Stuk 151 I                                                                                           Delft, 18 oktober 2005.

615179

 

Onderwerp:       Vaststelling Uitvoeringsregeling Stimulerings-

                        subsidies Maatschappelijke Participatie.

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Op 24 mei 2005 zijn wij akkoord gegaan met de bundeling van de stimuleringsbudgetten binnen leefbaarheid. Op 16 juni 2005 is ook de commissie leefbaarheid met dit voorstel akkoord gegaan. Om invoering van de nieuwe regeling per 1 januari 2006 mogelijk te maken moet de Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie worden vastgesteld.

 

Wij stellen u voor de Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van het Uitvoeringsbesluit 28 februari 1995 Sportstimuleringssubsidie.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk                         ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.

 

 


 

Stuk  151 II                                                                                    

615179

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 18 oktober 2005;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4 van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten gemeente Delft 2002, de Algemene Subsidieverordening gemeente Delft 2002 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

het college van burgemeester en wethouders van Delft op basis van de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten bevoegd zijn te beslissen omtrent subsidieverstrekking en daarvoor nadere regels te stellen met inachtneming van het bepaalde in de genoemde verordening;

de raad en het college van burgemeester en wethouders van Delft in deze uitvoeringsregeling het subsidiebeleid ten aanzien van stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie nader vorm willen geven en op basis van de subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten nadere regels willen stellen ter uitvoering van de subsidieverstrekking;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende

 

Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie

 

Algemeen

 

Artikel 1

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. SMA: Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten.
  2. stimuleringssubsidie: een subsidie, verstrekt op grond van een regeling krachtens artikel 4 van de subsidieverordening maatschappelijke activiteiten, bedoeld om het uitvoeren van activiteiten te stimuleren, niet bedoeld om de uitvoering van deze activiteiten af te dwingen of de uitvoerende organisatie in stand te houden.
  3. project: een in tijd, omvang en doelstelling afgebakende activiteit.
  4. raad: de raad van de gemeente Delft.
  5. burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft.

 

Artikel 2

 

Het college van burgemeester en wethouders is, ingevolge artikel 6 SMA, belast met de uitvoering van deze regeling.

 

Criteria

 

Artikel 3

 

De volgende kwaliteitscriteria spelen een rol bij de beoordeling van aanvragen

 

Samenwerking

Projecten welke voor subsidie in aanmerking komen bevorderen samenwerking tussen organisaties, instellingen en bewonersgroepen; dit varieert van het doen van een gezamenlijke aanvraag tot uitvoering van het project met één of meerdere partners.

 

Samenhang

Projecten welke voor subsidie in aanmerking komen  bevorderen enerzijds de samenhang tussen de deelnemers aan en organisatoren van de activiteit (ontmoeting, integratie) en zijn anderzijds op samenhang in het projectgebied gebaseerd.

 

Duurzaamheid

Projecten welke voor subsidie in aanmerking komen zijn gericht op ontstaan van structurele activiteiten, de gesubsidieerde projecten hebben een aanjaagfunctie.

 

Openheid

Projecten die voor subsidie in aanmerking komen dienen toegankelijk te zijn voor een zo breed mogelijk publiek, op voorhand zijn geen uitzonderingen mogelijk. In specifieke situaties (jongeren, ouderen, allochtone vrouwen b.v.) kan de doelgroep nauwer bepaald worden, maar mogen binnen die doelgroep geen drempels tot participatie  opgeworpen worden.

 

Welzijn

Projecten die voor subsidie in aanmerking komen dienen het welzijn te bevorderen, waarbij welzijn in drie delen valt te onderscheiden:

-          fysiek (sportactiviteiten b.v.)

-          mentaal (normen en waarden b.v.)

-          sociaal (integratie b.v.)

 

Initiërend

Projecten die voor subsidie in aanmerking komen dienen een aanjaagfunctie te hebben, gericht op het ontstaan van nieuwe en vernieuwende activiteiten.

 

Aanvragen van subsidie

 

Artikel 4

 

1.       Een aanvraag voor een stimuleringssubsidie moet worden ingediend op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren (ook digitaal beschikbaar).

2.       Aanvragen kunnen slechts schriftelijk, niet zijnde digitaal, worden ingediend.

3.       Aanvragen dienen uiterlijk 4 weken vóór aanvang van een kwartaal, volledig ingevuld en in bezit te zijn van de gemeente. Indien een aanvraagformulier niet tijdig in het bezit van de gemeente is, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

4.       Aanvragen kunnen worden gedaan door individuele burgers, organisaties van burgers (zoals verenigingen, straten, wijken, etc.) en commerciële instellingen.

 

Financiële verdeling

 

Artikel 5

 

1.       Het beschikbare budget voor de Stimuleringsregeling is het subsidieplafond.

2.       Het subsidieplafond wordt vastgesteld door de raad.

3.       Voor de besteding van het budget is het jaar in vier perioden (kwartalen) verdeeld, waarvoor steeds één-vierde van het budget is gereserveerd.

4.       Voor een goedgekeurde aanvraag wordt als basis 25% van de gevraagde subsidie verstrekt. Voor elk kwaliteitscriterium, waar de aanvraag aan voldoet, wordt 10% van het gevraagde bedrag aan de uit te keren subsidie toegevoegd.

5.       De maximale hoogte van een Stimuleringssubsidie Maatschappelijke Participatie is € 10.000

6.       Bij de toekenning van subsidies wordt rekening gehouden met een spreiding over de diverse welzijnssectoren.

 

Verantwoording en eindafrekening

 

Artikel 6

 

1.       Uiterlijk acht weken na afloop van de activiteit dient de inhoudelijke verantwoording en de eindafrekening ingediend te worden. De eindafrekening dient vergezeld te gaan van relevante betaalbewijzen als bonnen en facturen.

2.       De subsidie wordt vastgesteld op basis van deze werkelijke kosten.

3.       Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-aanvrager verplichten tussentijds verslag uit te brengen van de voortgang van het project en/of de ontwikkeling van kosten en eventuele opbrengsten.

 

Overgangs- en slotbepalingen

 

Onvoorziene omstandigheden

 

Artikel 7

 

In gevallen waarin de wet, de Subsidieverordening Maatschappelijke Activiteiten en de Uitvoeringsregeling niet voorzien beslissen burgemeester en wethouders.

 

Overgangsbepalingen

 

Artikel 8

 

Op subsidies die reeds zijn verleend of vastgesteld voordat deze regeling in werking treedt is

deze regeling niet van toepassing.

Als aansluitend aan een vorige subsidieverlening een nieuwe subsidieverlening plaatsvindt op of na de datum van bekendmaking van deze regeling, is deze regeling van toepassing op de nieuwe subsidieverlening

 

Inwerkingtreding en citeertitel

 

Artikel 9

 

1.       Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2006 onder gelijktijdige intrekking van het Uitvoeringsbesluit 28 februari 1991 Sportstimuleringssubsidies.

2.       Deze  uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: "Uitvoeringsregeling Stimuleringssubsidies Maatschappelijke Participatie".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2005.

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,griffier.