Tijdens de bespreking van het coffeeshopbeleid in de vergadering van de commissie Leefbaarheid in april 2004, is toegezegd het coffeeshopbeleid na een jaar te evalueren. Hierbij treft u de evaluatie aan van het Delftse Coffeeshopbeleid zoals dat het afgelopen jaar is gevoerd. Met deze evaluatie wordt aan de toezegging aan de commissie voldaan.

 

Daar waar in dit document wordt gesproken over coffeeshops wordt bedoeld softdrugsverstrekkende coffeeshops.

 

1.  Algemeen

Op 25 april 2004 is het huidige Delftse Coffeeshopbeleid in werking getreden. Dit beleid is vastgelegd in twee documenten:

·         de Coffeeshopnota 2004, en de

·         Handhavingsmatrix overtreding AHOJG-criteria* alsmede overtreding Opiumwet door Smart- en Growshops in de gemeente Delft.

 

Hoofduitgangspunten van het nieuwe beleid zijn:

1.       Het op termijn verlagen van het aantal coffeeshops van zes naar vier

2.       Aanscherping van de controle op de AHOJG-criteria*

3.       Het opstarten van gestructureerd overleg met de coffeeshophouders, politie, Parnasia en gemeente

 


1.1  Het op termijn verlagen van het aantal coffeeshops van zes naar vier

Tijdens het vaststellen van het huidige beleid telde Delft zes coffeeshops. Om te komen tot een strikt evenwicht tussen vraag en aanbod van cannabisproducten is het noodzakelijk dat het aantal shops op termijn wordt verlaagd van zes naar vier.

In de Coffeeshopnota werden de volgende twee shops aangewezen die op termijn zouden moesten verdwijnen:

·         De Rits aan de Van Leeuwenhoeksingel 52 en

·         Het Keldertje aan de Kromstraat 24.

Vooralsnog werd de lijn aangehouden dat er geen sprake zou zijn van een gedwongen sanering. Bij vrijwillige bedrijfsbeëindiging of gedwongen (lees: gesanctioneerde) bedrijfsbeëindiging zou de shop niet door een andere exploitant kunnen worden voortgezet. Er is dus sprake van een uitsterfsysteem.

 

Apart dient stil gestaan te worden bij de sluiting van de Rits. Omdat het vermoeden bestond dat in coffeeshop De Rits harddrugs werden verhandeld, stelde de politie in de zomer van 2004 een onderzoek in. Dit onderzoek leidde tenslotte tot een inval in De Rits op 27 augustus 2004. Tijdens deze inval bleek het vermoeden juist te zijn en werden er harddrugs in de Rits aangetroffen. Op grond van de handhavingsmatrix werd tegen de Rits een bestuurlijke maatregel getroffen die een sluiting voor de duur van een jaar inhield.

 

De ondernemer van de Rits heeft tegen deze sluiting een bezwaarschrift en een Verzoek Voorlopige Voorziening (VoVo) ingediend. Behandeling van het bezwaarschrift door de commissie voor de Beroep- en bezwaarschriften heeft geleid tot het ongegrond verklaren van het bezwaar, terwijl behandeling van het VoVo door de Voorzieningenrechter heeft geleid tot het afwijzen van het verzoek, waarbij de rechter opmerkte dat het door de burgemeester van Delft gevoerde beleid niet als onredelijk kon worden bestempeld. Op dit moment loopt in deze zaak nog een beroepsprocedure bij de bestuursrechter in Den Haag

  

In de Coffeeshopnota is bepaald dat het gedogen van het verstrekken van softdrugs in De Rits o.a. wordt beëindigd indien de Horecaexploitatievergunning vervalt. Deze vergunning vervalt indien de


exploitatie voor een periode van zestien weken of langer wordt onderbroken. De sluiting van een jaar had dus uiteindelijk tot gevolg gehad dat de Exploitatievergunning van De Rits is komen te vervallen, waarmee De Rits werd afgevoerd van de lijst van softdrugsverstrekkende coffeeshops.

 

1.2  Aanscherping van de controle op de AHOJG-criteria van de shops

Naast de zojuist genoemde handhavingsactie tegen De Rits werden de overige shops door de politie het afgelopen jaar tweemaal gecontroleerd. De politie voldeed hiermee aan hetgeen is vastgelegd in de handhavingsmatrix.

Tijdens deze controles is drie keer een persoon in een shop aangetroffen die de beneden de leeftijd van 18 jaar was.  Dit leidde in alle gevallen tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel.

Conform het bepaalde in de handhavingsmatrix hield de bestuurlijke maatregel de sluiting in van een maand.

 

1.3.  Opstarten overleg met coffeeshophouders, politie, Parnasia en gemeente

Bij het inwerkingtreden van het nieuwe beleid is tevens bepaald dat er periodiek overleg zal plaatsvinden tussen de coffeeshophouders, gemeente, politie en Parnassia. Doel van het overleg is:

·         het tijdig signaleren van zowel negatieve als positieve ontwikkelingen;

·         het bevorderen van wederzijdse kennisoverdracht over de lokale markt met zijn eigen merites;

·         het bevorderen van preventie en voorlichting en

·         het –waar nodig- vergroten van de deskundigheid van coffeeshopmedewerkers op de eerdergenoemde gebieden.

