In het kader van de
handhaving ten behoeve van een veilige en leefbare stad zijn de volgende
programma’s en nota’s van belang. Dat betreft:
·
het
Handhavingsprogramma
·
het werkplan
Integraal Veiligheidsbeleid;
·
het werkplan
van de politie
·
de nota
Stadsetiquette
Het
handhavingsprogramma kan gedeeltelijk - met name wat betreft het onderdeel
openbare ruimte – worden gezien als verdere uitwerking en onderdeel van het
integraal veiligheidsbeleid. De prioriteiten die het bestuur jaarlijks stelt in
het handhavingsprogramma vormen de basis voor verdere operationele afstemming
in het handhavingsoverleg.
Het
handhavingsprogramma 2006 kent geen apart hoofdstuk meer met een evaluatie over
2005. In het kader van de afstemming tussen de verschillende hierboven genoemde
stukken zal een verslag over 2005 in het voorjaar van 2006 tot stand komen.
Waar nodig en wenselijk zijn leerpunten en ervaringen alvast meegenomen in het
programma voor 2006.
In hoofdstuk 2
wordt allereerst aandacht besteed aan algemene onderwerpen die voor beide
kolommen van belang (kunnen) zijn. Daarbij gaat het zowel over inhoudelijke
zaken als over de voorwaarden waaronder programmatisch handhaven kan worden
gerealiseerd (onder andere mensen en middelen).
Zoals in 2005
aangegeven worden de handhavingstaken onderverdeeld in twee kolommen: Gebouw en
Gebruik en de Openbare Ruimte. In hoofdstuk 3 gaan we in op de kolom Gebouw en
Gebruik; voor de disciplines die daarin zijn betrokken, zijn in juli 2003
handhavingsbeleidsplannen tot stand gekomen. De prioriteiten die jaarlijks
gesteld worden, komen voort uit deze beleidsplannen.
Hoofdstuk 4
tenslotte heeft betrekking op de Openbare Ruimte. De prioriteiten die daarin
worden gesteld, komen voort uit het Integraal Veiligheidsbeleid en uit de
dagelijkse praktijk in de wijken.
Hoofdstuk 2 Algemene
onderwerpen
2.1 Belangrijke
ontwikkelingen in handhaving en wet- en regelgeving
De minister van
VROM wil een integrale omgevingsvergunning tot stand te brengen. Het gaat om
het integreren van een aantal bestaande vergunningstelsels, zoals de
bouwvergunning, milieuvergunning en sloopvergunning. Doelstellingen van het
verlenen van één geïntegreerde vergunning zijn: reductie van administratieve
lasten, betere dienstverlening en kortere procedures. Najaar 2005 is het
voorontwerp Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) beschikbaar en is een
aantal pilots in diverse gemeenten gestart. Ook met betrekking tot integrale
handhaving zal de omgevingsvergunning consequenties geven. Het onderwerp zal in
Delft in 2006 nadrukkelijk op de agenda worden geplaatst om na te gaan of en zo
ja welke veranderingen in vergunningverlening en toezicht en handhaving
wenselijk of noodzakelijk zijn. Vooralsnog lijkt invoering in 2007 niet
haalbaar en is de planning inmiddels gericht op invoering in 2008.
Gebruiksvergunningen
De minister van
VROM wil vanaf 1 januari 2007 een landelijke uniformering van de voorschriften
voor het brandveilig gebruik van gebouwen. De voorschriften worden vastgelegd
in een Besluit Gebruik Bouwwerken, dat voor alle gemeenten gaat gelden. Ook wil
de minister het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is, gaan
beperken. Een volgende stap is de gebruikvergunning te integreren in de
omgevingsvergunningen. De brandweer van Delft is op 1 januari 2005 gefuseerd
met de brandweer van Rijswijk tot brandweer Delft-Rijswijk. Dit betekent dat de
brandweer formeel een externe partij is, maar in de praktijk wordt op dezelfde
manier in de gemeente samengewerkt. Wel zal, als alle vacatures zijn vervuld,
de capaciteit voor handhaving zijn vergroot.
In vervolg op de
afsluiting van het landelijke project Professionalisering van de handhaving
treedt op 11 november 2005 de Wet handhavingsstructuur in werking alsmede het
Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer. Genoemde wet draagt de regie
over de kwaliteit van de milieuhandhaving van gemeenten en waterschappen op aan
de provincies. In het kader van de regierol zal de provincie Zuid-Holland
periodiek de kwaliteit van de milieuwethandhaving onderzoeken bij de gemeente.
De provincie zal daarbij afstemmen met de VROM-inspectie in het kader van 2e
lijns toezicht.
Dit betreft twee
wetsontwerpen namelijk bestuurlijke boete kleine ergernissen en bestuurlijke boete parkeren en
stilstaan. De boete kleine
ergernissen ook wel boete ongewenst gedrag openbare ruimte (Bogor) genoemd kan
gemeenten helpen om beter handhavend op te treden tegen overtredingen die de
leefbaarheid in de woonomgeving aantasten. Deze wetsontwerpen liggen momenteel (najaar
2005) bij de 2e kamer. Wanneer het wetsvoorstel bestuurlijke boete
parkeren en stilstaan wordt aangenomen, dan is de gemeente verplicht dit in te
voeren. Anders ligt dat bij het wetsontwerp “kleine ergernissen”. Hiervoor kan
een gemeente de keuze maken dit wel of niet in te voeren.[1]
Het college ziet de bestuurlijke boete als een goed middel om bij het
handhavingsbeleid in te zetten en wil zodra dat mogelijk is, tot invoer daarvan
overgaan. Wel zal voor die tijd nagegaan moeten worden wat invoering betekent
voor de personele capaciteit aangezien de gemeente ook verantwoordelijk wordt
voor de invoering en de beroep- en bezwaarprocedure; ook is voor de invoering
een raadsbesluit nodig.
Per 1 januari 2005
is de gewijzigde wet Kinderopvang ingevoerd. De gemeente is verantwoordelijk
voor het handhavingsbeleid; toezichthouder is de GGD. Onder kinderopvang wordt
verstaan het “bedrijfsmatig” verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste
dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
Hieronder vallen verschillende vormen van kinderopvang, waaronder kinderdagverblijven.
