Stuk 47 I Delft,
15 maart 2005.
462969
Onderwerp: Evaluatie
van de werking van de wijkbudgetten
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Op 29 maart 2001 heeft de raad besloten tot het
voor drie jaar instellen van wijkbudgetten ter bevordering van de leefbaarheid.
Hiermee werd een belangrijk instrument van de wijkaanpak vormgegeven. Bij het
raadsbesluit is bepaald dat de bewoners en instellingen een grote invloed dan
wel zeggenschap hebben op de besteding ervan. Het totaal van de zeven
wijkbudgetten is de wijkreserve genoemd. Bepaald werd deze wijkreserve
jaarlijks te voeden met € 908.000 en volgens een bepaalde sleutel te verdelen
over de wijken en deels ook te bestemmen voor de voorbereiding en communicatie
in het kader van het wijkaanpakproces.
In het raadsvoorstel is voorgesteld de werking van
de wijkbudgetten te evalueren en de gewenste omvang en voedingsbronnen opnieuw
te bepalen. Omdat de voeding van de wijkbudgetten tijdens de vorige
collegeperiode geregeld was voor een periode van 3 jaar, is in het
collegeprogramma 2002-2006 daarom ook opgenomen dat vanaf 2004 een bijgestelde
financieringssystematiek voor de wijkbudgetten moest gaan gelden.
In 2003, tijdens het proces rondom de
programmabegroting 2004-2007, is er inderdaad gestart met het bekijken van de
financiering en zijn er voorstellen gedaan voor het voeden van de wijkreserve
vanaf 2004. Voor 2004 kon in de dekking van de storting nog worden voorzien via
de nog beschikbare MRSV gelden en het jaarlijkse raamkrediet MRSA [1].
Om toen geen voorschot te nemen op discussie over ISV- 2 [2],
is de verdere discussie over de financiering uitgesteld tot 2004.
Bij de uitwerking van het investeringsprogramma
ISV-2 voor 2005-2009 is voorgesteld €
1.8 miljoen te reserveren. De rest van de voeding vanaf 2005 is al gedekt via
de MRSA -storting die structureel in de begroting is geraamd op €559.488 voor
2005-2008. Met de vaststelling van de programmabegroting 2005-2008 is
door de raad ingestemd met de voeding van de wijkreserve via een reservering in
het ISV-2 programma.
De evaluatie van de wijkaanpak in november 2002
(zie Nota doorontwikkeling wijkaanpak) vormde geen aanleiding tot een discussie
over de werking van de wijkbudgetten. Jaarlijks werd in de wijkverslagen en de
jaarverslagen en jaarrekeningen van de gemeente ook steeds verantwoording
afgelegd over de wijkbudgetten: de rol, functie, en besteding.
Nu na vier jaar ervaring met de wijkbudgetten en
met het wijkaanpakproces geheel op orde, is het van belang om de werking van de
wijkbudgetten nader onder de loep te nemen en definitief vast te stellen of de
werking van de wijkbudgetten geen bijstelling behoeft. In de begeleidende Nota
zijn daartoe achtereenvolgens aan de orde gesteld:
Naar aanleiding van de analyse van de werking van
de wijkbudgetten in bijgaande Nota, kunnen de volgende conclusies worden
getrokken:
1. Rol en functie van het wijkbudget
Met instellen van de
wijkbudgetten in 2001 is een belangrijk en nieuw instrument geintroduceerd in
de Delftse wijkaanpak. De wijkbudgetten vervullen een noodzakelijke rol in het
vormgeven van de zeggenschap en invloed van bewoners op hun woon- en
leefomgeving en in het stimuleren en ondersteunen van initiatieven van bewoners
gericht op het verbeteren van de eigen woon- en leefomgeving. Talloze wensen en
behoeften van bewoners ten aanzien van hun woon- en leefomgeving konden
inmiddels met inzet van het wijkbudget gerealiseerd worden.
2. Zeggenschap en invloed
van de bewoners en partners
Via de jaarlijkse cyclus
van de wijkaanpakproces, hebben bewoners en partners een grote directe en
indirecte invloed op de besteding van de wijkbudgetten. De thema’s die bewoners
op de agenda zetten vertalen zich in een zeer bont scala aan projecten en
initiatieven die bijdragen aan een betere woon-en leefomgeving in de
wijken.
3. Verdeling van de
wijkbudgetten over de wijken
Met uitzondering van een
kleine wijziging rondom de toedeling van een buurtje, is de
verdelingssystematiek voor de wijkbudgetten goed.
4. Voeding van de
wijkbudgetten
Tot en met 2008 is in de
voeding van de wijkreserve, waaruit de wijkbudgetten jaarlijks beschikbaar
worden gesteld, voorzien.
5. Besteding van de
wijkbudgetten
De wijkbudgetten worden
jaarlijks ingezet om een bont scala aan projecten en initiatieven uit de
wijkprogramma’s te realiseren. Het bestedingstempo neemt gestaag toe. De omvang
van de wijkbudgetten ondersteunt de rol, functie en reikwijdte van het
wijkbudget. Een te krap budget zou de rol, functie en invloed van de
wijkbudgetten teveel beperken en daarmee ook de invloed en zeggenschap die
bewoners kunnen uitoefenen. Rekening moet worden gehouden met het feit dat het
grootste deel van de EZH-gelden uit het programma ‘Investeren in de Wijken’, en
ook andere EZH-gelden die beschikbaar waren voor investeringen in leefbaarheid
van de wijken, zijn besteed. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs in de
komende jaren minder geld beschikbaar is om te investeren in wijken en daarmee
het belang van de wijkbudgetten voor investeringen in de wijken toeneemt.
6.
Wijkbudgetten en bezuinigingen 2006-2008
In het licht van de
discussie over de bezuinigingen 2006-2008 past het om aan te geven dat een
beperkte vermindering van de jaarlijkse budgetten, de rol, functie en
reikwijdte van de wijkbudgetten en de speelruimte die daarvoor benodigd is,
niet wezenlijk zal aantasten. Als de broekriem op allerlei punten aangehaald
dient te worden, dan mag ook van bewoners van Delft gevraagd worden om vanuit
de gelden beschikbaar voor investeringen in de leefbaarheid van de wijken een
bijdrage te leveren. Deze bijdrage zal vooralsnog vooral invloed hebben op het
tempo waarin projecten en initiatieven in het kader van de wijkaanpak
gerealiseerd kunnen worden.
Algemene conclusie
De algemene conclusie die kan worden getrokken is
dat er geen aanleiding is om de werking van de wijkbudgetten bij te stellen of
te wijzigen. Slechts op een punt is een kleine bijstelling wel gewenst. Het is
namelijk niet langer van belang om een knelpuntenbudget af te zonderen van het
wijkbudget. Voorgesteld wordt daarom het knelpuntenbudget samen te laten gaan
met het wijkbudget.
Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig
advies van de commissie Leefbaarheid,
·
de conclusie dat de werking van de wijkbudgetten
geen bijstelling behoeft te onderschrijven
·
het knelpuntenbudget samen te laten gaan met het
wijkbudget
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 15 maart
2005;
b e s l u i t:
·
de conclusie dat de werking van de wijkbudgetten
geen bijstelling behoeft te onderschrijven
·
het knelpuntenbudget samen te laten gaan met het
wijkbudget
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 31 maart 2005
,burgemeester.
,griffier.