Op 29 maart 2001 heeft de raad besloten tot het
voor drie jaar instellen van wijkbudgetten ter bevordering van de leefbaarheid.
Hiermee werd een belangrijk instrument van de wijkaanpak vormgegeven. Bij het
raadsbesluit is bepaald dat de bewoners en instellingen een grote invloed dan
wel zeggenschap hebben op de besteding ervan. Het totaal van de zeven
wijkbudgetten is de wijkreserve genoemd. Bepaald werd deze wijkreserve
jaarlijks te voeden met € 908.000 en volgens een bepaalde sleutel te verdelen
over de wijken en deels ook te bestemmen voor de voorbereiding en communicatie
in het kader van het wijkaanpakproces.
In het raadsvoorstel is voorgesteld de werking van
de wijkbudgetten te evalueren en de gewenste omvang en voedingsbronnen opnieuw
te bepalen. Omdat de voeding van de wijkbudgetten tijdens de vorige
collegeperiode geregeld was voor een periode van 3 jaar, is in het
collegeprogramma 2002-2006 daarom ook opgenomen dat vanaf 2004 een bijgestelde
financieringssystematiek voor de wijkbudgetten moest gaan gelden.
In 2003, tijdens het proces rondom de
programmabegroting 2004-2007, is er inderdaad gestart met het bekijken van de
financiering en zijn er voorstellen gedaan voor het voeden van de wijkreserve
vanaf 2004. Voor 2004 kon in de dekking van de storting nog worden voorzien via
de nog beschikbare MRSV gelden en het jaarlijkse raamkrediet MRSA [1].
Om toen geen voorschot te nemen op discussie over ISV- 2 [2],
is de verdere discussie over de financiering uitgesteld tot 2004.
Bij de uitwerking van het investeringsprogramma
ISV-2 voor 2005-2009 is voorgesteld €
1.8 miljoen te reserveren. De rest van de voeding vanaf 2005 is al gedekt via
de MRSA -storting die structureel in de begroting is geraamd op €559.488 voor
2005-2008. Met de vaststelling van de programmabegroting 2005-2008 is
door de raad ingestemd met de voeding van de wijkreserve via een reservering in
het ISV-2 programma.
De evaluatie van de wijkaanpak in november 2002
(zie Nota doorontwikkeling wijkaanpak) vormde geen aanleiding tot een discussie
over de werking van de wijkbudgetten. Jaarlijks werd in de wijkverslagen, de jaarverslagen en jaarrekeningen van de
gemeente ook steeds verantwoording afgelegd over de wijkbudgetten: de rol,
functie, en besteding.
Nu na vier jaar ervaring met de wijkbudgetten en
met het wijkaanpakproces geheel op orde, is het van belang om de werking van de
wijkbudgetten nader onder de loep te nemen en definitief vast te stellen of de
werking van de wijkbudgetten geen bijstelling behoeft. In de nota zullen
daartoe achtereenvolgens aan de orde komen:
Met het instellen van de wijkbudgetten is een goede
mogelijkheid ontstaan om veel directer en sneller aan te sluiten bij, en ook in
te spelen op de wensen en behoeften van bewoners. De talloze zaken uit de
wijkprogramma’s die inmiddels met een bijdrage uit het wijkbudget al zijn gerealiseerd en nog zullen worden
gerealiseerd, getuigen hiervan (Zie bijlage 1 voor een samenvatting van de
bestedingen uit het wijkbudget 2002-2004). Ook biedt het wijkbudget de
mogelijkheid tot het geven van premie op actie aan bewoners, d.w.z. dat
initiatieven van de bewoners financieel ondersteund kunnen worden. Daarmee
vervult het wijkbudget ook een aanjagende of stimulerende rol. Een zeer goed
voorbeeld in dit verband zijn de talloze straatfeesten en straatspeeldagen die
bewoners hebben georganiseerd met bijdragen uit het wijkbudget in het kader van
de subsidieregeling straatfeestcheque. Deze hebben allen bijgedragen aan meer
en betere contacten in de desbetreffende straat of buurt, maar regelmatig
vormde zo’n feest ook de aanzet tot het nemen van nieuwe initiatieven om de
situatie in de straat of buurt te verbeteren.
