Nummer 758965    Werkprogramma IVB 2006

 

I Huidige programma veiligheid

Het programma veiligheid zoals dat in de programmabegroting is opgenomen kent 3 onderdelen die in samenhang met elkaar de veiligheid vergroten:

Integrale veiligheid (IVB)

Handhaving en Toezicht

Brandweer/brandveiligheid.

 

Begin 2004 is voor het onderdeel integraal veiligheidsbeleid de kadernota Naar een veiliger Delft vastgesteld. De nota Naar een veiliger Delft vormt het plan van aanpak voor de periode 2004 - 2006. Voortaan wordt binnen dit kader jaarlijks een werkprogramma opgesteld en elk jaar wordt de voortgang geëvalueerd. De evaluatie 2005 zal pas in het begin van 2006 worden afgerond en dan in procedure worden gebracht. In dit werkplan 2006 wordt bezien welke (sub)thema’s er dit jaar de aandacht krijgen.

 

II Het werkprogramma veiligheid 2005

Bij de indeling van het werkplan 2006 is dezelfde indeling gehanteerd als van het werkplan 2005. Wel is er 1 nieuw onderwerp toegevoegd namelijk dreigingsbeeld en zijn bij enkele thema’s accenten verlegd zoals in de wijkveiligheid waar aandacht komt voor buurtbemiddeling en tunnelaanpak en bij slachtofferzorg het onderwerp eer gerelateerd geweld. Enkele andere thema’s zijn uit de projectfase gekomen en (bijna) “going concern” geworden zoals bijvoorbeeld beheer en handhaving op het station.

Naast alle inhoudelijke thema’s waar de capaciteit van de projectleiders en medewerkers aan is toegedeeld gaat een deel van de capaciteit ook zitten in overleg en afstemming met  de meest relevante partners op veiligheidsgebeid: politie,  brandweer en handhaving,

De indeling 2006 ziet er als volgt uit:

  1. Daderaanpak
  2. Slachtofferzorg
  3. Handhaving
  4. Jongeren
  5. Veiligheid en vrije tijd
  6. Wijkveiligheid
  7. Stationsgebied
  8. Oud en Nieuw
  9. Beheer dagopvang
  10. Radicalisering/tegengaan extremisme

 

1. Daderaanpak

Doel: ervoor zorgen dat daders van een misdrijf of overtreding een passende straf of sanctie krijgen

 

1.1       Halt

Halt ontvangt een jaarlijkse subsidie voor voorlichting op scholen.  Elk jaar wordt op basisscholen in groep 7/8 de voorlichting “Goed of Fout “ gegeven. Aan de hand van een lesbrief worden regels besproken en waarom het zo moeilijk is om je eraan te houden. In de brugklas van het voortgezet onderwijs wordt de voorlichting “Jeugdcriminaliteit” gegeven. Aan de hand van een lesbrief worden regels, normen, groepsdruk en de consequenties van normoverschrijdend gedrag behandeld.  Daarnaast geeft Halt samen met de politie vuurwerkvoorlichting in groep 7 en 8 van het basisonderwijs en de brugklas van het voortgezet onderwijs in Delft.

Dit werk zal in 2006 op dezelfde wijze worden voortgezet.

 

Sinds eind 2004 is Halt meer betrokken bij het signaleringsoverleg vanwege hun kennis van jongeren en overlast. De Halt verwijzingen en afdoeningen worden door Justitie gefinancierd.

 

1.2       Geweld Binnenshuis 

Politie Delft verwijst, binnen het kader van het afgesloten convenant met Openbaar Ministerie en reclassering, plegers van huiselijk geweld door naar De Waag, daderhulpverlening. Ook hulpverleningsinstellingen zoals bijvoorbeeld algemeen maatschappelijk werk kunnen naar de Waag doorverwijzen. GGZ-Delfland is in 2004 een therapiegroep voor plegers gestart. Zie verder onder slachtofferzorg.

 

1.3             Veelplegers, verslaafden

Veelplegers, ook wel genoemd “draaideurcriminelen” zijn personen die veelvuldig strafbare feiten plegen, die volharden in hun crimineel gedrag en die daardoor stelselmatig met de politie in aanraking komen. Het aantal delicten gepleegd door veelplegers vormt  nog steeds een groot en urgent probleem. Het gaat hier met name om woninginbraak, fietsdiefstallen, diefstallen uit/vanaf auto, winkeldiefstallen en zakkenrollerij. Hoewel het om een beperkte groep criminelen gaat en doorgaans om relatief lichte delicten, geven die delicten door hun veelheid grote overlast voor burgers en bedrijven.

Een hoog percentage van de veelplegers is verslaafd en heeft daarnaast te maken met diverse sociaal maatschappelijke problemen. Hier spelen  verschillende belangen: Het belang van de burger, die in een veilige stad wil wonen en het belang van de verslaafde veelpleger met verschillende hulpvragen, die al dan niet onder dwang of drang uit z’n misère moet komen. Een doeltreffende aanpak van deze problematiek vergt een integraal beleid gericht op preventie, vervolging, zorg en maatschappelijk herstel. Aan al deze aspecten is aandacht besteed in de nota maatschappelijk herstel veelplegers van 13 oktober 2004 (kenmerk 467636). In 2005 heeft een veelpleger het traject bij Parnassia afgerond en aan het eind van het jaar zal zeer waarschijnlijk een tweede veelpleger het traject ingaan. Voor 2006 is geld beschikbaar voor 2 plaatsen waardoor 4 mensen kunnen deelnemen. 

Er vindt nauwe samenwerking plaats tussen politie, Openbaar Ministerie, verslavingsreclassering en de sociale dienst.

In de tweede helft van 2005 zal een voorstel worden gemaakt voor 2006 en verder waarbij ook de keten beschreven wordt en de eerste gegevens van de aanpak in 2005.

 

Trekker:             Beleid en Projecten

Partners:             Intern: Leefbaarheid  (Veiligheid)

                        Extern: Politie, Parnassia, Reclassering, OM

 

2. Slachtofferzorg

Doel: ervoor zorgen dat slachtoffers van een misdrijf of van huiselijk geweld op een adequate manier worden opgevangen.