Per 1 januari 2006 wordt gestart met het vastgestelde toezicht- en
handhavingsbeleid. Het jaar 2005 geldt als overgangsjaar. Naast de GGD als
toezichthouder heeft de brandweer een controlerende taak met betrekking tot de
gebruiksvergunningen. Rapportage over de resultaten vindt separaat plaats. Op
grond van de Arbeidsomstandighedenwet is de Arbeidsinspectie bevoegd te
handhaven en te sanctioneren op het hebben van- en het oefenen met een
ontruimingsplan.
2.2 Gemeentelijk
beleid/onderwerpen
Sinds 2003 werken
wijkhandhavingsteams aan de leefbaarheid in de wijken. Prioriteiten liggen tot
nog toe bij grofvuil en de controle van het hondenbeleid. Boetes voor het
weggooien van afval op straat zijn in Delft tot nu toe niet gegeven. In het
handhavingprogramma 2005 en het plan van aanpak “zwerfvuil dat lossen we op!”
wordt aangegeven dat de leefbaarheid in de wijken prioriteit heeft en worden
onder meer handhavingactiviteiten genoemd die gericht zijn op het voorkomen van
zwerfafval. Voor 2006 staan twee projecten gepland waarvoor subsidie is
aangevraagd bij het NOVEM, dat betreft het project afvalbakken in de openbare
ruimte “Geen bak te ver, te vol, te vies” en het project handhaving zwerfafval
“Delft een schone stad, zonder zwerfvuil doen we dat!” toekomen. In juni 2005
is de nota aanpak zwerfvuil door papierinzameling tot stand gekomen. Recent
(najaar 2005) is bekend geworden dat beide subsidieaanvragen toegewezen zijn.
Naar aanleiding van
een motie die in september 2002 is aangenomen in de gemeenteraad is in mei 2005 een voorstel tot nadere invulling
besproken in de commissie Leefbaarheid. Doel is om vanuit een centrale
boodschap gezamenlijk activiteiten te ontwikkelen die betrekking hebben op het
tegengaan van overlast en ongewenst gedrag in de woon- en leefomgeving en op
het stimuleren van betrokkenheid en sociale samenhang. Voor 2005 is gekozen
voor de thema’s: bevorderen woonplezier; realiseren schonere wijken en het
stimuleren van positief gedrag van jongeren in de openbare ruimte en bijdragen
aan een positieve beeldvorming van jongeren. De thema’s voor 2006 zijn nog niet
vastgesteld. Bij deze activiteiten werkt de gemeente samen met bewoners en
bedrijven en met haar partners: de woningcorporaties, de politie, Breed Welzijn
Delft, Stichting Ouderenwerk Delft en de scholen. De stadsetiquette fungeert
als het ware als paraplu waaronder een breed scala aan activiteiten valt. Vaak
betreft het overigens onderwerpen die ook in het kader van handhaving openbare
ruimte als prioriteit staan genoemd. Daarom is het streven zoveel mogelijk de
activiteiten in het kader van handhaving openbare ruimte en de stadsetiquette -
ook voor wat betreft de communicatie -
op elkaar af te stemmen, om daarmee een zo optimaal mogelijk effect te
verkrijgen.
Met ingang van 1
januari 2005 vindt jaarlijks een update van de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) plaats. Op deze manier kan de APV daadwerkelijk ingezet
worden als instrument ten behoeve van een veilig en leefbaar Delft. Een van de
wijzigingen betreft “plakken en
kladden”. Er vindt een verruiming plaats waardoor per 1 januari 2006 ook de
opdrachtgever strafbaar wordt gesteld.
Voorjaar 2005 is
door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie in een brief aan de
gemeenten aandacht besteed aan het onderwerp “vrijplaatsen”. Daarmee wordt
gedoeld op plaatsen waar sprake is van een ernstig handhavingstekort; zij
ontstaan doordat een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd (b.v. omdat er
sprake is van een dreigende situatie). Vanuit de landelijke overheid wordt
aangedrongen op een integrale aanpak, onder meer op basis van convenanten,
waarbij de Belastingdienst ook een initiërende rol kan spelen. Vooralsnog
lijken plaatsen zoals hierboven bedoeld, in Delft niet aanwezig; het is echter
wel belangrijk de vinger aan de pols te houden, ook ten aanzien van bestaande
situaties. Jaarlijks zal aan dit onderwerp aandacht worden besteed en waar
nodig keert dit terug in het Handhavingsprogramma.
De communicatie
rondom handhaving en stadsetiquette wordt zoveel mogelijk geïntegreerd vanwege
samenhang en samenloop van de thema’s. Besloten is dat zoveel mogelijk gewerkt
wordt met één centrale slogan en gezamenlijke vormgeving. In 2006 wordt e.e.a.
verder uitgewerkt. Op deze manier wordt communicatie nadrukkelijk ingezet als
middel om het naleefgedrag positief te beïnvloeden.
2.3 Programmatisch handhaven – uitwerking en
voorwaarden
Het
Handhavingsprogramma is een uitwerking van het besluit handhaving
programmatisch vorm te geven. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag met
welke prioriteiten we werken, om het aanbrengen van sturing, om
professionalisering, maar natuurlijk ook om vragen naar mensen en middelen.
Sturing
Professionalisering
Capaciteit
Zoals in het
programma van 2005 aangegeven is er – wat de openbare ruimte betreft – een
structureel tekort aan handhavingscapaciteit. In 2005 is – min of meer door de
nood gedwongen – ervoor gekozen geen specifiek aantal uren aan thema’s te
koppelen. Aan de hand van de praktijk wordt in het integraal overleg nagegaan
waar, met welke accenten en op welke manier handhaving plaatsvindt. Deze
werkwijze wordt vanwege de flexibiliteit die dat met zich meebrengt,
gecontinueerd. Niettemin blijft het capaciteitstekort bestaan. Om voldoende effect
te bewerkstelligen is een minimum capaciteit nodig. In het kader van de
programmabegroting voor 2006 is 3,0 fte extra handhavingscapaciteit toegekend.
