingsverordening.
-
Ten behoeve van gezamenlijke eenduidige
informatieverstrekking en monitoring op het vlak van regionale aanbodgegevens
hebben partijen het protocol uitwisseling van gegevens voor informatie
ondertekend. Periodiek worden de volgende producten vervaardigd: Jaarrapportage
prestatie afspraken (jaarlijks en per kwartaal een selectie), de
aanbodrapportage (jaarlijks) en de voorraadrapportage (jaarlijks).
-
Minimaal twee maal per jaar komt een delegatie van
het stadsgewest en de SVH bestuurlijk bijeen om de voortgang van de
prestatieafspraken te bespreken.
De uitgangspunten en regionale afspraken sluiten in
het algemeen goed aan bij de lokale Delftse afspraken. De gemeente dan ook
instemmen met de afspraken zoals die er nu liggen.
Winstpunten zijn de afspraken over de nieuwbouw, de
toewijzing van sociale huurwoningen aan de doelgroep en de lagere
inkomensgroepen en het bereikbaar houden van deze huurwoningen gedurende
minimaal 10 jaar. Jammer is dat dit laatste niet expliciet is geregeld voor de
sociale koop.
Wat verder opvalt in de prestatie afspraken is dat
daarin enkele marges zijn opgenomen, die als waarborg moeten dienen voor
eventuele problemen in de toekomst, zoals slaagkansen voor lagere
middeninkomens en de slaagkansen van lokale woningzoekenden van een vijftal
regiogemeenten. Indien de kansen te laag worden, moet er worden ingegrepen en
er is nu al vastgesteld wanneer er een probleem is. Deze knelpunten zijn
momenteel niet in die mate aan de orde en vooraf problemen benoemen die er nog
niet zijn, maakt een afspraak nodeloos ingewikkeld. Jaarlijkse fluctuaties
kunnen daarmee leiden tot het invoeren van allerlei tijdelijke
volkshuisvestelijke maatregelen die de transparantie van het
woonruimteverdeelsysteem niet bepaald ten goede komen.
Verder zijn we blij dat er een onderzoek komt naar
de mogelijkheden voor het instellen van een regionale klachtencommissie en
regionale toetsingscommissie voorrangsverklaringen, maar vinden we het wel
jammer dat hierover pas najaar 2006 meer duidelijkheid zal zijn.
Tot slot blijft waakzaamheid geboden op het behoud
van de positie van de BBSH-doelgroep, met bijbehorende slaagkansen. Nu
corporaties zich in toenemende mate richten op doelgroepen tot aan de
ziekenfondsgrens en hoger, is het van belang dat dit nooit ten koste mag gaan
van het huisvesten van de BBSH doelgroep.