Een deel van het wijkbudget is destijds bestemd
voor de zogenaamde knelpuntenbudgetten vanuit de idee dat daaruit gemakkelijker
geld beschikbaar kon komen voor een hele snelle aanpak van kleinere problemen
en wensen. Dit betreft dan vaak zaken die te maken hebben met het onderhoud en
beheer van de openbare ruimte. Deze zaken worden veelal door bewoners onder de
aandacht gebracht in zogenaamde buurtbeheeroverleggen. In de praktijk blijkt
echter dat zowel vanuit het wijkbudget als vanuit het knelpuntenbudget met de
gewenste snelheid geld beschikbaar kan komen voor de snelle aanpak van kleinere
problemen en wensen en is er in feite niet langer een noodzaak tot het maken van
een onderscheid tussen deze twee typen wijkbudget.
Het grootste deel van het wijkbudget wordt benut
voor het oppakken van projecten en ondersteunen van initiatieven die direct
verband houden met de belangrijkste thema’s uit de wijkprogramma’s. Via het
proces van agenderen en prioriteren zetten bewoners eerst thema’s op de
zogenaamde wijkagenda. Aan de hand daarvan wordt een wijkprogramma uitgewerkt
en bepaald hoe het wijkbudget in grote lijnen ingezet moet worden (Voor een
gedetailleerde uiteenzetting van het wijkaanpakproces wordt verwezen naar de
Handleiding wijkaanpak die in november 2003 aan de raad is aangeboden). Daarmee
levert het wijkprogramma in feite de ingrediënten voor het bestedingsvoorstel
van het wijkbudget. Overigens vraagt de aanpak van vele zaken uit de
wijkprogramma’s naast de inzet van wijkbudget, ook de inzet van andere
budgetten van de gemeente of van partners. Het wijkbudget heeft dus ook een
co-financieringsfunctie, of anders gezegd, een hefboomwerking.
Bij de invoering van de wijkbudgetten is bepaald
dat deze niet ingezet mogen worden op een structurele basis als financiering
voor reguliere onderhoudshoudswerkzaamheden. De wijkbudgetten zijn immers
bedoeld als een investeringsbudget. De bestedingen van het wijkbudget voor de
jaren 2002-2004 laten ook zien dat op structurele basis geen reguliere
onderhoudswerkzaamheden worden gefinancierd.
Via het proces van agenderen en prioriteren tijdens
de jaarlijkse cyclus van de wijkaanpak hebben bewoners en partners een grote
directe invloed op de besteding van de wijkbudgetten. De cyclus en de wijze
waarop bewoners en partners hierin een rol en bijdrage aan hebben is uitgebreid
beschreven in de al genoemde handleiding wijkaanpak van november 2003. In maart
van dit jaar is van de handleiding ook een publieksversie beschikbaar gekomen,
de folder ‘de Delftse Wijkaanpak – Samen aan de Slag’ (deze is ter informatie
bijgevoegd in bijlage 3).
Schematisch kunnen we de
cyclus als volgt weergeven:
Een nadere analyse van de wijkprogramma’s in de
periode 2001-2004 en de wijkverslagen in de periode 2001-2004 leert dat
bewoners de volgende thema’s hoog op de agenda zetten: de kwaliteit van de
openbare ruimte, de verkeer- (en parkeer)situatie, voorzieningen voor kinderen
en jongeren, sociale veiligheid, en samenleven en participatie. Vanwege het
ontbreken van een goede voorziening voor de dagelijkse boodschappen, hebben
bewoners in Vrijenban het terugkrijgen van een buurtsuper al enige jaren op de
agenda gezet en met een nog grotere prioriteit vanaf 2003.
Deze thema’s laten zich vertalen in een zeer breed
scala aan projecten en initiatieven die in het kader van de wijkaanpak in gang
gezet worden, mede met inzet van het wijkbudget: Herinrichtingen van straten en
pleinen; de aanleg van verkeersdrempels; de verbetering van
parkeervoorzieningen voor auto en fiets; de aanpak van verkeersonveiligheid
rondom scholen; de aanpak van enge plekken o.a. door verbetering van
verlichting; verbetering van speelvoorzieningen; het aanpassen en opknappen van
buurtwinkelcentra; de ondersteuning van bewonersbijeenkomsten,
bewonerswerkgroepen en wijkkranten; straatfeesten en straatspeeldagen; de start
van begroetingsgroepen; de opzet van een kinderactieraad; kunstprojecten (Kunst
in de Wijken); activiteitenprogramma’s voor kinderen en jongeren (ook via het
Brede Schoolprogramma); de
ondersteuning van telefooncirkels en de aanpak van overlast op bepaalde plekken
in een buurt.