Het capaciteitsprobleem blijft de komende jaren nadrukkelijk op de agenda
staan. Handhavingstaken kunnen niet altijd worden gefinancieerd uit leges of
belastingen. Zo bestaat er in Delft bijvoorbeeld geen hondenbelasting, terwijl
er wel gehandhaafd moet worden op het vastgestelde hondenbeleid. Aan de door-
en uitstroom van stadstoezichthouders (ID-banen) wordt actief gestalte gegeven.
Voor 2006 zal de capaciteit van de stadstoezichthouders verminderen tot onder
de 2 fte.
Middelen bij
handhaving – ICT
Binnen de
ambtelijke organisatie is men bezig met vraag hoe en op welke manier ICT
ingezet kan worden als kwaliteitsverhogend instrument in het kader van
effectieve handhaving. Bij Toezicht en Handhaving wordt gewerkt met “handhelds”
waaruit informatie kan worden verkregen, bijvoorbeeld over verleende
vergunningen, dan wel informatie ingevoerd kan worden (bijvoorbeeld meldingen
openbare ruimte). Daarnaast heeft Delft (ICT) een
database ontwikkeld waarin gestolen gehandicaptenparkeerkaarten kunnen worden
ingevoerd. Deze database zal voor de controleurs op straat inzichtelijk zijn,
zodat zij bij het ontdekken van een gestolen kaart direct kunnen reageren. Binnen
de kolom Gebouw en Gebruik volgt men de landelijke ontwikkelingen - onder
andere bij de vereniging BWT. Een pioniersrol daarin is voor Delft – gezien het
capaciteitsbeslag – momenteel niet weggelegd.
Ken- en
stuurgetallen
Om het naleefgedrag
zo optimaal mogelijk te beïnvloeden is onder meer inzicht nodig in:
·
Aard, omvang
en ernst van overtredingen;
·
de
effectiviteit van de handhavingsstrategie/aanpak;
·
inzet van
middelen in relatie tot overtredingen
Dit onderwerp wordt
verder ingevuld in 2006; de informatie kan vervolgens dienen als onderbouwing
voor beleidskeuzes en handhavingsstrategie. Overigens verdient het daarbij
aanbeveling aandacht te hebben voor alternatieve manieren om naleefgedrag te
bevorderen naast het inzetten van toezicht en handhaving.
Bij het onderdeel
Gebouw en Gebruik zijn handhavingstaken van de volgende vakteams betrokken:
a. Milieutoezicht
b. Milieu, onderdeel Bodem
c. Brandweer, m.b.t. gebruiksvergunningen
d. Bouw- en woningtoezicht
e. Monumentenzorg en bouwkwaliteit
Daarnaast maakt ook
de horeca-exploitatievergunning onderdeel uit van de kolom Gebouw en Gebruik.
Binnen TOR is daarvoor echter geen handhavingscapaciteit beschikbaar. In juli
2004 zijn door het college de onderliggende handhavingbeleidsplannen van de
afzonderlijke vakdisciplines vastgesteld. In deze beleidsplannen zijn keuzes
gemaakt en prioriteiten gesteld; deze prioriteiten komen hieronder in de vorm
van concrete doelstellingen voor het jaar 2006 aan de orde.
De prioriteiten
voor 2006 zien er als volgt uit: · externe veiligheid; bescherming van
burgers en bedrijven tegen gevolgen van calamiteiten; specifiek gaat het hier
om het beperken van risico’s als gevolg van activiteiten van bedrijven,
doelstelling is het naleefgedrag van bedrijven waar externe veiligheid een
rol speelt te verhogen; · naleving van (hinder)voorschriften;
bedrijven dienen altijd de milieuvoorschriften na te leven, algemeen doel is
het verbeteren van het naleefgedrag. Een bedrijf waar al eerder een
overtreding is geconstateerd staat hoger op de lijst van controles dan een
bedrijf waar geen overtredingen zijn geconstateerd. · thema’s verruimde reikwijdte; algemene
doelstelling is het realiseren van: energiebesparing, drinkwaterbesparing,
grondstoffenbesparing en afname van (de gevolgen van) aan- en
afvoerbewegingen. Daarnaast worden nog overige thema’s onderscheiden, zoals
lucht, afvalwater, bodem, geluid, afval. |
|
De controle
frequentie is afhankelijk van het ingeschatte milieurisico; bedrijven waar
sprake is van een enig milieurisico worden periodiek gecontroleerd en ook
wanneer er sprake is van een klacht. |
|
Aantal bedrijven: 2; aantal controles in 2006: 4 |
|
Aantal bedrijven:
58; aantal controles in 2006: 58 |
|
Aantal bedrijven:
115; aantal controles in 2006: 58 |
|
Aantal bedrijven:
328; aantal controles in 2006: 82 |
|
Aantal bedrijven:
922; aantal controles in 2006: 0 |
|
Milieuklachten |
Behandelen van 25
milieuklachten over horecabedrijven en 25 milieuklachten over overige
bedrijven. |
Overig |
Uitvoeren van de
piketregeling geluidmeten, de jaarlijkse vuurwerkcontroles, de jaarlijkse
handhavingsestafette, voortzetten van het aangevangen inventarisatieproject
en eventueel branchegewijze of themagewijze preventieve voorlichting. |
Regelgeving
|
Wet Milieubeheer;
inclusief uitvoeringsbesluiten zoals het Besluit Horeca; sport- en
recreatie-inrichtingen. Deze
uitvoeringsbesluiten worden door de rijksoverheid in 2006/2007 samengevoegd
en gemoderniseerd. Voor zover mogelijk zal deze ontwikkeling worden gevolg en
zal hierop worden geanticipeerd. |
Beleid |
Zie
Handhavingsbeleidsplan Milieutoezicht; Klimaatbeleidsplan |
Handhaving-strategie |
Landelijke
nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden. Voor
Milieutoezicht en Bodem is een landelijke handhavingstrategie van kracht; daarnaast
geldt voor het gewest Haaglanden een nalevingstrategie. |
Capaciteit |
Binnen het
vakteam milieutoezicht is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de
handhavingstaken 5300 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 5
milieu-inspecteurs handhaving. |
Bijzonderheden |
· In de politie organisatie zijn in 2005 de
milieuhandhavingstaken ondergebracht in regionale milieuteams. Voor
uitvoering van de piketregeling geluidsmeting blijft lokale ondersteuning
door de politie noodzakelijk. · Reguliere samenwerking (met politie) bij
controles van bedrijven met gevaarlijke stoffen en bij nacontroles. |
In het
handhavingsbeleidsplan bodem zijn de volgende prioriteiten vastgesteld:
1. Illegale
grondstortingen buiten inrichtingen (zie onder onderdeel Openbare Ruimte)
2. Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT),
oude tanks
3. Grondverzet en Bouwstoffenbesluit (grond en
puingranulaat)
4. Grondtransport
5. Saneringen
In 2006 wordt voor de prioriteit saneringen het
accent verlegd van de provincie als bevoegd gezag Wet bodembescherming naar de
gemeente als bevoegd gezag, voor bodemverontreinigingen binnen inrichtingen. Op
basis van de ervaringen in 2005, waarbij een aantal bodemsaneringen binnen
inrichtingen is uitgevoerd, is dit punt in dit programma opgenomen.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het
Handhavingbeleidsplan voor Bodem.
De door het Landelijk Overleg Milieuzaken (LOM)
aangegeven prioriteit “asbest” wordt
actief meegenomen in het Bouwstoffenbesluit.
Doelstelling
specifiek |
|
Regelgeving |
|
Beleid |
Zie
handhavingsbeleidsplan Milieutoezicht en Bodem en Handboek Bodem; |
Handhaving-strategie |
|
Bijzonderheden |
In 2005 is door
het vakteam Milieu een inventarisatie gemaakt van de tanks die niet voldoen aan het BOOT. In
2006 wordt de werkelijke handhavingsactie uitgevoerd en afgerond. Het vakteam
Milieutoezicht heeft in 2005 de inventarisatie afgerond en is reeds begonnen
met het handhaven van tanks die niet voldoen. In 2006 wordt deze actie
vervolgt en afgerond. |
Doelstelling
algemeen |
|
Doelstellingen specifiek |
Aandachtspunten
voor 2006 :
|
Regelgeving
|
|
Beleid |
Zie
handhavingsbeleidsplan Bodem; Handboek Bodem, Bodemkwaliteitskaart en
grondstromenplan. |
Handhaving-strategie |
Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie
stadsgewest Haaglanden. In 2005 zal naast de reguliere controle (zowel
administratief als in het veld) en toezicht ingezet worden op met name
voorlichting en communicatie. Communicatie kan bestaan uit vooroverleg over projecten.
Er zullen in het kader van voorlichting bijeenkomsten worden georganiseerd en
brochures worden ontwikkeld.
Preventieve handhaving draagt veel bij aan een beter naleefgedrag van
de doelgroep. |
Binnen het
vakteam Milieu is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de handhavingstaken
660 uur beschikbaar. Deze uren zijn verdeeld over 4 bodemspecialisten
handhaving. |
|
Bijzonderheden |
- |
Regelgeving
|
|
Beleid |
Handhavingsbeleidsplan
bodem, Handboek bodem |
Handhaving-strategie |
Landelijke nalevingsstrategie; nalevingsstrategie
stadsgewest Haaglanden. |
Capaciteit |
Binnen het
vakteam Milieu zijn uren geraamd voor de advisering voor het vakteam
Milieutoezicht op bodemgebied. |
Bijzonderheden |
- |
Kinderdagverblijven
|
|
Tijdelijke
gebruiksvergunning |
|
Vuurwerkcontrole |
|
Controle rondom
feestdagen |
|
Regelgeving
|
|
Capaciteit |
5,5 fte in totaal
voor Delft en Rijswijk |
Nieuwe
ondernemers |
|
Categorie 1 |
Bezoekfrequentie:
Horeca, zorginstellingen en kindedagverblijven tweemaal per jaar, overige
inrichtingen eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles
plaatsvinden en zal handhavend worden opgetreden. |
Categorie 2 |
Bezoekfrequentie:
Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal
handhavend worden opgetreden. |
Categorie 3 |
Bezoekfrequentie:
Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal
handhavend worden opgetreden. |
Categorie 4 |
Bezoekfrequentie:
Eenmaal per jaar. Waar nodig zullen herhalingscontroles plaatsvinden en zal
handhavend worden opgetreden. |
De prioriteiten zijn vastgesteld in het Handhavingsbeleidsplan Bouw- en
Woningtoezicht (juli 2004).
Ten opzichte van 2005 wordt in 2006 meer
prioriteit gelegd bij handhaving bestemmingsplannen. In 2005 is een start
gemaakt met het aanschrijfbeleid slechte panden.
Doelstellingen specifiek |
|
Controle
reguliere bouwvergunning |
Raming aantal af
te geven vergunningen : 300 Aantal controles:
900 |
Controle lichte
bouwvergunning / vergunningvrij |
Raming aantal af
te geven vergunningen : 100 Aantal controles:
: 150 bezoekfrequentie
: 1,5 per aanvraag |
Controle
sloopvergunningen |
Raming aantal af
te geven vergunningen : 60 Aantal controles:
: 150 |
Controle
vergunningsvrij
|
Aantal controles:
: 50 |
Regelgeving
|
|
Beleid |
Handhavingsbeleid
Bouw- en Woningtoezicht |
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
2,5 fte |
Bijzonderheden |
. |
Doelstellingen specifiek |
|
Controle FLS |
Raming aantal af
te geven vergunningen: 25 Aantal controles:
25 en 1* programmatisch |
Controle reclame
en welstand |
Aantal controles:
op basis van exces bezoekfrequentie:
jaarlijks |
Programma slechte
panden |
Aantal controles:
20 bezoekfrequentie:
3 jarig program |
Onderzoek hotels |
Aantal controles:
20 |
Regelgeving
|
|
Beleid |
Welstandsbeleid;
reclamebeleid |
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
0,15 fte |
Bijzonderheden |
. |
Doelstellingen specifiek |
|
Controle
binnengebieden binnenstad |
aantal controles:
1 * per jaar |
Controle vastgestelde bestemmingsplannen |
Aantal controles:
afhankelijk van handhavingsopgaaf bestemmingsplannenleir toezicht |
Reguliere
controle bestemmingsplannen |
Aantal controles:
gedurende het gehele jaar bij regulier toezicht |
Inhaalslag
actualiseren bestemmingsplannen
|
Aantal controles:
5 bestemmingsplangebieden onderzoeken bezoekfrequentie:
1 * per maand |
Programmatisch
controle delftechpark
|
Aantal controles:
1 |
Regelgeving
|
|
Beleid |
Handhavingsbeleid
BWT |
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
0,25 fte |
Bijzonderheden |
. |
Doelstellingen specifiek |
|
Regelgeving
|
|
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
130 uur |
Bijzonderheden |
Elke wijziging
van de regelgeving wordt actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het
Cultuurhistorische Bulletin Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle
rijks- en gemeentelijke monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden. |
Doelstellingen specifiek |
|
Regelgeving
|
|
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
800 uur |
Bijzonderheden |
Elke wijziging
van de regelgeving wordt actief gecommuniceerd via de Stadskrant en het
Cultuurhistorische Bulletin Delf, welke 4x per jaar verschijnt en aan alle
rijks- en gemeentelijke monumenteigenaren van Delft wordt toegezonden. |
Doelstellingen specifiek |
|
Regelgeving
|
|
Beleid |
Nota gevelreclame
|
Handhaving-strategie |
|
Capaciteit |
840 uur |
Bijzonderheden |
- |
Onderwerp/thema
|
Betrokken
vakteams / externe partners |
Doelstelling/
Handhavingsstrategie |
Toelichting |
Milieutoezicht;
Milieu; Stadsgewest Haaglanden; Provincie ZH |
Initiatief ligt
bij provincie ZH met ondersteuning stadsgewest. Precieze invulling
afhankelijk van thema |
Jaarlijks
gebeuren waarbij in overleg met de partners het thema wordt vastgesteld |
|
Bedrijvenparkje
naast het regionale overslagstation voor bruin en witgoed |
Milieutoezicht Bouw- en
Woningtoezicht |
- |
- |
Hotels |
Bouw- en
Woningtoezicht Brandweer |
Check op
brandveiligheid van vooral oudere hotels |
- |
Transport van
grond en bodemsaneringen. |
Milieu
(Bodem); Provincie; |
Afstemming met
provincie als bevoegd gezag. |
Provincie is
bevoegd gezag. |
Vrijstellingsregeling
Grondverzet; Bouwstoffenbesluit en storten buiten inrichtingen |
Milieu (Bodem)
Regionaal milieuteam politie; Hoogheemraadschap Delfland; Provincie ZH |
Bijdrage aan
ketenhandhaving grondstromen |
- |
Horeca controles |
Brandweer; BWT;
Milieutoezicht |
Waar mogelijk
integrale controles houden |
Voor 2006 worden
van tevoren geen controles gepland op een bepaalde plek; de vakteams
informeren elkaar over hun planning; waar mogelijk wordt integraal
gecontroleerd. |
Vuurwerkcontroles
|
Brandweer,
Politie, Milieutoezicht |
Controles rondom
de feestdagen aan het einde van het jaar |
- |
4.1 Inleiding
In 2005 is het
integraal handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHOR) opgestart. Integraal in de
zin van:
·
meerdere
handhavingsdisciplines: Handhaving en Toezicht (TOR); Reiniging; Politie;
·
beleid
(wijkzaken; veiligheid) en uitvoering
Dit heeft geleid
tot een aantal verbeterpunten en scherpere inzichten, zodat efficiency en
effectiviteit van handhaving worden verbeterd. Daarbij is te noemen:
·
het belang van
het accent op pro-actief en preventief werken: daarbij gaat het om:
o
bekendheid van
regels (informatie, communicatie)
o
acceptatie van
regels (aangeven waarom en wat het belang is)
o
burgers in
staat te stellen regels na te leven (toegankelijkheid gemeente b.v. via
internet en centrale telefoonnummers (Meldpunt openbare ruimte;
fietsstallingen).
·
samenwerken:
door gezamenlijk en gericht optreden van politie en gemeente kan het effect
vergroot worden, bijvoorbeeld met betrekking tot parkeeroverlast;
·
het leveren
van maatwerk: bij de wijkhandhaving kunnen accenten verschillen, afhankelijk
van de klachten en problemen binnen een specifieke wijk;
·
zo slim
mogelijk handhaven: naarmate we beter inzicht hebben in naleefgedrag kan
handhavingscapaciteit effectiever worden ingezet. Daarbij gaat het om:
frequentie, tijdstippen, samenwerking en afstemming.
4.2 Aanpak 2006
Voor 2006 wordt
handhaving in de openbare ruimte via de hierboven geschetste lijnen verder
voortgezet, uitgebouwd en waar nodig verbeterd. Veel raakvlakken zijn er met
het thema stadsetiquette. Toezicht en handhaving maken deel uit van het
bevorderen van naleefgedrag: als burgers regels naleven - omdat ze zelf daarvan
de voordelen inzien - is dat van invloed op de benodigde handhavingsinzet. In
2006 komt daarnaast meer nadruk te liggen op de samenwerking met externe
partners/partijen. Met de politie vindt al de nodige afstemming plaats;
daarnaast spelen bijvoorbeeld woningbouwcorporaties een belangrijke rol bij een
veilige en leefbare stad. Ook wordt nagegaan hoe bewoners betrokken kunnen
worden bij het verhogen van naleefgedrag en zijn bewoners (grotendeels)
bepalend voor accenten die gelegd zouden moeten worden in de handhaving
(wijkprioriteiten).
De aanpak op de
gekozen prioriteiten vindt op twee manieren plaats:
-
via de
wijkhandhaving;
-
op basis van
gerichte acties
Hier gaat hier om
de zogenaamde “vrij inzetbare”
handhavingscapaciteit. Daarnaast is er zogenoemde geoormerkte
capaciteit, deze is gekoppeld aan specifieke prioriteiten (zie onder 4.3). De
inzet en aanpak wordt besproken in het IHOR; daarbij zijn de signalen van
bewoners en professionals van groot belang.
Wijkhandhaving
Door middel van
wijkhandhavingsteams wordt gewerkt aan het tegengaan van overlast in de wijken.
De handhavingsteams bestaan uit reinigingsinspecteurs en medewerkers van
Handhaving en Toezicht, zowel stadstoezichthouders en/of controleurs openbare
ruimte. Van belang is vooral de zichtbaarheid van de activiteiten van de
wijkhandhavingsteams in de wijk. Deze teams richten zich op de prioriteiten
zoals in dit programma aangegeven, i.c.:
·
zwerfafval
·
grofvuil
aanbiedingen/verkeerd aangeboden afval
·
parkeerexcessen
(Wet Mulder en APV);
·
overlast
veroorzaakt door honden;
·
fietswrakken, weesfietsen, fout geparkeerde fietsen
·
winkelwagens
·
illegaal plakken
Bij de aanpak van
rondzwervende winkelwagens zijn afspraken gemaakt met een bedrijf. Voor de
fietswrakken en -wezen zijn afspraken gemaakt met het Kringloopbedrijf (zie
verder onder het thema fietsoverlast). Per 1 januari 2006 wordt in de APV het
artikel m.b.t. illegaal plakken uitgebreid, zodat ook de opdrachtgever
aangepakt kan worden. In 2006 wordt nagegaan hoe dit verder ingevuld kan
worden.
Voorts zal in het
IHOR (Integraal Handhavingsoverleg) gesproken worden over een aanpak van
scooters en brommers in het autoluwe gebied (hier zijn alleen fietsers
toegestaan). Dat betreft zowel een feitelijke invulling op basis van
mogelijkheden (b.v. kentekenregistratie) - mede in het licht van de invoering
van de bestuurlijke boete - alsook een planning, mede in verband met
capaciteit.
Gerichte acties
4.3 Capaciteit
Vrij inzetbare
capaciteit
Handhavingstaken
Openbare Ruimte worden binnen de ambtelijke organisatie uitgevoerd door het
vakteam Handhaving en Toezicht (sector Toezicht Openbare Ruimte, Publiekszaken)
en de Reiniging (onderdeel van Wijk- en Stadszaken). Bij het vakteam Handhaving
en Toezicht (TOR) is voor 2006 feitelijk 1,89 fte + 3,0 fte extra toegekende
capaciteit beschikbaar aan “vrij in te zetten” capaciteit van controleurs
openbare ruimte. Zoals in hoofdstuk 2 aangegeven vindt in 2006 verdere
vermindering plaats van stadstoezichthouders (I/D banen). Bij het vakteam Reiniging
is 3,43 fte reinigingsinspecteur beschikbaar, alsmede 1,0 fte tijdelijke
formatie (tot medio 2006) voor toezicht en handhaving van het nieuwe
grofvuilbeleid. De reinigingsinspecteurs en de controleurs openbare ruimte zijn
zowel toezichthouder op grond van de Awb als BOA (buitengewoon
opsporingsambtenaar).
Er wordt zo
flexibel mogelijk omgegaan met de inzet van de beschikbare capaciteit. Dat
betekent dat gedurende het gehele jaar 2006 een basis-inzet gedaan wordt op de
thema’s die hieronder als prioriteit staan aangegeven. De mate van inzet
verschuift echter binnen het jaar. Deze accentverschuiving houdt verband met
het plaatsvinden van bepaalde gebeurtenissen (b.v. evenementen) of is meer
seizoengebonden (zoals toezicht in de Delftse Hout).
Geoormerkte
capaciteit
Met betrekking tot
een aantal handhavingstaken is sprake van geoormerkte capaciteit; d.w.z. dat op
grond van beleid besloten is tot een bepaalde inzet m.b.t. handhaving. Dat is
het geval bij:
-
aanhangwagens,
recreatievoertuigen en wrakken (1,0 fte);
-
parkeerbeleid
(fiscaal 21 fte en wet Mulder 5,16 fte)
Deze
capaciteit is niet inzetbaar op andere
handhavingsprioriteiten.
Specifiek voor het
grofvuilbeleid is tot medio 2006 1 fte extra capaciteit beschikbaar voor
handhaving van het grofvuilbeleid. In feite is het grootste deel van de
capaciteit van de reinigingsinspecteurs geoormerkt voor de handhaving van de
afvalstoffenverordening. Ten behoeve van handhaving fietsparkeren binnenstad is
het eerste halfjaar 2006 extra capaciteit beschikbaar.
