De Reiniging van de gemeente Delft werkt
sinds 2003 hard aan een financieel transparante organisatie en efficiënte
dienstverlening om tegen zo laag mogelijke kosten een zo hoog mogelijke service
te bieden aan de burgers van Delft. Naar aanleiding van de nota ‘Verandering
bedrijfsvoering Reiniging’ zijn afgelopen jaar op gebied van dienstverlening en
interne organisatie maatregelen getroffen die samen een kostenreductie
opleveren van naar schatting € 690.000,-.
Dankzij de gerealiseerde kostenbesparingen, zijn in
2004 geen tekorten in de exploitatie van de Reiniging te verwachten (hierbij is
rekening gehouden met het besparingsverlies als gevolg van het niet doorgaan
van de tariefsverhoging). De directe noodzaak om tot extra kostenbesparingen te
komen is dankzij de genomen maatregelen niet meer aanwezig. Ook de directe
noodzaak om over te gaan tot een andere manier van inzamelen, is hierdoor op
dit moment komen te vervallen.
Het Strategisch Afvalinzamelingsplan, werd door
milieu organisaties in Delft enthousiast ontvangen. Dat kwam door het voorstel
van gescheiden inzameling van verpakkingen en papier en de inzameling van GFT
in biozakken. Anderen waren sceptisch over de praktische uitvoering van het plan.
In opdracht van het college is een second opinion
op het strategisch afvalinzamelingsplan uitgevoerd. Deze second opinion wijst
uit dat er op dit moment geen afzet is voor eenmalige verpakkingen en dat de
verwerking van papier dat samen met eenmalige verpakkingen is ingezameld een
probleem vormt. Daarnaast loopt de landelijke discussie over introductie van
statiegeld op blikjes en flesjes om zwerfvuil tegen te gaan en wordt onderzocht
welke GFT verwerking het beste milieurendement geeft.
De second opinion is als bijlage toegevoegd.
In deze nota staan de eerder gemaakte afwegingen
voor het huidige voorstel. U leest een toelichting op de nota ¨Verandering
bedrijfsvoering Reiniging¨, die aanleiding was voor het ¨Strategisch
Afvalinzamelingsplan¨ waarop vervolgens een second opinion is uitgevoerd.
Tenslotte volgt het voorstel aan het college.
In januari 2004 is in de commissie Leefbaarheid de
nota “Verandering bedrijfsvoering Reiniging” aan de orde geweest. In deze nota
werd een groot aantal besparingsvoorstellen gedaan om binnen de vastgestelde
begroting van 2004 te blijven. De totale omvang van deze besparingen was
€ 770.000,- en had betrekking op zowel de
dienstverlening als de interne organisatie.
Eén van de besparingsvoorstellen was het
terugbrengen van de inzamelfrequentie van GFT van 1 maal per week naar 1 maal
per twee weken. Deze maatregel levert een jaarlijkse besparing op van € 245.000
op de inzamelkosten. Een meerderheid van de commissie was geen voorstander van
dit voorstel. Ook over een compenserende verhoging van het tarief
(afvalstoffenheffing) met € 7,- per huishouden om de wekelijkse inzameling in
stand te houden, adviseerde de commissie negatief.
In reactie op het advies van de commissie heeft het
college besloten de inzameling van GFT voorlopig niet te wijzigen en ook de
tariefsverhoging voorlopig niet door te voeren. Het college zegde de commissie
toe in september 2004 een voorstel te doen voor een “Strategisch
Afvalinzamelingsplan”. In dat Strategisch Afvalinzamelingsplan werd vervolgens
de keuze voorgelegd voor verhoging van de afvalstoffenheffing en/ of een totaal
ander inzamelsysteem.
Het Strategisch Afvalinzamelingsplan (STRIP) is
gericht op ontwikkelingen voor de lange termijn (tot 2010) en niet uitsluitend
op het realiseren van besparingen op de korte termijn (zoals de nota
Verandering bedrijfsvoering Reiniging).
Het STRIP telt vijf varianten, te weten;
De
vijf varianten zijn in het STRIP op de volgende criteria met elkaar vergeleken:
-
Schoon
-
Kosten
-
Gebruiksgemak
-
Milieurendement
Op
grond van deze vergelijking kiest het college voor de strategische
richting van variant 4. Variant 4 moet in december 2004 uitgewerkt zijn in een
implementatieplan zodat implementatie in de zomer 2005 kan plaatsvinden. Met
het implementatieplan dient een second opinion te worden overlegd aan het
College, waarin onder meer getoetst is op de elementen schoon, kosten,
milieurendement en gebruikersvriendelijkheid.