Bewoners oefenen ook een indirecte invloed uit met
het bepalen van de thema’s voor het wijkprogramma en het stellen van
prioriteiten voor de besteding van het wijkbudget. Met de wens tot meer
vraaggericht werken van het gehele gemeentelijke apparaat en de partners,
vormen de gestelde prioriteiten namelijk een belangrijk signaal in de richting
waarvan zij hun beleid moeten uitwerken en hun capaciteit en reguliere
budgetten moeten inzetten en verschuivingen die daarin moeten optreden. Dit
mechanisme heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het beschikbaar komen van
de benodigde extra budgetten voor het realiseren van een uitbreiding van het
jongerenwerk en activiteitenprogramma’s voor jongeren bij de vaststelling van
het integraal jeugd- en jongerenbeleid in 2003. Met de prioriteit die bewoners
hechten aan een hogere kwaliteit van de openbare ruimte zijn de gemeente en
corporaties ook meer gaan investeren in initiatieven en projecten gericht op
een verbetering van het beheer van de directe woon- en leefomgeving en trekken
daar in toenemende mate ook meer samen in op. Voorbeelden hiervan zijn: het
grofvuilbeleid en de activiteiten gericht op goed beheer voorafgaand en tijdens
de herstructureringsprocessen in Poptahof en de Wippolder. Ook de grote prioriteit
die bewoners toekennen aan het tegengaan van overlast en ergernissen in de
openbare ruimte heeft een grote indirecte invloed gehad. Vanaf 2003 is gewerkt
aan de uitwerking van een beleid voor toezicht en handhaving in de openbare
ruimte en in 2005 gaat toezicht en handhaving openbare ruimte voor het eerst
deel uitmaken van het handhavingsprogramma. De indirecte invloed van
prioriteiten die bewoners stellen geldt ook voor de steeds sterkere inzet
vanuit de gemeente gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid en de
plek die dit onderwerp nu heeft in het LVVP (Lokaal Verkeer en Vervoersplan).
Met het belang dat in het bijzonder wordt gehecht aan de verkeersveiligheid van
kinderen is het project Kinderen Veiliger door Delft eind 2004 van start gegaan.
Van de wijkreserve van € 908.000 is jaarlijks €
80.000 afgezonderd voor de kosten gemoeid met de voorbereiding en communicatie
in het kader van het wijkaanpakproces en € 80.000 voor de vorming van 7
knelpuntenpotten. De resterende € 748.000 is volgens de vastgestelde
verdeelsleutel (aantal inwoners en het aantal huishoudens met een inkomen op
het sociaal minimum, exclusief studenten) over 7 wijken verdeeld (zie voor
gedetailleerde informatie over de verdeling bijlage 2). Met uitzondering van
een kleine wijziging rondom de toedeling van een buurtje van de Binnenstad aan
Vrijenban [3],
zijn er geen aanleidingen geweest om deze verdelingssystematiek te
wijzigen.
Vanaf 2001 tot en met 2003 is de jaarlijkse
storting in de wijkreserve voor het grootste deel gedekt uit het jaarlijkse
raamkrediet MRSA en voor het resterende deel uit de post ‘bevordering
herstructurering en leefbaarheid’ van de MRSV (zie voor de precieze omvang van
de jaarlijkse dotaties benedenstaande tabel 1 – ontwikkeling van de
wijkreserve, op pagina 8)
Voor 2004 kon in de dekking van de storting in de
wijkreserve ook worden voorzien via de MRSA-storting en de nog beschikbare
MRSV-gelden voor 2004 (De MRSA-storting in de wijkreserve is vanaf 2004
structureel in de begroting geraamd).
Bij de uitwerking van het investeringsprogramma
ISV-2 voor 2005-2009 is voorgesteld €
1.8 miljoen te reserveren. De rest van de voeding vanaf 2005 is al gedekt via
de structurele MRSA -storting in de wijkreserve en is geraamd op €559.488 voor
2005-2008. Met de vaststelling van de programmabegroting 2005-2008 is
door de raad ingestemd met de voeding van de wijkreserve via een reservering in
het ISV-2 programma.
Zoals gezegd, is de besteding van de wijkbudgetten
jaarlijks verantwoord in de wijkverslagen, de gemeentelijke jaarverslagen en de
jaarrekening. De gedetailleerde wijkverslagen van 2002 en 2003 hebben de raad
een goed overzicht geboden van het bonte scala aan projecten en initiatieven
die in gang gezet en/of gerealiseerd zijn. Met de nu beschikbaar gekomen
wijkverslagen 2004 wordt dit overzicht nog verder completeerd. Inzicht is ook
steeds geboden over hoe de resultaten zich verhouden tot hetgeen was opgenomen
in de wijkprogramma’s.
Uit de wijkverslagen wordt helder dat een groeiend
deel van de wijkbudgetten in alle wijken besteed wordt aan activiteiten en
initiatieven met betrekking tot de thema’s ‘samenleven en participatie’ en
‘jongeren’. Deze thema’s zijn vanaf 2003 ook steeds nadrukkelijker en hoger op
de agenda gezet door bewoners.
In absolute omvang zijn de investeringen uit het
wijkbudget bij het realiseren van fysieke verbeteringen van de openbare ruimte
echter nog groter dan de investeringen in niet-fysieke zaken. Omdat
investeringen in fysieke maatregelen gericht op een verbetering van de
verkeersveiligheid, het ondergronds brengen van afvalcontainers of het
realiseren van hondenuitlaatvoorzieningen, echter niet voldoende effect
sorteren zonder ook te werken aan een verbetering van de gedragingen in de
openbare ruimte, wordt er wel steeds meer wijkbudget ingezet op initiatieven
die bijdragen aan een gedragsverandering. Illustratief in dit verband is de
opruimactie van de scouts in Tanthof en de wijze waarop de actie Gillis Schoon
in Buitenhof is opgezet.
Het
deel van de wijkbudgetten dat is bestemd voor communicatie en voorbereiding
vervult een belangrijke rol in de algehele ondersteuning van het
wijkaanpakproces. Ten laste van deze budgetten zijn de kosten geboekt van o.a.
de organisatie van de wijkenmarkten, de verspreiding van de wijkprogramma’s en
wijkverslagen en het opstellen de publieksversie van de handleiding. Vanaf 2003
zijn ook de kosten gemoeid met het verzorgen van cursussen voor bewoners in het
kader van deskundigheidsbevordering hieruit gefinancierd. In 2003-2004 heeft de
cursus ’Maatschappelijk actief als wijkbewoner’ gedraaid en vanaf november van
dit jaar wordt een cursus voor de redactieleden van wijkkranten verzorgd.
Naast de investeringen in de leefbaarheid in de
wijken vanuit de wijkbudgetten, is er vanaf 2001 via het EZH-programma
‘Investeren in de Wijken’ steeds ook extra geld beschikbaar geweest om directer
op de behoeften en wensen van bewoners in te spelen en initiatieven van
bewoners te ondersteunen. In totaal gaat het hier om een bedrag van meer dan €
4 miljoen[4]. Deze gelden zijn beschikbaar tot en met
2007. Het grootste deel van deze gelden is echter inmiddels besteed of de
bestemming ervan is bepaald. Dat betekent dat investeringen in de verbetering van
de leefbaarheid weer meer afhankelijk worden van de beschikbare ruimte in de
wijkbudgetten.
Veel van deze EZH-gelden zijn ingezet bij het
realiseren van zaken die ook zijn opgenomen in de wijkprogramma’s. Goede
voorbeelden in dit verband zijn het realiseren van nieuwe speelplekken en het
veilig maken en verbeteren van talloze reeds bestaande speelplekken, de aanleg
en verbetering van trapvelden, de aanpak van de overlast van hondenpoep, de
aanpak van enge plekken ter verhoging van de sociale veiligheid, kunstprojecten
en activiteitenprogramma’s voor jongeren. Ook de vele Fleur Delft-op acties die
de afgelopen jaren zijn georganiseerd, zijn uit deze gelden gefinancierd.
Met de groeiende samenwerking tussen de gemeente en
de partners in de wijkaanpak, zoals de politie, corporaties, Brede
Welzijnsorganisatie Delft (BWD) en Stichting Ouderen Delft (SOD), speelt in
toenemende mate de inzet van de middelen van de partners ook een rol bij het
realiseren van projecten en ondersteunen van initiatieven in het kader van de
uitvoering van de wijkprogramma’s. Goede voorbeelden hiervan zijn: de
samenwerking tussen Delftwonen en de gemeente bij de actie Gillis Schoon in
Buitenhof; de samenwerking tussen Delftwonen en de gemeente bij de realisatie
van het trapveld Poptahof; de samenwerking tussen de politie, gemeente, BWD en
Vestia bij de aanpak van de overlastproblematiek rondom het plein wijkcentrum
Wippolder en het tegengaan van
verloedering ten gevolge van de tweede fase van het
herstructureringsproces; en de samenwerking tussen de gemeente, de SOD en BWD
rondom ouderen en wonen in de wijk in de Wippolder en Voorhof.
De raad heeft bij de invoering van de wijkbudgetten
al bepaald dat deze wijkbudgetten een jaar mogen worden gespaard. De maximale
stand van de wijkreserve mag echter niet boven de €1,82 miljoen uitkomen
(hetgeen gelijk is aan 2 keer de jaarlijkse storting in de wijkreserve). Sinds
2001 is de totale omvang van de wijkreserve bij aanvang van het nieuwe jaar ook
nooit boven de € 1,82 miljoen uitgestegen (zie tabel 1). Wel is de stand van de
wijkreserve in de periode 2002-2003 opgelopen. In 2004 zijn de uitgaven voor
het eerst groter geweest dan de jaarlijkse storting in de wijkreserve en is de
omvang van de wijkreserve per 31 december teruggelopen tot onder het bedrag van
de jaarlijkse storting.
Tabel 1: Ontwikkeling van de wijkreserve
|
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
Dotatie MRSV |
363.024 |
363.000 |
326.700 |
326.700 |
Dotatie MRSA |
549.527 |
574.000 |
552.600 |
564.000 |
Prijscompensatie |
0 |
20.993 |
18.771 |
14.595 |
Afroming reserve BCF |
0 |
0 |
-
62.569 |
0 |
Totale omvang wijkbudgetten per 1 jan (inclusief
restant van het voorgaande jaar) |
912.552 |
1.657.779 |
1.461.192 |
1.635.070 |
Totale uitgaven uit wijkbudget (inclusief
uitgaven uit het knelpuntenbudget) |
212.755 |
1.032.101 |
731.417 |
927.298 |
Totale omvang van de wijkreserve per 31 december |
699.797 |
625.689 |
729.775 |
707.771 |
* Dit is
exclusief de grotere reserveringen uit de wijkbudgetten die voor
omvangrijkere projecten zijn gemaakt, zoals bijvoorbeeld voor het realiseren
van bewonerswensen bij de herinrichtingen die volgen op werkzaamheden aan de
riolering en wegverharding Rotterdamseweg fase 3 en Simonsstraat en omgeving,
en de aanleg van een tienerspeelplek in Vrijenban.
De stand van de wijkreserve in de periode 2001-2004
laat zich als volgt verklaren:
Tegen deze achtergrond en het feit dat veel van de
EZH-gelden inmiddels zijn besteed, is de verwachting voor 2005 en verder dat
het bestedingsniveau verder zal toenemen en daarmee de omvang van de
wijkreserve per 31 december van 2005 en verder zal teruglopen tot ruim beneden
de omvang van de totale storting in de wijkreserve voor 1 jaar. Illustratief
hiervoor is bijvoorbeeld dat nu de EZH gelden voor de speelplekken en
speeltuinen geheel besteed zijn, de in Vrijenban gewenste tienerspeelplek een
groot beslag zal leggen op de middelen uit het wijkbudget Vrijenban, en er
vanuit het wijkbudget ook stevig is bijgedragen aan de renovatie van speeltuin
Westerhonk in Hof van Delft. Ook de aanleg van een ondergronds containereiland
in het Westerkwartier, van belang voor de aanpak van de vervuiling in dit deel
van Hof van Delft, vraagt om financiering uit wijkbudget nu de EZH-gelden voor
het ondergronds brengen van afval uitgeput raken.
Naar aanleiding van de voorgaande analyse, kunnen
de volgende conclusies over de werking van de wijkbudgetten worden
getrokken:
1. Rol en functie van het wijkbudget
Met instellen van de
wijkbudgetten in 2001 is een belangrijk en nieuw instrument geďntroduceerd in
de Delftse wijkaanpak. De wijkbudgetten vervullen een noodzakelijke rol in het
vormgeven van de zeggenschap en invloed van bewoners op hun woon- en
leefomgeving en in het stimuleren en ondersteunen van initiatieven van bewoners
gericht op het verbeteren van de eigen woon- en leefomgeving. Talloze wensen en
behoeften van bewoners ten aanzien van hun woon- en leefomgeving konden
inmiddels met inzet van het wijkbudget gerealiseerd worden.
2. Zeggenschap en invloed
van de bewoners en partners
Via de jaarlijkse cyclus
van de wijkaanpakproces, hebben bewoners en partners een grote directe en
indirecte invloed op de besteding van de wijkbudgetten. De thema’s die bewoners
op de agenda zetten vertalen zich in een zeer bont scala aan projecten en
initiatieven die bijdragen aan een betere woon-en leefomgeving in de
wijken.
3. Verdeling van de
wijkbudgetten over de wijken
Met uitzondering van een
kleine wijziging rondom de toedeling van een buurtje, is de
verdelingssystematiek voor de wijkbudgetten goed.
4. Voeding van de
wijkbudgetten
Tot en met 2008 is in de
voeding van de wijkreserve, waaruit de wijkbudgetten jaarlijks beschikbaar
worden gesteld, voorzien.
5. Besteding van de
wijkbudgetten
De wijkbudgetten worden
jaarlijks ingezet om een bont scala aan projecten en initiatieven uit de
wijkprogramma’s te realiseren. Het bestedingstempo neemt gestaag toe. De omvang
van de wijkbudgetten ondersteunt de rol, functie en reikwijdte van het
wijkbudget. Een te krap budget zou de rol, functie en invloed van de
wijkbudgetten teveel beperken en daarmee ook de invloed en zeggenschap die
bewoners kunnen uitoefenen. Rekening moet worden gehouden met het feit dat het
grootste deel van de EZH-gelden uit het programma ‘Investeren in de Wijken’, en
ook andere EZH-gelden die beschikbaar waren voor investeringen in leefbaarheid
van de wijken, zijn besteed. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs in de
komende jaren minder geld beschikbaar is om te investeren in wijken en daarmee
het belang van de wijkbudgetten voor investeringen in de wijken toeneemt.
6.
Wijkbudgetten en bezuinigingen 2006-2008
In het licht van de
discussie over de bezuinigingen 2006-2008 past het om aan te geven dat een
beperkte vermindering van de jaarlijkse budgetten, de rol, functie en
reikwijdte van de wijkbudgetten en de speelruimte die daarvoor benodigd is,
niet wezenlijk zal aantasten. Als de broekriem op allerlei punten aangehaald
dient te worden, dan mag ook van bewoners van Delft gevraagd worden om vanuit
de gelden beschikbaar voor investeringen in de leefbaarheid van de wijken een
bijdrage te leveren. Deze bijdrage zal vooralsnog vooral invloed hebben op het
tempo waarin projecten en initiatieven in het kader van de wijkaanpak
gerealiseerd kunnen worden.
Algemene conclusie
De algemene conclusie die kan worden getrokken is
dat er geen aanleiding is om de werking van de wijkbudgetten bij te stellen of
te wijzigen. Slechts op een punt is een kleine bijstelling wel gewenst. Het is
namelijk niet langer van belang om een knelpuntenbudget af te zonderen van het
wijkbudget. Voorgesteld wordt daarom het knelpuntenbudget samen te laten gaan
met het wijkbudget.
Aan de raad
wordt voorgesteld:
·
de conclusie dat de werking van de wijkbudgetten
geen bijstelling behoeft te onderschrijven
·
het knelpuntenbudget samen te laten gaan met het
wijkbudget
Bijlage 1: Besteding van
de wijkbudgetten voor 2002-2004
Hieronder volgt een
samenvatting van de besteding van de wijkbudgetten in de periode 2002-2003
(Bron: Wijkverslagen 2002 en 2003)
Voor een overzicht van de
besteding van de wijkbudgetten voor 2004 wordt verwezen naar de wijkverslagen
2004 die tegelijkertijd met deze nota worden aangeboden (zie hiervoor in het
bijzonder hoofdstuk 4 van de wijkverslagen).
Samenvatting van de
besteding van de wijkbudgetten in de periode 2002-2003 per wijk:
2002
Wijkbudget Vrijenban 2002
(incl. restant 2001): €
141.108
Wonen en woonomgeving €
57.623
Verkeer en verkeersveiligheid € 6.685
Totaal uitgaven € 91.235
Knelpuntenpot Vrijenban
2002 (incl. restant 2001) € 20.556
Totaal uitgaven € 8.244
Wijkbudget en knelpuntenpot Geerweg
2002: € 9.700
Totaal uitgaven € 2.725
Wijkbudget 2003 € 149.355
(incl. restant wijkbudget en knelpuntenpot 2002,
knelpuntenbudget 2003 en budget Geerweggebied 2003)
Samenleven en
participatie € 3.025
Wonen en woonomgeving €
27.259
Verkeer € 10.608
Kinderen en jongeren € 7.182
Knelpuntenpot € 7.026
Totaal uitgaven €
55.100
Voorhof
2002
Wijkbudget 2002 €
250.000
(incl. restant 2001 en knelpuntenbudget)
Schilderen Hoventunnel € 5.600
Bijdrage speelplekken €
19.500
Geluidstest TNO €
11.500
Subsidie sport voor ouderen €
19.000
Ontwerp- en advieskosten € 6.000
Actiedag Poptahof
€ 1.000
Brugleuning Vorrinckplein €
5.000
VoorbereidingskostenTrapveld Poptahof € 5.000
Diverse
kleine maatregelen
€ 5.000
Totaal uitgaven
€ 77.600
Samenleven en participatie
·
Straatfeestcheques € 450
·
Wijkkrant € 5.000
Verkeer en verkeersveiligheid
·
Voorhof Noordoost €
57.000
Kinderen en jongeren
·
Trapveld Poptahof €
35.000
·
Trapveld I. da Costa € 12.000
·
Jongerenwerk € 1.000
Totaal uitgaven € 112.450
Binnenstad
2002[5]
Wijkbudget Binnenstad 2002 €
79.785
(excl. budget Geerweggebied)
Wonen
en woonomgeving €
45.078
Verkeer,
verkeersveiligheid, openbaar vervoer € 2.423
Kinderen
en jongeren €
37.883
_________
Totaal
uitgaven €
85.384
Budget
knelpuntenbudget (excl. budget
Geerweggebied) €
10.215
Uitgaven uit knelpuntenbudget € 2.064
Wijkbudget 2003 (excl. budget
voor Geerweggebied en incl. restant 2002) €
73.170
Wonen en woonomgeving €
66.532
Verkeer, verkeersveiligheid €
20.398
Samenleven en participatie € 3.786
€
90.716
Restant is een overschrijding van het beschikbare
budget met € 17.564. Deze is verrekend met het beschikbare budget voor 2004.
2002
Wijkbudget
Buitenhof 2002 ( incl. restant 2001 ) € 251.590
Wonen
en woonomgeving € 115.678
Verkeer
en verkeersveiligheid €
82.851
Kinderen
en jongeren € 29.331
Totaal uitgaven € 227.860
Knelpuntenpot
Buitenhof 2002 ( incl. restant 2001 ) €
20.852
Uitgaven
(o.a. wijkkrant, straatspeeldag, schilderen hoventunnel ) € 17.789
Totaal uitgaven €
17.789
2003
Wijkbudget Buitenhof 2003 (incl. restant 2002) € 146.324
Wonen en woonomgeving €
22.595
Verkeer en verkeersveiligheid €
48.670
Kinderen en jongeren € 5.884
Totaal uitgaven €
83.196
Knelpuntenpot Buitenhof 2003 ( incl. restant 2002) € 14.413
Totaal uitgaven € 1.753
Hof van Delft
2002
Wijkbudget
2002 (incl restant 2001 en knelpuntenbudget) € 255.437
Samenleven
en participatie € 12.651
Kinderen en Jongeren €
22.496
Diversen € 6.086
Totaal uitgaven €
71.109
2003
Wijkbudget
(incl. restant 2002 en knelpuntenbudget) €
317.111
Samenleven
en Participatie € 18.139
Wonen
en woonomgeving € 15.927
Sociale
Veiligheid € 3.512
Kinderen
en jongeren € 12.236
Verkeer € 7.670
Cultuur € 5.000
Diversen
(zaalhuur, fotograaf etc.) € 829
Knelpuntenpot € 2.675
Totaal uitgaven €
65.988
2002
Wijkbudget Tanthof 2002 (incl. restant 2001 en knelpuntenbudget) |
€176.258 |
|
|
Buurtfeesten |
€ 1.279 |
Week van de leefbaarheid |
€ 29.592 |
Wijkkrant en wijkplatform |
€ 7.020 |
Herinrichting Dasstraat |
€ 14.215 |
Vissersplek Fluiterpad |
€ 11.350 |
Hondenuitlaatzones |
€ 5.640 |
Diverse opknappunten |
€ 4.285 |
Herinrichting Kluutring |
€ 24.437 |
Drempels Bogotalaan |
€ 4.758 |
Fietssluis Ghanastraat |
€ 7.360 |
Diverse veiligheidspunten openbare ruimte |
€ 4.868 |
Verlichting Nijlhof |
€ 2.170 |
Skatebaan + Multifunctioneel sportveld |
€ 48.500 |
Tafeltennistafel + jeu-de-boulesbaan |
€ 2.443 |
Kindertuinen |
€ 4.720 |
Overig klein (bijvoorbeeld bewonersavonden) |
€ 2.498 |
|
________ |
Totaal uitgaven |
€ 175.135 |
|
|
|
|
|
|
2003
Wijkbudget (incl. restant 2002 en
knelpuntenbudget) €
109.298
Samenleven en participatie
Buurtfeesten € 900
Wijkkrant € 6.800
Platform € 4.463
Wonen en woonomgeving
Herinrichting groen € 8.142
Kindertuinen € 5.595
Aanpassingen beplanting deelplan 631 €
11.077
Verkeer en verkeersveiligheid
Ontwerp bewegwijzering €
30.049
Verkeersveiligheidsmaatregelen €
13.739
Wijkeconomie
Bikoplein aanpassingen €
13.752
Kinderen en jongeren
Graffititekening de Bonte Pael € 1.933
Tienerwerk € 2.500
De Border Trapveld afmaken € 4.418
Hek school de Bron € 3.055
Speeltoestel Atlashof € 2.065
Overige kleine klussen € 2.008
Totaal uitgaven € 110.496
Dit betekent dat er een tekort is ontstaan van €
1.198. Dit is verrekend met het wijkbudget voor 2004.
2002
Uitgaven uit wijkbudget 2002 (incl. uitgaven
restant
wijkbudget 2001 en incl. uitgaven knelpuntenbudget)
Samenleven en participatie € 2.769
Wonen en woonomgeving € 81.800
Verkeer en verkeersveiligheid en openbaar vervoer €
31.606
Kinderen en jongeren € 6.000
Voorzieningen en activiteiten € 4.538
Uitgaven
wijkbudget Wippolder in 2003 (incl. restant 2002 en
knelpuntenbudget)
Samenleven en
participatie € 2.091
Wonen en woonomgeving € 10.250
Kinderen en jongeren € 41.240
Algemene kosten € 2.094
Knelpuntenpot € 3.355
Bijlage 2: Verdeling wijkbudgetten over de wijken 2001
– 2004
Omschrijving |
Budget |
Budget |
Budget |
Budget |
|
2001 |
2002 |
2003 * |
2004 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen,
planning en informatie |
36.302,42 |
54.500 |
51.134 |
51.791 |
Algemeen,
communicatie |
43.109,12 |
54.500 |
51.134 |
51.791 |
Knelpuntenpot
Binnenstad |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
Vrijenban |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
H.v.Delft/Voordijkshoorn |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
Tanthof |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
Voorhof |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
Buitenhof |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Knelpuntenpot
Wippolder |
11.344,51 |
11.350 |
10.629 |
10.760 |
Wijkbudget
Binnenstad |
88.487,14 |
88.650 |
83.250 |
84.250 |
Wijkbudget
Vrijenban |
79.411,54 |
79.650 |
74.790 |
75.700 |
Wijkbudget
H.v.Delft/Voordijkshoorn |
142.033,21 |
141.650 |
132.930 |
134.600 |
Wijkbudget
Tanthof |
101.192,00 |
100.650 |
94.500 |
95.700 |
Wijkbudget
Voorhof |
116.167,74 |
116.650 |
109.440 |
110.800 |
Wijkbudget
Buitenhof |
136.134,00 |
135.650 |
127.350 |
129.000 |
Wijkbudget
Wippolder |
85.310,68 |
85.650 |
80.370 |
81.400 |
|
|
|
|
|
Totaal
beschikbaar per jaarschijf |
907.559,42 |
937.000 |
879.300 |
890.352 |
* inclusief een uitname van 10% voor het
BTW - Compensatiefonds
Bijlage 3: Publieksversie van de handleiding: de folder ‘De Delftse Wijkaanpak
– Samen aan de Slag’
BIJLAGE LIGT TER INZAGE
OP HET STADHUIS
[1] MRSV staat voor Meerjarenraming Stadsvernieuwing en MRSA staat voor Meerjarenraming Straataanpak
[2] ISV-2 staat voor Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing - 2
[3] Dit betreft het Geerweggebied. Dit heeft overwegend een woonfunctie en om die reden is deze buurt toegedeeld aan Vrijenban. Een deel van het wijkbudget van de Binnenstad is om die reden ook overgeheveld naar het wijkbudget van Vrijenban.
[4] Dit is nog exclusief andere budgetten uit de EZH-gelden die indirect ook bijdragen aan een verbetering van de leefbaarheid in de wijken, zoals bijvoorbeeld de gelden die beschikbaar zijn gekomen voor het ondergronds brengen van afvalcontainers.
[5] Het budget en de bestedingen voor 2002 zijn voor de Binnenstad gepresenteerd exclusief de bestedingen ten laste van het restant budget 2001.