HANDHAVINGPROGRAMMA GEMEENTE DELFT

 

 

 

 

2006
Handhavingsprogramma 2006

 

 
Hoofdstuk 1              Inleiding

 

 

In het kader van de handhaving ten behoeve van een veilige en leefbare stad zijn de volgende programma’s en nota’s van belang. Dat betreft:

·       het Handhavingsprogramma

·       het werkplan Integraal Veiligheidsbeleid;

·       het werkplan van de politie

·       de nota Stadsetiquette

Het handhavingsprogramma kan gedeeltelijk - met name wat betreft het onderdeel openbare ruimte – worden gezien als verdere uitwerking en onderdeel van het integraal veiligheidsbeleid. De prioriteiten die het bestuur jaarlijks stelt in het handhavingsprogramma vormen de basis voor verdere operationele afstemming in het handhavingsoverleg. 

 

Het handhavingsprogramma 2006 kent geen apart hoofdstuk meer met een evaluatie over 2005. In het kader van de afstemming tussen de verschillende hierboven genoemde stukken zal een verslag over 2005 in het voorjaar van 2006 tot stand komen. Waar nodig en wenselijk zijn leerpunten en ervaringen alvast meegenomen in het programma voor 2006.

 

In hoofdstuk 2 wordt allereerst aandacht besteed aan algemene onderwerpen die voor beide kolommen van belang (kunnen) zijn. Daarbij gaat het zowel over inhoudelijke zaken als over de voorwaarden waaronder programmatisch handhaven kan worden gerealiseerd (onder andere mensen en middelen).

Zoals in 2005 aangegeven worden de handhavingstaken onderverdeeld in twee kolommen: Gebouw en Gebruik en de Openbare Ruimte. In hoofdstuk 3 gaan we in op de kolom Gebouw en Gebruik; voor de disciplines die daarin zijn betrokken, zijn in juli 2003 handhavingsbeleidsplannen tot stand gekomen. De prioriteiten die jaarlijks gesteld worden, komen voort uit deze beleidsplannen.

Hoofdstuk 4 tenslotte heeft betrekking op de Openbare Ruimte. De prioriteiten die daarin worden gesteld, komen voort uit het Integraal Veiligheidsbeleid en uit de dagelijkse praktijk in de wijken.

 


 Hoofdstuk 2    Algemene onderwerpen

 

 

2.1 Belangrijke ontwikkelingen in handhaving en wet- en regelgeving

 

Omgevingsvergunning

De minister van VROM wil een integrale omgevingsvergunning tot stand te brengen. Het gaat om het integreren van een aantal bestaande vergunningstelsels, zoals de bouwvergunning, milieuvergunning en sloopvergunning. Doelstellingen van het verlenen van één geïntegreerde vergunning zijn: reductie van administratieve lasten, betere dienstverlening en kortere procedures. Najaar 2005 is het voorontwerp Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) beschikbaar en is een aantal pilots in diverse gemeenten gestart. Ook met betrekking tot integrale handhaving zal de omgevingsvergunning consequenties geven. Het onderwerp zal in Delft in 2006 nadrukkelijk op de agenda worden geplaatst om na te gaan of en zo ja welke veranderingen in vergunningverlening en toezicht en handhaving wenselijk of noodzakelijk zijn. Vooralsnog lijkt invoering in 2007 niet haalbaar en is de planning inmiddels gericht op invoering in 2008.

 

Gebruiksvergunningen

De minister van VROM wil vanaf 1 januari 2007 een landelijke uniformering van de voorschriften voor het brandveilig gebruik van gebouwen. De voorschriften worden vastgelegd in een Besluit Gebruik Bouwwerken, dat voor alle gemeenten gaat gelden. Ook wil de minister het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is, gaan beperken. Een volgende stap is de gebruikvergunning te integreren in de omgevingsvergunningen. De brandweer van Delft is op 1 januari 2005 gefuseerd met de brandweer van Rijswijk tot brandweer Delft-Rijswijk. Dit betekent dat de brandweer formeel een externe partij is, maar in de praktijk wordt op dezelfde manier in de gemeente samengewerkt. Wel zal, als alle vacatures zijn vervuld, de capaciteit voor handhaving zijn vergroot.

 

Wet handhavingsstructuur

In vervolg op de afsluiting van het landelijke project Professionalisering van de handhaving treedt op 11 november 2005 de Wet handhavingsstructuur in werking alsmede het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer. Genoemde wet draagt de regie over de kwaliteit van de milieuhandhaving van gemeenten en waterschappen op aan de provincies. In het kader van de regierol zal de provincie Zuid-Holland periodiek de kwaliteit van de milieuwethandhaving onderzoeken bij de gemeente. De provincie zal daarbij afstemmen met de VROM-inspectie in het kader van 2e lijns toezicht.

 

Bestuurlijke boete

Dit betreft twee wetsontwerpen namelijk bestuurlijke boete kleine ergernissen en bestuurlijke boete parkeren en stilstaan. De boete kleine ergernissen ook wel boete ongewenst gedrag openbare ruimte (Bogor) genoemd kan gemeenten helpen om beter handhavend op te treden tegen overtredingen die de leefbaarheid in de woonomgeving aantasten. Deze wetsontwerpen liggen momenteel (najaar 2005) bij de 2e kamer. Wanneer het wetsvoorstel bestuurlijke boete parkeren en stilstaan wordt aangenomen, dan is de gemeente verplicht dit in te voeren. Anders ligt dat bij het wetsontwerp “kleine ergernissen”. Hiervoor kan een gemeente de keuze maken dit wel of niet in te voeren.[1] Het college ziet de bestuurlijke boete als een goed middel om bij het handhavingsbeleid in te zetten en wil zodra dat mogelijk is, tot invoer daarvan overgaan. Wel zal voor die tijd nagegaan moeten worden wat invoering betekent voor de personele capaciteit aangezien de gemeente ook verantwoordelijk wordt voor de invoering en de beroep- en bezwaarprocedure; ook is voor de invoering een raadsbesluit nodig.

 

Handhavingsbeleid kinderopvang

Per 1 januari 2005 is de gewijzigde wet Kinderopvang ingevoerd. De gemeente is verantwoordelijk voor het handhavingsbeleid; toezichthouder is de GGD. Onder kinderopvang wordt verstaan het “bedrijfsmatig” verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Hieronder vallen verschillende vormen van kinderopvang, waaronder kinderdagverblijven. Per 1 januari 2006 wordt gestart met het vastgestelde toezicht- en handhavingsbeleid. Het jaar 2005 geldt als overgangsjaar. Naast de GGD als toezichthouder heeft de brandweer een controlerende taak met betrekking tot de gebruiksvergunningen. Rapportage over de resultaten vindt separaat plaats. Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet is de Arbeidsinspectie bevoegd te handhaven en te sanctioneren op het hebben van- en het oefenen met een ontruimingsplan.

 

2.2 Gemeentelijk beleid/onderwerpen

 

Nota zwerfvuil

Sinds 2003 werken wijkhandhavingsteams aan de leefbaarheid in de wijken. Prioriteiten liggen tot nog toe bij grofvuil en de controle van het hondenbeleid. Boetes voor het weggooien van afval op straat zijn in Delft tot nu toe niet gegeven. In het handhavingprogramma 2005 en het plan van aanpak “zwerfvuil dat lossen we op!” wordt aangegeven dat de leefbaarheid in de wijken prioriteit heeft en worden onder meer handhavingactiviteiten genoemd die gericht zijn op het voorkomen van zwerfafval. Voor 2006 staan twee projecten gepland waarvoor subsidie is aangevraagd bij het NOVEM, dat betreft het project afvalbakken in de openbare ruimte “Geen bak te ver, te vol, te vies” en het project handhaving zwerfafval “Delft een schone stad, zonder zwerfvuil doen we dat!” toekomen. In juni 2005 is de nota aanpak zwerfvuil door papierinzameling tot stand gekomen. Recent (najaar 2005) is bekend geworden dat beide subsidieaanvragen toegewezen zijn.

