Deze
notitie heeft tot doel de ingezette koers te markeren, de gemaakte afspraken
vast te leggen en een procedurevoorstel te schetsen voor het verdere traject.
Er
waren verschillende aanleidingen voor een discussie over de taken begraven en cremeren:
q
De
hoognodige renovatie van de gebouwen op begraafplaats Iepenhof
q
De
voorgenomen bouw van een crematorium
q
De
bestuurlijke takendiscussie in de Algemene Commissie van 23 februari 2005.
Intern
onderzoek en externe oriëntatie hebben geleid tot de volgende inzichten:
-
de
afweging van de voor- en nadelen van de opties zelf doen of uitbesteden heeft geleid tot de conclusie dat de nieuwbouw en
exploitatie van het crematorium niet door de gemeente zelf moet
worden gedaan[1]
-
het
product begraven is in een op zich zelf staande situatie
kostendekkend te krijgen; nieuwbouw van een crematorium hoeft in principe geen
positieve bijdrage te leveren aan dit product (geen opbrengstendriver); hiermee
wordt de koppeling van het product begraven aan het dossier crematorium losgelaten.
-
de
ondergrens voor een succesvol product cremeren: hiervoor zijn minimaal 700 tot
800 crematies per jaar nodig.
Bovenstaande
inzichten leiden tot de voorlopige bestuurlijke conclusie dat het totaalproduct aula + nieuwbouw
crematorium + exploitatie
crematorium overgelaten moet worden
aan een externe partij waarbij de
gemeente “strikte voorwaarden” oplegt. Te denken valt voorwaarden betreffende
aan locatie, aantal m2, eisen
gebouw, inpassing omgeving, eisen aan externe partij, invloed prijsvorming en eisen kwaliteit dienstverlening etc..
Overlaten aan een externe partij zal niet mogen leiden tot een
financieel risico of concreet financieel nadeel voor de gemeente. Opgemerkt
dient te worden dat hergebruik van de bestaande gebouwen niet uitgesloten moet worden geacht en
in het onderzoek moet worden betrokken.
De
locale aanbieder in het uitvaartwezen is coöperatieve uitvaartvereniging u.a.
‘De Laatste Eer’. Dit is een uitvaartverzorger zonder winstoogmerk voor zowel
leden als niet leden
van alle gezindten. Deze vereniging is stevig geworteld in de Delftse
samenleving. De verwachting bestaat dat een significant deel van de Delftse
bevolking bij voorkeur de diensten van deze coöperatieve vereniging afneemt
boven een willekeurig (ander) commercieel
bedrijf. Vanwege deze stevige lokale maatschappelijke worteling is er grond om
als gemeente deze lokale uitvaartverzorger actief te benaderen in het
realisatieproces. Om deze reden is
gekozen voor een aanpak in twee stappen, waarbij de eerste stap het benaderen van De Laatste Eer behelst en de
(eventuele) volgende stap een open selectieproces.
De
eerste stap bestaat daar uit dat met “De Laatste Eer” één op één onderhandeling
wordt geopend over een uitgifte in erfpacht van de betreffende grond ten
behoeve van realisatie van het crematorium door DLE. Deze grond zal tegen
marktconforme grondwaarde (volgens residuele grondwaardemethode) worden
aangeboden, doch tenminste tegen de grondwaarde voor “maatschappelijke
doeleinden” volgens het vigerend grondprijzenbeleid van de gemeente Delft.
Daarbij zal een set van nader uit te werken voorwaarden op aspecten als
exploitatie, tarieven, samenwerking met gemeente en derden etc worden
vastgelegd. Mocht met De Laatste Eer geen overeenstemming worden bereikt,
dan treedt de volgende stap in het proces in werking.
Deze stap is het selectieproces.
Bij
deze stap in het proces beperkt de gemeentelijke rol
zich tot het, onder een aantal strikte randvoorwaarden, uitgeven van een stuk grond aan de daarvoor meest
geschikte marktpartij. Voor een zorgvuldige procedure stellen we voor de
systematiek te volgen van de openbare aanbesteding met selectie van
bouwer/exploitant via longlist en shortlist.
Door
middel van verkoop of uitgifte in erfpacht van de grond op Iepenhof wordt in de tweede procestrap een bouwer/exploitant
geselecteerd, vergelijkbaar aan de systematiek van de openbare aanbesteding.
Dit is een volledig
transparant proces waarbij zelfs gedacht kan worden aan een
prijsvraagsystematiek (naar analogie van het in aanbouw zijnde crematorium in
Zoetermeer)
Het
selectieproces kan dan plaatsvinden in twee fasen. De 1e
fase is dat aan de hand van een op
te stellen Informatiememorandum (met daarin uitgewerkt een globaal Pakket van
Eisen) potentieel geïnteresseerde marktpartijen worden uitgenodigd (bv. door
advertenties in uitvaartbladen) te offreren op bovengenoemd totaalproduct. Zo
kan de gemeente inzage
krijgen in het marktaanbod wat leidt tot een longlist van potentiële partijen.
Door
zo te handelen wordt algemene branche-bedrijfsinformatie verzameld die nodig is
voor de 2e fase van de selectie. Door gemeente geselecteerde
bedrijven worden dan gericht
aangezocht om hun plannen op meer detailniveau te presenteren (onder andere een
uitgewerkt bouwontwerp) wat na die fase
moet leiden tot selectie van een marktpartij die het crematorium zal
gaan bouwen en exploiteren.
De
beoordeling van de ingediende voorstellen
en plannen zal door een
selectiecommissie gedaan worden die hierbij ondersteund wordt door een
gespecialiseerd extern bureau. Dit bureau zal ook de “gunningsprocedure” moeten
uitwerken. Als met een marktpartij daadwerkelijk tot overeenstemming wordt gekomen zullen de
plannen verder uitgewerkt en vastgelegd worden in diverse overeenkomsten.
Inmiddels is er
(multidisciplinair samengesteld) ambtelijke projectteam bezig de “strikte
voorwaarden van de gemeente” (incl. formuleren van criteria) uit te werken en het selectieproces
nader te definiëren (hoe werkt het, wat is er nodig, wat zijn de procedures,
etc.). Dit proces moet zorgvuldig doorlopen worden om later niet voor
onverwachte verrassingen te staan.
Bij voorrang is onderzocht of locatie de Iepenhof
nog ruimtelijke cq. bestemmingsplan technische belemmeringen kent voor de
gewenste realisatie van een aula- en crematoriumvoorziening. Dit blijkt niet
het geval. Ingeschat wordt dat het projectteam het laatste kwartaal van dit jaar nodig zal hebben om de
voorbereidende werkzaamheden af te ronden.
Planning:
De verwachting is dat de ambtelijke projectgroep eind 2005 klaar
is met hun voorbereidende werkzaamheden ten aanzien van het selectietraject
(aanpak, werking, gunningscriteria,
keuze extern begeleidingsbureau etc.) en de uitwerking van de “strikte
voorwaarden van de gemeente” waaronder
de gemeente bereid is de markt de gewenste voorziening te laten realiseren.
Daarna kan het echte selectietraject in gang gezet worden.
Globaal tijdpad:
VOORBEREIDINGSTRAJECT
|
|
Uitwerking “voorwaarden
van gemeente” door projectgroep |
Gereed ultimo december
2005 |
Uitwerking selectieproces
door projectgroep |
Gereed ultimo december
2005 |
Oriënterende gesprekken voeren met De Laatste Eer |
November/december 2005 (in aansluiting op
behandeling in raadscommissie) |
Presentatie resultaten en
aanbevelingen college B en
W/raadscommissie |
Januari 2006 |
SELECTIEPROCES (indien
nodig)
|
|
1e
fase selectie Informatiememorandum/advertentie Oproep belangstellende marktpartijen |
Midden maart 2006 |
Opstellen longlist |
Eind april 2006 |
2e
fase selectie Opstellen shortlist, 3
marktpartijen wordt gevraagd plannen op detailniveau in te dienen + schets
nieuwbouw met maquette |
mei/juni 2006 |
Presentatie planindieners |
eind juni 2006 |
Keuze/selectie
bouwer/exploitant |
Ultimo augustus 2006 |
Besluitvorming gemeente |
september 2006 |
Onderhandeling en
contractering |
Vanaf september 2006 |
Resumerende wordt aan Uw
college het volgende voorgesteld om te besluiten:
1.
De
nieuwbouw van de aula
en het crematorium (incl. exploitatie) op locatie Iepenhof niet zelf ter hand
te nemen maar “onder strikte gemeentelijke voorwaarden” over te laten aan een
externe partij;
2.
De selectie van de
externe partij in twee stappen plaats te laten vinden, waarbij de eerste stap er uit bestaat onderhandelingen te gaan voeren
met de coöperatieve
uitvaartvereniging u.a. ‘De Laatste Eer’. Indien dit niet leidt tot
overeenstemming de selectie van de
marktpartij in de tweede processtap plaats te laten vinden
door middel van
verkoop/uitgifte in erfpacht van de grond vergelijkbaar aan de systematiek van
de openbare aanbesteding, met selectie van bouwer/exploitant via een longlist
en vervolgens shortlist.
3. het selectieproces nader uit te werken en in te
vullen; hiertoe opdracht te geven aan de directeur Wijk- en Stadszaken;
4. aan uitbesteding “strikte gemeentelijke voorwaarden”
te verbinden en de directeur Wijk- en Stadszaken op te dragen deze uit te
werken.
[1] Argumenten:
cremeren is voor gemeente onbekend en branchevreemd product op commerciële
markt; gemeente is geen uitvaartondernemer; gemeente wil financieel geen
risicodrager zijn bij bouw en exploitatie; gemeente kan geen waarborgen bieden
voor kwaliteit van dienstverlening; gemeente ambieert geen directe
zeggenschap/invloed.