Handhavingsfuncties
4.4 Prioriteiten
In 2006 worden de
prioriteiten van 2005 gecontinueerd; nu 3,0 fte extra capaciteit beschikbaar
komt zal (afhankelijk ook van de totale netto capaciteit i.v.m. de
ontwikkelingen bij de stadstoezichthouders)
er meer accent worden gelegd op:
·
hondenbeleid;
door capaciteitsgebrek was de inzet in 2005 op dit thema beperkt; het lijkt
nodig dit hoe dan ook te versterken;
·
fiets overlast
in de binnenstad en bij Station Zuid; najaar 2005 wordt meer
stallinggelegenheid gerealiseerd; daardoor zijn de voorwaarden gecreëerd voor
een meer intensieve handhaving;
·
Delftse Hout:
de inzet was in 2005 door capaciteitsgebrek zeer beperkt; meer inzet is nodig
en een meer gestructureerde benadering, gekoppeld aan een beheersplan Delftse
Hout
Doelstelling
|
Verbeteren
huidige situatie rond hondenpoep en aanlijngebod honden. |
Regelgeving |
APV, art. 2.3.14
en 2.3.15 en bijbehorende 2e, 3e en 8e uitvoeringsbesluit |
Beleid |
Is verwoord
d.m.v. APV artikelen en in beleidsnotities. |
Doelstelling |
Verminderen van
overlast en vergroten van leefbaarheid. Betreft: -
op verkeerde
tijden en plaatsen aanbieden huisvuil en bedrijfsafval; -
verminderen
van zwerfvuil -
verminderen
van verkeerd aangeboden of niet aangemeld grofvuil. |
Regelgeving |
Afvalstoffenverordening
|
Beleid |
Grofvuilbeleid. |
Handhaving-strategie |
Het grofvuilbeleid is vanaf 2004 gewijzigd. Dit betekent
dat bewoners grof-afval vooraf telefonisch aan moeten melden waarna er een
afspraak wordt gemaakt wanneer dit afval wordt ingezameld. Handhaving bestaat
uit het opsporen van grof-afval dat niet is aangemeld. Van dit afval wordt
middels het instellen van een buurtonderzoek de herkomst achterhaald waarna
er een sanctie wordt opgelegd. De burgers dienen de opruimkosten zelf te
betalen (civielrechtelijke overeenkomst); bij recidive wordt er
strafrechtelijk opgetreden waarbij het sanctiebedrag € 50,- is. Het aanbieden van
overig huishoudelijk afval is met name een probleem bij
wijkverzamelcontainers. In 2006 wordt meer accent gelegd op het op verkeerde
tijden buiten zetten/buiten laten staan van bedrijfsafvalcontainers. Indien
geconstateerd wordt dat er zwerfafval wordt weggegooid worden burgers hierop
aangesproken. In individuele gevallen kan het mogelijk zijn dat hiervoor een
sanctie wordt opgelegd. Dit wordt strafrechtelijk gehandhaafd, de boete is €
50,-. |
Doelstelling |
Verminderen van
overlast en vergroten leefbaarheid. Betreft: -
verkeerd
geparkeerde fietsen -
fietswrakken -
weesfietsen |
Regelgeving |
APV, art. 2.3.10;
5.1.6 en daarbij behorend 11e uitvoeringsbesluit; wegenverkeerswet
en RVV. Nota fietsparkeren Binnenstad |
Beleid |
Zoals verwoord in
betreffende APV artikelen |
Handhaving-strategie |
Met name het
aangewezen gebied station vrijhouden van
wrakken en weesfietsen, en verkeerd geparkeerde fietsen. Per 2006 komen daar bij specifieke locaties in
de binnenstad en bij Station Zuid. Najaar 2005 is voorzien in extra
stallingmogelijkheden in de binnenstad. Bij handhaven op buiten de rekken
geparkeerde fietsen wordt een korte begunstigingstermijn in acht genomen,
tenzij er sprake is van vereiste spoed (bijvoorbeeld veiligheidsrisico’s) Verkeerd geparkeerde fietsen worden voorzien van stickers
en afgevoerd door het Kringloopbedrijf, waar de eigenaar de fiets kan
ophalen. Datzelfde gebeurt met wrakken en weesfietsen. Wanneer een fiets na 3
maanden niet bij het Kringloopbedrijf is opgehaald, worden de fietsen
verscheept naar Afrika. |
Bijzonderheden |
Najaar 2005 zijn
in de binnenstad extra stallingsmogelijkheden gecreëerd. Voor het eerste
halfjaar 2006 is extra handhavingscapaciteit beschikbaar gesteld. Deze extra
capaciteit t.b.v. de binnenstad wordt gefinancierd uit het Parkeerfonds. Voor
deze handhavingstaken moet nog structurele dekking worden gevonden. |
Doelstelling |
Vergroten
leefbaarheid en veiligheidsgevoel rondom station Delft. |
Regelgeving |
Met name diverse
APV artikelen, waaronder art. 5.1.6. en bijbehorend 11e
uitvoeringsbesluit |
Beleid |
Beleid diverse
onderdelen is vastgelegd in de nota’s “Integraal Veiligheidsbeleid” en
“Veilig verkeren op en rond Station Delft”; aanpak maakt deel uit van het
programma Veiligheid. |
Naleef/handhaving- |
|
Bijzonderheden |
Zie ook onder
onderwerp Fietsen. De afspraak tot aanpak Stationsgebied komt voort uit
prioriteitstelling in de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV) |
Doelstelling
algemeen |
Het leefbaar houden van de openbare ruimte d.m.v.
verwijderen van ongebruikte voertuigen.
|
Regelgeving |
APV, nota
aanhangers recreatievoertuigen, wegsleepverordening. |
Aanhangers/
recreatievoertuigen mogen maximaal 3 dagen op de openbare weg staan. Wrakken
worden gemeld, binnen 3 dagen wordt schouw gehouden. Indien van toepassing en
niet door de eigenaar geregeld, worden ze binnen een week verwijderd. Wrakken
worden vernietigd. Aanhangers en recreatievoertuigen worden tijdelijk
opgeslagen indien de waarde boven de kosten uitstijgt. Als dit niet zo is
wordt na taxatie, deze via de Domeinen verkocht (onderdeel Ministerie van
Financiën). De kosten van de opslag komen voor rekening van de gemeente,
evenals de kosten van wegslepen en transport. Zodra de genoemde kosten hoger
zijn dan de waarde van het voertuig wordt er vernietigd. De Gemeente is
overigens actief in het zoeken naar de eigenaar. |
|
Handhaving-strategie |
Actief door heel
Delft met als ondergrond een wijkgerichte aanpak. Is ook opgenomen als
deelthema bij de aanpak door de wijkhandhavingsteams (zie wijkhandhaving). De
stadstoezichthouders hebben tijdens de rondes van de wijkhandhavingsteams een
signalerende rol. |
Bijzonderheden |
Thema : ‘”de
openbare ruimte is geen opslagplaats”. De laatste 6 weken van het jaar wordt
heel actief op incidenten en brandgevaarlijke wrakken gestuurd. 1 van de
controleurs openbare ruimte is specifiek belast met dit onderdeel. |
Doelstelling |
|
Regelgeving |
|
Beleid |
Projectaanpak
Schieoevers. |
Handhaving-strategie |
|
Bijzonderheden |
- |
Uitoefenen van
extra toezicht in wijken, gebieden of straten die extra aandacht behoeven
teneinde leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Resultaat moet meetbaar
zijn in het verkleinen van overlast en/of vermindering van het aantal
klachten. Een voorbeeld van een specifieke inzet is bij Oud en Nieuw. |
|
Regelgeving |
Divers,
afhankelijk van specifieke problematiek, kan zijn APV, Wet milieubeheer;
Afvalstoffenverordening |
Beleid |
Prioriteiten
kunnen worden bepaald door de Stuurgroep Integrale Veiligheid (SIV), Service
Centrum Bedrijven, wijkcoördinatieteams (WCT) en het Integraal
Handhavingsoverleg Openbare Ruimte (IHO OR). In de SIV, de WCT’s en het IHOR,
staat een integrale aanpak voorop; ook de politie is daarin vertegenwoordigd.