Op 2 september 2004 is het strategisch inzamelplan
in de commissie leefbaarheid behandeld. Een aantal van de commissieleden vindt
het nieuw voorgestelde systeem in variant 4 ingewikkeld en plaatst vraagtekens
bij de praktische uitvoerbaarheid van het plan binnen huishoudens. Een
meerderheid van de fracties wil de second opinion af wachten alvorens het
college te adviseren.
Wethouder Torenstra zegde toe:
- uitvoering te geven aan de eerdere motie van
GroenLinks aangaande inzameling incontinentiemateriaal en
- een proef met biozakken te houden.
PricewaterhouseCoopers (PWC) heeft in oktober 2004
de second opinion op het Strategisch Afvalinzamelingsplan uitgevoerd. PWC zegt
op gebied van kosten, schoon, milieurendement en gebruiksgemak het volgende:
Kosten
-
“In het STRIP wordt uitgegaan van een
jaarlijkse groei van het huishoudelijk afval met 3 à 4%. Zowel gegevens van het
CBS als gegevens van de gemeente Delft tonen aan dit groeipercentage niet juist is. De landelijke cijfers
laten zelfs een daling zien van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval.”
-
“Wat betreft het onderdeel ‘kosten’ is
geconstateerd dat niet alle kosten
in beeld zijn gebracht om tot een goed oordeel te komen. [1]
De positieve score in het STRIP is uitsluitend opgehangen aan de vermindering
van het afvalinzamelingmomenten. Deze benadering is in de ogen van PWC te eng.
De nieuwe opzet van de afvalinzameling met onder andere nieuwe componenten moet
in beschouwing genomen worden om tot een score te komen. In het STRIP is niet
voor deze brede analyse gekozen. Het is dan ook uiterst twijfelachtig of
variant 4 op kostengebied daadwerkelijk beter scoort dan variant 1
(continuering van de huidige situatie)”.
-
“De hoeveelheid huishoudelijk afval in de
gemeente Delft is in de jaren 1999 tot en met 2002 afgenomen. In het jaar 2003
is de hoeveelheid huishoudelijk afval voor het eerst sinds jaren weer gestegen.
De totale hoeveelheid huishoudelijk afval die in 2003 in de gemeente Delft is
ingezameld ligt onder het niveau in 2000.”
-
“In onderstaande tabel zijn de indicatieve
kostenvoordelen voor variant 2 en 3 ten opzichte van variant 1 (continuering
huidige situatie) weergegeven.(pagina 21 second opinion)”
Indicatieve
kostenvoordelen variant 2 en 3 (in €) |
|
Variant 2 (wekelijks ophalen van restafval en
tweewekelijks van GFT- afval) |
120.000,- |
Variant 3 (om de week
ophalen van restafval en GFT afval) |
420.000,- |
Schoon
-
“In het STRIP wordt aangegeven dat variant 4
goed scoort op het criterium schoon. Deze constatering is
juist, echter het is nog maar de vraag of de gescheiden inzameling van
papier, drankkartons, kunststofflessen, blik en ander verpakkingen nodig is om
de hoeveelheid zwerfafval terug te dringen. De kans is zeer reëel dat in 2006
een statiegeldsysteem voor blikjes en flesjes wordt ingevoerd hetgeen een
positieve invloed heeft op de hoeveelheid zwerfafval.”
Milieu rendement
-
“Variant 4 gaat uit van nuttige toepassing
van de verschillende componenten. Uit deze second opinion volgt dat het uiterst
twijfelachtig is dat de verschillende componenten, zoals bijvoorbeeld
drankkartons, ook daadwerkelijk nuttig worden toegepast. Naast het ontbreken
van een afzetmarkt voor drankkartons is de afzet van oud papier als gevolg van
verontreinigingen met etensrestanten een probleem.”
-
“De mogelijkheid tot afdwingbaarheid van
gescheiden inzameling van het huishoudelijk afval ligt opgesloten in de
gemeentelijke Afvalstoffenverordening. De gescheiden
inzameling van papier, drankkartons, kunststofflessen,
blik en ander verpakkingen kan opgenomen worden in de gemeentelijke
afvalstoffenverordening.”
Gebruiksgemak
-
“Variant 2 en variant 3 verschillen niet wat
betreft inzamelmethode van de huidige situatie, uitsluitend de
inzamelfrequentie is verschillend. Op dit moment vindt inzameling van het
restafval plaats met behulp van een 140 liter minicontainer. Wordt de
frequentie van het inzamelen van het restafval verlaagd van éénmaal per week
naar éénmaal per twee weken (variant 3) zal een grote minicontainer (240 liter)
voor het restafval benodigd zijn. In het STRIP wordt dit ook aangegeven. Met
vervanging van deze container wordt het gebruiksgemak niet aangetast.”