Tot op heden zijn er vier overleggen geweest. Gestreefd wordt naar een frequentie van één keer in de zes maanden. Het overleg wordt door alle deelnemers als positief en constructief ervaren. Gespreksonderwerpen waren o.a. de evaluatie van de sluitingen, omgaan met vervelend publiek, toegangscontrole, omgaan met buitenlandse klanten (met name toeristen), omgangsvormen (b.v. het bedekken van het gezicht door een petje of capuchon) en herverstrekking (het verstrekken van softdrugs aan personen beneden de leeftijd van 18 jaar buiten verantwoordelijkheid van een coffeeshop).

Het meest besproken onderwerp tijdens deze overleggen was echter het preventiebeleid.

 


2.  Visie Parnassia

Door medewerkers van Parnassia en de gemeentelijke verslavingszorg is langdurig gesproken over de ins en outs van softdrugsgebruik tijdens de coffeeshopoverleggen. Ook is het thema “ The Healthy Coffeeshop” besproken en wordt gewerkt aan een cursus voor coffeeshophouders en –medewerkers over de effecten van drugs op het menselijk lichaam en de psyche.Tevens is afgesproken dat medewerkers van Parnassia folders in iedere shop zouden leggen. Door alle coffeeshophouders werd aan Parnassia ruimschoots hiertoe de mogelijkheid geboden, zodat deze folders nu in iedere shop te verkrijgen zijn.

Parnassia staat positief tegenover het Delftse Coffeeshopbeleid.

 

3.  Visie Coffeeshophouders

De Delftse Coffeeshophouders staan ook achter het gevoerde beleid met dien verstande dat zij de bestuurlijke maatregel voor de aanwezigheid van personen beneden de leeftijd van 18 jaar als streng ervaren. Hier staat tegenover dat de handhavingsmatrix duidelijkheid brengt en daardoor ook rechtsgelijkheid.

Bijzonder positief ervaart men de Coffeeshopoverleggen met de politie, Parnassia en de gemeente. De Coffeeshophouders zijn zeer te spreken over het feit dat het bestaan van hun shops wordt erkend in Delft en dat zij in een open sfeer kunnen communiceren met de deelnemende partijen. Zo werd duidelijk, mede naar aanleiding van een presentatie van Parnassia, dat enkele shophouders nu de prijzige glazen verdampers voor o.a. medicinaal gebruik tegen vrijwel de kostprijs verkopen.

Uniek is nog te noemen en dat de Delftse coffeeshophouders momenteel gezamenlijk werken aan een sluitende toegangscontrole door middel van een elektronisch systeem waarbij de vingerafdruk al dan niet toegang verschaft tot de shop. Dit lijkt een uniek systeem te zijn dat voor het eerst wordt toegepast in coffeeshops en zodoende een primeur is in Nederland. “Delft Kennisstad” lijkt dus ook in deze branche te scoren.

 

De sluiting van de Rits heeft in het begin bij de andere coffeeshop geleid tot een tijdelijke toeloop van onbekende klandizie. Zij bemerkten dat sommige personen op zoek waren naar zwaardere producten dan dat zij in hun zaak mogen verkopen. Dit heeft van de ondernemers en hun medewerkers extra waakzaamheid gevergd om te voorkomen dat ongewenste personen of activiteiten zich zouden verplaatsen naar hun coffeeshops. De ondernemers geven aan dat de situatie inmiddels is genormaliseerd en dat zij geen extra overlast meer ervaren door de sluiting van De Rits.

 

5. Visie politie

De bureauchef van Politie Haaglanden bureau Delft is van mening dat het huidige coffeeshopbeleid goed voldoet. De sluiting van De Rits leidde niet tot een toename van overlast elders in Delft. Ook werden geen voormalige dealers uit De Rits waargenomen in de Kromstraat. Ook de tijdelijke sluiting van het Keldertje leidde niet tot overlast of softdrugsverkoop op straat. Wel werd door de overige horecaondernemers in de Kromstraat ervaren dat de samenscholingen minder waren in de Kromstraat waardoor een rustiger straatbeeld ontstond.

 

6.  Tot slot het fenoneem Growshop

Growshops blijven een ongrijpbaar fenomeen. Zolang slechts de benodigdheden voor de kweek van planten worden verkocht, kan niet op grond van de Opiumwet worden opgetreden. Zodra echter zaden en/of stekken van hennepplanten worden verkocht, kan de Opiumwet wel worden toegepast. In 2004 leidde dit tot een handhavingsactie van de politie tegen de houder van een growshop aan de Nijverheidssstraat.

De politie vermoedde dat achter het winkelgedeelte van de growshop een hennepkwekerij was ingericht. Dit leidde tot een politie-inval waarbij inderdaad een grote professionele hennepkwekerij werd aangetroffen. Dit betekende direct het einde van deze growshop.

 

7.  Conclusie

Het huidige coffeeshopbeleid staat goed op de rails. Voorgesteld wordt dan ook om op de ingeslagen weg door te gaan.

 

*AHOJG criteria

A geen affichering: betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;

H geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden;

O geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

J geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang aan jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar;

G geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram); onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op een zelfde dag met betrekking tot een zelfde koper.

Wanneer een gedoogde coffeeshop zich houdt aan de door de lokale driehoek vastgestelde beleidsregels (minimaal de AHOJG-criteria), wordt door het OM niet opgetreden. De lokale driehoek stelt ook een maximale handelsvoorraad vast waartegen niet zal worden opgetreden. Deze voorraad mag niet meer zijn dan 500 gram.

Bij overtreding van de beleidsregels of wanneer cannabis op andere punten wordt verkocht zal wel strafrechtelijk worden opgetreden.