Signalen van bewoners, bewonersorganisaties en bedrijven vormen hierbij een
belangrijk vertrekpunt. |
Handhaving-strategie |
|
Bijzonderheden |
- |
Doelstelling |
|
Regelgeving |
Wet Mulder Gemeentelijke
regelgeving |
Beleid |
Parkeerverordening.
Parkeerbelastingverordening.Verordening autoluw-plus. APV |
Handhaving-strategie |
Overtredingen
worden bekeurd. Bij wijkhandhaving kan gekozen worden voor specifieke aanpak
van parkeerexcessen. Communicatie bij een dergelijke aanpak is erg belangrijk.
|
Capaciteit |
Fiscaal 21 fte en
wet Mulder 5,16 fte |
Bijzonderheden |
Het
voorkomen van illegale stortingen en het realiseren van een beter
naleefgedrag. |
|
Regelgeving |
O.a. Wet
milieubeheer, Bouwstoffenbesluit |
Beleid |
Handhaving landelijke
regelgeving |
Handhaving-strategie |
Landelijke
nalevingsstrategie; nalevingsstrategie stadsgewest Haaglanden Gezien de
samenhang met andere wet- en regelgeving, zoals het Bouwstoffenbesluit,
kunnen de hierbij ingezette instrumenten als voorlichting preventief
bijdragen aan het voorkomen van illegale grondstortingen. Daarnaast wordt als
zich illegale stortingen buiten inrichtingen voordoen hierop actief
gehandhaafd. |
Capaciteit |
Eerst
verantwoordelijke is vakteam Milieu, onderdeel Bodem. In samenwerking met
Reiniging, Milieutoezicht en Provincie Zuid-Holland. Binnen het
vakteam Milieu is in 2006 voor uitvoering van het totaal van de
handhavingstaken 660 uur beschikbaar. |
Bijzonderheden |
- |
Evenementen
Doelstelling |
Tweeledig: · Surveilleren tijdens evenementen in kader
van veiligheid en leefbaarheid, zoals
Mooi Weer spelen, Africa festival en Jazz en Blues festival. · Toezicht en controle op naleving
verstrekte vergunningen |
Regelgeving |
APV, art. 2.2.1,
2.2.2 en 2.2.3 evenementen |
Beleid |
Het vergunningensysteem
is neergelegd in de APV. Per 1 januari 2005 wordt in Delft gewerkt met een
vergunningensysteem in plaats van met een meldingssysteem ten behoeve van
evenementen. In verband met de implementatie van beleid zal in 2005 in een
aantal gevallen controle plaatsvinden op verstrekte vergunningen. |
Bijzonderheden |
Implementatie van
nieuw beleid |
Doelstelling |
Door aanwezigheid
van stadstoezichthouders op straat preventieve werking ten aanzien van
mogelijke overtredingen. Het gaat om surveillance in de volgende gebieden: · binnenstad overdag · binnenstad koopavond · marktdagen |
Regelgeving |
APV diverse
artikelen |
Beleid |
Het algemeen
surveilleren komt voort uit de basistaken van de stadstoezichthouders,
namelijk het leveren van een bijdrage aan leefbaarheid en veiligheid door het
aanwezig zijn op straat; en het optreden als gastvrouw/gastheer voor burgers
en toeristen |
Handhaving-strategie |
Betreft surveilleren in teams van 2 personen.
Overtredingen worden doorgegeven en afgehandeld door de hiertoe bevoegde
ambtenaren. |
Bijzonderheden |
Zie de
opmerkingen met betrekking tot capaciteit stadstoezichthouders elders in dit
programma. |
Doelstelling |
Verbeteren
veiligheid en leefbaarheid |
Regelgeving |
APV diverse
artikelen; milieuregelgeving; |
Beleid |
De Delftse Hout
is met name een gebied van vraagt om een multi-disciplinaire aanpak, ook met
externe partners (zoals de provincie). Er zal een adequaat beheersplan voor
de Delftse Hout ontwikkeld moeten worden; een van de componenten daarvan is
een handhavingsstrategie. |
Handhaving-strategie |
Sommige bezoekers van de Delftse Hout veroorzaken in
toenemende mate (met name bij mooi weer) overlast. Dat kan gaan om: afval,
geluidsoverlast, illegale stortingen; hondenoverlast; oneigenlijk gebruik van
het water (varen, zwemmen). Gezien het soort problemen is een lik-op-stuk
beleid zoveel mogelijk gewenst. Daarnaast is communicatie belangrijk over de
spelregels die in de Delftse Hout aan de orde zijn. Inzet zal vooral in de
zomermaanden plaatsvinden; inzet is ook afhankelijk van beschikbare
capaciteit. |
[1] Discussie is er momenteel nog bij gemeentes onder andere over de kosten in relatie tot de baten en over de reikwijdte van de lijst “kleine ergernissen”. In juni is door de VNG een position paper aan de 2e Kamer aangeboden. Landelijke invoering lijkt op dit moment (najaar 2005) niet eerder plaats te vinden dan per 1 januari 2007.
[2] Door het vakteam
Milieutoezicht is een systematiek ontwikkeld waarbij op grond van een aantal
factoren (zoals veiligheidsrisico, ligging van het bedrijf en naleefgedrag)
punten worden toegekend. Het aantal punten bepaalt de frequentie van het aantal
controles. Er bestaan vijf categorieën: A (risicovol, LPG-stations); B
(belangrijk milieurisico, waar onder externe veiligheid; C (verhoogd
milieurisico); D (gemiddeld milieurisico) en E (gering milieurisico).
[3] Zie voor de categorie-indeling het Handhavingsbeleidsplan Gebruiksvergunningen, juni 2004