 

2.1       Bureau slachtofferhulp

De slachtoffers van alle misdrijven en verkeersdelicten worden benaderd door het bureau slachtofferhulp waar vrijwilligers bij het verwerken hiervan ondersteuning bieden. Door de slachtoffers wordt dit als zeer positief ervaren. Jaarlijks wordt een subsidie aan het bureau slachtofferzorg gegeven deels voor de opvang van reguliere slachtoffers, deels voor de opvang van toeristen die slachtoffer zijn. In 2006 wordt ingezet op een verbetering van de communicatie en voorlichting aan jongeren over de mogelijkheden van slachtofferhulp. Bureau slachtofferhulp werkt aan een activiteitenplan hiervoor. In 2005 is verkennend gesproken met slachtofferhulp over de cijfers met betrekking tot de hulp aan toeristen. Het aantal geholpen toeristen blijft achter bij het gestelde streefcijfer. In 2006 wordt ingezet op een verbetering van de communicatie en voorlichting aan toeristen over de mogelijkheden van slachtofferhulp.


 

2.2             Slachtoffers  geweld binnenshuis

Binnen Delft is sprake van een systeemgerichte aanpak, gericht op het zo vroeg mogelijk signaleren- en stoppen van geweld binnenshuis. Alle van belang zijnde hulpverleningsinstanties en politie hebben hiertoe een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. De gemeente heeft de regierol. De systeemgerichte aanpak richt zich op een samenhangend hulpverleningsaanbod aan daders, slachtoffers en kinderen als toeschouwer.

De Delftse aanpak is in 2005  verbreed naar de Westland- en Oostlandgemeenten, vanuit de positie van Delft als centrumgemeente vrouwenopvang. Er wordt gebruik gemaakt  van de stimuleringsregeling Advies- steunpunten huiselijk geweld van het Ministerie van VWS, zodat het bestaande Advies- en Meldpunt voorzien kon worden van casemanagement en uitgebreid is naar de regio DWO.

In 2005 wordt gestart met een monitor OGGZ, waarvan huiselijk geweld een onderdeel uitmaakt. Verder wordt in 2006 beleid ontwikkeld op het gebied van ouderenmishandeling.

Zie verder onder paragraaf 3.2.

 

Trekker:            Beleid en Projecten

Partners:            Intern: Leefbaarheid (Veiligheid)

                        Extern: Kwadraad, VOZH Ricardis,, GGZ-Delfland, Politie Delft/Haaglanden,

Bureau slachtofferhulp, De Waag, Bureau jeugdzorg, GGD, AMK, Vrouwengezondheidscentrum DWO

 

2.3       Eer gerelateerd geweld

Vanaf oktober 2004 zijn politie Haaglanden en politie Zuid-Holland-Zuid  gestart met een pilot gericht op eer gerelateerd geweld.

De volgende zaken hebben aandacht gehad in de eerste periode van de pilot.

Er is een helpdesk ingericht betreffende eer gerelateerd geweld. deze helpdesk wordt frequent geraadpleegd door politie vanuit het hele land, er is een checklist eerwraak gemaakt en geïntroduceerd. Vanuit de politie is voorlichting verzorgd zowel binnen als buiten de politie. Met de lokale instellingen is een aantal malen al overlegd over het waarborgen van de veiligheid van potentiële slachtoffers die daar verblijven. Een van de aandachtspunten is het onderzoeken van mogelijkheden voor het afschermen van de identiteit. De pilot loopt door in 2006.  Waar mogelijk wordt aangesloten bij het huidige beleid  met betrekking tot huiselijk geweld.

 

Vanuit de gemeente volgen Beleid en Projecten en Leefbaarheid (Veiligheid) de pilot.

 

3. Handhaving

Doel: zorgen dat o.a. via naleving van wet- en regelgeving de stad schoon heel en veilig wordt en blijft.

 

Bij handhaving kan het gaan om de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke handhaving. Op gemeentelijk niveau gaat het wat de openbare ruimte betreft, vooral om handhaving van algemene regelgeving uit de APV en overige gemeentelijke verordeningen bijvoorbeeld Afvalstoffenverordening. Hier zijn met diverse partners werkafspraken gemaakt over wie wat doet en wat het beoogde doel is

 

Jaarlijks wordt er een handhavingsprogramma opgesteld dat uitgaat van themagericht handhaven, het programmeren van handhavingstaken (plan-do-check-act) en handhaven op basis van prioriteiten. Dit handhavingsprogramma wordt tegelijkertijd met dit werkplan aan het college aangeboden.

In 2006 bestaat dit uit twee delen:

1. Gebouw en Gebruik, het gaat hier om de veiligheid en het gebruik van gebouwen en inrichtingen (o.a. constructie, gebruiksvergunning, exploitatievergunning) en het naleven van milieuwetgeving in inrichtingen;

2. Openbare Ruimte: de taken hebben betrekking op:

    1. sociale veiligheid, vanuit maatschappelijke problemen – zoals ook in de stuurgroep Integrale Veiligheid aan de orde komen – wordt gekeken waar het accent wordt gelegd. Dit wordt ook gekoppeld aan de aanpak van de stadsetiquette
    2. leefbaarheidvraagstukken: zoals hondenpoep, afval, fietsen en winkelwagens

Coördinatie, structurering en professionalisering van de handhavingstaken onder 2 genoemd vindt onder meer plaats in het Integraal Handhavingsoverleg Openbare Ruimte, waaraan reiniging, TOR (handhaving en toezicht), politie en wijkzaken deelnemen

 

Trekker:             Handhavingsregisseur

Partners voor Gebouw en Gebruik:

Intern:Milieutoezicht, Bodem, Bouw- en Woningtoezicht, Monumentenzorg en Bouwkwaliteit, TOR (Vergunningen en Ontheffingen)

Extern: Brandweer, Politie

Partners voor Openbare Ruimte:

Intern:            Wijkzaken, Leefbaarheid (Veiligheid), TOR (Toezicht en Handhaving), Reiniging

Extern:            Politie

 

Hennepteelt

In de ons omringende gemeenten wordt de komende periode veel aandacht besteed aan de aanpak van illegale hennepteelt. Ook Delft zal in 2006 bezien of met de betrokken partners zoals energieleveranciers en woningbouwcorporaties dit probleem integraler kan worden aangepakt. Daarbij moet ook gekeken worden naar de rol van de grow shops hierin.

 

Trekker:             Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners:            intern: TOR (Vergunningen en Ontheffingen)

Extern; Energieleveranciers, Woningbouwcorporaties, Politie

 

4. Jongeren

Bij het thema veiligheid en jongeren komen de drie volgende vragen naar voren:

  1. Hoe om te gaan met jongeren met grensoverschrijdend gedrag, hoe voorkom je overlast.
  2. Hoe ervaren jongeren zelf veiligheid, bijvoorbeeld de veiligheid bij het uitgaan, in het verkeer (kinderen veiliger door Delft), op school en thuis
  3. Hoe kunnen we er vanuit preventie voor zorgen dat jongeren niet afdwalen richting grensoverschrijdend gedrag

 

4.1             Jongeren met grensoverschrijdend gedrag

Doel is om deze jongeren zo snel mogelijk weer uit de overlast situatie te krijgen

 

4.1.1    Het interventieteam/signaleringsoverleg

Doel van dit project is de overlast van groepen jongeren terug te dringen (of te voorkomen) door het ontwikkelen van activiteiten met/voor de groep als geheel en/of verwijzing van individuen naar de zorginstellingen en hulpverlening. Centraal in de aanpak staat het signaleren en nader onderzoeken van de overlast en vervolgens bepalen van een aanpak. Het interventieteam bestaande uit politiefunctionarissen en een ambulant jongerenwerker doet het onderzoek. De inzet van het interventieteam wordt mede bepaald in het signaleringsoverleg waarin o.a. vertegenwoordigd zijn: gemeente, politie, verslavingszorg, BWD, voortgezet onderwijs, Halt en jeugdzorg. In 2005 is gebleken dat er minder hinderlijke en overlastgevende groepen zijn. De groepen die er zijn verplaatsen zich ook regelmatig. In een enkele groep ligt een sterke nadruk op genotmiddelengebruik. In 2006 moeten over de aanpak hiervan betere afspraken komen met Parnassia. Parnassia heeft inmiddels een aandachtsfunctionaris voor jongerenproblematiek benoemd. In 2006 zullen minimaal 6 groepen gevolgd zijn en moet er ook meer over de individuen in de groep bekend worden. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van de expertise die wordt opgedaan in het onderzoek dat in 2005 wordt afgerond naar alle minderjarige daders in Delft.  De uitkomsten hiervan zijn ook input voor de college onderhandelingen 2006

Overigens is in 2005 gebleken dat er momenten zijn waarop conflicten/wrijvingen ontstaan tussen jongeren en anderen/bewoners  op basis van wat het best omschreven kan worden als botsende leefstijlen. Het starten van een vorm van buurtbemiddeling bij dergelijke groepsconflicten kan hier mogelijk effectief zijn. In 2006 wordt dit verder onderzocht.

Verder is gebleken dat in de aanpak van de overlast van deze groepen de flexibele en outreachende  inzet van sport, spel en cultuur en de daarbij horende activiteiten van groot belang is.

 

Trekker signaleringsoverleg: Politie

Partners             Intern: Wijkzaken, Leefbaarheid (Veiligheid en Jongerenloket)

Extern: Bureau jeugdzorg, BWD, Scholen VO, Halt, JIP, Parnassia

 

Trekker interventieteam: Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners extern: Politie, BWD

 

4.1.2             Jeugdige daders

Jeugdige daders worden, waar dat gelet op de ernst van het delict nog mogelijk is, deels naar Halt doorverwezen. Voor Delft zijn dat er 46 geweest  in 2004. Verder wordt in de tweede helft van 2005 onderzoek gedaan naar alle jongeren tussen de 12 en 23 die een proces verbaal hebben gekregen. Het gaat hier om ruim 400 dossiers.

Het onderzoek richt zich op de volgende zaken:

 

q       Bekendheid van deze daders bij het Jongerenloket voortijdig schoolverlaten waarin leerplicht RMC en sociale dient nauw met elkaar samenwerken.

q       Naar de inhoud van de dossiers en naar wat de ketenpartners hebben gedaan met de betrokken jongere. Als er nog niets is gebeurd wordt een gesprek gearrangeerd met de ketenpartner en een probleemeigenaar vastgesteld.

q       Tenslotte wordt gekeken naar de totale keten en waar problemen en kansen liggen in Delft.

 

Op het moment van schrijven van dit werkplan is dit onderzoek in volle gang. In 2006 zullen we de resultaten gebruiken in de aanpak van jeugdige daders.  En zal ook de raad geïnformeerd worden over de uitkomstenen aanbevelingen.

 

Daarnaast wordt het Bastaproject voortgezet en is er vanuit de gemeente Delft de inzet om in overleg met het O.M. het project Beginnend Verzuim samen met Halt Haaglanden vorm te geven

 

Basta; achtergrond aanpak schoolverzuim.

Het bestrijden en voorkomen van schoolverzuim door leerplichtige leerlingen heeft de afgelopen jaren steeds meer politieke en maatschappelijke aandacht gekregen. De belangstelling vloeit voort uit het gegeven dat (veelvuldig) schoolverzuim veelal een eerste indicatie vormt voor voortijdig schoolverlaten van jongeren in een later stadium. Voortijdig schoolverlaten en het ontbreken van startkwalificaties vergroten vervolgens het risico dat jongeren de aansluiting met de arbeidsmarkt verliezen en op zoek gaan naar andere (illegale) methoden van inkomensverwerving. Schoolverzuim kan als zodanig een signaal zijn voor (toekomstig) crimineel gedrag van jongeren.

 

Bij ongeoorloofd schoolverzuim door een leerplichtige jongere dient de school hiervan melding te maken bij het Bureau Leerlingzaken, m.n. de leerplichtambtenaar van de gemeente Delft. Indien na onderzoek en overleg met de jongere, ouders en school naar voren komt dat interventies niet het gewenste resultaat hebben, zal de leerplichtambtenaar, in het kader van de leerplichtwet, een proces-verbaal tegen de jongere en/of ouders opmaken.

 

Justitie kan in bovenstaande gevallen overgaan tot het opleggen van een leerstraf Basta. De leerstraf Basta werkt vanuit het competentie model gericht op het aanleren van sociale vaardigheden in groeps- en individuele trainingen. Leerstraf Basta beslaat 60 uren verdeeld over 3 weken. Na de 3 weken Basta volgt een verdere oriëntatie van 10 weken op scholing.

Op jaarbasis komen 20 jongeren in aanmerking voor Basta.

 

Vanuit Basta en Halt komen analyses die weer gebruikt kunnen worden voor preventief beleid.

 

Trekker Bastaproject: Jongerenloket voortijdig schoolverlaten.

Partners:                     extern: Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, J.C.Pleysierschool, Afdeling reclassering van het Leger des Heils, Samenwerkingsverband V.O.- SVO, BJZ.

 

Beginnend Verzuim en Halt

In 2005 is er in samenwerking met het OM onderzocht of beginnend schoolverzuim middels een Halt afdoening kan worden bestreden. Vanuit de gemeente Delft is de inzet voor 2006 om in overleg met het O.M. het project Beginnend Verzuim samen met Halt Haaglanden vorm te geven.

In beginsel zullen er 20 Delftse jongeren op jaarbasis in aanmerking kunnen komen voor deze werkwijze.

 

Trekker Halt-schoolverzuim:           Jongerenloket voortijdig schoolverlaten.

Partners:                                Extern: Openbaar Ministerie, Scholen (S).V.O. , Halt Haaglanden.

 

4.2.1        Veiligheidsbeleving jongeren

 

Doel is dat jongeren zich veilig voelen op de plekken waar zij komen en op hun weg daar naar toe bijvoorbeeld bij het uitgaan of het deelnemen aan het verkeer.

 

4.2.1    Veilig recreëren zie punt 5.1 tot en met 5.4 van  paragraaf 5 veiligheid en vrije tijd

4.2.2    Veilig Uitgaan zie punt 5.5 van  paragraaf 5 veiligheid en vrije tijd

 

4.2.3    Geweld binnenshuis

Het gezin waarin jongeren opgroeien moet een veilige structuur bieden aan kinderen. Toch zijn er altijd jongeren  die slachtoffer worden van huiselijk geweld of getuige daarvan zijn. Deze jongeren moeten worden opgevangen en moeten hun verhaal kwijt kunnen. Bij de systeemgerichte aanpak van huiselijk geweld is veel aandacht voor de kinderen. Meldingen van kindermishandeling worden opgenomen met het AMK of politie. Bureau Jeugdzorg en het AMK zijn betrokken bij een interventieteam tbv kinderen als toeschouwer (convenant Kindspoor). GGZ-Delfland is een programma gestart tbv kleine kinderen als toeschouwer. Ricardis biedt ambulante hulpverlening in het gezin. Zie ook  2.2

 

4.2.4        Veilige school

Jongeren moeten hun school als veilig ervaren. Daarom is er het project De Veilige School. Dit project is opgenomen in het onderwijsbeleidsplan 2005 – 2009. In 2005 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel op alle locaties van de 3 VO scholen in Delft. Dit onderzoek vormt de basis voor de prioriteiten waaraan de komende jaren gewerkt gaat worden. Deze prioriteiten zijn onder andere hangjongeren en digitale vormen van pesten. Verder zal er ook in 2006 een studiedag worden georganiseerd. Het thema is afhankelijk van de gekozen prioriteiten en zal door de contactgroep Veilige School worden uitgewerkt.

 

Trekker:          Directie van het Stanislascollege

Partners:             Intern: Leefbaarheid (Veiligheid, Jeugd en Brede School, VBO)

Extern: Politie, Hoofdcoördinatoren veiligheid van de drie scholen voor VO, Onderwijs Advies

 

4.2.5        Kinderen veiliger door Delft 

Kinderen en jongeren moeten op een veilige wijze naar school kunnen gaan en van school naar BSO, sport etc. Ook moeten kinderen eerder zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen als voetganger of fietser.  Daartoe is een groot project opgezet waarbij de coördinatie ligt bij het vakteam mobiliteit. Twee deelprojecten hieruit zijn veilige schoolomgeving en schoolroutes en kindlint. Voor het eerste project zijn 3 scholen benaderd voor een pilot. In 2006 zullen de maatregelen die in het convenant met de scholen zijn geformuleerd worden uitgevoerd. Hierbij gaat het niet alleen om de aanleg van infrastructuur, maar ook om gedragscampagnes en voorlichting. Vanuit het deelproject kindlint zijn er voorstellen om in Delft te beginnen met onderdelen van een kindvriendelijk netwerk in twee wijken. Hiervoor zullen in 2006 een groot aantal concrete maatregelen worden uitgevoerd. Vanuit leefbaarheid wordt aan het hele project bijgedragen o.a. in de kosten en contacten met scholen, BSO’s en kinderopvang. Voor acties en doelstellingen zie het project Kinderen veiliger door delft notanummer 416697.

 

Trekker:             Mobiliteit

Partners:             Intern: Wijkzaken, Leefbaarheid (Jeugd en Brede School, Veiligheid, VBO)

Extern: Politie, POV-Zuid-Holland, Stadsgewest Haaglanden, Onderwijsadvies, 3VO, Octopus, Scholen, Ouders en Kinderen

 

4.3      Preventie

Doel is om te voorkomen dat jongeren in de criminaliteit terecht komen.

Precies op dit punt van preventie  komen het programma jeugd en brede school en het programma veiligheid zeer dicht tegen elkaar aan. 

Om de doelstelling te realiseren wordt vanuit  preventief oogpunt de afstemming

onderwijs- (jeugd)hulpverlening voor jeugdigen en jongeren gerealiseerd middels een drietal

 ‘eerste-lijns-knooppunten” :

Bij het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten kunnen jongeren tot 23 jaar terecht voor advies en trajectbegeleiding richting onderwijs, werk en hulpverlening. Tevens wordt de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) voor jongeren tot 23 jaar in het jongerenloket uitgevoerd.

De missie van het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten  is

“ Alle jongeren van 16 tot 23 jaar uit Delft op school of aan het werk”.

De gemeentelijke visie met betrekking tot het Jongerenloket RMC Voortijdig schoolverlaten 

wordt gerealiseerd:

-          door intensieve begeleiding, middels integraal casemanagement worden jongeren die dit niet uit zich zelf behalen alsnog begeleid naar een opleiding  die tot startkwalificatie leidt

-          er is maximum inzet op een duurzame plaatsing op een werkplek waarbij het behalen van een startkwalificatie voor werk gaat tenzij een startkwalificatie niet haalbaar is.

-         Jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te halen worden begeleid naar het hoogst haalbare niveau op de arbeidsmarkt, dan wel passende hulpverlening.

-          De uitkeringsverstrekking voor jongeren wordt met ingang van 2005 binnen het Jongerenloket  uitgevoerd.

-          Alle jongeren tussen 16 tot 23 jaar die ondersteuning behoeven in onderwijs/zorg/werk vallen onder de doelgroep.

 

In 2004 zijn in totaal 361 voortijdige schoolverlaters in begeleiding genomen.

Vanaf 2005 worden hierbij de 160 jongeren met een uitkering in begeleiding genomen.

 

 

2002/2003

 

 

2003/2004

 

Uitstroom

aantal

%

 

aantal

%

Onderwijs

        

    135

         

            47%

 

           

      155

           

            43%

Werk

        

      69

          

            24%

 

           

        90

           

            25%

Werken/ leren

          

      42

          

            15%

 

            

        67

           

            18%

Overig (detentie, ziekte, hulpverl.)

 

        

      40

          

            14%

 

          

        49

           

            14%

 

Totaal

          

    235

         

          100%

 

       

       361

           

          100% 

 

Gegevens over het afgelopen schooljaar 2004-2005 waren op het moment van schrijven van dit plan nog niet beschikbaar. Medio december 2005 worden deze gegevens bekend middels het Jaarverslag Bureau Leerlingzaken.

 

Trekker:             Leefbaarheid (Jongerenloket RMC Voortijdig Schoolverlaten)

Partners:             intern; Leefbaarheid (Jeugd en Brede School) WIZ (SDV en B&P)

extern: BWD, Scholen (Zorgteams, Brede School,) Politie, Jeugdzorg,

Samenwerkingsverband V.O./SVO.

 

 

5. Veiligheid en vrije tijd

Dit is een nieuw hoofdthema dat niet op deze wijze voorkomt in de nota IVB. Het bestaat deels uit projecten die al in de nota IVB staan en deels zijn het nieuwe projecten of projecten die hier goed inpassen.

 

Doel: ervoor zorgen dat de burgers en bezoekers van Delft veilig kunnen recreëren.

 

5.1             Veiligheid recreatiegebied Delftse Hout:

Binnen het platform Delfts Hout (ondernemers en belanghebbenden) en met collega’s is afgesproken dat er een beheerplan Delftse Hout komt. Veiligheid zal hierbij ook een item zijn. De stadstoezichthouders hadden een algemene surveillance taak in de Delftse Hout. In 2005 is deze aangevuld met surveillance en handhaving door de controleurs. Het College dient nog te besluiten over de inzet van de stadstoezichthouders en de controleurs in 2006.  Dit voorstel is verwerkt in het handhavingsprogramma 2006 die gelijktijdig met het werkplan IVB 2006 aan het college wordt aangeboden. Verder wordt er in 2006 onderzocht of de Delftse Hout deel kan uitmaken van een regionaal samenwerkingsverband. Ook zal er worden voorzien in een gebiedsmanager Delftse Hout bij de sector leefbaarheid

 

Trekkers:        IB, Groen en Civiel

Bijdrage van beleidsadviseur integrale veiligheid en participatie van de politie

 

5.2             Veiligheid en sportparken:

In 1997 heeft een rapportage plaatsgevonden over veiligheid en bereikbaarheid van sportparken. Deze rapportage is in 2005 geactualiseerd, waarbij ook de nieuwste inzichten op het gebied van fysieke en sociale veiligheid, o.a. vastgelegd in het Politiekeurmerk Veilig

Wonen zijn  betrokken. In 2005 is daarbij  gekeken naar Sportpark Brasserskade en sportpark Pauwmolen in verband met herinrichting van de openbare weg bij beide parken. Halverwege zal een ontwikkelingsvisie voor het sportpark Brasserskade gereed zijn. 

 

Trekker:             Projecten

Werkgroep:             mobiliteit, leefbaarheid (sport, veiligheid), vastgoed, RO, milieu, sportbedrijf

 

5.3       Veilig uitgaan

 

5.3.1             Werkgroep veilig uitgaan in de commerciële horeca

In 2004 is de werkgroep veilig uitgaan in de commerciële horeca onder leiding van Joost Verhoeff gestart. De werkgroep heeft in 2004 gewerkt aan het herzien van het hoofdstuk “veilig uit” van de horecamap. Deze tekst is nog niet gereed omdat de uitkomsten van het onderzoek (Quick Scan) naar genotmiddelengebruik (zowel alcohol als drugs) onder jongeren in Delft nog verwerkt moeten worden in dit nieuwe hoofdstuk. De afronding van de quick scan heeft pas in september plaatsgevonden. Geprobeerd wordt nog om in het eerste kwartaal van 2006 dit hoofdstuk gereed te hebben. Op basis van de nieuwe afspraken zal dan een convenant worden ondertekend.