-
De bezwaren op het voorgestelde strategisch
inzamelplan;
-
Het ontbreken van een directe financiële noodzaak
tot ingrijpen in de dienstverlening
-
De conclusies van de second opinion op gebied van
papier, eenmalige verpakkingen, statiegeld en GFT
Wordt op grond van deze bevindingen aan het college
voorgesteld:
3. In
2005 met een voorstel te komen over:
a. De
mogelijkheden van GFT inzameling in de binnenstad;
b. Het
stimuleren van het gebruik van minicontainers voor de inzameling van oud
papier;
c.
Het bevorderen van de inzameling van luiers en
incontinentiemateriaal.
Bijlage 1
|
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Eenpersoonshuishoudens |
€ 194,28 |
€ 196,22 |
€ 200,14 |
€ 204,15 |
€ 208,23 |
meerpersoonshuishoudens |
€ 304,11 |
€ 307,15 |
€ 313,29 |
€ 319,56 |
€ 325,95 |
Stijging t.o.v. vorig
jaar |
|
+ 1% |
+ 2% |
+ 2% |
+ 2% |
Prognose ontwikkeling
afvalstoffenheffing variant 2:
wekelijks ophalen van
restafval en tweewekelijks van GFT- afval (indicatief kostenvoordeel €
120.000,-)
|
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Eenpersoonshuishoudens |
€ 194,28 |
€ 196,22 |
€ 196,64 |
€ 200,57 |
€ 204,58 |
Stijging t.o.v. vorig
jaar |
|
+ 1% |
+ 0,22% |
+ 2% |
+ 2% |
meerpersoonshuishoudens |
€ 304,11 |
€ 307,15 |
€ 309,79 |
€ 315,98 |
€ 322,31 |
Stijging t.o.v. vorig
jaar |
|
+ 1% |
+0,86% |
+ 2% |
+ 2% |
Prognose ontwikkeling
afvalstoffenheffing variant 3:
om de week ophalen van
restafval en GFT afval (indicatief kostenvoordeel € 420.000,-)
|
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
Eenpersoonshuishoudens |
€ 194,28 |
€ 196,22 |
€ 187,90 |
€ 191,66 |
€ 195, 49 |
Stijging t.o.v. vorig
jaar |
|
+ 1% |
- 4,23% |
+ 2% |
+ 2% |
meerpersoonshuishoudens |
€ 304,11 |
€ 307,15 |
€ 301,05 |
€ 307,07 |
€ 313, 21 |
Stijging t.o.v. vorig
jaar |
|
+ 1% |
-1,2% |
+ 2% |
+ 2% |
|
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In het Strategisch Afvalinzamelingsplan is
aangenomen:
- dat de hoeveelheid afval samen met de
verwerkingskosten gemiddeld 10% per jaar stijgt;
- dat de inzamelkosten per jaar met gemiddeld 4,8%
stijgen.
Door voortschrijdend inzicht en herberekeningen is
de eindconclusie dat de kosten[2]
per jaar met 2% zullen stijgen. De verwerkingskosten stijgen namelijk met 2,5%
per jaar en de inzamelkosten stijgen met 1,5% per jaar. Hierbij wordt
aangenomen dat de hoeveelheid afval niet stijgt.
De verklaring voor afwijking tussen het Strategisch
Afvalinzamelingsplan en de huidige zienswijze is een fout in het STRIP, waar
twee verschillende stijgingspercentages (verwerkingskosten en stijging
hoeveelheden) zijn opgeteld en voorgesteld als kostenstijging. Een fout die in
de second opinion niet als telfout is ontdekt, maar als fout in de aannames. Er
blijkt namelijk geen sprake te zijn van stijging van de hoeveelheid afval.
Dat de fout kon ontstaan en niet tijdig is ontdekt
kan te maken hebben met de opzet van het STRIP, als langere termijnvisie,
waarin hogere stijgingspercentages niet ongewoon zijn. Het STRIP is door een
externe geschreven en is niet eenvoudig leesbaar voor niet ingewijden. De
externe is daarop aangesproken en heeft zijn fout erkend.
[1] Zie bijlage 1 voor de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing en de verklaring voor de foutieve aanname in de kostenontwikkeling opgenomen in het Strategisch Afvalinzamelingsplan.
[2] De verhouding tussen verwerkingskosten en inzamelkosten is circa 1:1. De jaarlijkse stijging van de inzamelkosten is gesteld op 1,5% en de jaarlijkse stijging van de verwerkingskosten bedraagt 2,5%, overeenkomstig het contract met de AVR (tot 2009). We gaan daarbij uit van gelijk blijvende tonnage afval. De lastenstijging voor de burger zal onder genoemde condities 2% per jaar zijn vanaf 2006 (van 2004 naar 2005 1%).