 

Nota stadsetiquette

Naar aanleiding van een motie die in september 2002 is aangenomen in de gemeenteraad is in mei  2005 een voorstel tot nadere invulling besproken in de commissie Leefbaarheid. Doel is om vanuit een centrale boodschap gezamenlijk activiteiten te ontwikkelen die betrekking hebben op het tegengaan van overlast en ongewenst gedrag in de woon- en leefomgeving en op het stimuleren van betrokkenheid en sociale samenhang. Voor 2005 is gekozen voor de thema’s: bevorderen woonplezier; realiseren schonere wijken en het stimuleren van positief gedrag van jongeren in de openbare ruimte en bijdragen aan een positieve beeldvorming van jongeren. De thema’s voor 2006 zijn nog niet vastgesteld. Bij deze activiteiten werkt de gemeente samen met bewoners en bedrijven en met haar partners: de woningcorporaties, de politie, Breed Welzijn Delft, Stichting Ouderenwerk Delft en de scholen. De stadsetiquette fungeert als het ware als paraplu waaronder een breed scala aan activiteiten valt. Vaak betreft het overigens onderwerpen die ook in het kader van handhaving openbare ruimte als prioriteit staan genoemd. Daarom is het streven zoveel mogelijk de activiteiten in het kader van handhaving openbare ruimte en de stadsetiquette - ook voor wat betreft de communicatie -  op elkaar af te stemmen, om daarmee een zo optimaal mogelijk effect te verkrijgen.  

 

Update APV

Met ingang van 1 januari 2005 vindt jaarlijks een update van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) plaats. Op deze manier kan de APV daadwerkelijk ingezet worden als instrument ten behoeve van een veilig en leefbaar Delft. Een van de wijzigingen betreft “plakken  en kladden”. Er vindt een verruiming plaats waardoor per 1 januari 2006 ook de opdrachtgever strafbaar wordt gesteld. 

 

Vrijplaatsen

Voorjaar 2005 is door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie in een brief aan de gemeenten aandacht besteed aan het onderwerp “vrijplaatsen”. Daarmee wordt gedoeld op plaatsen waar sprake is van een ernstig handhavingstekort; zij ontstaan doordat een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd (b.v. omdat er sprake is van een dreigende situatie). Vanuit de landelijke overheid wordt aangedrongen op een integrale aanpak, onder meer op basis van convenanten, waarbij de Belastingdienst ook een initiërende rol kan spelen. Vooralsnog lijken plaatsen zoals hierboven bedoeld, in Delft niet aanwezig; het is echter wel belangrijk de vinger aan de pols te houden, ook ten aanzien van bestaande situaties. Jaarlijks zal aan dit onderwerp aandacht worden besteed en waar nodig keert dit terug in het Handhavingsprogramma. 

 

Communicatie als onderdeel van een naleefstrategie

De communicatie rondom handhaving en stadsetiquette wordt zoveel mogelijk geïntegreerd vanwege samenhang en samenloop van de thema’s. Besloten is dat zoveel mogelijk gewerkt wordt met één centrale slogan en gezamenlijke vormgeving. In 2006 wordt e.e.a. verder uitgewerkt. Op deze manier wordt communicatie nadrukkelijk ingezet als middel om het naleefgedrag positief te beïnvloeden.

 

 

 

 

 

2.3  Programmatisch handhaven – uitwerking en voorwaarden

 

Het Handhavingsprogramma is een uitwerking van het besluit handhaving programmatisch vorm te geven. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag met welke prioriteiten we werken, om het aanbrengen van sturing, om professionalisering, maar natuurlijk ook om vragen naar mensen en middelen.

 

Sturing

In 2005 is een belangrijke slag gemaakt in de aansturing van de handhaving. Handhaving wordt steeds meer gestuurd vanuit de gekozen prioriteiten. De uitwerking daarvan krijgt onder andere vorm in integraal handhavingsoverleg.Ten aanzien van de openbare ruimte is het overleg en de samenwerking met de politie aanzienlijk verbeterd. De ingezette lijnen worden in 2006 voortgezet en  waar nodig verbeterd. In het kader van integrale aansturing wordt overwogen de functie handhavingsregisseur onder te brengen bij de programma Integraal Veiligheidsbeleid. 

 

Professionalisering

Begin 2005 heeft de externe eindmeting van het project Professionalisering van de Handhaving plaatsgevonden. Milieutoezicht en Bodem (Milieu) bleken voor 100% te voldoen. Hoewel het project als zodanig is afgelopen, zijn daarmee de activiteiten niet geëindigd. Deze worden ook in 2006 voortgezet, waar nodig in het opstellen van procedures of werkinstructies of verdere implementatie.

 

Capaciteit

Zoals in het programma van 2005 aangegeven is er – wat de openbare ruimte betreft – een structureel tekort aan handhavingscapaciteit. In 2005 is – min of meer door de nood gedwongen – ervoor gekozen geen specifiek aantal uren aan thema’s te koppelen. Aan de hand van de praktijk wordt in het integraal overleg nagegaan waar, met welke accenten en op welke manier handhaving plaatsvindt. Deze werkwijze wordt vanwege de flexibiliteit die dat met zich meebrengt, gecontinueerd. Niettemin blijft het capaciteitstekort bestaan. Om voldoende effect te bewerkstelligen is een minimum capaciteit nodig. In het kader van de programmabegroting voor 2006 is 3,0 fte extra handhavingscapaciteit toegekend. Het capaciteitsprobleem blijft de komende jaren nadrukkelijk op de agenda staan. Handhavingstaken kunnen niet altijd worden gefinancieerd uit leges of belastingen. Zo bestaat er in Delft bijvoorbeeld geen hondenbelasting, terwijl er wel gehandhaafd moet worden op het vastgestelde hondenbeleid. Aan de door- en uitstroom van stadstoezichthouders (ID-banen) wordt actief gestalte gegeven. Voor 2006 zal de capaciteit van de stadstoezichthouders verminderen tot onder de 2 fte.

 

Middelen bij handhaving – ICT

Binnen de ambtelijke organisatie is men bezig met vraag hoe en op welke manier ICT ingezet kan worden als kwaliteitsverhogend instrument in het kader van effectieve handhaving. Bij Toezicht en Handhaving wordt gewerkt met “handhelds” waaruit informatie kan worden verkregen, bijvoorbeeld over verleende vergunningen, dan wel informatie ingevoerd kan worden (bijvoorbeeld meldingen openbare ruimte). Daarnaast heeft Delft (ICT) een database ontwikkeld waarin gestolen gehandicaptenparkeerkaarten kunnen worden ingevoerd. Deze database zal voor de controleurs op straat inzichtelijk zijn, zodat zij bij het ontdekken van een gestolen kaart direct kunnen reageren. Binnen de kolom Gebouw en Gebruik volgt men de landelijke ontwikkelingen - onder andere bij de vereniging BWT. Een pioniersrol daarin is voor Delft – gezien het capaciteitsbeslag – momenteel niet weggelegd. 

 

Ken- en stuurgetallen

Om het naleefgedrag zo optimaal mogelijk te beïnvloeden is onder meer inzicht nodig in:

·       Aard, omvang en ernst van overtredingen;

·       de effectiviteit van de handhavingsstrategie/aanpak;

·       inzet van middelen in relatie tot overtredingen

Dit onderwerp wordt verder ingevuld in 2006; de informatie kan vervolgens dienen als onderbouwing voor beleidskeuzes en handhavingsstrategie. Overigens verdient het daarbij aanbeveling aandacht te hebben voor alternatieve manieren om naleefgedrag te bevorderen naast het inzetten van toezicht en handhaving.

 

 

Hoofdstuk 3              Gebouw en Gebruik

 

 

3.1      Inleiding

 

Bij het onderdeel Gebouw en Gebruik zijn handhavingstaken van de volgende vakteams betrokken:

a.     Milieutoezicht

b.     Milieu, onderdeel Bodem

c.     Brandweer, m.b.t. gebruiksvergunningen

d.     Bouw- en woningtoezicht

e.     Monumentenzorg en bouwkwaliteit

 

Daarnaast maakt ook de horeca-exploitatievergunning onderdeel uit van de kolom Gebouw en Gebruik. Binnen TOR is daarvoor echter geen handhavingscapaciteit beschikbaar. In juli 2004 zijn door het college de onderliggende handhavingbeleidsplannen van de afzonderlijke vakdisciplines vastgesteld. In deze beleidsplannen zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld; deze prioriteiten komen hieronder in de vorm van concrete doelstellingen voor het jaar 2006 aan de orde.