 

Trekker:             Vertegenwoordiger namens Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Delft

Partners:             Intern: TOR (Vergunningen en Ontheffingen), beleid en projecten, Leefbaarheid (Veiligheid)

                        Extern: Politie, Brandweer

 

5.3.2            Werkgroep veilig uitgaan in de niet commerciële horeca

In 2005 vindt, binnen het kader van de projectgroep non-commerciële horeca, een evaluatie plaats van de regelhandhaving gericht op alcoholgebruik binnen een aantal niet-commerciële gelegenheden waar met name  jongeren komen. De resultaten van de Quick Scan, zoals hierboven beschreven zullen ook gebruikt worden voor deze werkgroep non commerciële horeca. Doel is, om op basis van de feiten, in 2006 te komen tot een plan van aanpak veilig uitgaan in de  non-commerciële horeca waar alcoholmatiging deel van uit zal maken. Deze werkgroep zal aansluiten bij initiatieven die er al zijn tegen teveel drank in introductie ontgroeningweken en in sportkantines.

 

Trekker:             Leefbaarheid

Partners:             Intern: Leefbaarheid (VBO, Veiligheid), Sportbedrijf, TOR (Vergunningen en Ontheffingen)

Extern: Sportraad, Parnassia, Studentenverenigingen, BWD, Politie, Scouting, Brandweer

 

 

6. Wijkveiligheid

In het kader van het veiligheidsbeleid is een aantal projecten gericht op het verbeteren van de veiligheid in de wijken. Doel is dat bewoners veilig en zonder ernstige overlast kunnen wonen, verblijven en rondgaan in hun wijk en in de stad.

 

6.1       Aanpak enge plekken

Tot 2007 wordt door middel van een bon in de Stadskrant/oproep op de wijkwebs een inventarisatie gemaakt van wat bewoners “enge plekken” noemen. Op basis van de inventarisatie die in 2006 wordt gehouden zullen 21 plekken nader bekeken worden op basis van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Ook wordt dan bepaald of er met beperkte


maatregelen op gebied van verlichting of groen maatregelen kunnen worden genomen waardoor de “engheid” afneemt. Uitvoering van deze maatregelen vindt ook zoveel mogelijk plaats in 2006.

 

Trekker:             Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners:             Intern: Wijkzaken, Mobiliteit, Groen

Extern: Politie

 

6.2             (sociale) Veiligheid in herstructureringsprojecten

Het gaat om het op orde houden van een wijk vooruitlopend op en tijdens de herstructureringsprocessen die in de wijk plaats gaan vinden. Veiligheid wordt hierbij betrokken en adviseert hierbij. Het gaat met name om de herstructureringsprocessen in de Poptahof, Bomenwijk en Wippolder.

 

6.3       PKVW

Het PolitieKeurmerk Veilig Wonen® heeft zich in den lande bewezen als instrument om sociaal veilig te ontwerpen bij nieuwbouw en herstructurering van woongebieden. In 2006 wordt de nadruk meer gelegd op de toepassing van het PKVW in de beginfase van projecten. De gemeentelijke ontwerpers hebben in 2005 een cursus PKVW-ontwerpen gevolgd. Met ontwikkelaars wordt overeengekomen om het PKVW toe te passen en alle ontwerpen op het gebied van stedenbouwkundige randvoorwaarden , openbare ruimte, gebouwen en woningen, te (laten) toetsen aan de eisen van het PKVW. Bij projecten waarvoor het PKVW verplicht is gesteld, kan deze eis alleen worden geschrapt na goedkeuring door B&W.

Bij nieuwbouwprojecten is het op deze wijze goed mogelijk zonder een kostenverhoging het keurmerk PKVW op het totale project te verkrijgen en aan de bewoners het certificaat PKVW Veilige Woning te verstrekken. Als er in het ontwerp van de openbare ruimte van nieuwbouwprojecten sprake is van meerkosten wordt dit aan het college van B&W voorgelegd. In de bestaande bouw past de gemeente de kostenneutrale eisen van het PKVW toe.  Dit zal er toe leiden dat, zonder meerkosten, aan een groter aantal eisen van het PKVW kan worden voldaan dan voorheen.

De resultaten van deze aanpak zijn goed meetbaar in de vorm van wel of niet behaalde keurmerken en certificaten PKVW, wat past in de algemene aanpak van het programma integrale veiligheid.

 

Trekker:             Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners:             Intern: Monumentenzorg en Bouwkwaliteit, Groen, Ingenieursburo, Projecten

 

6.4             Graffitiaanpak/tunnels

Ongewenste graffiti ontsiert het straatbeeld en draagt bij aan gevoelens van onveiligheid in Delft. De gemeente verwijdert al graffiti van beelden, diverse gemeentelijke gebouwen en monumenten en bij racistische leuzen zelfs binnen 24 uur.  In 2005 is onderzoek gedaan naar de kosten van het graffitivrij maken van heel Delft. Voor het verwijderen van illegale graffiti is veel geld nodig en de prioriteit in de geldbesteding is in 2005 anders komen te liggen. Wel is vanuit veiligheidsbeleid en de wijkgerichte aanpak gekeken naar een stadsbrede aanpak waarbij zoveel mogelijk gemeentelijken eigendommen in de openbare ruimte worden aangepakt. Dit gebeurt in november en december 2005. En dit zal, gelet op de beschikbare financiën, op bescheiden schaal in 2006 worden voortgezet.

Daarnaast is in 2005 gebleken dat bewoners tunnels als “enge plek” ervaren. In 2006 wordt gekeken naar een aan pak hiervan. In de tunnels is ook wildplakken een groot probleem. Hiertoe wordt nu gewerkt om in de APV een aanpassing te maken om ook de opdrachtgever van het plakkaat strafbaar te stellen. Om handhaving mogelijk te maken zullen ook nog andere maatregelen moeten worden getroffen. Hier zal ook in 2006 aan gewerkt worden.

Uitgangspunt hierbij is wel dat de huidige legale plaatsen blijven bestaan.

 

Trekker:            Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners:            Intern: Wijkzaken, Civiel, CKE, Reiniging, Handhaving. Vastgoed

 

6.5             Keurmerk Veilig Ondernemen

In 2005 heeft winkelcentrum ‘in de Hoven”  het certificaat veilig ondernemen behaald. Afspraak is dat in 2006 de maatregelen in het plan van aanpak worden aangepakt door de betrokken partners

Voor het zuidelijk deel van de binnenstad is naar aanleiding van een bijeenkomst met ondernemers in december 2004, in 2005 onderzocht of het mogelijk is om het KVO daar  stapsgewijs in te voeren. Dit bleek toen niet te lukken. Voor 2006 wordt gekeken of toch met een deel van de binnenstad kan worden begonnen. Een en ander is ook afhankelijk van de initiatieven van de ondernemers aldaar. Daar moet draagvlak zijn voor een dergelijk project.

 

Trekker:             Voor in de Hoven: Servicecentrum Bedrijven en Leefbaarheid (Veiligheid) en na mei 2006 de ondernemers

Voor de binnenstad, in eerste instantie gemeente en vervolgens de partners

Partners:            Ondernemers, Kamer van Koophandel, Politie, Brandweer

 

6.6       Jong en Oud in de wijk

In zowel de wijken Wippolder, Voorhof, Vrijenban en Buitenhof  zijn in 2004 en 2005 onderzoeken gedaan naar de veiligheidsbeleving van ouderen door de SOD. In 2006 zullen in Hof van Delft/Voordijkshoorn en Tanthof deze onderzoeken worden gedaan. Deze onderzoeken zullen leiden tot aanbevelingen waarmee verder kan worden gewerkt. Ook zal de BWD flankerend hieraan in 2006 in het kader van het  project de straat maak jezelf dat gericht is op jongeren in deze wijken initiatieven nemen.

 

Trekker Ouderen en veiligheid:             Stichting Ouderenwerk Delft

Trekker De straat maak jezelf: Brede Welzijnsorganisatie Delft

 

6.7             Fietsdiefstal

Het onderwerp fietsdiefstal wordt opgepakt in een groot aantal gemeentelijke projecten. Voorbeelden hiervan zijn:

bewaakt fietsenstalling in Zuidpoort (3e kwartaal 2006), kluisjes bij station zuid. Ook is er de  realisatie van fietsklemmen waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden en vervanging van oude fietsklemmen. Eind 2005 gebeurt dit met name in de binnenstad. In 2006 vindt uitbreiding en vervanging in andere wijken plaats. Daarnaast zal in 2006 gekeken worden naar de relatie tussen Delft kennisstad en het tegengaan van fietsdiefstal.

De aanpak van fietsdiefstal ligt in eerste instantie bij mobiliteit dat daarbij ondersteund wordt door Leefbaarheid (veiligheid), politie Haaglanden.

 

6.8             Vandalisme

In de stuurgroep Integrale Veiligheid is gekeken naar de effectiviteit van het invoeren van een vandalismemeter.

Bij een aantal andere gemeentes is navraag gedaan over de effectiviteit. Hieruit blijkt dat het registreren van de gegevens extra tijd vergt en tot nu toe geen meetbare effecten heeft opgeleverd.

Verder vergt het invoeren van een vandalismemeter in Delft veel extra capaciteit  omdat het huidige systeem van registreren van beschadigingen geen onderscheid maakt tussen vandalisme of bijvoorbeeld aanrijdingen, weersinvloeden of afloop levensloop.

Omdat de aanpak van vernieling en vandalisme geen landelijk- en ook geen lokaal speerpunt is in het integraal veiligheidsbeleid wordt in 2006 geen verder onderzoek gedaan naar het invoeren van de vandalismemeter. Wel is vandalisme aandachtspunt bij de uitwerking van verschillende thema’s binnen het werkprogramma Integraal Veiligheids Beleid.

 

 

7. Stationsgebied

Doelstelling van het project Veilig verkeren op en rond station Delft is:

 

De projectfase van de aanpak stationsgebeid is bijna afgerond. Op dit moment wordt er naar gestreefd om eind 2005 een handhaving en een beheersconvenant te laten tekenen door de verschillende partijen. 

De gemeenteraad is in 2005 akkoord gegaan met het plaatsen van camera’s in het stationsgebied. In het najaar van 2005 zal de aanbestedingsprocedure worden afgerond en in het voorjaar van 2006 zal plaatsing en oplevering moeten plaatsvinden. Ten behoeve van de technische kant van de aanbesteding, begeleiding en oplevering is een extern adviseur aangetrokken.

 

Daarnaast zal in voorjaar 2006 het onderzoek naar de veiligheidsbeleving in het stationsgebied worden herhaald, zodat gemeten kan worden of gebruikers meer tevreden zijn dan in 2004.

 

Met de bouw van de spoortunnel in het verschiet lijkt het project Veilig Verkeren op en rond station Delft een nieuwe dimensie te krijgen. Het nu op orde hebben van diverse prioriteiten maakt dat ten tijde van de planvorming, voorbereiding en feitelijke bouwperiode de uitgangspunten voor schoon, heel en veilig als uitgangspunt voor het reizigersgebied kunnen worden gewaarborgd.

 

Trekker:             Leefbaarheid (veiligheid)

Partners:             Intern: TOR (handhaving en toezicht), Mobiliteit, Wijkzaken, Stadsbeheer

Extern: Politie, NS, KLPD, Connexion, Prorail

 

8. Oud en Nieuw

Doel: een jaarwisseling zonder al te grote incidenten.

 

Het is in het belang van Delft en haar inwoners dat de oud en nieuw periode zo veilig en prettig mogelijk verloopt. Daarvoor is inmiddels een netwerk en de nodige expertise opgebouwd. Elk jaar is er een stuurgroep onder leiding van de programmanager Integraal

veiligheidsbeleid die een draaiboek opstelt en zorgt voor een doorwerking van dit draaiboek

in de eigen organisatie. Na oud en nieuw vindt een evaluatie plaats waarna het draaiboek weer wordt aangepast.

