Op 27 juni 2002 heeft de gemeenteraad besloten tot
het invoeren van leges voor het aanvragen voorrangsverklaring woonruimte
(urgentie). Doel is om het aantal urgentieaanvragen te verlagen en dekking te
krijgen voor de extra kosten, in verband met het afhandelen van medische
urgenties (WVG) door corporaties en bijbehorende kostenstijging van de
advieskosten GGD. Verder moet het heffen van leges bijdragen aan het
terugdringen van het verschijnsel dat aanvragers niet komen opdagen voor een
urgentiegesprek zonder afzeggen.
De raad heeft tegelijkertijd besloten tot een
restitutieregeling voor woningzoekenden die urgentie krijgen. Tot slot is er
een evaluatiemoment afgesproken.
Deze evaluatie gaat in op
de aanleiding en gaat na of de doelstelling is gehaald.
Procedure aanvraag urgentie
Indien er sprake is van een levensbedreigende dan
wel een levensontwrichtende situatie, waarbij verhuizing binnen drie maanden
noodzakelijk is, biedt de huisvestingsverordening Haaglanden de mogelijkheid
tot het aanvragen van een voorrangsverklaring (urgentie). De urgentie geeft
drie maanden voorrang op andere woningzoekenden. De volgende procedure is van
kracht.
Voor een aantal urgentieaanvragen wordt geen leges
betaald. Daarbij gaat het om voorrangsverklaringen voor:
Stadsvernieuwing
Hardheidsclausule (leraren en brandweerlieden)
Medische urgenties. (WVG)
Cijfers
Om een beeld te krijgen van het aantal aanvragen,
de toegekende urgenties en kosten van opbrengsten, volgen bijgaand de cijfers:
Aanvragen urgentie:
2002
2003 2004
(jan-juli)
Aanvragen 216 185 160
Toegekende urgenties 142 134 101
Percentage toekenning 65 72 63
Kosten urgenties en legesopbrengsten 2003:
Kosten 2003:
Vergoeding corporaties € 7.000,-
Adviezen GGD - 5.000.-
Totaal kosten € 12.000.-
Legesopbrengsten 2003 € 9.060.-
Af: restitutie aan
urgenten - 4.410,-
Totaal legesopbrengsten € 4.650
In verband met vragen over de procedure is in 2004
gemonitord hoeveel mensen na een negatief advies alsnog de urgentie procedure
hebben doorgezet. Dit waren in totaal 24 aanvragers, waarvan er 8 een urgentie
hebben gekregen. Dit is toch nog eenderde van het aantal aanvragers aan wie na
een negatief advies alsnog een urgentie is verleend. Financiële mee- en
tegenvallers op te vangen middels de begroting. Het is wenselijk dat het aantal
urgentieverleningen na een negatief advies verder naar beneden gaat. Met de
corporaties de volgende streefcijfers overeen te komen over het aantal aanvragers
dat na een negatief urgentieadvies toch een urgentie krijgt toegewezen. Het
percentage over 2005 te laten dalen naar 20 %. Het percentage over 2006 te
laten dalen naar 10 %.
De corporatiemedewerkers die belast zijn met het
voeren van de urgentiegesprekken, geven aan dat de leges voor de
woningzoekenden zo goed als nooit een beletsel vormen om een urgentie aan te
vragen. Hiervoor worden een aantal redenen genoemd:
1.
Er liggen folders “Voorrangsverklaring, Urgentie
voor woonruimte” bij de corporaties in
de schappen. Deze folders zijn vrij beschikbaar en geven heldere informatie aan
woningzoekenden.
2.
De eerste intake bij de corporaties wordt steeds
beter. Woningzoekenden met een kansloze aanvraag wordt geadviseerd geen
urgentie aan te vragen.
Uiteindelijk krijgt een hoog percentage
urgentieaanvragen van de DTV een urgentie. In 2003 was dat gemiddeld 72%. Het
percentage voor 2004 is lager, maar dat is gebaseerd op halfjaarlijkse cijfers,
de verwachting is dat over het gehele jaar het percentage ongeveer hetzelfde
zal aangeven als in 2003.
Conclusie.
De totaal aanvragen urgenties daalt gestaag. De DTV
heeft geen achterstanden meer. Dit komt met name door de folder en de intakegesprekken bij de corporatiebalies.
Het is aan de corporaties om hun intakegesprekken te verbeteren.
Het vragen van leges helpt voorkomen dat mensen
zonder een dringende reden een urgentie aanvragen.
Voorstel.
De legesheffing voor urgenties te handhaven en het
bedrag slechts te laten stijgen met het algemene gemeentelijke stijgingspercentage.
Financiële mee- en tegenvallers op te vangen middels de begroting. Met de
corporaties de volgende streefcijfers overeen te komen over het aantal
aanvragers dat na een negatief urgentieadvies toch een urgentie krijgt
toegewezen: