Commissie Leefbaarheid,
Reeds twee keer eerder deze raadsperiode besprak u
de problematiek van huisvesting van de ruim 330 Delftse gezinnen bestaande uit
zes of meer personen. Het gaat dan in totaal om ruim 2100 Delftenaren. Aan de
raadscommissie Leefbaarheid was een nota “Verbetering slaagkans van grote
gezinnen op de woningmarkt” toegezegd, een toezegging die hiermee wordt nagekomen. Met deze nota kondigt het
college enkele maatregelen aan, maatregelen waarover het college advies van uw
commissie vraagt.
In 2004 was van ruim 50 grote Delftse gezinnen
concreet bekend dat zij een grotere
woning zochten.
Uw commissie wees al eerder op de maatschappelijke
onaanvaardbaarheid van de omstandigheden waarin sommige grote gezinnen
verkeren; zij wonen in veel te kleine
woningen en hebben geen vooruitzicht op een ruimere woning.
Om het beeld zonder enige overdrijving aan te
scherpen: zij zitten als het ware gevangen in hun veel te kleine woning.
De eerder in de raad besproken nota’s met zijn ter
informatie bijgevoegd.
Diverse recente werkbezoeken aan verschillende
soorten grote gezinnen hebben dit beeld nog eens bevestigd. (Vermeldenswaard is
dat daarin ruimhartig is geholpen door
raadsleden van de PvdA, Groenlinks, VVD alsmede door Vestia en Woonbron).
Regionalisering van woningmarkt levert geen
bijdrage aan een hogere slaagkans van deze groep woningzoekenden. Deze
maatschappelijke misstand wordt veroorzaakt door een lokaal en regionaal tekort
aan betaalbare huur(koop)woningen groter dan 80 m2 gebruiksoppervlakte en vier
kamers of meer.
Bijkomend probleem zijn enkele ongewenste effecten
van specifieke bepalingen in de Huisvestingsverordening Haaglanden. Het
Stadsgewest Haaglanden heeft in 2004 de Huisvestingsverordening vastgesteld die
op 1 januari 2005 van kracht is geworden.
De belangen zijn groot en er zijn veel
belanghebbenden. Op vrijdag 21 oktober
2005 heeft op initiatief van de woningcorporaties naar aanleiding van een
concept van deze nota een nader overleg plaatsgevonden met de woningcorporaties
Woonbron, Vestia, Vidomes en DUWO. Het besprokene is ingepast in deze notitie.
Het college, zich bewust zijnde van de ernst van de
problematiek, is voornemens deze in de
volle omvang aan te pakken. Hierbij rekening houdend dat in het verleden al het
nodige ondernomen is en dat oplossingen niet eenvoudig zijn waar te maken.
Delft heeft te weinig ruime woningen. In Delft zijn
ruim driehonderd grote gezinnen bekend. In 2004 zochten 50 grote gezinnen naar
passende woonruimte. Bij een aantal grote gezinnen bestaat terughoudendheid in
contacten met de overheid of heeft men de hoop in het vinden van een passende
woning opgegeven zodat de precieze vraag niet duidelijk is. Belangrijk is dat
de jaarlijkse behoefte aan grotere woningen inzichtelijk wordt gemaakt om
achterstanden in de toekomst te voorkomen.
Met de corporaties kunnen nadere prestatieafspraken
worden gemaakt ook te investeren in nieuwbouw en verbouw (samenvoegen).
Nu biedt
artikel 24 van de Huisvestingsverordening Haaglanden de mogelijkheid om
voor het oplossen van specifieke knelpunten op de lokale woningmarkt tijdelijk
maatregelen te nemen, na voorafgaande toestemming van het Dagelijks Bestuur
Haaglanden en na overleg met de lokaal werkzame corporaties. Dit betekent dat
als het college tot afspraken kan komen met de corporaties het college dit kan
aanmelden bij Haaglanden als een specifiek knelpunt op de lokale Delftse
woningmarkt zodat de woningen die worden gerealiseerd ook direct kunnen worden
toegewezen aan Delftse grote gezinnen.
Maatregelen:
Samen met de corporaties
worden nadere prestatieafspraken gemaakt om passende huisvesting voor grote
gezinnen beschikbaar te stellen. Die prestatieafspraken zullen zich richten op bouw en verbouw dan wel het
aftoppen van de huren voor het creëren van grotere woningen.
Als flankerend beleid
wordt met de corporaties onderzocht of het mogelijk is om te ruim wonende huishoudens
te stimuleren te verhuizen.
D( tis dan
feiteilijk dubbel, maar het deel over aftoppen kan in een voetnoot
Tijdens de diverse overleggen met de
vertegenwoordigers van de gemeenten en de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH)
is de norm van 14 m2 gebruiksoppervlakte per bewoner aan de orde geweest.
Artikel 15 lid 1 van de Huisvestingsverordening Haaglanden geeft aan dat een
huisvestingsvergunning niet wordt verleend als een huishouden een woning wil
betrekken met meer dan één persoon per 14m2 gebruiksoppervlakte (gbo). De reden
voor deze norm is dat te veel mensen in een kleine woning dikwijls overlast
geeft voor omwonenden. Binnen het gezin leidt ruimtegebrek ook veelal tot
irritaties.
De 14m2 norm lijkt logisch maar heeft een
maatschappelijk onaanvaardbare werking. Omdat woningen die aan het criterium
voldoen lokaal en regionaal nauwelijks beschikbaar zijn zitten grote gezinnen
feitelijk gevangen in de huidige woning zonder enig vooruitzicht op een ruimere
woning.
Daarnaast is de uitleg van de doorwerking en
uitvoering van de 14m2 norm in de dagelijkse praktijk van toewijzen van
woonruimte niet eenduidig. Corporaties
onderling en het gemeentebestuur zitten nog niet op één lijn. Het vraagt nog
wat tijd om tot een goede afstemming te komen. De bereidheid bij alle betrokken
partijen om tot een oplossing te komen is groot.
Een maatwerk toepassing van het 14m2 criterium
biedt verreweg de meeste kansen op daadwerkelijke verbetering van de soms
trieste en hopeloze omstandigheden waarin sommige grote gezinnen nu verkeren.
Door het wegnemen van deze hindernis kunnen deze grote gezinnen direct op zoek
naar ruimere woningen en krijgen zij direct zicht en hoop op een betere
toekomst.
Voor gezinnen die voor overlast zorgen zullen
aanvullende maatregelen ontwikkeld moeten worden. Het (mogelijk) veroorzaken van overlast staat echter naar de
overtuiging van het college in geen verhouding tot de omstandigheden waarin
sommige grote gezinnen nu verkeren.
Maatregel:
Bij grote gezinnen die te
klein (minder dan 14m2 gbo per persoon) wonen en die een woningverbetering
kunnen realiseren wordt in Delft het 14 m2 criterium niet toegepast.
Met de Delftse Toetsingscommissie Voorrangsverklaring
(DTV) hebben de Delftse corporaties afspraken gemaakt dat elke grote woning
wordt gemeld. Indien een gezin
werkelijk te klein woont, wat leidt tot aantoonbare gezondheidsproblemen of
psychische klachten, kan men in aanmerking komen voor een sociale urgentie.
Hiermee heeft men drie, en na verlenging, zes maanden voorrang op andere
woningzoekenden. Daarnaast slagen de meeste urgente gezinnen er niet in om in
de urgentie periode een woning te vinden die voldoet aan het 14 vierkante meter
criterium.
Uit het overleg met de corporaties kwam naar voren
dat ‘te klein’ betekent minder dan 9m2 gob per persoon en dat in die gevallen
een urgentie aan de orde is.
Maatregel:
Grote gezinnen die te
klein (minder dan 9m2 gbo per persoon) wonen wordt een urgentie verleend.
Door het instellen van een bestuurlijke task force
kan blijvende en zichtbare aandacht voor de problematiek van de grote gezinnen
georganiseerd worden. Ook kan de task force de uitvoering van de voorstellen
volgen en zonodig verbeteringen voorstellen.
In de bemensing van deze task force is rekening gehouden met de complexiteit en
ingrijpendheid van de problematiek en de voorgestelde oplossingsrichtingen. In
het eerder genoemde overleg met de corporaties is afgesproken dat de task force
vooralsnog zal bestaan uit de directeuren van de corporaties en de wethouder
volkshuisvesting.
De task force stelt zichzelf als eerste taak om op
korte termijn een lijst samen te stellen van die Delftse grote gezinnen die te
klein wonen. Daarbij richt de task force zich tot die grote gezinnen waarvan
bekend is dat zij woningzoekend zijn en nadrukkelijk ook tot die grote gezinnen
die te klein wonen maar niet (meer) als woningzoekend bekend zijn.
Gezamenlijk wordt nog gezocht wordt naar (bestaande
financiële) mogelijkheden om uitvoerende capaciteit aan deze task force toe te
voegen.
Maatregel:
3. De maatregelen op een rij:
3.2.1.Samen
met de corporaties worden nadere prestatieafspraken gemaakt om passende
huisvesting voor grote gezinnen beschikbaar te stellen. Die prestatieafspraken
zullen zich richten op bouw en verbouw
dan wel het aftoppen van de huren voor het creëren van grotere woningen.
Als
flankerend beleid wordt met de corporaties onderzocht of het mogelijk is om te
ruim wonende huishoudens te stimuleren te verhuizen.
3.2.2. Bij grote gezinnen die te klein (minder dan
14m2 gbo per persoon) wonen en die een woningverbetering kunnen realiseren
wordt in Delft het 14 m2 criterium niet toegepast.
3.2.3.
Grote gezinnen die te klein wonen (minder dan 9m2 gbo per persoon) wordt een
urgentie verleend.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
,burgemeester
,secretaris