Per 1 januari 2005 is formeel het project Professionalisering van de Handhaving afgerond. Bij de externe eindmeting ten aanzien van Milieutoezicht en Milieu - onderdeel Bodem – bleek dat zij voor 100% voldeden aan de gestelde kwaliteitscriteria. In 2005 heeft de professionalisering verder zijn beslag gekregen, zo wordt er onder andere meer gewerkt met vastgestelde procedures. In dat kader is ook een integraal handhavingsoverleg Gebouw en Gebruik van start gegaan. Centraal staat onderlinge afstemming en waar mogelijk integrale aanpak.

 

3.2            Milieutoezicht

 

Doelstellingen (algemeen)

De prioriteiten voor 2006 zien er als volgt uit:

·       externe veiligheid; bescherming van burgers en bedrijven tegen gevolgen van calamiteiten; specifiek gaat het hier om het beperken van risico’s als gevolg van activiteiten van bedrijven, doelstelling is het naleefgedrag van bedrijven waar externe veiligheid een rol speelt te verhogen; 

·       naleving van (hinder)voorschriften; bedrijven dienen altijd de milieuvoorschriften na te leven, algemeen doel is het verbeteren van het naleefgedrag. Een bedrijf waar al eerder een overtreding is geconstateerd staat hoger op de lijst van controles dan een bedrijf waar geen overtredingen zijn geconstateerd. 

·       thema’s verruimde reikwijdte; algemene doelstelling is het realiseren van: energiebesparing, drinkwaterbesparing, grondstoffenbesparing en afname van (de gevolgen van) aan- en afvoerbewegingen. Daarnaast worden nog overige thema’s onderscheiden, zoals lucht, afvalwater, bodem, geluid, afval.

Doelstellingen[2] (specifiek) 

De controle frequentie is afhankelijk van het ingeschatte milieurisico; bedrijven waar sprake is van een enig milieurisico worden periodiek gecontroleerd en ook wanneer er sprake is van een klacht.

Controles cat. A

Aantal bedrijven: 2; aantal controles in 2006: 4

Controles cat. B

Aantal bedrijven: 58; aantal controles in 2006: 58

Controles cat. C

Aantal bedrijven: 115; aantal controles in 2006: 58

Controles cat. D

Aantal bedrijven: 328; aantal controles in 2006: 82

Controles cat. E

Aantal bedrijven: 922; aantal controles in 2006: 0

Milieuklachten

Behandelen van 25 milieuklachten over horecabedrijven en 25 milieuklachten over overige bedrijven.

Overig

Uitvoeren van de piketregeling geluidmeten, de jaarlijkse vuurwerkcontroles, de jaarlijkse handhavingsestafette, voortzetten van het aangevangen inventarisatieproject en eventueel branchegewijze of themagewijze preventieve voorlichting.

Regelgeving

Wet Milieubeheer; inclusief uitvoeringsbesluiten zoals het Besluit Horeca; sport- en recreatie-inrichtingen.

Deze uitvoeringsbesluiten worden door de rijksoverheid in 2006/2007 samengevoegd en gemoderniseerd. Voor zover mogelijk zal deze ontwikkeling worden gevolg en zal hierop worden geanticipeerd.

Beleid

Zie Handhavingsbeleidsplan Milieutoezicht; Klimaatbeleidsplan

Handhaving-strategie

Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden.

Voor Milieutoezicht en Bodem is een landelijke handhavingstrategie van kracht; daarnaast geldt voor het gewest Haaglanden een nalevingstrategie.

Capaciteit

Binnen het vakteam milieutoezicht is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken 5300 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 5 milieu-inspecteurs handhaving.

Bijzonderheden

·       In de politie organisatie zijn in 2005 de milieuhandhavingstaken ondergebracht in regionale milieuteams. Voor uitvoering van de piketregeling geluidsmeting blijft lokale ondersteuning door de politie noodzakelijk.

·       Reguliere samenwerking (met politie) bij controles van bedrijven met gevaarlijke stoffen en bij nacontroles.

 

 

3.3      Milieu, onderdeel Bodem

 

In het handhavingsbeleidsplan bodem zijn de volgende prioriteiten vastgesteld:

1. Illegale grondstortingen buiten inrichtingen (zie onder onderdeel Openbare Ruimte)

2. Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT), oude tanks

3. Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en puingranulaat)

4. Grondtransport

5. Saneringen

In 2006 wordt voor de prioriteit saneringen het accent verlegd van de provincie als bevoegd gezag Wet bodembescherming naar de gemeente als bevoegd gezag, voor bodemverontreinigingen binnen inrichtingen. Op basis van de ervaringen in 2005, waarbij een aantal bodemsaneringen binnen inrichtingen is uitgevoerd, is dit punt in dit programma opgenomen.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het Handhavingbeleidsplan voor Bodem.

De door het Landelijk Overleg Milieuzaken (LOM) aangegeven prioriteit “asbest”  wordt actief meegenomen in het Bouwstoffenbesluit.

 

Ondergrondse Tanks

Doelstelling algemeen

In 2005/2006 moeten alle oude particuliere- en een deel van de bedrijventanks welke nog niet voldoen aan het BOOT 1998 alsnog voldoen aan dit besluit.. In 2005  is een project opgestart om de oude ondergrondse tanks te laten voldoen aan het BOOT. Hieraan werken de vakteams Milieutoezicht en Milieu samen.  In 2006 zal het project worden voortgezet en afgerond.

Doelstelling specifiek

Controles BOOT particulieren project: ca. 20  *

Controles BOOT particulieren bedrijven: p.m. (taak Milieutoezicht)

Regelgeving

Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks 1998(afgekort BOOT)

Beleid

Zie handhavingsbeleidsplan Milieutoezicht en Bodem en Handboek Bodem; 

Handhaving-strategie

Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden.

Alle beschikbare instrumenten zoals vermeld in de Kadernota Nalevingsstrategie (vastgesteld door het college december 2004) zullen hierbij worden ingezet. Naast administratieve en veldcontroles zullen voorlichting en communicatie een belangrijke rol spelen.

Capaciteit

Binnen het vakteam Milieu is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken 660 uur beschikbaar. Dit project valt hieronder, voor dit project is 100 uur geraamd.

Bijzonderheden

In 2005 is door het vakteam Milieu een inventarisatie gemaakt van de  tanks die niet voldoen aan het BOOT. In 2006 wordt de werkelijke handhavingsactie uitgevoerd en afgerond.  

Het vakteam Milieutoezicht heeft in 2005 de inventarisatie afgerond en is reeds begonnen met het handhaven van tanks die niet voldoen. In 2006 wordt deze actie vervolgt en afgerond.

 

Grondverzet en Bouwstoffenbesluit

Doelstelling algemeen

De doelstelling van deze prioriteit is het voorkomen van mogelijke (ernstige) bodemverontreiniging en het realiseren van beter naleefgedrag van de voorschriften. In 2006 moet zeker 75% van alle grondtoepassingen voldoen aan de voorschriften

Doelstellingen  specifiek

Voorlichting en communicatie: In 2005 zijn de bodemkwaliteitskaart, het grondstromenplan en het gemeentelijk bodembeleid herzien en vastgesteld. In dit kader zullen de diverse doelgroepen worden voorgelicht.

Meldingen: 65

Controles vrijstellingsregeling grondverzet: 50

Controles bouwstoffenbesluit: 15

Controles bouwstoffenbesluit (administratief): 15

Aandachtspunten voor 2006 :

  • het in 2005 vernieuwde bodembeleid, de bodemkwaliteitskaart en grondstromenplan;
  • grondstromenverhaal binnen grote bouwprojecten (o.a VDD, IKEA). In 2005 zijn hier de eerste ervaringen mee opgedaan. Gezien de complexiteit wordt dit in 2006 nader uitgewerkt;

·        Asbest en grondstromen.

Regelgeving

Vrijstellingsregeling grondverzet en Bouwstoffenbesluit

Beleid

Zie handhavingsbeleidsplan Bodem; Handboek Bodem, Bodemkwaliteitskaart en grondstromenplan.

Handhaving-strategie

Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden.

In 2005 zal naast de reguliere controle (zowel administratief als in het veld) en toezicht ingezet worden op met name voorlichting en communicatie.

 

Communicatie kan bestaan uit vooroverleg over projecten. Er zullen in het kader van voorlichting bijeenkomsten worden georganiseerd en brochures worden ontwikkeld.  Preventieve handhaving draagt veel bij aan een beter naleefgedrag van de doelgroep.

Bij de reguliere controle moet worden opgemerkt dat alle grondwerken op basis van de meldingen minimaal één keer worden gecontroleerd. Steekproefsgewijs worden ook de herkomstlocaties gecontroleerd. Daarnaast worden de kwaliteitsgegevens van grondtoepassingen steekproefsgewijs opgevraagd, dit vormt de administratieve controle. Een belangrijk handvat bij het uitvoeren van de toezichtstaken is de Handhaving- UitvoeringsMethodiek Bouwstoffenbesluit en Grondstromen.

Capaciteit

Binnen het vakteam Milieu is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken 660 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 4 bodemspecialisten handhaving.

Bijzonderheden

-

 

Bodemsanering

Doelstelling algemeen

De provincie is bevoegd gezag Wet bodembescherming. Echter voor nieuwe bodemverontreinigingen die zich voordoen binnen een inrichting waar de gemeente de Wet milieubeheervergunning heeft verleend, geldt dat in dat geval de gemeente het bevoegd gezag is. De gemeente moet er op toezien dat de verontreiniging tot de streefwaarden wordt gesaneerd. In 2005 hebben zich een aantal van dergelijke zaken voorgedaan. De vakteams Milieutoezicht en Milieu dragen hier samen zorg voor.  

Het werk voor Milieu bestaat uit beoordelingen van de onderzoeken, goedkeuring van de saneringsplannen/saneringsevaluatie en uitvoeren van controles tijdens de sanering.

Doelstelling is dat nieuwe bodemverontreinigingen binnen inrichtingen tot de streefwaarden worden gesaneerd.

Doelstellingen  specifiek

Controles van saneringen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is.

Regelgeving

Wet milieubeheer (Wm)en Wet bodembescherming (Wbb)

Beleid

Handhavingsbeleidsplan bodem, Handboek bodem

Handhaving-strategie

Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden.

Alle bodemsaneringen, waarvoor de gemeente bevoegd gezag is, worden minimaal 1 keer gecontroleerd. Er wordt hier nauw samengewerkt met het vakteam Milieutoezicht.

Samenwerking met de provincie Zuid-Holland, bevoegd gezag Wbb, is essentieel, maar afhankelijk van hun bereidwilligheid

Capaciteit

Binnen het vakteam Milieu zijn uren geraamd voor de advisering voor het vakteam Milieutoezicht op bodemgebied.

Bijzonderheden

-

 

 

3.4      Gebruiksvergunningen (Brandweer/Sector Veiligheid)

 

Gebruiksvergunningen

Doelstelling algemeen

Eind 2005 zijn alle gebruiksvergunningplichtige gebouwen in de categorie 1, 2 en 3 voorzien van een gebruiksvergunning[3]. Ook is een nieuwe inventarisatie gemaakt van de categorie 4 gebouwen die nog niet over een vergunning beschikt. De categorie 4 bedrijven zijn niet als prioriteit aangegeven door de commissie Alders voor de verlening van een gebruiksvergunning. Het ministerie van VROM wil vanaf 2007 een landelijke uniformering van de vergunningen en een beperking van het aantal vergunningplichtige gebouwen. In dat licht zal worden bezien of de nog niet verleende vergunningen in de categorie 4 in 2006 al dan niet verleend zullen worden. Alle in het verleden afgegeven vergunningen zijn of worden in 2005 en 2006 gecontroleerd en waar nodig wordt handhavend opgetreden. Dit zal geen eenmalige actie zijn. Alle gebruiksvergunningen zullen minimaal één maal per jaar op de brandveiligheid worden gecontroleerd waarbij met name de horeca, zorggebouwen en kinderdagverblijven meerdere malen door de brandweer worden bezocht. Voor de feestdagen in 2005 zijn alle horeca-inrichtingen door de brandweer bezocht.

Doelstellingen  specifiek

Met de jaarlijkse controle op de naleving van de brandveiligheidseisen is de verwachting dat de ondernemer op termijn veiligheidsbewuster zal worden. 

Kinderdagverblijven

De kinderdagverblijven zullen jaarlijks meerdere malen door de brandweer worden bezocht. In 2005 beschikken alle bij de brandweer bekende kinderdagverblijven over een gebruiksvergunning. De huidige Delftse peuterspeelzalen zijn alle gebruiksvergunningplichtig en beschikken op dit moment (november 2005) over een gebruiksvergunning. Deze worden jaarlijks bezocht (hier wordt niet geslapen).

Tijdelijke gebruiksvergunning

Voor evenementen waarbij grotere hoeveelheden personen wordt verwacht dient  een gebruiksvergunning voor een tijdelijk bouwsel te worden verleend indien er tenten worden gebruikt waarin meer dan 50 personen in kunnen en mogen verblijven.

Vuurwerkcontrole

Zowel voor als tijdens de verkoop van oud- en nieuw vuurwerk zal de brandweer, samen met milieu en politie de vuurwerkverkoopplaatsen controleren op de afgegeven vergunning. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de soort, hoeveelheid en wijze van opslag.

Controle rondom feestdagen

Voor het eind van het jaar en ruim voor de feestdagen zullen alle horecagebruiksvergunningen worden gecontroleerd. Tevens zal voorlichting worden gegeven over de nog aan te brengen versieringen en waar nodig zal handhavend worden opgetreden.

Regelgeving

Gemeentelijke Bouwverordening, Het Bouwbesluit, De Brandbeveiligingsverordening, regelgeving t.a.v. het gemeentelijke beleid betreffende hoogbouw en bestaande bouw en het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (integrale handhaving met arbeidsinspectie, provinciale vergunningverlener en andere partners).

Handhaving-strategie

Overeenkomstig het prevap (preventie activiteitenplan) dat in 1993 is ontwikkeld en vastgesteld.

Capaciteit

5,5 fte in totaal voor Delft en Rijswijk

Nieuwe ondernemers

Alle nieuwe ondernemers die een inrichting hebben die gebruiksvergunningplichtig is, zullen worden voorzien van een vergunning. Hierdoor zal de achterstand in het verlenen van gebruiksvergunningen niet verder uitlopen.

Categorie 1

 

Bezoekfrequentie: Horeca, zorginstellingen en kindedagverblijven tweemaal per jaar, overige inrichtingen eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal handhavend worden opgetreden.

Categorie 2

Bezoekfrequentie: Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal handhavend worden opgetreden.

Categorie 3

Bezoekfrequentie: Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal handhavend worden opgetreden.

Categorie 4

Bezoekfrequentie: Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal handhavend worden opgetreden.

 

 

 

3.5      Bouw- en Woningtoezicht

 

De prioriteiten zijn vastgesteld in het  Handhavingsbeleidsplan Bouw- en Woningtoezicht (juli 2004).

Ten opzichte van 2005 wordt in 2006 meer prioriteit gelegd bij handhaving bestemmingsplannen. In 2005 is een start gemaakt met het aanschrijfbeleid slechte panden.                   

 

Prioriteit op basis van risico

Doelstelling algemeen

1.               realisatie bouwwerk in afwijking van de vergunning;

2.               niet voldoen aan vereiste bestaande bouw;

3.               realisatie verbouw zonder vereiste vergunning;

4.               vergunningsvrij bouwen in afwijking bouwbesluit;

5.               slopen in afwijking van vergunning;

6.               gebruik in strijd met bestemmingsplan;

7.               slopen zonder vergunning

8.               realisatie bouwwerk in afwijking van de vergunning nieuwbouw;

9.               realisatie bouwwerk in afwijking van de vergunning verbouw

Doelstellingen  specifiek

Programmatisch handelen bij handhaving temmingsplanouwbesluit;eest mijn mail te bekijken.

bij sloop- nieuw- verbouw van gebouwen met de functie “nachtverblijf”, zoals woningen, hotels, ziekenhuizen, enz., en bij gebruik bedrijventerreinen.

Controle reguliere bouwvergunning

Raming aantal af te geven vergunningen :  300

Aantal controles: 900

bezoekfrequentie: gem.  3 per aanvraag 

Controle lichte bouwvergunning / vergunningvrij

Raming aantal af te geven vergunningen : 100

Aantal controles: : 150

bezoekfrequentie : 1,5 per aanvraag

Controle sloopvergunningen

Raming aantal af te geven vergunningen : 60

Aantal controles: : 150

bezoekfrequentie : 2,5 per aanvraag

Controle vergunningsvrij

Aantal controles: : 50

bezoekfrequentie : 1

Regelgeving

Woningwet; Bouwbesluit: Gemeentelijke Bouwverordening; WRO; APV

Beleid

Handhavingsbeleid Bouw- en Woningtoezicht

Handhaving-strategie

Idem

Capaciteit

2,5 fte

Bijzonderheden

.

 

Prioriteit op basis van gemeentelijk beleid

Doelstelling algemeen

1                gebruik in strijd met bestemmingsplan binnenstad

2                niet voldoen aan redelijke eisen welstand met name in de binnenstad;

3                reclame-uitingen in de binnenstad

4                slechte panden binnenstad

5                onderzoek hotels

Doelstellingen  specifiek

Alle gebouwen en gebouwtypen, detailhandel. 

Controle FLS

Raming aantal af te geven vergunningen:  25

Aantal controles: 25 en 1* programmatisch jks vergunningen jaarlijks gehele binnenstad

bezoekfrequentie:   25 + 1

Controle reclame en welstand

Aantal controles: op basis van exces

bezoekfrequentie: jaarlijks

Programma slechte panden

Aantal controles: 20

bezoekfrequentie: 3 jarig program

Onderzoek hotels

Aantal controles: 20

bezoekfrequentie: 1 jarig program in samenwerking met brandweer

Regelgeving

WRO; WW; Bouwbesluit; Bouwverordening.

Beleid

Welstandsbeleid; reclamebeleid

Handhaving-strategie

Idem

Capaciteit

0,15 fte

Bijzonderheden

.

 

 

Prioriteit op basis van handhaving bestemmingsplannen

Doelstelling algemeen

Controle op gebruik en illegale bouw

Doelstellingen  specifiek

Handhaven van de (recent) vastgestelde bestemmingsplannen op gebruik en illegale bouw woningbouw,  kantoor en bedrijven

Controle binnengebieden binnenstad

aantal controles: 1 * per jaar

bezoekfrequentie: 1 * 

Controle  vastgestelde bestemmingsplannen

Aantal controles: afhankelijk van handhavingsopgaaf bestemmingsplannenleir toezicht

bezoekfrequentie: n.b.

Reguliere controle bestemmingsplannen

Aantal controles: gedurende het gehele jaar bij regulier toezicht

bezoekfrequentie: 1 * per maand

Inhaalslag actualiseren bestemmingsplannen

Aantal controles: 5 bestemmingsplangebieden onderzoeken

bezoekfrequentie: 1 * per maand

Programmatisch controle delftechpark

Aantal controles:        1

bezoekfrequentie        1

Regelgeving

Bestemmingsplan binnenstad; overige bestemmingsplannen

Beleid

Handhavingsbeleid BWT

Handhaving-strategie

Idem

Capaciteit

0,25 fte

Bijzonderheden

.

 

 

 

3.6      Monumentenzorg en Bouwkwaliteit

 

Prioriteit 1: slopen of (ver)bouwen zonder vergunning

Doelstelling algemeen

Controle op slopen of (ver)bouwen zonder monumentenvergunning

Doelstellingen  specifiek

4 controlerondes langs alle 1400 monumenten; controle op alles wat vanaf de openbare weg zichtbaar is.

Regelgeving

Monumentenwet 1988

Handhaving-strategie

Nalevingsstrategie Gemeente Delft (3 staps handhaving), tenzij er sprake is van sloop. In dat geval wordt als gevolg van het onomkeerbare van de situatie, overgegaan tot 1-staps handhaving (stilleggen).

Capaciteit

130 uur

Bijzonderheden

Elke wijziging van de regelgeving wordt actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het Cultuurhistorische Bulletin Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle rijks- en gemeentelijke monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden.

 

Prioriteit 2: slopen of (ver)bouwen in afwijking van vergunning

Doelstelling algemeen

Controle op slopen of (ver)bouwen in afwijking van monumentenvergunning

Doelstellingen  specifiek

100 controles van ca. 50 monumentenvergunningen (norm is minimaal 2 controles per monumentenvergunning)

Regelgeving

Monumentenwet 1988

Handhaving-strategie

Nalevingsstrategie Gemeente Delft (3 staps handhaving), tenzij er sprake is van sloop. In dat geval wordt als gevolg van het onomkeerbare van de situatie, overgegaan tot 1-staps handhaving (stilleggen).

Capaciteit

800 uur

Bijzonderheden

Elke wijziging van de regelgeving wordt actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het Cultuurhistorische Bulletin Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle rijks- en gemeentelijke monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden.

 

Prioriteit 3: Gevelreclames 

Doelstelling algemeen

Continueren van het in 2005 ingezette beleid voor gevelreclames

Doelstellingen  specifiek

240 controles;  alleen de gewijzigde en nieuwe gevelreclames

50 aanschrijvingen met afwijkingen van gestelde eisen

24 handhavingsgevallen

Regelgeving

Reclameverordening, welstandsnota en handhavingsbeleid gevelreclame

Beleid

Nota gevelreclame

Handhaving-strategie

De ondernemers zijn in 2005 geïnformeerd over het nieuwe beleid en op de hoogte gebracht van het feit of hun reclame wel of niet aan de regels voldoet. De welstandsregels voor gevelreclame zijn op internet beschikbaar. Indien reclames na 1/1/2005 worden aangebracht of worden gewijzigd, zullen ze aan de gestelde eisen moeten voldoen. Door Toezicht en Handhaving wordt een jaarlijkse controleronde uitgevoerd; de resultaten worden doorgegeven aan vakteam MBK. Afwijkingen zullen worden gehandhaafd.

Capaciteit

840 uur

Bijzonderheden

-

 

 

3.7      Integrale aanpak

 

 

Onderwerp/thema

Betrokken vakteams / externe partners

Doelstelling/ Handhavingsstrategie

Toelichting

Handhavingsestafette

Milieutoezicht; Milieu; Stadsgewest Haaglanden; Provincie ZH

Initiatief ligt bij provincie ZH met ondersteuning stadsgewest. Precieze invulling afhankelijk van thema

Jaarlijks gebeuren waarbij in overleg met de partners het thema wordt vastgesteld

Bedrijvenparkje naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed

Milieutoezicht

Bouw- en Woningtoezicht

 -

-

Hotels

Bouw- en Woningtoezicht

Brandweer

Check op brandveiligheid van vooral oudere hotels

-

Transport van grond en bodemsaneringen. 

Milieu (Bodem);  Provincie;

Afstemming met provincie als bevoegd gezag.

Provincie is bevoegd gezag.

Vrijstellingsregeling Grondverzet; Bouwstoffenbesluit en storten buiten inrichtingen

Milieu (Bodem) Regionaal milieuteam politie; Hoogheemraadschap Delfland; Provincie ZH

Bijdrage aan ketenhandhaving grondstromen

-

Horeca controles

Brandweer; BWT; Milieutoezicht

Waar mogelijk integrale controles houden

Voor 2006 worden van tevoren geen controles gepland op een bepaalde plek; de vakteams informeren elkaar over hun planning; waar mogelijk wordt integraal gecontroleerd. 

Vuurwerkcontroles

Brandweer, Politie, Milieutoezicht

Controles rondom de feestdagen aan het einde van het jaar

-


 

Hoofdstuk 4              Openbare Ruimte

 

 

4.1      Inleiding  

In 2005 is het integraal handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHOR) opgestart. Integraal in de zin van:

·       meerdere handhavingsdisciplines: Handhaving en Toezicht (TOR); Reiniging; Politie;

·       beleid (wijkzaken; veiligheid) en uitvoering

Dit heeft geleid tot een aantal verbeterpunten en scherpere inzichten, zodat efficiency en effectiviteit van handhaving worden verbeterd. Daarbij is te noemen:

·       het belang van het accent op pro-actief en preventief werken: daarbij gaat het om:

o      bekendheid van regels (informatie, communicatie)

o      acceptatie van regels (aangeven waarom en wat het belang is)

o      burgers in staat te stellen regels na te leven (toegankelijkheid gemeente b.v. via internet en centrale telefoonnummers (Meldpunt openbare ruimte; fietsstallingen).

·       samenwerken: door gezamenlijk en gericht optreden van politie en gemeente kan het effect vergroot worden, bijvoorbeeld met betrekking tot parkeeroverlast;

·       het leveren van maatwerk: bij de wijkhandhaving kunnen accenten verschillen, afhankelijk van de klachten en problemen binnen een specifieke wijk;

·       zo slim mogelijk handhaven: naarmate we beter inzicht hebben in naleefgedrag kan handhavingscapaciteit effectiever worden ingezet. Daarbij gaat het om: frequentie, tijdstippen, samenwerking en afstemming.

 

4.2      Aanpak 2006

Voor 2006 wordt handhaving in de openbare ruimte via de hierboven geschetste lijnen verder voortgezet, uitgebouwd en waar nodig verbeterd. Veel raakvlakken zijn er met het thema stadsetiquette. Toezicht en handhaving maken deel uit van het bevorderen van naleefgedrag: als burgers regels naleven - omdat ze zelf daarvan de voordelen inzien - is dat van invloed op de benodigde handhavingsinzet. In 2006 komt daarnaast meer nadruk te liggen op de samenwerking met externe partners/partijen. Met de politie vindt al de nodige afstemming plaats; daarnaast spelen bijvoorbeeld woningbouwcorporaties een belangrijke rol bij een veilige en leefbare stad. Ook wordt nagegaan hoe bewoners betrokken kunnen worden bij het verhogen van naleefgedrag en zijn bewoners (grotendeels) bepalend voor accenten die gelegd zouden moeten worden in de handhaving (wijkprioriteiten).

 

De aanpak op de gekozen prioriteiten vindt op twee manieren plaats:

-        via de wijkhandhaving;

-        op basis van gerichte acties

Hier gaat hier om de zogenaamde “vrij inzetbare”  handhavingscapaciteit. Daarnaast is er zogenoemde geoormerkte capaciteit, deze is gekoppeld aan specifieke prioriteiten (zie onder 4.3). De inzet en aanpak wordt besproken in het IHOR; daarbij zijn de signalen van bewoners en professionals van groot belang. 

 

Wijkhandhaving

Door middel van wijkhandhavingsteams wordt gewerkt aan het tegengaan van overlast in de wijken. De handhavingsteams bestaan uit reinigingsinspecteurs en medewerkers van Handhaving en Toezicht, zowel stadstoezichthouders en/of controleurs openbare ruimte. Van belang is vooral de zichtbaarheid van de activiteiten van de wijkhandhavingsteams in de wijk. Deze teams richten zich op de prioriteiten zoals in dit programma aangegeven, i.c.:

·       zwerfafval

·       grofvuil aanbiedingen/verkeerd aangeboden afval

·       parkeerexcessen (Wet Mulder en APV);

·       overlast veroorzaakt door honden;

·        fietswrakken, weesfietsen, fout geparkeerde fietsen

·        winkelwagens

·        illegaal plakken

Bij de aanpak van rondzwervende winkelwagens zijn afspraken gemaakt met een bedrijf. Voor de fietswrakken en -wezen zijn afspraken gemaakt met het Kringloopbedrijf (zie verder onder het thema fietsoverlast). Per 1 januari 2006 wordt in de APV het artikel m.b.t. illegaal plakken uitgebreid, zodat ook de opdrachtgever aangepakt kan worden. In 2006 wordt nagegaan hoe dit verder ingevuld kan worden.

Voorts zal in het IHOR (Integraal Handhavingsoverleg) gesproken worden over een aanpak van scooters en brommers in het autoluwe gebied (hier zijn alleen fietsers toegestaan). Dat betreft zowel een feitelijke invulling op basis van mogelijkheden (b.v. kentekenregistratie) - mede in het licht van de invoering van de bestuurlijke boete - alsook een planning, mede in verband met capaciteit.

 

Gerichte acties

Naast een meer reguliere inzet van de wijkhandhavingsteams is gebleken dat het heel effectief is om op enig moment gerichte acties te houden op een specifiek thema. Zo is er in 2005 een gerichte actie geweest in de binnenstad ten aanzien van het op verkeerde tijden aanbieden van grof vuil. Dergelijke acties kunnen vergezeld gaan van een communicatietraject en leveren de nodige resultaten op wat betreft een beter naleefgedrag. Gerichte acties kunnen afzonderlijk worden ingevuld door Handhaving en Toezicht of door de reinigingsinspectie, danwel in afstemming tussen gemeente en politie.

 

4.3 Capaciteit

Vrij inzetbare capaciteit

Handhavingstaken Openbare Ruimte worden binnen de ambtelijke organisatie uitgevoerd door het vakteam Handhaving en Toezicht (sector Toezicht Openbare Ruimte, Publiekszaken) en de Reiniging (onderdeel van Wijk- en Stadszaken). Bij het vakteam Handhaving en Toezicht (TOR) is voor 2006 feitelijk 1,89 fte + 3,0 fte extra toegekende capaciteit beschikbaar aan “vrij in te zetten” capaciteit van controleurs openbare ruimte. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven vindt in 2006 verdere vermindering plaats van stadstoezichthouders (I/D banen). Bij het vakteam Reiniging is 3,43 fte reinigingsinspecteur beschikbaar, alsmede 1,0 fte tijdelijke formatie (tot medio 2006) voor toezicht en handhaving van het nieuwe grofvuilbeleid. De reinigingsinspecteurs en de controleurs openbare ruimte zijn zowel toezichthouder op grond van de Awb als BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar). 

 

Er wordt zo flexibel mogelijk omgegaan met de inzet van de beschikbare capaciteit. Dat betekent dat gedurende het gehele jaar 2006 een basis-inzet gedaan wordt op de thema’s die hieronder als prioriteit staan aangegeven. De mate van inzet verschuift echter binnen het jaar. Deze accentverschuiving houdt verband met het plaatsvinden van bepaalde gebeurtenissen (b.v. evenementen) of is meer seizoengebonden (zoals toezicht in de Delftse Hout). 

 

Geoormerkte capaciteit

Met betrekking tot een aantal handhavingstaken is sprake van geoormerkte capaciteit; d.w.z. dat op grond van beleid besloten is tot een bepaalde inzet m.b.t. handhaving. Dat is het geval bij:

-        aanhangwagens, recreatievoertuigen en wrakken (1,0 fte);

-        parkeerbeleid (fiscaal 21 fte en wet Mulder 5,16 fte)

Deze capaciteit  is niet inzetbaar op andere handhavingsprioriteiten.

Specifiek voor het grofvuilbeleid is tot medio 2006 1 fte extra capaciteit beschikbaar voor handhaving van het grofvuilbeleid. In feite is het grootste deel van de capaciteit van de reinigingsinspecteurs geoormerkt voor de handhaving van de afvalstoffenverordening. Ten behoeve van handhaving fietsparkeren binnenstad is het eerste halfjaar 2006 extra capaciteit beschikbaar. 