 

Trekker:             Leefbaarheid (Veiligheid)

Partners:             Intern: Wijkzaken, Stadsbeheer, Communicatie, TOR (Handhaving en Toezicht)

Extern: BWD, Politie, Brandweer

 

9. Beheerssituatie dagopvang voor daklozen en verslaafden

Dienstencentrum Over De Brug biedt dagopvang en begeleiding aan daklozen en verslaafden. Een deel van de doelgroep zorgt soms voor overlast. Daarom zijn afspraken gemaakt over regels en toezicht binnen het pand en de omgeving. Binnen het pand geldt een huisregelprotocol. Zo is het verboden drugs en alcohol te gebruiken of te verhandelen en wordt fysieke en verbale agressie gevolgd door een schorsing. Het ACT team van GGD-Delfland en Parnassia, gericht op outreachende zorg aan zorgmijdende- en overlastgevende verslaafden met psychiatrische problematiek verleent enkele malen per week ter plaatse zorg en consultatie.

De overlast rond het pand bestaat overwegend uit rondhangen en alcoholgebruik op straat. Sinds 2004 geldt een alcoholverbod in de omgeving van de locatie. Er zijn afspraken gemaakt met politie, wijkcoördinator, stadstoezicht en Dienstencentrum Over De Brug over het tegengaan van overlast. De afspraken worden regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd aan de hand van nieuwe omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe parkeergarage aan de Koepoortstraat. De beheerafspraken blijven van kracht tot de verhuizing naar de nieuwe locatie voor de dagopvang aan de Surinamestraat 1.

 

In 2006 zal de gemeente, in samenspraak met omwonenden, bedrijven, politie, scholen, Dienstencentrum Over De Brug en andere betrokken partijen verder werken aan een beheerplan voor de nieuwe locatie aan de Surinamestraat 1.

 

Trekker:            Beleid en Projecten

Partners:            Intern: Wijkzaken, TOR (Handhaving en Toezicht)

Extern: Dienstencentrum Over De Brug, Politie, HTM

 

10. Radicalisering

In de afgelopen tijd is er vanuit de landelijke politiek veel aandacht besteed aan dreiging/terrorisme.

-          boek van jawah tot jihad van de AIVD

-          brief vanVerdonk aan Tweede Kamer

-          brief van Donner aan Tweede Kamer

Daarnaast heeft ook de korpschef Haaglanden aandacht gevraagd voor dit onderwerp in brief van juli 2005.  Hij geeft tevens aan dat het onderwerp ook de aandacht vraagt van het regionaal college.

Uit alle stukken komt naar voren dat er bezorgdheid is over het klimaat in Nederland en de wijze waarop islamitische allochtonen (en ook anderen) gewonnen kunnen worden voor de radicale islam. In de stukken komt ook naar voren dat de gemeente een rol heeft waar het gaat om het tegenhouden/tegengaan van radicalisering. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat integratie en activering voor onze samenleving het beste is. Duidelijk is wel dat dit een onderwerp is dat veel tijd zal gaan vragen in 2006.

 

III Ontwikkelingen 2006

In 2006 zullen gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Tevens expireert eind van dat jaar de nota “naar een veiliger Delft” 2003 – 2006. Dit betekent dat in 2006 gewerkt zal moeten worden aan een nieuwe kadernota programma integraal veiligheidsbeleid 2006 – 2010 op basis van het nieuwe college programma  en de zich voordoende problematiek in Delft.

 

IV Personele inzet

Om het programma veiligheid te kunnen uitvoeren is er het volgende beschikbaar aan personele inzet vanuit leefbaarheid:

 

 

Afhankelijk van de collegebesluitvorming, waarvoor een voorstel tegelijk met dit werkprogramma in het college besproken wordt, zal ook de handhavingregisseur hieronder gaan vallen.

Daarnaast is er ondersteuning aan het programma elders uit de gemeente te weten beleidsadviseurs en projectleiders, zoals bij elk project in dit werkprogramma is aangegeven.

Tenslotte zijn er in dit programma een drietal externe projectleiders en andere externe adviseurs betrokken namelijk in het project veilige school, veilig uit en de aanbesteding en uitvoering cameratoezicht.

 

V Financiën 2006 verdeling:

Voor 2006 en volgende jaren er totaal €154.770,- als werkbudget beschikbaar voor veiligheid. Hiervan is in het onderwijsbeleidsplan 32.500 geoormerkt voor de veilige school. Daarnaast is  € 50.000 structureel  voor aanpak van veelplegers/ verslaafden.


 

Bestedingsplan 2006, indicatief

 

Onderwerp

Uitgaven/toezeggingen 2005 stand van zaken 1 november

Budget 2006,

Veiligheid en vrije tijd

20.000

11.000

Alcoholmatiging

-

3500

Veilige school**

31.000

17.500 en 15.000 (dit laatste bedrag mits scholen VO tezamen € 12.000 investeren)

Enge plekken

14.000

15.000

 

 

-

Graffitibeleid/tunnels

15.000

15.000

KVO

5.000

5.000

Stationsgebied

22.000

25.000

Oud en nieuw

28.000 begroot

28.000

Kleinere projecten/onvoorzien

16000

19.000

Subtotaal = exploitatiebegroting

151.000

154.000

 

 

 

Halt*

23.690

23.808

Slachtofferhulp*

31.612

31.770

Bureau discriminatiezaken*

43.000

43.250

Activiteiten kerstweek BWD ivm oud en nieuw*

15.197

15.273

Ambulant jongerenwerker*

50.000

50.250

Veelplegers*

15.000

54.000

subtotaal

 

218.351

 

 

 

totaal

 

372.351

* geoormerkte gelden

** vastgelegd in onderwijsbeleidsplan dat dit uit werkbudget IVB komt

 

Voor de uitvoeringsmaatregelen vanuit Kinderen veiliger door Delft wordt van leefbaarheid een bijdrage gevraagd in 2006.

 

Incidenteel is € 336.135,- excl. BTW voor cameratoezicht stationsgebied beschikbaar.

De uren van handhaving en toezicht die besteed worden in het stationsgebied zijn geoormerkt.

De uren van stadstoezichthouders in 2006 tbv station, oud en nieuw en Delftse Hout, markt, fietsen, zijn niet definitief omdat ook gewerkt wordt aan de uitstroom van de stadstoezichthouders. Instroom van stadstoezichthouders binnen TOR is niet meer mogelijk.

 

Voor Geweld binnenshuis loopt de financiering via beleid en projecten.