 

Handhavingsfuncties

Zowel bij Handhaving en Toezicht als bij de Reiniging vindt een ontwikkeling plaats in de handhavingsfuncties. Bij de Reiniging vindt een accentverschuiving plaats van preventieve handhaving (communiceren en informeren) naar meer repressieve handhaving. Bij zowel Toezicht en Handhaving als Reiniging is het de bedoeling de functies “inspecteur” of “controleur” allround te maken en daaraan specialisaties toe te voegen.  

 

4.4      Prioriteiten 

In 2006 worden de prioriteiten van 2005 gecontinueerd; nu 3,0 fte extra capaciteit beschikbaar komt zal (afhankelijk ook van de totale netto capaciteit i.v.m. de ontwikkelingen bij de stadstoezichthouders)  er meer accent worden gelegd op:

·       hondenbeleid; door capaciteitsgebrek was de inzet in 2005 op dit thema beperkt; het lijkt nodig dit hoe dan ook te versterken; 

·       fiets overlast in de binnenstad en bij Station Zuid; najaar 2005 wordt meer stallinggelegenheid gerealiseerd; daardoor zijn de voorwaarden gecreëerd voor een meer intensieve handhaving;

·       Delftse Hout: de inzet was in 2005 door capaciteitsgebrek zeer beperkt; meer inzet is nodig en een meer gestructureerde benadering, gekoppeld aan een beheersplan Delftse Hout

 

 

Hondenbeleid

Doelstelling

Verbeteren huidige situatie rond hondenpoep en aanlijngebod honden.

Regelgeving

APV, art. 2.3.14 en 2.3.15 en bijbehorende 2e, 3e en  8e uitvoeringsbesluit

Beleid

Is verwoord d.m.v. APV artikelen en in beleidsnotities.

Naleef/handhavings-strategie

Vanaf januari 2005 is gestart met een hernieuwde aanpak van de hondenbeleid. Bij deze vorm van handhaving ligt het voor de hand dat bij een geconstateerde overtreding direct een boete wordt uitgedeeld; er wordt dan een proces-verbaal  uitgeschreven van  € 30,-. Inmiddels bestaat meer inzicht in het naleefgedrag, zodat toezicht en handhaving zo gericht mogelijk op deze hotspots ingezet kunnen worden. De controleteams bestaan uit een combinatie van reinigingsinspecteurs en stadstoezichthouders.

 

Afval

Doelstelling

Verminderen van overlast en vergroten van leefbaarheid. Betreft:

-        op verkeerde tijden en plaatsen aanbieden huisvuil en bedrijfsafval;

-        verminderen van zwerfvuil

-        verminderen van verkeerd aangeboden of niet aangemeld grofvuil.

Regelgeving

Afvalstoffenverordening

Beleid

Grofvuilbeleid.

Handhaving-strategie

Het grofvuilbeleid is vanaf 2004 gewijzigd. Dit betekent dat bewoners grof-afval vooraf telefonisch aan moeten melden waarna er een afspraak wordt gemaakt wanneer dit afval wordt ingezameld. Handhaving bestaat uit het opsporen van grof-afval dat niet is aangemeld. Van dit afval wordt middels het instellen van een buurtonderzoek de herkomst achterhaald waarna er een sanctie wordt opgelegd. De burgers dienen de opruimkosten zelf te betalen (civielrechtelijke overeenkomst); bij recidive wordt er strafrechtelijk opgetreden waarbij het sanctiebedrag € 50,- is.

Het aanbieden van overig huishoudelijk afval is met name een probleem bij wijkverzamelcontainers. In 2006 wordt meer accent gelegd op het op verkeerde tijden buiten zetten/buiten laten staan van bedrijfsafvalcontainers.

Indien geconstateerd wordt dat er zwerfafval wordt weggegooid worden burgers hierop aangesproken. In individuele gevallen kan het mogelijk zijn dat hiervoor een sanctie wordt opgelegd. Dit wordt strafrechtelijk gehandhaafd, de boete is € 50,-. 

 

Fietsen 

Doelstelling

Verminderen van overlast en vergroten leefbaarheid. Betreft:

-        verkeerd geparkeerde fietsen

-        fietswrakken

-        weesfietsen

Regelgeving

APV, art. 2.3.10; 5.1.6 en daarbij behorend 11e uitvoeringsbesluit; wegenverkeerswet en RVV. Nota fietsparkeren Binnenstad

Beleid

Zoals verwoord in betreffende APV artikelen

Handhaving-strategie

Met name het aangewezen gebied station vrijhouden van wrakken en weesfietsen, en verkeerd geparkeerde fietsen. Per 2006 komen daar bij specifieke locaties in de binnenstad en bij Station Zuid. Najaar 2005 is voorzien in extra stallingmogelijkheden in de binnenstad. Bij handhaven op buiten de rekken geparkeerde fietsen wordt een korte begunstigingstermijn in acht genomen, tenzij er sprake is van vereiste spoed (bijvoorbeeld veiligheidsrisico’s)

Verkeerd geparkeerde fietsen worden voorzien van stickers en afgevoerd door het Kringloopbedrijf, waar de eigenaar de fiets kan ophalen. Datzelfde gebeurt met wrakken en weesfietsen. Wanneer een fiets na 3 maanden niet bij het Kringloopbedrijf is opgehaald, worden de fietsen verscheept naar Afrika.

Bijzonderheden

Najaar 2005 zijn in de binnenstad extra stallingsmogelijkheden gecreëerd. Voor het eerste halfjaar 2006 is extra handhavingscapaciteit beschikbaar gesteld. Deze extra capaciteit t.b.v. de binnenstad wordt gefinancierd uit het Parkeerfonds. Voor deze handhavingstaken moet nog structurele dekking worden gevonden.

 

 

 

 

Stationsgebied  

Doelstelling

Vergroten leefbaarheid en veiligheidsgevoel rondom station Delft.

Regelgeving

Met name diverse APV artikelen, waaronder art. 5.1.6. en bijbehorend 11e uitvoeringsbesluit

Beleid

Beleid diverse onderdelen is vastgelegd in de nota’s “Integraal Veiligheidsbeleid” en “Veilig verkeren op en rond Station Delft”; aanpak maakt deel uit van het programma Veiligheid.

Naleef/handhaving-

strategie

In samenwerking met onder andere de politie, Nederlandse Spoorwegen en de Spoorwegpolitie wordt getracht om de leefbaarheid en het veiligheid gevoel in en rond het station te vergroten. De samenwerking krijgt vorm in het afsluiten van convenanten met de diverse externe partners. De inzet is gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel en het signaleren van alle vormen van overlast en criminaliteit en de aanpak daarvan. Aanpak van fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken.

Bijzonderheden

Zie ook onder onderwerp Fietsen. De afspraak tot aanpak Stationsgebied komt voort uit prioriteitstelling in de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV)

 

Aanhangwagens, recreatievoertuigen en wrakken

Doelstelling algemeen

Het leefbaar houden van de openbare ruimte d.m.v. verwijderen van ongebruikte voertuigen. 

Regelgeving

APV, nota aanhangers recreatievoertuigen, wegsleepverordening.

Beleid

Aanhangers/ recreatievoertuigen mogen maximaal 3 dagen op de openbare weg staan. Wrakken worden gemeld, binnen 3 dagen wordt schouw gehouden. Indien van toepassing en niet door de eigenaar geregeld, worden ze binnen een week verwijderd. Wrakken worden vernietigd. Aanhangers en recreatievoertuigen worden tijdelijk opgeslagen indien de waarde boven de kosten uitstijgt. Als dit niet zo is wordt na taxatie, deze via de Domeinen verkocht (onderdeel Ministerie van Financiën). De kosten van de opslag komen voor rekening van de gemeente, evenals de kosten van wegslepen en transport. Zodra de genoemde kosten hoger zijn dan de waarde van het voertuig wordt er vernietigd. De Gemeente is overigens actief in het zoeken naar de eigenaar. 

Handhaving-strategie

Actief door heel Delft met als ondergrond een wijkgerichte aanpak. Is ook opgenomen als deelthema bij de aanpak door de wijkhandhavingsteams (zie wijkhandhaving). De stadstoezichthouders hebben tijdens de rondes van de wijkhandhavingsteams een signalerende rol.

Bijzonderheden

Thema : ‘”de openbare ruimte is geen opslagplaats”. De laatste 6 weken van het jaar wordt heel actief op incidenten en brandgevaarlijke wrakken gestuurd. 1 van de controleurs openbare ruimte is specifiek belast met dit onderdeel.

 

Schie-oevers

Doelstelling

In 2003 is een start gemaakt met een integrale aanpak van dit gebied waar voornamelijk bedrijven zijn gevestigd. In dit gebied was al vele jaren sprake van o.a. vervuiling van de openbare ruimte door wrakken, allerlei materialen van omliggende bedrijven en  parkeerexcessen.

Regelgeving

Divers, APV artikelen; Vakteams als BWT, Brandweer en Milieutoezicht treden hier ook op met de ‘eigen’ regelgeving als basis. Hun bemoeienis betreft doorgaans niet de openbare ruimte.

Beleid

Projectaanpak Schieoevers.

Handhaving-strategie

Op dit moment is de aandacht er met name op gericht om de inmiddels bereikte situatie in stand te houden. In dat kader vindt welhaast elke dag een korte controle plaats.

Bijzonderheden

-

 

Specifieke locaties en onderwerpen

Doelstelling

Uitoefenen van extra toezicht in wijken, gebieden of straten die extra aandacht behoeven teneinde leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Resultaat moet meetbaar zijn in het verkleinen van overlast en/of vermindering van het aantal klachten. Een voorbeeld van een specifieke inzet is bij Oud en Nieuw. 

Regelgeving

Divers, afhankelijk van specifieke problematiek, kan zijn APV, Wet milieubeheer; Afvalstoffenverordening 

Beleid

Prioriteiten kunnen worden bepaald door de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV), Service Centrum Bedrijven, wijkcoördinatieteams (WCT) en het Integraal Handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHO OR). In de SIV, de WCT’s en het IHOR, staat een integrale aanpak voorop; ook de politie is daarin vertegenwoordigd. Signalen van bewoners, bewonersorganisaties en bedrijven vormen hierbij een belangrijk vertrekpunt.

Handhaving-strategie

De aanpak is gerelateerd aan het onderwerp. Zie voor aanpak Oud en Nieuw het werkplan IVB 

Bijzonderheden

-

 

Parkeerbeleid 

Doelstelling

Handhaving parkeerproblematiek in de gereguleerde gebieden van Delft. In de parkeernota van november 2004 wordt als doelstelling geformuleerd aantal procesverbalen in 2006: 32.000 (in 2004: 22.000).

Regelgeving

Wet Mulder

Gemeentelijke regelgeving

Beleid

Parkeerverordening. Parkeerbelastingverordening.Verordening autoluw-plus. APV

Handhaving-strategie

Overtredingen worden bekeurd. Bij wijkhandhaving kan gekozen worden voor specifieke aanpak van parkeerexcessen. Communicatie bij een dergelijke aanpak is erg belangrijk.

Capaciteit

Fiscaal 21 fte en wet Mulder 5,16 fte

Bijzonderheden

De vraag wordt groter om ook het foutparkeren (Mulderfeiten) buiten de gereguleerde gebieden te gaan handhaven. Hiervoor is echter geen capaciteit beschikbaar. Vooralsnog wordt hier middels de wijkhandhaving in voorzien.

 

Illegale grondstortingen 

Doelstelling

 Het voorkomen van illegale stortingen en het realiseren van een beter naleefgedrag.

Regelgeving

O.a. Wet milieubeheer, Bouwstoffenbesluit

Beleid

Handhaving landelijke regelgeving

Handhaving-strategie

Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden Gezien de samenhang met andere wet- en regelgeving, zoals het Bouwstoffenbesluit, kunnen de hierbij ingezette instrumenten als voorlichting preventief bijdragen aan het voorkomen van illegale grondstortingen. Daarnaast wordt als zich illegale stortingen buiten inrichtingen voordoen hierop actief gehandhaafd.

Capaciteit

Eerst verantwoordelijke is vakteam Milieu, onderdeel Bodem. In samenwerking met Reiniging, Milieutoezicht en Provincie Zuid-Holland.

Binnen het vakteam Milieu is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken 660 uur beschikbaar.

Bijzonderheden

-

 

Evenementen

Doelstelling

Tweeledig:

·       Surveilleren tijdens evenementen in kader van veiligheid en leefbaarheid,  zoals Mooi Weer spelen, Africa festival en Jazz en Blues festival.

·       Toezicht en controle op naleving verstrekte vergunningen

Regelgeving

APV, art. 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.3 evenementen

Beleid

Het vergunningensysteem is neergelegd in de APV. Per 1 januari 2005 wordt in Delft gewerkt met een vergunningensysteem in plaats van met een meldingssysteem ten behoeve van evenementen. In verband met de implementatie van beleid zal in 2005 in een aantal gevallen controle plaatsvinden op verstrekte vergunningen.

Handhaving-strategie

In Delft zijn 6 grote evenementen per jaar waar stadstoezicht wordt ingezet om gezamenlijk met de politie te surveilleren. Controle van de verleende evenementenvergunning door TOR vindt plaats door de controleur openbare ruimte.

Bijzonderheden

Implementatie van nieuw beleid

 

Surveilleren in de Binnenstad

Doelstelling

Door aanwezigheid van stadstoezichthouders op straat preventieve werking ten aanzien van mogelijke overtredingen. Het gaat om surveillance in de volgende gebieden:

·       binnenstad overdag

·       binnenstad koopavond

·       marktdagen

Regelgeving

APV diverse artikelen

Beleid

Het algemeen surveilleren komt voort uit de basistaken van de stadstoezichthouders, namelijk het leveren van een bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid door het aanwezig zijn op straat; en het optreden als gastvrouw/gastheer voor burgers en toeristen

Handhaving-strategie

Betreft surveilleren in teams van 2 personen. Overtredingen worden doorgegeven en afgehandeld door de hiertoe bevoegde ambtenaren.

Bijzonderheden

Zie de opmerkingen met betrekking tot capaciteit stadstoezichthouders elders in dit programma.

 

Delftse Hout 

Doelstelling

Verbeteren veiligheid en leefbaarheid

Regelgeving

APV diverse artikelen; milieuregelgeving;

Beleid

De Delftse Hout is met name een gebied van vraagt om een multi-disciplinaire aanpak, ook met externe partners (zoals de provincie). Er zal een adequaat beheersplan voor de Delftse Hout ontwikkeld moeten worden; een van de componenten daarvan is een handhavingsstrategie.

Handhaving-strategie

Sommige bezoekers van de Delftse Hout veroorzaken in toenemende mate (met name bij mooi weer) overlast. Dat kan gaan om: afval, geluidsoverlast, illegale stortingen; hondenoverlast; oneigenlijk gebruik van het water (varen, zwemmen). Gezien het soort problemen is een lik-op-stuk beleid zoveel mogelijk gewenst. Daarnaast is communicatie belangrijk over de spelregels die in de Delftse Hout aan de orde zijn. Inzet zal vooral in de zomermaanden plaatsvinden; inzet is ook afhankelijk van beschikbare capaciteit.

 



[1] Discussie is er momenteel nog bij gemeentes onder andere over de kosten in relatie tot de baten en over de reikwijdte van de lijst “kleine ergernissen”.  In juni is door de VNG een position paper aan de 2e Kamer aangeboden. Landelijke invoering lijkt op dit moment (najaar 2005) niet eerder plaats te vinden dan per 1 januari 2007.

 

[2] Door het vakteam Milieutoezicht is een systematiek ontwikkeld waarbij op grond van een aantal factoren (zoals veiligheidsrisico, ligging van het bedrijf en naleefgedrag) punten worden toegekend. Het aantal punten bepaalt de frequentie van het aantal controles. Er bestaan vijf categorieën: A (risicovol, LPG-stations); B (belangrijk milieurisico, waar onder externe veiligheid; C (verhoogd milieurisico); D (gemiddeld milieurisico) en E (gering milieurisico).

[3] Zie voor de categorie-indeling het Handhavingsbeleidsplan Gebruiksvergunningen, juni 2004